Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

282 resultaten - Pagina 16 van 19

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19
[9] O,o, wat is dat nu weer voor een nieuw verschijnsel? Nu begint het vanuit de vele vensters van het klooster letterlijk te bliksemen en te donderen, maar al te machtig rolt de donder niet! Het schijnt maar zo' n echte kloosterlijk theatrale huisdonder te zijn; maar de bliksem komt tamelijk overeen met de echte!
Hoofdstuk 76: Harteloos gedrag van de dames van het H. Hart van Jezus tegenover hun ouders, die bij hen aankloppen - Het ingrijpen van de twee in het wit geklede mannen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS richt zijn ogen weer op het achterhoofd van de dames van het H. Hart en zegt na een kortstondig toekijken: 'Ja, ja, het is echt zo, de twee mannen in het wit trekken in gezelschap van de oude mensen nu werkelijk naar het klooster! Hoe meer ze naderen, des te ijveriger bliksemt het uit de vele ramen; maar de bliksem reikt niet al te ver. Ook wordt er van binnenuit donderen gehoord, maar wel zwak.
Hoofdstuk 77: Bazuingeschal van de twee mannen in het wit en ineenstorting van het klooster - De dames van het H. Hart van Jezus als reuzekikvorsen - Verhelderende rede aan de angstige ouders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Martinus is door dit antwoord als door de bliksem getroffen. Hij weet nu niet wat hij de wijze sprekers moet antwoorden en staat totaal verbluft voor hen. Maar de ene spreker ziet zijn verlegenheid en zegt tegen hem:
Hoofdstuk 113: Martinus' oren worden gewassen - 'Wie de eerste wil zijn, moet ieders dienaar zijn!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Hun gezicht mag je hun voorlopig al helemaal niet laten zien, tenzij zij het dringend vragen. Als je het echter op een andere manier kunt afwikkelen, dan zal dat des te beter zijn. Als onze nonnen het gezicht van dit drietal zullen aanschouwen, dan zullen ze als door de bliksem getroffen op de grond vallen en uit woede en grote schaamte gewoonweg zichzelf wat aandoen. Wees daarom nu zo voorzichtig mogelijk, anders krijgen wij hier grote problemen mee.'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] Laat degene die de tegenwerpingen maakt dit goed in het oog houden, dan zal hem ook duidelijk worden, dat het heel goed zo kan zijn als hier uitgelegd is, ook al neemt hij met zijn geslepen glazen geen Babylonische torens boven de rand van de zon waar. - Bovendien worden ook nog die delen van de wal, die bij zo’n doorbraak eventueel boven het lichtende omhulsel van de zon uit komen te steken, sneller dan de bliksem door de uiterst intense stralen van dit lichtomhulsel zelf ontleed en in zekere zin aan elkaar vastgesmolten - en dat is de voornaamste reden, waarom zo’n ontbrekende, omhoog stekende rand door die criticus al helemaal nooit waargenomen kan worden.
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[31] Zie eens wat voor massa’s sneller dan de bliksem uit de wijd gapende kloof wegschieten! Wat zijn deze massa’s eigenlijk? - Jullie kennen die al; het zijn nieuwe vormsels ten behoeve van nieuwe hemellichamen, bestaande uit geesten die achteruit zijn gegaan en hun vrijheidsproef niet hebben doorstaan!
Hoofdstuk 10: De middengordel van de zon. Landschap en bewoners daar. Uitbarsting van een zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Een vierde gedenkwaardige eigenschap van deze dieren is, dat ze bij hevige stormen levende bliksemafleiders vormen. Want dit dier heeft een grote natuurlijke genegenheid voor bliksem. - Als er zwaar met elektriciteit beladen wolken voorbijtrekken, gaan deze dieren gezamenlijk op een hoog punt staan, strekken hun tongen naar de wolken uit en ontladen die niet zelden geheel en al van hun elektriciteit; ze ontladen de wolken echter nooit plotseling via hun horens, maar laten de elektriciteit geleidelijk wegstromen via de twee schouderkegels, die de dieren voor dit doel bezitten. - Door deze eigenschap zijn ze ook de beste nachtwakers van menselijke woningen van deze planeet. Want ‘s nachts is het, behalve voor iemand die het dier kent, niet raadzaam om zo’n huis te naderen. Wie dat zou doen, zou zich blootstellen aan het zeer grote gevaar om door de bliksem doodgeslagen of tenminste toch erg beschadigd te worden.
Hoofdstuk 59: De Miron-koe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Dat dit juist is, kan de mens gemakkelijk zien aan het voortdurend ontstaan en vergaan van de materie. De bladeren die de boom een jaar sieren, vallen in de herfst af en komt het voorjaar, dan is er onder de boom nog maar weinig van de bladeren te ontdekken, hoogstens nog enkele bladskeletten, die geen van alle in deze toestand de volgende herfst meemaken. Zo gaat het eveneens met het gras en met de vruchten van de bomen; maar niet alleen de vegetatie, maar ook mineralen en vooral dieren van elk soort ontstaan en vergaan. Bergen, die een paar duizend jaar geleden tot boven de hoogste wolkenregionen uitstaken, zijn nu minstens half zo klein; want de scherpe winden, de oplossende kracht van bliksem en ijs hebben deze trotse toppen verstoven als kaf en niets meer dan hoogstens een verbrokkeld rotsblok lost zich nog langzaam ergens in een diepe kloof op en kleine, losse stenen moeten het zich laten welgevallen dat ze door de invloed van regen, wind en elektriciteit in de zandige bergpaden en beddingen in de berggebieden langzaam verweren en vernietigd worden. Dat alles is een gevolg van het veranderde zwaartepunt van de materie.
Hoofdstuk 4: Het wezen van de materie en de geesten die haar oergrond vormen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Op gelijke wijze oefenen ook de kometen en andere lichtmeteoren, al zijn ze van nog zo korte duur, een merkbare invloed op aarde uit; in niet mindere mate is de wisseling van het licht van de maan van invloed, en vooral zeer duidelijk voelbaar is de verandering van tijdsduur van het schijnen van de zon; want ieder die het onderscheid tussen zomer en winter niet bemerkt, die is er treurig aan toe. Dat het licht, hoe kort het ook duurt, een machtige invloed uitoefent op een of ander ding op aarde, bewijst zeker het maar kort durende licht van de bliksem, dat - zoals bekend is - de kreeften doodt als deze zich niet, voordat het onweer begint, in de modder hebben verscholen. Uit het tot nu vertelde zal het ieder, die ook maar een beetje beter inzicht heeft, zeker helder en duidelijk zijn, waar de vele specifica uit de lucht vandaan komen, hoe ze bewerkt worden en wat voor invloed ze zelf noodzakelijkerwijs uitoefenen.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De nieuwe naam was en is nog steeds 'Landschnur'. Hiervan hebben later de Fransen die zich daar ophielden 'Landjour' gemaakt. Het woord 'Staff betekende in deze oude taal uit de bergen als het ware een gericht en 'Hochstaff een hoog gericht en wel daarom, omdat elke onbevoegde, die in de tovermysteriën van deze berg niet was ingewijd, dadelijk op de vreselijkste manier, natuurlijk door de heksenmeester, werd berecht als hij het waagde de berg te bestijgen tot daar waar de bebossing ophield; zo' n mens werd dan door onzichtbare handen beetgepakt en met de snelheid van de bliksem, zoals de sage luidt, op de hoogste bergtop neergezet. Daar werd hij door eveneens onzichtbare krachten vele uren lang op de meest pijnlijke en gruwelijke manier gekweld en met donderende stem werd hem te kennen gegeven, dat hij tot de heksenbond moest toetreden. Wilde hij dat niet, dan werd hij van het hoogste punt, dat daarom de 'Hohe Freiung' heette, op de 'Untere Freiung' geworpen, maar met zo'n magische kracht, dat hij niet werd gedood. Op de Untere Freiung kwamen de betoverende bekoorlijke Sylphiden hem dan met hun verleidelijke gestalten bedwelmen. Had hij zich dan aan hen overgegeven, dan werd hij plotseling weer op de Hohe Freiung gezet en daar in hun mysteriën ingewijd. Maar als hij zich niet door de bekoorlijkheden van deze Sylphiden wilde laten betoveren, dan kwam hij op de duivelsglijbaan en moest dan een afschuwelijke reis naar beneden in het dal maken, waarbij al zijn ledematen, kompleet, zoals men zegt, uit hun voegen gingen. Als hij echter tijdens de bekoringen van Sylphiden had laten zien, dat hij wel enigszins toegankelijk was geweest, dan werd hij op de gouden hoek gezet waar hij werd verblind door de enorme rijkdom die bestond uit massa's blank goud. En was dat dan ook nog niet genoeg, dan werd hij zuidwaarts gevoerd in de streek van het zilveren graf, naar een wondermooi feeëriek gedeelte van deze berg, dat deze nieuwaangekomene zo betoverde, dat het voor hem alleen nog maar mogelijk was zich volkomen bij deze heksenbond aan te sluiten.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Als kinderen zo begeleid worden, dan zal men later weinig moeite met hen hebben. Maar worden ze zo niet begeleid, dan zal het wel wat moeilijker zijn ze later op de rechte weg te brengen en dan zal het spreekwoord in vervulling gaan, dat een oude boom zich niet meer laat buigen, dan alleen door storm en bliksem waarbij zo'n boom er zelden zonder schade afkomt.
Hoofdstuk 62: Het bestrijden van de toorn - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Men vraagt weliswaar, hoe Ik zulke gruwelen zo lang kan aanzien? Waarom Ik niet met bliksem en vuur uit de hemel deze oude afgoderij vernietig? Ik kon het toch vroeger ook doen, waarom nu niet?
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Niemand moet trouwens eerder bliksem en zwavelzuur van de hemel afroepen, voordat Ik het Zelf daarheen zal slingeren. Wanneer dit noodzakelijk zal zijn, weet Ik dat wel het best.
Hoofdstuk 66: De ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Met deze lotdagen moet de mens rekening houden, dan zullen veel domme stormen, bliksem, donder, regen en slaghagel, sneeuw en ijs in zijn hart achterwege blijven. En als dergelijke stormen en slecht weer zullen uitblijven, dan zou de geest uitzijn kamertje in de vrije wereld van het hart durven treden en zou de ziel de lotdag van het eeuwige leven verkondigen! Zolang echter in het hart aanhoudend allerlei zware onweders razen, die van de miserabele lotdagen afkomstig zijn, dan blijft de geest in zijn kamertje en de mens blijft wat hij was, alleen maar een verachtelijk dier, dat bezwaarlijk ooit in de hemelse dierenriem wordt opgenomen.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Op deze weersvoorspelling volgen dan nog een serie dwaasheden onder de titel: middelen tegen de weersgesteldheid of: middelen waardoor men onweer, dat of in de almanak voorspeld is, of ook werkelijk naderbij komt, kan verdrijven. Tot deze verdrijvingsmiddelen van het weer horen in de eerste plaats de zogenaamde weerrnissen in het Roomse christendom. Als de priesters op het platteland heel veel weerrnissen betaald willen krijgen, hoeven ze alleen maar met een almanakvervaardiger of andere weerprofeten in goede verstandhouding te geraken, zodat deze dan veel hagel en bliksem voorspelt; dan komen er grote hoeveelheden weerrnissen!
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19