Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 17 van 1088

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[1] Miklosch vertelt verder: 'Cado zegt: 'Wat ik tot nu toe met jou heb bereikt, was niet mijn werk maar dat van deze machtige godsvrienden. Zou ik alleen nu met jou te maken krijgen, wat zou er dan van mij terecht komen, want jij zou mij ieder opzicht de baas zijn. Je hebt zoveel lessen ontvangen en zoveel leergeld betaald als er werelden in de eindeloze ruimte zijn, maar alles was tevergeefs, omdat jouw hoogmoedige waanzin je steeds liever was dan de stralende wijsheid van de vele naar jou gezonden godsboden. Waar het jou om gaat is: alleenheerschappij over alle hemelen, over alle materie en over alle hellen. Jij wilt drie heerserskronen, drie scepters en drie zwaarden! Dat is en was, zoals gezegd, steeds het doel van jouw streven, en nu zou ik, arme en zwakke duivel, alleen bij je blijven en met jou alle reeds tevergeefs gedane bekeringspogingen nog eens herhalen? Daartoe zal een Cado zich nooit lenen! Daarom ga ik met deze twee goede godsvrienden mee. Jij wilde immers vrij zijn! Kijk, deze vrijheid is jou nu gegeven en je kunt doen wat je wilt! Wij zijn ervan overtuigd dat je deze keer een graf voor je eeuwige dood zult graven, omdat je ons niet wilde volgen. Doe nu op eigen kracht wat je wilt, maar verwacht van God nooit toestemming om hoe dan ook geweld te gebruiken!'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Ik geef de beiden nu de eerdergenoemde wenk. Dan zegt Petrus tegen Cado: 'Daar wij beiden ons meer dan voldoende ervan hebben overtuigd dat jij je door ons niet wilt laten voorbereiden op Gods hemelen, kun je nu gaan waarheen je wilt en doen waar je plezier in hebt! Want dat wil ook jouw God en onze God, Jezus Jehova Zebaoth. Van nu af aan zal God geen boden meer naar je toesturen. Wij beiden waren de laatsten.' Na deze woorden worden zij voor hem onzichtbaar, terwijl hijzelf voor alle aanwezigen wel zichtbaar, alsook met alle gedachten en woorden hoorbaar blijft.
Hoofdstuk 14: De door en door slechte aard van Cado. De Heer over goddelijke tuchtiging. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Nu steekt Cado zijn handen naar de hoofdman uit, maar deze maakt een sprong achteruit en schreeuwt: 'Blinde ezel! Ik moest je dit wel aandoen, daar je anders nooit deze kracht had ontwikkeld! Hier worden geesten immers enkel door hevig lijden gelouterd en tot machtige helden omgevormd, en zodoende heb ik jou door mijn wreed lijkende behandeling alleen maar een grote vriendendienst bewezen en niet mijn voorgewende dorst naar wraak op je gekoeld. Dat deed ik voor jou alleen maar vanwege onze nauwe verwantschap, opdat je vlug deze kracht zou bereiken, zonder welke geen wezen zich in dit rijk kan handhaven. Wanneer je dit echter niet wilt aanvaarden, probeer dan voor mijn part je lelijke plan ten opzichte van mij uit te voeren en je zult je ervan kunnen overtuigen, dat jij nog lang niet de machtigste bent in deze wereld!'
Hoofdstuk 16: Cado komt vrij en neemt wraak. De hoofdman bindt in. Satanisch helleplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Nu weet je wat deze deur betreft ook wat je moet weten. Dat alles weet je nu van Mij en uit Mij Zelf. En nu je dit allemaal weet, moet je er ook goed in jezelf over nadenken; volg Mij weer verder naar de achtste deur. Daar zullen wij weer een andere en voor jou volledig nieuwe wereld leren kennen en ook de gedenkwaardige bewoners ervan. Zo zij het!'
Hoofdstuk 44: Het zevende vertrek - Over het wezen en het doel van Uranus en zijn geesten - De schepping in de mens en buiten de mens in hun wederzijdse relatie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] O vriend, op de hemellichamen, vooral op de lieve aarde, gaat het tekeer, dat je je daar geen voorstelling van kunt maken. Daarom wordt ook de Heer actief en wij zullen al gauw dingen zien, waarvan je tot nu toe geen voorstelling hebt. Maar als wij hier nu op de zon zullen afdalen naar haar grote valleien, dan kun je jezelf ervan overtuigen, hoe het hier in de grote landen van de lichtwereld werkelijk heel ongehoord begint toe te gaan. Op de wijze zoals wij ons natuurlijk bewegen zullen wij nog een flinke tijd nodig hebben, tot we in het eerste dal aankomen. Je zult wonderen zien, waarvan je je tot dusver geen voorstelling kunt maken, ofschoon je nu samen met mij een bewoner van de derde hemel bent!
Hoofdstuk 129: Martinus' ontmoeting met Petrus en Johannes - Over het wezen van de liefde en de wijsheid bij de zonnemensen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Jullie leven na de aflegging van je uiterlijke omhulling wel voort als een soort lichtwolkgeesten. Maar eveneens zonder doel zoals hier nog in jullie lichamen, waarvan de uiterlijke kant naar de vorm in overeenstemming is met jullie aarde. De uiterste sfeer daarvan is toch ook zuiver licht van grote kracht en heerlijkheid, maar het innerlijke ervan is op zichzelf duisterder dan het inwendige van iedere andere planeet. Ik zeg dat jullie wijsheid niets anders is dan bedrog - en jullie schoonheid lege schijn!
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Ik denk: God, die Zich hier nu zichtbaar onder ons bevindt, is alleen de Heer van alle werelden, hemelen en ook hellen. Zijn almacht staat echter borg voor Zijn even grote oneindige wijsheid! Hij zal het beste weten, waarom Hij hier en daar veel laat gebeuren, wat onze wijsheid waarschijnlijk nooit zal begrijpen. Als wij ons daarom gewillig naar Zijn wil en in Zijn orde voegen, ben ik ervan overtuigd, dat wij geen slechte weg zullen bewandelen! - Ben je het met mij eens?'
Hoofdstuk 174: De prediking van Martinus veroorzaakt opwinding en maakt indruk bij de zonnemensen - Tweegesprek tussen Uhron en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Bekijk het oog van een mens of een dier eens! - Het komt volledig overeen met een hulsglobe, aangezien zich eveneens in het midden de kristallen pupil bevindt, die in de eerste plaats met name bij veel dieren een eigen licht heeft en het licht van andere voorwerpen op vrijwel dezelfde manier opneemt als een zon, van welke aard ook, doordat die zich binnen de huls bevindt. Bekijk dan (aan de binnenkant) de wanden van het oog, hoe die alle stralen, die ze door de kristallen lens heen en ondersteund door het eigen licht van diezelfde kristallen lens van buitenaf hebben opgenomen, onmiddellijk weer op iedere denkbare afstand naar buiten kaatsen. Want jullie moeten weten dat jullie niet de voorwerpen zelf zien, maar alleen de overeenkomstige afbeeldingen ervan, en dat komt doordat deze beelden door de aan de achterkant gelegen spiegelhuid door de kristallen lens heen worden opgenomen en onmiddellijk na het opnemen volkomen door en door verlicht weer buiten jullie gekaatst worden. Pas daar nemen jullie dan de voorwerpen waar op de plaats, waar de voorwerpen zich als zodanig buiten jullie in hun natuurlijke gesteldheid bevinden. Want als jullie de voorwerpen zelf zouden zien, zouden jullie die niet anders dan in hun echte natuurlijke grootte waarnemen, waarbij jullie dan natuurlijk op de plaats, waar jullie nu een stofmijt zien, een olifant, dat wil zeggen een dier zo groot als een olifant zouden zien, en met je geestelijke oog zelfs een wezen zo groot als een planeet.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Op aarde richt de vruchtbaarheid van de aardbodem zich naar de klimatologische warmteomstandigheden. Dat is op de zonneplaneet natuurlijk niet het geval, hoewel het ook daar aan de polen iets koeler is dan aan de evenaar. Daarom richt de vruchtbaarheid van de bodem zich enkel naar de toe- of afnemende zachtheid ervan. Natuurlijk kan een mens van vastere bodem ook op een zachtere bodem wel iets tevoorschijn brengen - of liever: hij zou het kunnen. Alleen zal datgene, wat hij tevoorschijn heeft geroepen, wel ongeveer de vorm van zijn wil hebben, maar het zal veel kleiner, zwakker en zachter zijn, waardoor het dan evenmin voldoet aan de behoefte van de maag van degene, die het tevoorschijn heeft geroepen, als wanneer jullie bijvoorbeeld op een alp je maag met schraal steenmos zouden moeten verzadigen, waar beslist niemand vet van zou worden. Mocht zich dus wellicht een mens vanuit een poolstreek van de zon door eventueel mogelijke kunstgrepen naar de evenaar verplaatsen, dan zou hij daar zonder genade of pardon moeten verhongeren.
Hoofdstuk 9: De mensenrassen van de zon en hun woongebieden. De zonnegordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Ze laten behoorlijk hoge bomen uit de grond groeien, waarvoor ze niet veel tijd, moeite en werk nodig hebben. De een of andere leraar vormt in zijn idee een beeld van zo’n op te richten boom. Als hij het beeld ervan eenmaal volledig heeft gevormd, buigt hij zich naar de zonneaarde, krast hij met een spits instrument een groef in de aarde, steekt het spitse instrument dan zo diep mogelijk in de aarde en trekt het er weer uit; dan strijkt hij met zijn vingers over de groef en het gemaakte gat in het midden daarvan en zegt, nadat hij dit heeft gedaan: ‘Dat de wil van de grote God geschiede!’. - En weldra begint dan de genoemde boom uit de aardbodem van de zon op te schieten. Als de boom er na korte helemaal staat overeenkomstig de wil van degene, die hem heeft uitgebeeld, wordt hij gebruikt voor het doel waarvoor hij uit de bodem van de zon werd geroepen.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Kijk, B loopt juist weer naar A toe en vraagt hem: ‘Kijk daar eens, broeder! De pendel slingert al met nauwkeurige periodes. Ik denk dat wij na tienduizend slingeringen de rand van het gezwel vanuit de hoogte naar beneden kunnen zien zakken; want de voet ervan heeft reeds overal flinke inbochtingen en plooien gekregen. Maar als dat zo is, dan weten wij immers allemaal dat de rand van het gezwel weldra in zicht komt’.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Dan zegt B verder weer: ‘Broeder, aangezien de rand naar jouw mening nog niet direct zichtbaar zal zijn, denk ik dat wij ons intussen naar de tempel moeten begeven en controleren of de watervloed, die bijna tot aan het dak ervan kwam, daar geen onheil heeft aangericht. En als dat zo zou zijn, zouden we direct maatregelen moeten treffen om een eventuele beschadiging weer te herstellen’.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Kijk, dat voorstel wordt aangenomen; en in de grote tempel, die naar jullie maatstaven zeker een mijl lang en een kwart mijl breed is, worden alle zuilengangen alsook de hele verdere inrichting ervan doorzocht, of er geen beschadigingen zijn. Maar kijk eens naar de tevreden gezichten: die zullen jullie zeggen, dat de watervloed in de hele tempel, behalve dat deze doornat is geworden, geen schade heeft aangericht.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Want een door botte wetten samengesnoerde wil is een gekwelde wil. Een gekwelde wil heeft echter geen plezier in de orde, maar hij streeft er alleen maar naar om zichzelf hier of daar lucht te verschaffen; hij let er weinig op of die handeling overeenkomstig de wettelijke orde is, maar de richtlijn voor zijn handelen is zijn eigen welbehagen. Wanneer de wil echter vrij wordt gehouden en in die vrijheid de wetten van de orde erkent, dan raakt hij ook snel vertrouwd met de voor hem aangename noodzaak ervan en verheugt hij zich over de in zichzelf ontdekte goddelijke orde.
Hoofdstuk 13: De ordening van het bezit en de levensbehoeften van de bewoners van de middengordel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Stel je nu eens het effect voor, dat zo’n natuurverschijnsel op een streek heeft, waar het overheen beweegt! - Wat doen de zonnebewoners bij zo’n gelegenheid? - Ze stellen zich ten eerste ogenblikkelijk vol innig vertrouwen onder Mijn bescherming en plaatsen op een heuvel, zo hoog als ze maar kunnen beklimmen, een groot vat met water. Rondom het wat met water steken ze straalsgewijze tamelijk lange pennen in de grond. Deze heel eenvoudige inrichting heeft volgens de ervaring van de meest wijze leraren zeer beslist de kracht om ten eerste zo’n vuurhoos naar zich toe te trekken en vervolgens onmiddellijk de wervelende draaiing ervan tot rust te brengen.
Hoofdstuk 15: De omgeving van een huis op de middengordel. Boomgroei aldaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...