Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

319 resultaten - Pagina 20 van 22

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22
[6] Nu zeg IK: 'Goed zo, wees maar ijverig, vriend! Kijk, een boom valt niet met de eerste slag, maar met geduld kan men uiteindelijk alles overwinnen! Dit is weliswaar niet Noachs water en nog minder zijn de vissen die wij hier uithalen als jouw anticipatiezonden* (* Van te voren reeds aanwezige winden ) in de Noachse zondvloed te beschouwen. Maar een zondvloed is dit water wel, dat echter niet uit jouw geanticipeerde, maar uit al je werkelijk op de wereld begane zonden te voorschijn komt!
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Terwijl Borem, Martinus en Chorel zich met de vele vrouwen naar de zonnedeur begeven, worden de duizend badgasten uiterst onrustig in hun bad. Ze beginnen met het uitstoten van enorme lasteringen, zodat alle gereinigde hier aanwezige monniken en zelfs Chanchah en Gella het horen.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Ik dank je, lieve vriend, daarom nog eens namens mij en namens alle hier aanwezige volkeren en verheug me zeer op de toespraak die nu jouw broeder Petrus voor ons allen zal houden! Moge de Heer zijn mond en tong leiden!'
Hoofdstuk 175: Slot van de toespraak van Martinus en een wenk omtrent het doel ervan - De voorwaarden voor het kindschap van God - De woorden van dank en goedkeuring van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] DE WIJZE zegt: 'Vriend, je weet dat onze intelligentie van dien aard is, dat wij over een uitspraak niet erg lang behoeven na te denken om tot een besluit te komen wat wij willen of moeten. En dus geloof ik ook hieromtrent helemaal duidelijk in te zien in naam van alle aanwezige volkeren hier, wat wij willen doen en natuurlijk ook kunnen doen.
Hoofdstuk 176: De opkomende vijandelijke vloed - Opbeurende woorden van Petrus aan allen - Zijn belangrijke vraag aan de zonnemensen: 'Willen jullie kinderen van God worden of niet?' - Het antwoord van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Want het kunnen is een hoofdvoorwaarde bij het doen of handelen, daar God Zelf toch zeker van geen schepsel meer kan verlangen, dan het op grond van de in hem aanwezige eigenschappen en krachten tot stand kan brengen. Dus ben ik ook hierin zelf er duidelijk van overtuigd, dat de Heer van ons onmogelijk méér zal verlangen dan wij tengevolge van onze natuurlijke en geestelijke positie op deze aarde in staat zijn te doen.
Hoofdstuk 176: De opkomende vijandelijke vloed - Opbeurende woorden van Petrus aan allen - Zijn belangrijke vraag aan de zonnemensen: 'Willen jullie kinderen van God worden of niet?' - Het antwoord van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ik denk dat jij, broeder Johannes, hem misschien toch een beetje te hard hebt aangepakt? Ik moet je zeggen dat ik bij zijn aanblik, ondanks de in mij aanwezige kracht van de Heer, toch wel heel erg bevreesd raak. Niet zo zeer om dat wat hij ons zou kunnen aandoen, maar vanwege de absolute vergeefsheid van al onze bemoeiingen. Kijk eens naar de gezichten van Uhron en Shonel; die twee vergaan bijna al van angst. Om 's Heren wil, wat zal hier nu uit voortkomen?'
Hoofdstuk 197: De woede van Satan - Martinus' vrees en de rust en duidelijkheid van Johannes - De onafhankelijkheid van de kinderen Gods van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Dat is dus het hele uiterlijk en innerlijk van de tempel. Wat de omringende grond van zo’n tempel betreft, die is precies zo geordend als de grond rondom ieder ander woonhuis, alleen is het grondgebied naar verhouding groter, aangezien de voortdurend aanwezige mensenmenigte van zo’n tempel groter is dan die van ieder ander woonhuis.
Hoofdstuk 19: De inwendige inrichting van een tempel van het eenvoudige type. Een tempelorkest - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[20] Kijk, zo worden ook deze theaterstukken geschilderd. Als de stroken geschilderd zijn, worden ze bedekt met een soort lak. Als dat gebeurd is, dan beginnen de kleuren pas als het ware levend tevoorschijn te komen, wat gebeurt onder dwang van het overal vrij aanwezige zonlicht, dat door deze oorspronkelijk doffe kleuren wordt opgezogen en dan voor altijd heel levendig bewaard wordt.
Hoofdstuk 28: Gebouwen voor kunst en wetenschap in de gemeenschappelijke nederzettingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] De andere bewoners van deze gordel bedrijven gewoonlijk de tweede of secundaire cultuur, die inhoudt dat zij rijsjes en takken van de aanwezige bomen nemen en die in de aarde steken, ongeveer zoals bij jullie wilgen en wijnstokken worden geplant.
Hoofdstuk 29: Grondgebruik en dierenwereld op het eerste gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Op dezelfde manier worden ook uitgestrekte stukken grond met edel gras beplant. - Een bepaald soort gras echter, dat daar het wilde of onedele gras wordt genoemd, evenals enkele soorten onedele kleine planten, schieten hier en daar als het ware vanzelf uit de bodem op en dienen als voedsel voor de hier spaarzaam aanwezige dieren.
Hoofdstuk 29: Grondgebruik en dierenwereld op het eerste gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Hoe is hun gezicht gevormd? - Hun gezicht is absoluut mannelijk, dat wil zeggen: het is geen tronie, zoals er onder de mannen op aarde zoveel zijn; maar voor het overige meer afgerond en zachter dan bij het mannelijke geslacht op jullie aarde. De lippen zijn geprononceerd, dus ook de mondhoeken. De kin steekt tamelijk ver vooruit, is echter niet scherp gemarkeerd, maar is meer zacht afgerond en doorgaans baardeloos. Het rijkelijk aanwezige hoofdhaar is lang en heeft een donkerbruine kleur; ook de wenkbrauwen en de oogleden hebben die kleur. Het voorhoofd is hoog en bij de haren buitengewoon wit. De oren staan in een goede verhouding tot de overige delen van het gezicht, en zo ook de neus.
Hoofdstuk 36: Het vierde paar zonnegordels - overeenstemmend met de planeet Jupiter. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Nu is de vraag: Waarom wordt deze boom de ‘bellenboom) genoemd? - Kijk, bij de bekende uitmondingen van de takken druppelt een kleverig soort sap door de buisjes naar buiten, en wel gedurende een bepaalde tijd; daarna droogt het sap in het inwendige van deze zwamboom op en lost op in een soort gas, waarbij dit oplossen ook hier teweeggebracht wordt door de grote activiteit van de ruimschoots aanwezige elektriciteit. - Omdat het sap zich in de trechtervormige uitmondingen van de takken heeft opgehoopt en zich meer elastisch verdicht heeft, kan het niet opgelost worden, maar verhindert zodoende dat het in het inwendige van de boom ontwikkelde gas vrij naar buiten stroomt.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Wie deze geesten met een algemene naam aangeduid wil hebben, doet er het beste aan om ze met de uitdrukking ‘grondlicht-geesten van de zon’ aan te duiden. Deze geesten zijn onder elkaar net zo zichtbaar als natuurlijke mensen onder elkaar, en kunnen voor dat doel uit de daar aanwezige lucht ook een lichaam vormen, hoe en wanneer ze willen; dat kunnen ze doen vanuit hun volle vrijheid binnen de ruimte die zij, door Mij toegewezen, hebben om te bewonen.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[21] Dat is evenzo het geval met de sappen van de aarde. Al worden ze in het binnenste van de aarde in nog zulke eenvoudige substanties opgenomen, toch worden ze door de daar aanwezige scheikundigen ó zo zorgvuldig gescheiden en in de goede verhouding in de overeenkomstige voortgeleidings kanalen dusdanig geleid en verder gevoerd, dat niet één druppeltje van de een of andere substantie te veel of te weinig op de bestemde plaats aankomt.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] De aarde brengt als dubbelwezen in één of andere streek uit haar binnenste een talrijke hoeveelheid dergelijke eitjes voort. Deze eitjes zijn heel klein en worden gemakkelijk door de poriën en kanalen van de aarde naar buiten gedreven. Door de in hen aanwezige gistingsstof zetten ze hoe hoger ze komen, des te meer uit. Tenslotte zijn ze lichter dan de atmosferische lucht en stijgen dan, als zede aardoppervlakte bereikt hebben, in de vorm van donkere nevels, als een luchtballon tot een bepaalde hoogte op, waar ze in een sterke elektrische stroming geraken. Dat gaat heel gemakkelijk, omdat ze door deze stroming zelf worden aangetrokken. In deze stroming rijpen ze dan snel en worden geboren, en dat niet zelden in een aantal van vele duizenden miljoenen. Omdat deze kleine diertjes zich dan echter door de elektrische stroming uit de lucht een specifiek zwaarder lichaam hebben gevormd dan de lucht zelf weegt, kunnen ze zich ook niet lang meer in de lucht ophouden, maar vallen omlaag naar de aarde; maar omdat ze toch tamelijk licht zijn, gaat het niet zo snel dat ze door zo'n val plotseling uit elkaar zouden springen en dus natuurlijk dadelijk gedood zouden worden. Ze komen steeds behouden en wel beneden aan en kunnen daarna nog enige uren leven. Maar omdat de op deze wijze ontstane vormen een trap overslaan, wat niet in overeenstemming is met de orde volgens welke intelligenties van het aardelichaam zich ontwikkelen, vergaan ze weer snel en verdwijnen uit het zichtbare leven; ze worden dan weer door de aarde opgezogen en in het plantenrijk gedreven. Hierbij is op te merken, dat zulke voortbrengselen dan eerder in het voormalig dierstadium overgaan dan wanneer zo' n dierstadium volgens de normale ordening eerst een heel legioen plantenlevens moet doormaken. Want men kan hier van dierstadium spreken, omdat de dieren als zodanig al dadelijk uit de aarde zichtbaar worden als dierlijk wezen, maar toch eerst een stap terug moeten doen in het plantenrijk, voordat ze het intensief dierlijke karakter kunnen aannemen.
Hoofdstuk 15: Het trapsgewijze opklimmen van de levende wezens - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22