Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6869 resultaten - Pagina 18 van 458

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[16] Nog sterker is dit het geval bij een eerstvolgende centraalzon, waar omheen soms al verscheidene miljoenen kleinere zonnen met hun planeten bewegen, die dus al een veel reusachtiger en verscheidener werkzaam organisme voorstellen dan dat van een kleinere zon met haar planeten. Kijk, ook al deze miljoenen zonnen hebben op zichzelf een etherische omhulling, en om die reden zijn zulke veraf staande zonnegebieden ook als tamelijk scherp afgegrensde nevelvlekken te zien; dat zou niet mogelijk zijn, als zo’n zonnegebied niet in zekere zin door een etherische huid omgeven was. Dit is te vergelijken met hoe iedere afzonderlijke zenuw in het menselijke of dierlijke lichaam door een eigen huidje omgeven is, zonder welk het niet zou kunnen bestaan of levend werkzaam zou kunnen zijn.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Dat is ook het geval met de mensen. - Dienovereenkomstig kunnen jullie op de zonneplaneet niet alleen alle mensensoorten van deze aarde, maar ook die van alle andere planeten en hun manen in de volmaakste zin aantreffen, met name wat de vorm betreft. Alleen is natuurlijk, evenals al het andere, ook de mens tot de hoogste volmaaktheid van vorm ontwikkeld, en wel zozeer, dat jullie op de hele aarde nergens zo’n mooie en volmaakte mensenvorm zouden kunnen aantreffen als op de zonneplaneet. Ja, jullie kunnen echt geloven, dat een man of een vrouw op de zon wat het lichaam betreft zo buitengewoon mooi is, dat jullie geen drie seconden lang naar die schoonheid zouden kunnen kijken, zonder het leven te verliezen. Want afgezien van de buitengewoon grote overvloed van pracht in de vorm is de lichamelijke straling van de zonnemensen op zichzelf al zo sterk, dat jullie, als een mens van de zon op een minstens tien mijl van jullie verwijderde berg zou staan, enkel door de lichtende glans toch niet in staat zouden zijn naar hem te kijken. Nog dichterbij zou zijn glans jullie vrijwel ogenblikkelijk tot as verbranden. - De vrouw is ook op de zon nog veel ronder en zachter dan de man; maar haar lichamelijke glans is minder dan die van de man.
Hoofdstuk 9: De mensenrassen van de zon en hun woongebieden. De zonnegordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Nu zullen jullie natuurlijk vragen: ‘Ja, als dat zo is, hoe kunnen deze zonnemensen dan eigenlijk wat hun vorm betreft bestaan, zonder plotseling door hun eigen licht opgelost te worden, aangezien zij toch ook vast en zeker een min of meer materieel lichaam hebben?’ - Daarvoor is door Mij al gezorgd. Op aarde bestaat er natuurlijk geen materie, die in het sterke zonlicht zou kunnen bestaan; maar wat de materie van de zon betreft: die stoelt alweer op andere wetten dan die van een onvolmaakte planeet. Zo bestaat ook de materie van het lichaam van een zonnemens uit een heel andere stof dan de materie van jullie lichaam en is het zelfs onder de allerintensiefste stralen bestendig, aangezien het in zekere zin meer geestelijk en derhalve ook onvergelijkelijk veel eenvoudiger is dan dat van jullie. Onder zulke voorwaarden kunnen de zonnemensen dus heel goed bestaan, zich over hun leven verheugen en dat voor de nuttigste doeleinden aanwenden.
Hoofdstuk 9: De mensenrassen van de zon en hun woongebieden. De zonnegordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Als jullie een dierlijk lichaam, van welke soort dan ook, bekijken, dan zullen jullie, zonder overigens de anatomie van alle dierenlichamen ter wereld te hebben bestudeerd, heel gemakkelijk inzien en begrijpen dat het bloed ofwel de sappen op precies dezelfde manier door alle aderen en andere vaten stromen als door de aderen en vaten, die in het eigenlijke dierlijke hart aanwezig zijn en wel op alle punten op hetzelfde ogenblik als waarop in het eigenlijke hart de polshartslag plaatsvindt. Men kan gemakkelijk inzien, dat er in een dierlijk lichaam niet meerdere drijfkrachten aanwezig behoeven te zijn; maar dat er slechts één nodig is voor de talloze bloedvaten.
Hoofdstuk 5: De inwendige bouw van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Bij elk dier is de milt één van de belangrijkste organen na de longen; Het is de eigenlijke energiebron van elk dierlijk lichaam. Dit orgaan is tot behoud van het leven net zo noodzakelijk als het hart, de maag en de longen, want zonder de milt zouden de organen in elk dierlijk lichaam dood zijn.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De al zuiver geworden geesten moeten nog langere tijd in deze regio verblijven om hun psychische specifica op te nemen, of duidelijker gezegd, ze moeten in de derde regio zo lang wachten tot hun lichaam vergaat en via het vergaan in de ziel wordt opgenomen; men moet dit niet als een straf beschouwen maar als een zelfde soort noodzakelijkheid, zoals ook een aards leven een bepaalde tijd moet duren, bij de één korter, bij de ander langer, zodat tijdens deze levensduur de geest de tijd wint om zijn wezen steeds meer te ontwikkelen en zich te manifesteren.
Hoofdstuk 29: Verblijfplaats van de zuivere geesten en hun zaligheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Dan zeg Ik: Alles op zijn eigen wijze! De aarde ziet voortdurend de hele oneindige ruimte om zich heen. Deze algemene waarneming roept in de aarde zelf bij alle in haar wonende geesten een algemeen overeenkomstige voorstelling op, waaruit elk afzonderlijk geestelijk wezen zijn intelligentie voor de buitenwereld put. Dat zou onmogelijk zijn zonder het algemene grote gezichtsvermogen van de aarde. De aarde als lichaam weet in haar algemene wezen weliswaar niets van hetgeen ze ziet. Het zou ook niet nodig zijn om de aarde een eigen zichzelf bewuste kennis te geven, omdat ze - zoals we in het nog volgende geestelijke deel zullen horen - geen apart zelfstandig wezen is, maar een eindeloos veelvoudig wezen, dat bestaat uit talloze aparte intelligenties. Deze intelligenties zijn het, die het grote algemene aardoog nodig hebben, zoals ook elk mens en elk dier zonder dit algemene aardoog met zijn eigen oog niets zou zien. Want juist door dit oog kan de mens de zon, de maan en de sterren zien. Het zal toch wel duidelijk zijn dat de mens met zijn kleine oog onmogelijk ooit die grote zon zou kunnen overzien, als niet van tevoren het grote aardoog een klein beeld van de zon zou opnemen en dat aan het menselijk oog zou overdragen. En zo ziet niemand de zon of de maan en de sterren, zoals ze in hun eigenlijke hoedanigheid en in hun grote afstand zijn, maar men ziet slechts hun beeld op het oppervlak van het grote, algemene aardoog, waarvan de oppervlakte, zoals al werd opgemerkt, meer glanst dan de zuiverste waterspiegel en die daarom zeer geschikt is voor het opnemen van de beelden van de grote hemellichamen om haar heen.
Hoofdstuk 24: Het oog van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Wat zijn lichaam betreft en wat er mee gebeurd is, over het algemeen al het specifieke, krijgt hij zonder zijn toedoen in de juiste orde terug. Maar het is iets anders als het gaat om zijn bekwaamheid om alles op te nemen wat eens tot zijn wezen behoorde. In zekere zin wordt hij voor deze bekwaamheid werkelijk ter verantwoording geroepen en wel omdat elke geest zo' n bekwaamheid vanuit de voorschriften van de zuivere religie kan en moet verwerven. Wie niet wil handelen, zijn talent begraaft en zich liever bezighoudt met het vleselijke dan met het geestelijke, die moet het aan zichzelf toeschrijven als hij gericht wordt door het Woord, dat hem uit de hemel werd gegeven als een trouwe wegwijzer, die hem aanduidt hoe hij het leven weer moet verzamelen om het daarheen terug te brengen waar hij oorspronkelijk vandaan is gekomen.
Hoofdstuk 29: Verblijfplaats van de zuivere geesten en hun zaligheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Als zulke natuurgeesten op den duur het rondkijken moe worden, dan keren ze gewoonlijk toch weer naar de aarde terug en laten zich dan de moeilijke incarnatie welgevallen zonder welke nooit aan een kindschap van God te denken valt, want iedereen die een kind van God wil worden moet ook van a tot z de weg van God gaan: dat is de reden dat geesten van talrijke andere hemellichamen naar de aarde verlangen om daar de incarnatie van de Mensenzoon door te maken. Want zoals er ook maar één God, één waarheid en één leven is, zo is er ook maar één weg daarheen; maar het is niet noodzakelijk dat daarom álle bewoners van de andere hemellichamen deze zouden moeten gaan om op hun manier zalig te zijn; evenals er in het menselijk lichaam talloze andere gezonde zenuwen en spiervezels kunnen zijn, zonder dat deze noodzakelijk tot de zenuwen van het hart behoren.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Voor dergelijke mensen zouden, evenals voor de slechtste straatrovers, moordenaars en brandstichters de zwaarste kerkers gebouwd moeten worden, want het afschuwelijkste van alle afschuwelijkheden en nog erger dan de slavenhandel is het, als een mens het waagt niet alleen het lichaam van zijn broeder of zuster, maar ook diens ziel en geest voor een snood aards gewin gedeeltelijk aan de mensen, gedeeltelijk ook aan de hel te verkopen.
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Onder alle dieren is maar één tamme soort dat in aardse taal , maanschaap' heet; alle andere soorten zijn niet tam, dat wil zeggen dat ze niet dienstbaar zijn in de menselijke samenleving. Dit maanschaap is voor de maanbewoners dat, wat het rendier is voor de noordelijke volken. Het ziet er als volgt uit: het lichaam is helemaal rond, als een volle zak meel. Dit lichaam wordt op vier poten gedragen die niet langer zijn dan een handbreedte, en voorzien zijn van vier hoeven. Zijn kop is volkomen gelijk aan die van een aards schaap en zit op een hals van een el lengte en een vierde el dikte. Het heeft twee lange oren, die lijken op die van een ezel. Op zijn kop heeft het maar één hoorn, die voorzien is van naar alle kanten gerichte vingerlange, zeer scherpe uitsteeksels. Verder heeft het nog een staart, die op de staart van een leeuw lijkt, met aan het eind een flinke bos haar. Zijn kleur is wit en zijn hele lichaam is, zoals bij aardse schapen, met wol bedekt.
Hoofdstuk 76: De dieren op de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Maar de mens, voor wie Ik alles heb geschapen, voor wie Ik zoveel groots heb gedaan, en nog eeuwig zal doen, ja voor wie Ik onophoudelijk zorg, en voor wie Ik al Mijn wijsheid en liefde inzet, meer dan een met liefde vervulde bruidegom voor zijn allerlief ste, dierbaarste bruid, deze mens vindt overdag nauwelijks een uurtje voor Mij en dan alleen maar op de manier zoals een slonzige kookster vaak heel gedachteloos zout in het eten doet, omdat ze dat gewoon is te doen, of om tenminste te kunnen zeggen dat ze zout in de soep heeft gedaan ook al smaakt deze vaak niet veel beter dan puur lauw water zonder kraak of smaak. - Werkelijk, Ik zeg jullie, door zo'n verering wordt jullie God niet dikker en daardoor jullie eigen leven ook niet krachtiger. Want het leven van jullie houten huis - en kamercrucifixen, die jullie door een erbarmelijk lichaam toont hoezeer jullie verering en jullie godsdienst op die van de joden lijkt, die tenminste de levende aan het kruis hebben geslagen, terwijl jullie hier veel te lui en te lauw voor zouden zijn en er genoegen mee nemen, dat iemand jullie zo'n volbrachte houten kruisiging verkoopt, die dan juist geschikt is om in Mijn plaats de atomen van jullie verering aan te nemen. O, jullie dwazen! Jullie vereren dus het bewerkte hout, steen of metaal, net zoals de hond een hoeksteen vereert, die een voorganger heeft besnuffeld, zo drukken jullie je lippen op het hout en denken, als jullie daarbij nog een zogenaamd 'Onze Vader' en 'Weesgegroet' hebben gebrabbeld, of als jullie in een stenen kerk vol beeldhouwwerk bijna een uur lang gedachteloos en uitgedost, met een verguld gebedenboek in de hand hebt doorgebracht, dat je Mij gediend en Mij boven alles vereerd hebt. O, jullie dwazen. Geloven jullie dan dat Ik in hout ben, in steen, in metaal of enig ander ijdel houtsnijwerk dat gemaakt is door meubelmakers, beeldhouwers, draaiers, bankwerkers, slotenmakers, smeden, metselaars en schilders? Waarlijk, Ik zeg jullie: al die vereerders, als ze zich tenminste hier op aarde niet anders zullen bedenken, zullen mettertijd aardig lang op de maan naar school moeten gaan en daar onder de grootste geestelijke en ook lichamelijke moeilijkheden moeten ervaren, dat de levende God beslist geen welgevallen heeft aan zo'n onzinnige verering, want die is veel slechter dan die van de blinde heidenen, die hun afgoden tenminste uit vrees, al is het dan niet uit liefde, een werkelijk offer brengen terwijl jullie Mij de levende God, vereren alsof Ik helemaal niet bestond, of alsof Ik waarlijk alleen maar van hout was of, in een gunstiger geval, oudbakken of pas gebakken uit meel.
Hoofdstuk 78: Vier vragen met betrekking tot de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[24] U bent zonder hand en mes besneden door de Heilige Geest, doordat u uw zondige leven hebt afgelegd, dat een krachtige wortel in uw stoffelijk lichaam was; en dat was een ware en levende besnijdenis in Christus!
Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 1 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[14] Zegt Mozes niet: 'God vormde de eerste mens uit leem en blies hem door de neusgaten een levende ziel in?' Blijkt daaruit dan niet duidelijk dat ieder menselijk lichaam -zijnde een woonklaar huis voor de ziel er eerder moet zijn dan de ziel zelf? Want wat en waar zou de ziel kunnen zijn zonder lichaam? -Bedenk jij maar eens goed, jonge Galileeër, waar je staat, en tegenover wie!'
Hoofdstuk 21: Begin van de bespreking op de derde dag. De poging van Joram om het aangesneden onderwerp af te breken mislukt. Een grove tegenwerping van de opperpriester door het Jezuskind weerlegd. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[7] Uit een zuivere somnambule toestand brengt de ziel echter geen herinnering mee terug, evenmin als uit een diep natuurlijk droom leven, omdat ze daar gewoonlijk niet in verbinding staat met haar zenuwgeest. Want deze blijft in zo'n geval wel in verbinding met de zenuwen, die, omdat ze anders niet verzadigd worden en gewoonlijk zwak zij n, zonder de zenuwgeest weldra zouden sterven en oplossen. Dat zou de absolute dood van het lichaam zijn.
Hoofdstuk 13: Ether, zijn gebruik en zijn werking - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...