Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 3 van 84

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Nu buigt de leraar zich weer en raakt de zijde van de slapende gestalte aan. Jullie zien vanuit haar zijde weer een licht opstijgen; het licht concentreert zich tot een tweede menselijke gestalte die onbeweeglijk voor de nog slapende eerste gestalte staat. Maar de leraar raakt weer de eerste gestalte aan en een beetje natte zweterige massa maakt zich als een troebele druppel uit de eerste gestalte los, gaat over in een kleine nevel en omhult als zodanig de tweede lichtgestalte. Het licht verdwijnt en de tweede gestalte lijkt op de eerste, maar zij leeft nog niet; daarom raakt de leraar haar nogmaals aan, en zie - ze leeft en loopt opgewekt heen en weer.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Ja, jullie gehele aarde zou niet in staat zijn om een menselijke gestalte van zulk een stralende schoonheid te dragen en daarbij te blijven bestaan. Al zou de aarde de mooie vorm wel meester kunnen worden, dan zou ze toch het voor een aardbewoner onuitsprekelijk en onbegrijpelijk intensieve licht van zo'n mens niet kunnen verdragen. Jullie kunnen met zekerheid aannemen dat zo'n mens hier een grotere massa licht uitstraalt dan menig planetaire zon doet voor het verlichten en verwarmen van haar gehele planetaire gebied.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, kijk, deze wolkenflard omhult nu de eerste oude man die zich in zee stortte en draagt hem eruit naar de oever! Nu is hij er. Dat ging bliksemsnel! En zie, nu trekt de wolkenflard zich samen, wordt kleiner en kleiner en lijkt steeds meer op een menselijke gestalte!
Hoofdstuk 82: Het optreden van de dames van het H. Hart van Jezus - De helse storm op zee - Het vangen van het stormgespuis in een zak – Borems toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Jij denkt wel, dat je zonder een dergelijk kookproces toch de menselijke gestalte behield. Ik verzeker je echter, dat je honderd keer erger gekookt bent in de genadekelk van de Heer dan al deze dames! Wist je dat wel? Als je volmaakt zult zijn en de activiteit van de aardse mens in zijn lijfelijke levensomstandigheden te zien zult krijgen - wat zul je dan zeggen als je de innerlijke levenshaard te zien krijgt? Waar je talloze vuurstromen door de ook talloze kanalen op de meest verschrikkelijke wijze door elkaar zult zien woeden en razen? Dus maar weer flink het verstand erbij, lieve broeder!'
Hoofdstuk 84: Begin van het derde tafereel van het hemelse drama - De genadekelk met het kokende water - De helse muur - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Tenslotte bevindt zich helemaal bovenop de heuvel een groot vrijstaand kruis, waar de gestalte van de Heer in aards-menselijke vorm aan opgehangen is - en waar aan beide kanten aan veel kleinere en lagere kruisen de bekende twee misdadigers te zien zijn.
Hoofdstuk 22: De allerheiligste, zogenaamde brandende tempel. Diepere inwijding in de geheimen van de menswording van God en het kindschap Gods. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Hetgeen echter niet wegneemt, dat onze voorvaderen, zoals Abraham, Izaak en Jacob herhaaldelijk visioenen hebben gehad, waarin zij God steeds hebben gezien als een volmaakte menselijke gestalte, met Wie zij konden spreken, alhoewel het later bij Mozes heet: 'God zien en daarbij in leven blijven, is onmogelijk; God is een Verterend Vuur, Dat woont in ontoegankelijk Licht!'
Hoofdstuk 24: Joram antwoordt met een rede over het wezen van God. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[7] Op deze voorliggende vraag moet gezegd worden, dat met de uitdrukking -woestijn -niet zozeer de kleine woestenij van Bethabara aan de overzijde van de Jordaan gelegen, bedoeld werd, maar veel eerder de geestelijke woestijn in de harten van de mensen. De woestijn van Bethabara, waar Johannes inderdaad leefde, predikte en doopte, was voor dit doel slechts daarom gekozen, opdat de mensen konden zien hoe het er in hun eigen hart uit zag, namelijk net zo woest, leeg, zonder edele vruchten, maar vol dorens en distels, allerlei onkruid en vol adders en ander verwerpelijk kruipend gedierte. En in die menselijke woestijn treedt Johannes op als een ontwaakt geweten, wat hij zuiver geestelijk gezien ook is, en predikt boetedoening ter vergeving van de zonden en bereidt zo voor de Heer de weg naar de harten van de tot een woestijn geworden mensen.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] (Deze is het, van Wien ik gezegd heb: Na mij komt een man, die vóór mij geweest is, want hij was er eerder dan ik.' Joh. 1:30) Johannes herhaalt hier nog eens datgene, wat hij al de voorgaande dag over Mij' tegen de onderzoekers heeft gezegd, en getuigt enerzijds van Mij, dat Ik als een spiegel van werkelijke en noodzakelijke menselijke deemoed tot de mensen kom, en met deze deemoed laat zien, dat Ik de mensen in hun zwakheid te hulp kom, maar niet in hun vermeende kracht, een kracht, die ze heus nooit hebben. Anderzijds getuigt Johannes~ dat het zo door hem genoemde 'Lam Gods' nochtans Diegene is, Die vóór alles wat bestaat reeds bestond, want de uitdrukking: 'Hij bestond eerder dan ik' betekent het volgende: Johannes - die gedurende een moment beseft welke hoge geest er in hem leeft - geeft daarmee aan zijn onderzoekers te verstaan dat, hoewel ook in hem dezelfde oorspronkelijke geest woont, hij daarentegen niet de geestelijke bron van alle leven is die in dit Lam woont, maar dat hij slechts door Diens kracht geheel vrij en zelfstandig geworden was. Omdat deze zelfstandigmaking een echte daad van de geestelijke bron van alle leven was, begon toen pas de eerste tijdsperiode; daarvóór was er niets anders in de gehele oneindigheid dan Jehova,de bron van alle geestelijke kracht, en dat is tevens Degene, die nu als Gods Lam zichtbaar voor hen staat en door hem gedoopt wil worden.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Omdat Ik Mij, vóór de doop, veertig dagen in deze omgeving had opgehouden en Mijn menselijke wezen door vasten en andere oefeningen op het komende geven van onderricht had voorbereid, is het geschiedkundig logisch, dat Ik daarom in dit gehucht ergens een onderkomen moest hebben dat in dezelfde woeste en zeer onherbergzame omgeving lag die Ik voor Mijn doel het geschiktste achtte.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Er waren er veel, die Mij vroegen door welke macht en kracht Ik zulke wonderen deed. Het antwoord was dan altijd heel kort: 'Door Mijn zeer persoonlijke macht en kracht, en Ik heb daarbij geen menselijke hulp nodig!'
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Het is maar al te duidelijk, dat door het in acht nemen van zo'n leer, die helemaal tegen de aard van de menselijke instellingen ingaat, de wereld in korte tijd zou veranderen in een onherbergzame woestijn. Als de wereld echter een woestijn is geworden, waar vinden de mensen dan de een of andere opleiding, als alle opleidingsinstituten noodgedwongen verdwijnen moeten omdat niemand geld heeft om ze te vestigen en te onderhouden?!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Daarom, weg met de waarheid op aarde! Zij alleen is de schuld van al het menselijke ongeluk, zoals ook Mozes in het eerste boek zegt: 'Zodra je van de boom der kennis, de boom van de veelvoudige waarheid, eten zult, zul je sterven!' En zo is het en blijft het tot op dit uur! Met de leugen komt men op de troon en met de waarheid in de gevangenis! Een mooi presentje voor de vrienden van de waarheid!
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De koopman zegt: 'Ja ja, dat is nu zichtbaar en waar, maar het is toch welongelooflijk dat een mens zoiets kan! Heer, luister naar mij! Als u geen profeet bent zoals Elia, dan moet u een aartsengel in menselijke gedaante of uiteindelijk misschien wel Jehova Zelf zijn! Want zulke dingen zijn bij God alleen maar mogelijk!'
Hoofdstuk 61: Een wonder maakt de geest niet vrij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Jaïruth raakt door die mededeling bijna buiten zinnen en hij vraagt opgewonden: 'Welke menselijke satan heeft dat aan de Romeinen verraden, en wat mag de reden daarvoor zijn?'
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] En dadelijk staat de zieke op, neemt de mat op en loopt. Als hij daardoor pas aan den lijve voelt dat hij helemaal beter is, valt hij voor Mij neer, dankt en zegt dan: 'Heer, in U is méér dan menselijke kracht, geloofd zij de kracht van God in U! O zalig het lichaam, dat U gedragen, en nog zaliger de borst, die U gezoogd heeft!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...