Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

242 resultaten - Pagina 16 van 17

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17
[5] Daarom verkeren ze ook in de mening dat de wereld bij deze gebergten ophoudt en dat daarachter eeuwige wateren beginnen. Van hun eigen wereld hebben ze de voorstelling, dat die een grote ring is, die weliswaar rondom boven de grote wateren uitsteekt, maar van binnen hol is en enkel gevuld met de grote wateren. - Dit is dus het denkbeeld van het volk. - De voornaamste wijzen van de tempel weten echter, omdat zij ook contact hebben met de geesten, heel goed hoe het met hun wereld gesteld is, maar dat delen ze het volk niet mee; want zij zeggen: Als ons volk zou weten dat de wereld, waarop wij wonen, nog veel groter is dan het gedeelte, waar wij wonen - dan zou het een tunnel onder de ring van bergen door graven, daar doorheen reusachtige schepen naar de zee aan de andere kant brengen en het land van andere volkeren betreden. Dat is echter niet de goddelijke wil. Het volk moet dus bij zijn onschuldige wereldbeeld blijven en altijd bereid zijn daar te dienen, tot eer van de grote, almachtige God.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Omdat ook deze zevende gordel, die wij nu zullen bezoeken, overeenkomt met een jullie nog onbekende planeet, zal het nodig zijn om ook hier een kort bezoek aan de planeet te brengen, om je een volkomen voorstelling te vormen van deze gordel. Want ten eerste zou de zonnegordel, zonder de planeet te kennen, geen overeenstemmend beeld hebben, en ten tweede zou de gordel ook niet zo grondig bekeken en begrepen kunnen worden, als niet eerst zijn corresponderende planeet enigszins bekeken en begrepen zou zijn.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Nu kunnen jullie de vrouw naar believen aankleden, dan kunnen jullie je een voorstelling maken van hoe zo’n zeer welgevormd vrouwmens eruit ziet. Alleen moeten jullie geen Parijse modepop van haar maken maar haar, zoals gezegd, aankleden volgens een nationale dracht van de volkeren.
Hoofdstuk 61: De mensen van Miron. Woonhuizen en dorpen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Om ons van deze in de toonkunst bedreven mensen een betere voorstelling te kunnen maken, zullen we eerst hun muziekinstrumenten enigszins bekijken en daarna gaan luisteren naar een kleine muziekvoorstelling.
Hoofdstuk 63: Huiselijke betrekkingen, goede sociale leefregels, muziek en muziekinstrumenten op Miron - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Velen zullen wel vragen: waarom heeft de aarde na dit alles zo'n groot algemeen oog nodig? Wat ziet ze daarmee; en kan ze zich wel een voorstelling maken van wat ze ziet?
Hoofdstuk 24: Het oog van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Dan zeg Ik: Alles op zijn eigen wijze! De aarde ziet voortdurend de hele oneindige ruimte om zich heen. Deze algemene waarneming roept in de aarde zelf bij alle in haar wonende geesten een algemeen overeenkomstige voorstelling op, waaruit elk afzonderlijk geestelijk wezen zijn intelligentie voor de buitenwereld put. Dat zou onmogelijk zijn zonder het algemene grote gezichtsvermogen van de aarde. De aarde als lichaam weet in haar algemene wezen weliswaar niets van hetgeen ze ziet. Het zou ook niet nodig zijn om de aarde een eigen zichzelf bewuste kennis te geven, omdat ze - zoals we in het nog volgende geestelijke deel zullen horen - geen apart zelfstandig wezen is, maar een eindeloos veelvoudig wezen, dat bestaat uit talloze aparte intelligenties. Deze intelligenties zijn het, die het grote algemene aardoog nodig hebben, zoals ook elk mens en elk dier zonder dit algemene aardoog met zijn eigen oog niets zou zien. Want juist door dit oog kan de mens de zon, de maan en de sterren zien. Het zal toch wel duidelijk zijn dat de mens met zijn kleine oog onmogelijk ooit die grote zon zou kunnen overzien, als niet van tevoren het grote aardoog een klein beeld van de zon zou opnemen en dat aan het menselijk oog zou overdragen. En zo ziet niemand de zon of de maan en de sterren, zoals ze in hun eigenlijke hoedanigheid en in hun grote afstand zijn, maar men ziet slechts hun beeld op het oppervlak van het grote, algemene aardoog, waarvan de oppervlakte, zoals al werd opgemerkt, meer glanst dan de zuiverste waterspiegel en die daarom zeer geschikt is voor het opnemen van de beelden van de grote hemellichamen om haar heen.
Hoofdstuk 24: Het oog van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Uit deze gedenkwaardige beschrijving kan men zich een goede voorstelling maken over het wezen van de hel en over de manier van handelen van de Satan. Maar dit is niet de enige manier waarop de Satan de een of andere ziel voor zich probeert te vangen door middel van zijn handlangers, die het meest uit zulke verdorven zielen bestaan.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[36] Een van de oudsten stond nu inderdaad op en zei: 'Naar mijn opvatting kent u Beëlzebub op die manier toch wel wat al te veel macht toe! En, strikt onder ons, die Beëlzebub is overigens maar een allegorische persoonlijkheid, waaronder men zich een algemene samenvattende voorstelling maakt van alle boosheid en slechtheid, die simpelweg zijn gelegen in een verkeerde gerichtheid van de menselijke wil.
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[38] Maar, ook daaraan is niet zoiets als een persoonlijke boze geest met de naam Beëlzebub schuldig, maar veeleer een verkeerde, ja slechte opvoeding van hun kinderen, reeds van de wieg af aan! Lieden die op een dergelijke manier zijn opgevoed, kunnen zich van een almachtige en alwijze God geen voorstelling maken, terwijl zij nog ver achter liggen op beschaafde volkeren in alle overige soorten van kennis en wetenschap, zodat zij door deze laatsten dan ook vlug en gemakkelijk kunnen worden overwonnen.
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[2] Een bijzonder verschijnsel bij het ontsteken of nog beter bij het lichten van de door de derde luchtregio vallende meteoren is vooral, dat de kop van zo' n meteoor het meest lichtend is. Dit licht geven van de kop tijdens het doorschieten van de derde luchtregio is van dezelfde aard als het lichten van zijn staart. Het is een geconcentreerde stralenreflex, omdat het vaste, gewoonlijk ook nog ronde lichaam, de hem omgevende lichte, etherische lucht uiteen drijft en om zich heen, vooral aan de voorkant van de kop, een luchtomhulsel vormt, dat op zijn beurt om het lichaam een glanzend vlak vormt als van een holle spiegel, die het licht van de lichtgevende hemellichamen opneemt en het dan verder naar de aarde omlaag stuurt. Als iemand een ronde steen heel hard in helder water zou gooien, zou hij zich van dit verschijnsel in het klein een voorstelling kunnen maken, want al zou die steen ook zwart zijn, toch zal men hem onder water met een geheel witte kop naar beneden zien schieten. Dit witte aan de kop is niets anders dan een door de snelle beweging van de steen gevormde holle spiegel van water, die de in het water vallende stralen geconcentreerder opneemt en weer terugkaatst. Om deze reden lijkt ook het schuim van het water wit, omdat de luchtbellen als het ware louter holle spiegels zijn, die heel veel stralen in zich opnemen en ze dan geconcentreerd weer terugzenden. Wat hier het water laat zien, dat laat daar het lichten van een meteoor zien, namelijk niets anders dan een geconcentreerde reflex van het licht.
Hoofdstuk 26: Verschijnselen in de derde luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Hetzelfde is het geval, als zo iemand bij pikdonkere nacht in een groot museum voor kunst wordt binnengebracht. Als iemand hem daarin rondleidt en hem de kunstvoorwerpen laat betasten en voelen en hem daarbij de gevoelde voorwerpen ook nog duidelijk beschrijft, dan zal de persoon die rondgeleid wordt toch maar een heel flauwe voorstelling hebben gekregen van maar weinig voorwerpen uit dat museum. Want als er talrijke kunstvoorwerpen aanwezig zijn, hoeveel kun je daarvan dan wel in korte tijd betasten en over hoeveel kan er uitleg worden gegeven? Zeker zal de rondgeleide mens tegen zijn professor zeggen: Heer, als er maar licht was, dan zouden we met het grootste gemak heel veel met één blik kunnen overzien, wat we nu alleen maar in het donker moeizaam en onzeker met onze grove tastzin kunnen onderscheiden! Hij heeft gelijk, en dat vraagt dan ook de geest in de mens; en iemand, die in de duisternis van het museum onderricht werd, is dan een geleerde.
Hoofdstuk 39: De leidende geesten van de laagste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Hieruit volgt echter dat alles wat op de menselijke ziel een of andere indruk maakt, niet dood, maar in zekere mate intelligent levend moet zijn om in de levende ziel zijn even vitale intelligentiespecificum op te kunnen wekken en het als iets, wat aan hem gelijk is, voor de ogen van de ziel te plaatsen om het te beschouwen. Deze voorstelling is dan de boven aangeduide indruk, die een ding of een zaak op de mens gemaakt heeft. Hieruit volgt echter nog - wat al enige betere natuuronderzoekers vermoed hebben - dat er in de zichtbare wereld nergens een dood bestaat; maar dat, wat de kortzichtige mens dood noemt, alleen maar een overgang is van een minder intelligente vorm naar een hogere waar al meer intelligenties met elkaar verenigd Zijn.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Stellig maken zich bij het zien van steenmassa's verschillende gevoelens van de mens meester. Ja, de stenen zijn dood' - zegt men; 'Hoe kunnen ze dan in de levende ziel een gevoel oproepen? Zouden dode beelden in de ziel gelijke levende beelden kunnen oproepen?' Zo'n bewering of vermoeden zou zeker nog heel wat dommer zijn dan wanneer iemand zou willen beweren dat, als men zaadkorrels boven een in rust zijnd wateroppervlak zou houden, waarin de zaden zich weerspiegelden, deze weerspiegelde zaadkorrels in het water zouden gaan kiemen en waarschijnlijk hun wortels in de lucht zouden doen groeien en vruchten onder de waterspiegel zouden laten rijpen. Maar dat zou nog niet eens zo dwaas zijn; want dan zou het voorwerp dat in het water weerspiegelt, niet dood zijn, en zou men eerder kunnen vermoeden dat het in staat was door zijn spiegelbeeld in het water iets levends, dat op hem leek, tevoorschijn te roepen, dan dat een volkomen dood object in staat zou zijn in de levende ziel een levende voorstelling op te roepen.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Ik wil je echter zeggen dat een dergelijke vrees bij jullie daaruit voortkomt, dat jullie vroeger noch van de hemel en nog veel minder van de hel een andere voorstelling hadden dan die jullie door een zeer lieflijke, erg menslievende pater Kochheim was bijgebracht of door de heilige Ignatius van Loyola en na deze twee wijzen – die niet uit het morgenland, maar eerder uit het avondland stammen ook nog door het gezamenlijke katholieke, geüniformeerde en niet geüniformeerde priesterschap. Deze kunnen hun preken alleen daardoor indrukwekkend, romantisch en interessant maken en de zeer domme kerkgangers doen beven, als ze in één enkele preek tenminste dertig maal de hele toehoorderschare in de hel hebben gevloekt, die ze te samen met zijn oerbewoners van tevoren op een zeer plastische wijze hebben beschreven en zodanig verhit, dat als zo' n preek à la Ignatius op de noordpool zou zijn gehouden, deze het ijs tot op de bodem toe zou hebben doen smelten. Zo'n preek, waarvoor zelfs Satan respect heeft, moet wel de wonderlijkste uitwerking tevoorschijn roepen in een kinderlijk gemoed.
Hoofdstuk 57: Het belang Van het onderscheiden van het kwaad - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] 'Weledelgestrenge en rechtvaardige meester en rechter over heel Jeruzalem en verre omstreken! Voor ons is het een groot probleem hoe wij ons van het wezen van God een juist idee moeten vormen, omdat Mozes uitdrukkelijk heeft verboden om ons over Hem enig houdbaar menselijk begrip te vormen of een ook maar half herkenbaar beeld! U zult in onze tempel dan ook geen enkele voorstelling vinden, waardoor het mogelijk zou worden gemaakt dat onze menselijke zintuigen ons een aanschouwelijk beeld zouden vormen van de Godheid !
Hoofdstuk 24: Joram antwoordt met een rede over het wezen van God. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17