Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 19 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[4] De reden dat moeder Maria en nog heel veel andere vrouwen hun hartstochtelijke liefde voor Mij hier in het paradijs niet op zo'n opvallende manier uiten, is daarin gelegen, dat zij als reeds lang zuiver hemelse wezens diezelfde liefde, waarvan deze Helena nu uiterlijk blijk geeft, innerlijk in zich dragen. Nu weet je genoeg! Ga nu wat naar de achtergrond, omdat zij anders haar hart niet de door Mij gewenste vrije loop kan laten!'
Hoofdstuk 10: Pater Cypriaan neemt aanstoot aan Helena’s stormachtige liefdesuiting. Geweldige donderwoorden tegen de aanmatiging van priesters. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] U ziet er weliswaar zo zachtmoedig uit als een vroom lammetje en zo door en door goed als een moeder, wanneer haar lieve kinderen haar handen kussen, maar uit Uw lieflijke ogen komen soms toch ook storm, bliksem, hagel en donder over de hele wereld, tot schrik van alle mensen. Dan zeg ik zo stilletjes bij mezelf: de Almachtige ziet er wel uit als een mens, maar toch is Hij iets geheel anders, en gekheid begrijpt Hij al helemaal niet. Hij is wel oneindig goed voor hen die Hij liefheeft, maar met degenen die zich Zijn ordening niet willen laten welgevallen, gaat Hij heel anders te werk!
Hoofdstuk 9: Gelijkenis van de kunstschilder en zijn leerlingen. De liefdevolle, wijze les van de Heer brengt Helena weer tot haar hemelse bruidsliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Maar toen was zo snel als de bliksem ook mijn mooie gids al aanwezig en gaf mij een preek, die Maarten Luther niet misstaan zou hebben. Daarna gaf hij mij onder vele bedreigingen nieuwe, maar nog dommere en vagere voorschriften die ik precies moest opvolgen, om tenslotte de schapen en lammeren op een aangewezen berg te brengen!
Hoofdstuk 12: Bisschop Martinus op het dode punt - Opname door het hevig verbeide schip - Martinus' dankrede aan de schipper, die de Heer Zelf is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Iemand zou gemakkelijk de volgende bedenking kunnen opperen: 'Alles goed en wel, o Heer, maar U had Uw ordening niet zo ongelooflijk schril tot in het extreme moeten doorvoeren!' Goed, zeg Ik, maar Ik voeg er dan de vraag aan toe: is het extreme licht van een zon te betreuren als een fout in Mijn ordening, omdat door zijn buitengewone sterkte ieder oog, dat zo dwaas zou zijn om urenlang onafgebroken naar de zon te kijken, wordt verblind? Of is het allesverterende vuur soms van een te hoge hittegraad voorzien? Is het gewicht van een berg niet te kolossaal, de snelheid van de bliksem te hoog, de kou van ijs te groot en de hoeveelheid zeewater te enorm? Hoe zou een wereld, waarin het met de ordening van de elementen niet zo zou zijn gesteld, er uitzien? Wanneer de hittegraad van vuur slechts lauw zou zijn, zou het de harde metalen dan kunnen smelten? Zouden de metalen echter zacht zijn, waartoe zouden ze dan kunnen dienen? Zou de hele aarde week zijn als boter, welk schepsel van ook maar enig gewicht zou dan op zo' n wereld kunnen bestaan? Wanneer de zon niet zo'n intens licht zou bezitten, zou ze dan wel in staat zijn om op afstanden van zeer vele miljoenen mijlen de voor de planeten noodzakelijke warmte en het bovenal nodige licht te verschaffen?
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[23] Wie kan jou begrijpen en wie kan en wil jou leiden? Want als je al eens enig geloof en een soort deemoedigheid toont, dan ben je het volgende ogenblik al weer een wezen, dat in plaats van geloof hoogstens een schijnheilige huichelarij laat zien en in plaats van deemoed en liefde maar al te duidelijk blijk geeft van de allerergste hoogmoed en haat.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] O,o, wat is dat nu weer voor een nieuw verschijnsel? Nu begint het vanuit de vele vensters van het klooster letterlijk te bliksemen en te donderen, maar al te machtig rolt de donder niet! Het schijnt maar zo' n echte kloosterlijk theatrale huisdonder te zijn; maar de bliksem komt tamelijk overeen met de echte!
Hoofdstuk 76: Harteloos gedrag van de dames van het H. Hart van Jezus tegenover hun ouders, die bij hen aankloppen - Het ingrijpen van de twee in het wit geklede mannen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS richt zijn ogen weer op het achterhoofd van de dames van het H. Hart en zegt na een kortstondig toekijken: 'Ja, ja, het is echt zo, de twee mannen in het wit trekken in gezelschap van de oude mensen nu werkelijk naar het klooster! Hoe meer ze naderen, des te ijveriger bliksemt het uit de vele ramen; maar de bliksem reikt niet al te ver. Ook wordt er van binnenuit donderen gehoord, maar wel zwak.
Hoofdstuk 77: Bazuingeschal van de twee mannen in het wit en ineenstorting van het klooster - De dames van het H. Hart van Jezus als reuzekikvorsen - Verhelderende rede aan de angstige ouders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Allen geven hem nu blijk van grote vreugde en nog grotere liefde en achting, wat onze bisschop Martinus heel erg verheugt. Des te meer omdat hij nu uit hun reeds mooi uitziende gezichtsuitdrukking de innerlijke toestand afleest. Ze verklaren dat ze zich allemaal op de beste weg bevinden.
Hoofdstuk 88: Begroeting van Martinus door het gelukkige gezelschap - Martinus' verwijzing naar de Heer als de enige weldoener - Het ene, wat nog ontbreekt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Martinus is door dit antwoord als door de bliksem getroffen. Hij weet nu niet wat hij de wijze sprekers moet antwoorden en staat totaal verbluft voor hen. Maar de ene spreker ziet zijn verlegenheid en zegt tegen hem:
Hoofdstuk 113: Martinus' oren worden gewassen - 'Wie de eerste wil zijn, moet ieders dienaar zijn!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Hun gezicht mag je hun voorlopig al helemaal niet laten zien, tenzij zij het dringend vragen. Als je het echter op een andere manier kunt afwikkelen, dan zal dat des te beter zijn. Als onze nonnen het gezicht van dit drietal zullen aanschouwen, dan zullen ze als door de bliksem getroffen op de grond vallen en uit woede en grote schaamte gewoonweg zichzelf wat aandoen. Wees daarom nu zo voorzichtig mogelijk, anders krijgen wij hier grote problemen mee.'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] (DE OUDSTE:) 'dat jullie mij waarheidsgetrouw mededelen, wat jullie hier willen en wat jullie hierheen heeft gevoerd. Bij het geringste blijk van een onwaarheid uit jullie mond zullen jullie allemaal door mijn onoverwinnelijke macht tot stof vergaan! Spreek nu maar!'
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] Laat degene die de tegenwerpingen maakt dit goed in het oog houden, dan zal hem ook duidelijk worden, dat het heel goed zo kan zijn als hier uitgelegd is, ook al neemt hij met zijn geslepen glazen geen Babylonische torens boven de rand van de zon waar. - Bovendien worden ook nog die delen van de wal, die bij zo’n doorbraak eventueel boven het lichtende omhulsel van de zon uit komen te steken, sneller dan de bliksem door de uiterst intense stralen van dit lichtomhulsel zelf ontleed en in zekere zin aan elkaar vastgesmolten - en dat is de voornaamste reden, waarom zo’n ontbrekende, omhoog stekende rand door die criticus al helemaal nooit waargenomen kan worden.
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[31] Zie eens wat voor massa’s sneller dan de bliksem uit de wijd gapende kloof wegschieten! Wat zijn deze massa’s eigenlijk? - Jullie kennen die al; het zijn nieuwe vormsels ten behoeve van nieuwe hemellichamen, bestaande uit geesten die achteruit zijn gegaan en hun vrijheidsproef niet hebben doorstaan!
Hoofdstuk 10: De middengordel van de zon. Landschap en bewoners daar. Uitbarsting van een zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Als kinderen zo begeleid worden, dan zal men later weinig moeite met hen hebben. Maar worden ze zo niet begeleid, dan zal het wel wat moeilijker zijn ze later op de rechte weg te brengen en dan zal het spreekwoord in vervulling gaan, dat een oude boom zich niet meer laat buigen, dan alleen door storm en bliksem waarbij zo'n boom er zelden zonder schade afkomt.
Hoofdstuk 62: Het bestrijden van de toorn - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Men vraagt weliswaar, hoe Ik zulke gruwelen zo lang kan aanzien? Waarom Ik niet met bliksem en vuur uit de hemel deze oude afgoderij vernietig? Ik kon het toch vroeger ook doen, waarom nu niet?
Hoofdstuk 65: Allerlei menselijke klachten 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23