Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

217 resultaten - Pagina 15 van 15

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15
[23] Een ander ambt, dat al veelzijdiger is, leert de mensen hoe zij de voortgebrachte producten van de bodem moeten gebruiken, en leert hun tegelijkertijd de juiste matigheid in alle dingen.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[24] Een ander ambt gaat over het dierenrijk en verdeelt dit in klassen, onderwijst het nuttige gebruik ervan en leert de mensen ook inzien, waarom zij niet in staat zijn om ook dieren met hun wil voort te brengen. - Een ander ambt leert, hoe men zich moet gedragen bij de verschillende luchtbewegingen en vurige winden vanaf de bergen. - Weer een ander ambt leert de mensen door een soort schrifttekens, die enigszins op jullie cijfers lijken, de verschillende betrekkingen van de dingen te noteren, ze aan de hand daarvan te herkennen en ze ook aan anderen mee te delen. - Weer een ander ambt gaat over de bouwkunde en onderwijst hoe de woonhuizen, de verschillende ambtshuizen, de leertempels en tenslotte de Godshuizen gebouwd moeten zijn; daardoor ontwikkelt het een eigen klasse van mensen, die zich dan met niets anders bezighouden dan met datgene, wat de bouwkunde aangaat. - En zo zijn er, zoals gezegd, nog een groot aantal ambten, waarvan wij er bij een gunstige gelegenheid nog verscheidene zullen leren kennen.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[48] Opmerking: Deze vermelding, die schijnbaar vorige mededelingen over de manen van Miron tegenspreekt, was voor de schrijfknecht van de Heer, Jakob Lorber, aanleiding tot de volgende bede: ‘O mijn zeer geliefde Heer en heilige Vader in Jezus! Ik arme, waardeloze zondaar en trage, onoplettende knecht vraag U uit de grond van mijn hart of U mij weer uit een verlegenheid wilt helpen! - Kijk, zoals U bekend is en altijd geweest is, heeft zich in het dictaat over de zon een kleine tegenstrijdigheid in getallen voorgedaan, en wel bij de laatste planeet waarover aanvankelijk in de inleiding gezegd is dat die slechts drie manen heeft; nu, bij de specifieke behandeling van dit hemellichaam wordt er echter gezegd, dat het tien manen heeft! - Hoe moet dat opgevat worden? - Hier sta ik, Heer en Vader, voor U en belijd vanuit mijn diepste innerlijk dat een dergelijke tegenstrijdigheid van getallen mij nog nooit van de wijs heeft gebracht; want ik weet maar al te goed en zeker, dat in U alles uiteindelijk opgelost wordt en tot de mooiste evenwichtige harmonie komt; maar zo is het niet bij iemand anders, die U, o Heer en Vader, heel goed kent. - Deze persoon heeft de scherpe schoolse punten van zijn verstand nog niet door een deemoedig en aan U overgegeven geloof stomp gemaakt, en één gesproken woord is al voldoende om zijn geloof te doen wankelen en mij, arme knecht, van bedrog te verdenken! - Geef, o Heer, vanwege deze man mij dus nu al de oplossing van deze getalstegenstrijdigheid, of leid mij er veilig vandaan, aangezien ik constant het gevaar loop om van bedrog in Uw naam verdacht gemaakt te worden, en geef deze genade aan iemand anders, maar laat mij Uw enige liefde en erbarmen! Want op deze manier ben ik niet veilig voor de strikken van de wereld. - help mij dus op de ene of andere manier. - Als ik voor dit heilige ambt van Uw grote genade te zwak ben, sterk mij dan in alles of zet iemand anders op mijn plaats. Want werkelijk, deze taak is mij al tot een grote last geworden, aangezien die een waarlijk groot en zwaar kruis is! - Maar zoals altijd geschiede ook deze keer Uw heilige wil. Amen’. De knecht kreeg het volgende, voor menig verstandelijk criticus betekenisvolle antwoord: ‘Schrijf dan, Zoon van Adam, die nog vuur van de hemel roept, wanneer je bekritiseerd wordt, om welke reden jij op oude gronden een ware Jakob bent! Kijk naar Mij: wat hebben de mensen al allemaal niet van Mij gemaakt! Hoe vaak ben Ik niet een bedrieger, een volksopruier, een Israëlitische leegloper, vagebond, zonderling, dwaas, een tovenaar, ja zelfs een dienaar van Beëlzebub genoemd!? - Ja, zelfs in deze tijd vergaat het Mij op aarde geen haar beter; men hoont en bespot Mij allerwegen, lacht Mij uit, of men loochent Mij helemaal en vernietigt daardoor tevens zeker tot de laatste letter Mijn woord en derhalve ook al Mijn genade en erbarmen. Waar Ik eventueel nog voor de schijn gediend wordt, hoef Ik je niet nader te beschrijven hoe zo’n dienst op zichzelf merendeels in elkaar zit; want dat weet je voor het grootste deel al! - En zie, toch laat Ik geen zwavel en vuur uit de hemel regenen! Wees ook jij dus zachtmoedig en bescheiden, en wees altijd vol liefde, zachtmoedigheid en geduld tegenover jouw broeders en zusters, dan zul je meer bij hen bereiken dan door zwavel en vuur uit de hemel! Als A.H.W. hier en daar tegen sommige dingen bezwaar maakt, hoeven we daarom nog niet boos op hem te worden; hij doet het immers niet om jou verdacht te maken, maar alleen ter wille van het licht. Daarom, Mijn Jakob, nog geen vuur uit de hemel dus! Ook is het niet nodig dat jij Mij daarom het ambt van genade wilt teruggeven, maar ga maar gewoon door; het juiste licht over iedere uiterlijk schijnbare tegenstrijdigheid zal op de juiste tijd en de juiste plaats wel doorbreken. Want als dat eerste onberispelijk geweest zou zijn, zou er geen ruimte voor iets anders gezocht worden! - Dat moet je goed begrijpen - en ook er ook acht op slaan waarom het Oude Testament bekritiseerd en er een Nieuw voor in de plaats werd gezet! - Zo is het hier dus ook. Drie korrels worden er in de aarde gelegd, die tienvoudige vrucht opleveren. Waarom niet drievoudig? Waarom moeten de drie gegeven korrels eerst in de aarde uitgebreid bekritiseerd worden, ja waarom te gronde gaan, om de nieuwe tien kinderen een vrije groei te schenken? Bij jullie spreken drie en tien elkaar weliswaar tegen, vanwege jullie hardheid, maar zo is het niet bij Mij; want in Mijn rijk zijn duizend als één en één gelijk aan een aantal van oneindig velen! - Wacht ook jij dus maar geduldig af, en vertrouw Mij, dat Ik echt allerhoogst wijs ben, dan zal op de juiste plaats wel blijken waarom er in het eerste bericht drie en in dat vandaag, als het ware het nieuwe bericht, tien manen staan! - Maar om te zorgen dat jij niet weer onnodig vurig wordt, zeg Ik je nu al dat er bij de onthulling en over de zon nog enkele tegenstrijdigheden over de gesteldheid voorkomen en zelfs nóg enkele zullen voorkomen. Maar als de zon af zal zijn, zullen alle tegenstrijdigheden opgelost worden! Daarom moet jij niet vurig en A.H.W. niet angstig worden. Want wat jij ontvangt is Mijn zaak, en Ik zal er wel in alle opzichten voor weten te zorgen dat die wordt zoals ze moet zijn; maar jij doet genoeg als je Mijn wil vervult! - Laat iedereen met zijn wereldse verstand maar lekker ver van Mijn gave blijven - anders lijkt hij op zaad, dat uit de hand van de zaaier op doornen en distels viel. Want in het verstand wonen allerlei zorgen. - Wie dus Mijn woord met zijn verstand in plaats van met zijn hart afmeet, zal de vruchten van Mijn zaad waarschijnlijk nooit oogsten. -Bij Matteüs (28: 1-7) komen er twee vrouwen naar het graf; er vindt een aardbeving plaats, er verschijnt een engel die de steen van het graf wentelt, erop gaat zitten en de twee vrouwen over Mij informeert. - Bij Markus (16: 1-7) komen er drie vrouwen, die zich zorgen maken vanwege de steen; deze wordt door een onzichtbare macht weggehaald, daarna gaan ze het graf binnen, zien daar een jongeman met een wit kleed aan de rechterkant zitten, die hen troost en inlichtingen over Mij geeft! - Bij Lukas (24: 1-7) komen er verscheidene niet genoemde vrouwen, met specerijen zelfs, die steen reeds afgewenteld vinden, direct het graf binnengaan, maar daar nog niemand vinden; na een poosje, waarin ze zich al zorgen zijn gaan maken, komen er twee mannen in glanzende kleren op hen toe die hun inlichtingen over Mij geven! - Bij Johannes (20: 1-14) komt er maar één vrouw, namelijk Magdalena, die het graf open aantreft, maar niemand erin; daarom loopt ze naar Petrus, en Petrus komt met de andere leerling haastig naar het graf en vinden daar behalve de opgestepelde linnen doeken niets, gaan vervolgens weer naar huis, en pas hierna kijkt de huilende Magdalena in het graf en ziet aan hoofd- en voeteneinde twee engelen in witte kleren, die alleen maar vragen: ‘Vrouw, waarom huil je?’ En nadat ze de vraag beantwoord heeft, sta Ik ook al achter haar! - Wat moet iemand, die hierbij uiterlijk, puur werelds en historisch volgens zijn verstand oordeelt, bij deze vier zeer verschillende mededelingen noodzakelijkerwijze wel vinden, als hij echt spitsvondig en kritisch te werk wil gaan? - Ik zeg je: ofwel de dood van zijn verstand, ofwel de dood van zijn geloof. De dood van zijn verstand, als hij daar een goddelijk mysterie vermoedt en dat aan Mijn wijsheid en almacht overlaat. De dood van zijn geloof echter, als hij zegt: Als het feit authentiek zou zijn, zouden daarin niet slechts vier, maar honderd geschiedschrijvers qua aantal, de wijze waarop, de woorden en in feite in alles overeen moeten stemmen - maar ieder van de vier evangelisten zegt iets heel anders! Wie heeft er gelijk? - Geen van hen! - En dus geloof ik ook niets! Maar kijk, noch het verstand, noch het geloof moet gedood worden. Hoe kan dat? Ik zeg je: alleen door liefde, deemoed, zachtmoedigheid en geduld! Als deze vier zaken één worden in de mens, zal er ook een grote hoeveelheid levend licht komen in zijn hart, waarin alle tegenstrijdigheden opgelost zullen worden! Neem dat in acht, dan zal het jullie ook duidelijk worden. Als jullie echter met je verstand Mijn schatgravers willen zijn, waarlijk, dan zullen jullie enkel afval vinden! - Wie echter zijn hart door zijn verstand wil wekken, zij ervan verzekerd dat het alleen maar doodt; want er is geen zwakkere liefde dan die van het verstand! - Wie echter het leven wil ontvangen, moet zacht en geduldig liefhebben en geloven en niet als een slechte rentmeester een voorbarige verantwoording van Mij verlangen, want ware kinderen hebben de Vader lief en twisten niet met Hem! - Begrijp dat goed! - Amen’.
Hoofdstuk 74: Verwijzingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[15] Ik vraag u: 'Is deze volmacht wel een rechterlijk ambt dat verleend werd?'. O neen, het is slechts een volmacht van de hoogste naastenliefde of van een liefde die overeenkomt met Mijn goddelijke liefde - maar in der eeuwigheid geen ambt van rechter, dat Ikzelf ver van Mij heb geschoven en daarom nog veel minder aan een mens heb toebedeeld.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[18] Wie kan hierin nu een volmacht zien tot het ambt van rechter? Als Ik zoiets gedaan zou hebben, zou Ik Mijzelf dan niet hebben tegengesproken, als Ik aan de ene kant al het richten had veroordeeld en aan de andere kant het toch had aanbevolen als absoluut noodzakelijke voorwaarde om zalig te worden? Zoiets zou nauwelijks van een onnozel mens te verwachten zijn, laat staan van de allerhoogste wijsheid.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[23] Maar wie kan zich daar nu een nog moeilijker rechterlijk ambt indenken dan het voormalige joodse? Waar dat bestaat, bestaat het tegen al Mijn verordeningen in en degene die daaraan deelneemt richt zichzelf, als hij denkt daardoor van zijn zonden verlost te worden, als hij zich vrijwillig heeft laten oordelen. Zo’ n gerechtsinrichting wordt voor hen tot een ware spaarbank van zonden, want hoe kan een derde iemand een schuld kwijtschelden, die een tweede aan de eerste schuldig is? De eerste kan de tweede wel zijn schuld kwijtschelden, maar de derde kan dat in der eeuwigheid niet. Een derde kan echter wel, als de eerste en de tweede of de schuldeiser en de schuldenaar domme mensen zijn, als vriend en bemiddelaar optreden en kan hen met goede raad en daad bijstaan om alles te vereffenen; maar van het vergeven van zonde kan nooit sprake zijn - behalve als de schuldeiser hem uit de grond van zijn hart daartoe volmacht geeft.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Zó'n biechtvader zal Mij altijd zeer dierbaar en heel waardevol zijn. Daarvoor heeft men geen geestelijke nodig. Omdat echter een geestelijke de uitreiker van het avondmaal meent te zijn, kan hij natuurlijk ook wel het werk van de onrechtvaardige rentmeester op zich nemen op de boven beschreven manier, evenwel zonder dat hij het afkeurt dat dit zelfde ambt ook door een andere broeder wordt uitgeoefend en vooropgesteld dat het op de boven beschreven manier plaats heeft. Maar als zo'n onrechtvaardige rentmeester biechtvader meent dat uitsluitend hij de macht en de kracht heeft zonden kwijt te schelden of om zelfs een zondaar die hem in vertrouwen heeft genomen het kwijtschelden te onthouden, om hem te veroordelen en om zich in de zogenaamde biechtstoel zich 'plaatsvervanger van God' te laten noemen, die is een booswicht en ziel - en geestdoder, omdat hij zich eigenmachtig voor de hemelpoort opstelt, zelf niet naar binnen wil, maar ook niemand anders naar binnen wil laten gaan.
Hoofdstuk 72: Vergeving van zonden en beeldenverering - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15