Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

217 resultaten - Pagina 14 van 15

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15
[1] De sergeant bevindt zich echter nog helemaal in Wenen en ziet en hoort daardoor alleen maar wat bij zijn vermeende ambt hoort. Hij wordt alleen wat bescheidener, omdat al zijn assistenten hem in de steek hebben gelaten. Hij begeeft zich naar Mij toe en vraagt wie Ik ben, hoe Ik heet en of Ik geen pas bezit.
Hoofdstuk 50: De sergeant van de douane ondervraagt de Heer. Hij geeft het gezelschap vrije doortocht. Een belastinginner volgt de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[24] De sergeant zegt: 'Dat is allemaal loos gezwets waar een ambtenaar niet naar luistert. Hij oefent zijn hoge ambt uit, zoals de strenge instructies van hem eisen!... Hoe heet jij dan? Heb je een pas of een of ander legitimatiebewijs?' 'Nee!' buldert Robert hem in zijn oren, waarop de agent helemaal duizelig wordt en om hulp begint te schreeuwen. Weer buldert Robert hem in zijn oor: 'Wat wil je dat ik met je zal doen? Wil je leven of voor eeuwig sterven? Want een tijdelijke dood bestaat hier in geen geval. Wie hier sterft, sterft voor eeuwig!'
Hoofdstuk 49: Het binnentreden van het gezelschap in de verschijningsvorm van de stad Wenen. Platvloerse taferelen bij de tolboom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Een bisschop die erg gesteld was op zijn bisschoppelijke ambt en eveneens op de leerstellingen, die hij verkondigde, lag op sterven.
Hoofdstuk 1: Het aardse einde van de oude bisschop en zijn aankomst aan gene zijde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Hij zelf riep meermalen uit: 'O Heer, ontferm U over mij! Heilige Maria, lieve Moeder, help mij, erbarm U over mijn aartsbisschoppelijk ambt en genade, dat ik draag tot eer van U en van Uw Zoon; O verlaat Uw getrouwe dienaar niet, mijn enige helpster in de nood, enige toeverlaat van alle lijdenden.'
Hoofdstuk 1: Het aardse einde van de oude bisschop en zijn aankomst aan gene zijde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Kortom, op aarde gaat het echt al zó toe, dat het kennelijk in de hel nooit erger kan toegaan. Daarom weg met jou, jij schandelijke wereld! Wie voordien niet slecht was moet wel slecht worden als hij alleen maar naar je kijkt - om maar niet te spreken van iemand die op jouw bodem zo' n vijftig jaar zelf het ambt van een rooms bisschop heeft bekleed!
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Of heb je op aarde ooit gezien, dat schooljongens een ambt bekleden? Eerst moet een leerling door menige studie tot het vereiste, volle licht van het inzicht komen, voordat hem een functie wordt toebedeeld die past bij zijn licht. Als hij echter zijn wetenschappelijke loopbaan heeft doorlopen en een goed inzicht heeft verkregen, zal hij zich dan soms op een rustbed werpen en daarop behaaglijk gaan slapen, in plaats van te werken in zijn verworven licht? Ja, hij zal nu welbeschouwd pas beginnen te werken, want al zijn vroegere studiewerk was alleen maar het maken van licht in de nacht van zijn wezen.
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[37] MARTINUS zegt: 'Zeg mij, of je je wel kunt herinneren, hoe oud je bent? Ben je altijd geweest, wat je nu bent, of was er voor jou iemand anders, die jouw ambt bekleedde, misschien je vader? Was je ooit misschien jonger, misschien zelfs wel een knaap? Zeg me dat maar, dan zal ik veel gemakkelijker je vraag kunnen beantwoorden!'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[39] Of ik er altijd was of ooit een keer ben begonnen, daarvan kan ik me alleen maar heel vaag herinneren, dat ik ooit eens geboren ben en dat ik derhalve ook niet altijd geweest ben, wat ik nu ben. Zo staat me ook voor de geest, dat ik ooit een vader heb gehad die vroeger, toen ik nog een knaap was, mijn ambt bekleedde, maar stellig niet met mijn grote wijsheid! - Je vragen zijn beantwoord, spreek dus nu maar weer!'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Maar wat gebeurt er daarna, wanneer zo’n tijdmeter opgehouden heeft te slingeren? Dan is de tijdwachter alweer bij de hand en slingert de pendel opnieuw. Die bezigheid is bij de zonnebewoners een buitengewoon aanzienlijk ambt. Want de zonnemensen hebben een buitengewoon hoge dunk van hem en beschouwen hem als de allerbelangrijkste persoon in een gemeenschap. Want zij zeggen: ‘Als hij niet constant over de pendel zou waken, zou immers niemand weten wanneer hij geboren werd en hoe oud hij al is’.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Een tweede voornaam ambt is het ambt van priester; dit houdt in, dat deze priesters allerijverigst in het goddelijke Wezen en Zijn orde moeten bestuderen. Desondanks zijn de leraren van de eerste soort toch verhevener; want zij zijn de eigenlijke opperpriesters en daardoor ook de regenten van het hele volk.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Een ander ambt houdt in, dat daardoor de wil van de mensen geleid, geordend en ontwikkeld wordt overeenkomstig de wil van God; er wordt hun in theorie en praktijk, zoals jullie plegen te zeggen, getoond dat de mens met zijn wil alleen dan met volle kracht kan werken, wanneer deze in volkomen harmonie verkeert met de wil van de grote God. - Daarom is het ook de eerste plicht van ieder mens om deze allermachtigste en allerheiligste wil bovenal te onderzoeken en te leren kennen; want zonder die wil is niemand in staat een plant aan de bodem te ontlokken.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Om deze reden bestaat de voorliefde om voortdurend jong te zijn alleen meer bij het vrouwelijke geslacht, en bij het mannelijke geslacht alleen dan, wanneer ze zich met een vrouw in de echt willen verbinden. Maar wanneer het erom gaat een belangrijk ambt te krijgen, worden zelfs de stilstanden van de pendel geteld, zodat bij zulke gelegenheden menigeen dan beweert zo’n hoge leeftijd te hebben, dat hij ook door de werkelijk wijze leraren en verleners van het ambt hartelijk wordt uitgelachen. - Bij zulke gelegenheden wordt de leeftijd dan echter ook niet aan de hand van de aangetoonde slingeringen van de pendel beoordeeld, maar aan de sollicitant worden door de leraren in een speciaal daarvoor bestemde tempel heel moeilijke vragen ter beantwoording gegeven; als hij deze naar volkomen tevredenheid van de leraren beantwoordt, dan wordt hij door hen weldra geschikt verklaard voor het ambt en wordt hem een getal gegeven, dat zijn leeftijd aangeeft. En ook al is zo’n ambtskandidaat in natuurlijk opzicht niet ouder dan dertig, dan wordt hij toch op grond van zijn wijsheid voor zestig verklaard.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[20] Kijk, dat is een heel belangrijk ambt; want in dit ambt wordt de zonnelandbouw in de eigenlijke betekenis onderwezen.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[21] Een ander ambt houdt in, dat aan de mensen de orde wordt getoond, waarin zij bepaalde werkzaamheden moeten ondernemen. En ook dit ambt is weer van groot belang; want hier leren de zonnemensen geen andere orde dan die van Mij kennen. Ook hier wordt hun weer door onderricht en oefening getoond, hoe een aan deze orde tegengestelde wanorde een vernietigende invloed heeft op alles, wat de goddelijke orde heeft voortgebracht; en er wordt hun getoond hoe zo’n gebrek aan orde het leven in gevaar brengt van alles, wat er op de zeer uitgestrekte bodem leeft en beweegt.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[22] Nog een ander ambt beheert het verdelen van de grond van de zon. Want hoewel er op de zon eigenlijk geen eigendomsrecht bestaat, vindt zo’n verdeling toch plaats ter wille van de orde. En er wordt de mensen aangeduid waar zij dit of dat aan de bodem mogen ontlokken en in welke orde dat dient te gebeuren, opdat er geen bomen, gras en planten door elkaar groeien, maar alles in een bepaalde, goede orde is. Kijk, ook dat is een heel goed ambt, als gevolg waarvan deze hele, buitengewoon grote zonnegordel zich enkel voordoet als een buitengewoon grote, onafgebroken tuin, opgesierd met de prachtigste en meest uiteenlopende groepen bomen, struiken, planten en grassen, die, zoals reeds gezegd, bij iedere afzonderlijke zonnebewoner, met name van deze gordel, totaal verschillend zijn - wat juist de bekoorlijkheid en de schoonheid van deze grote landstreken onbeschrijfelijk veel groter maakt.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15