Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

44 resultaten - Pagina 3 van 3

1 - 2 - 3
[4] Ik zeg jullie, daar is vaak maar één reden voor aan te wijzen: al deze katholieke hemelhelden zijn in wezen niets anders dan blinde sceptici. Scepsis is echter voor de mens wat de houtkever is voor de bomen: er hoeft maar één enkel puntje niet helemaal steekhoudend te zijn of het zal zich ontwikkelen tot een zich rijkelijk reproducerend, schadelijk waarheidsinsect, dat tenslotte grote bossen met bomen vol van leven en kennis te gronde richt.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Jullie vragen nu: beste vriend, wat is dan dit gevaarlijke punt bij dit gezelschap? Ik zeg jullie: dit punt op zich verdient nauwelijks aandacht, maar de scepticus, die aan alle vezels van de boom van leven en kennis knaagt, plaatst dit onbeduidende puntje onder een sterk vergrotende microscoop en ontdekt dan in dit onopvallende punt hele bergen van oneffenheden, die zich dan niet meer met het natuurlijke beeld van het oppervlak van het levende hout laten verenigen.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Wat betekent trouwens 'doden'? Betekent doden enkel het lichaam levenloos maken of betekent het de geest van zijn hemelse levenskracht beroven? Als enkel het doden van het lichaam van de mens wettelijk wordt beperkt, dan kan daarmee toch onmogelijk het doden van de geest worden bedoeld, want er staat immers geschreven dat elke mens in zekere zin zijn vlees zou moeten doden om zo zijn geest te verlevendigen, zoals ook de Heer Zelf zegt: 'Wie zijn leven, dat wil zeggen het leven van zijn vlees, liefheeft, zal het verliezen; wie het echter om Mijnentwille ontvlucht, hij zal het behouden'.
Hoofdstuk 78: Het vijfde gebod in de vijfde zaal, geestelijk belicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Mijn zoon, je hebt de grote waarheid in de vlam van de goddelijke ijver gelezen. Alles is waar, op één puntje na, want geen enkel teken kwam voor niets uit de laaiende vlam tevoorschijn. Maar één teken dat midden in de vlam boven de inwendige gloed verborgen lag, heb je niet gezien.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] En nu is het uit! Geen kikker en geen klein kikkertje meer te zien. Alleen de ouders staan nog aan de oever en staren naar beneden in de diepte, om van hun dochters misschien toch nog het laatste puntje schorpioenstaart te ontdekken. Maar ze ontdekken niets, evenmin als de eerste die nog steeds op het water rondloopt en zijn dochter zoekt. Hij roept enkelen naar zich toe en zegt, dat het water zo vast is als steen.
Hoofdstuk 81: Het verdwijnen van de kikvorsen in de zee en het op de zee wandelen van de zoekende ouders - Borems toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na deze woorden zijn ze helemaal stil en HET DRIETAL zegt tegen Martinus, Petrus en Johannes: 'Ach, daar heb je het nu! Als jullie dit al van te voren hebben geweten, waarom vroegen jullie ons dan, ons onbedekte gezicht aan hen te laten zien? Nu liggen de arme schepsels hier levenloos voor ons. Wie zal hun nu weer een nieuw leven geven? Kunnen jullie dat soms? Oh, als jullie dat kunnen, wek die arme vrouwen dan weer op, want wij hebben veel medelijden met ze. Ach, hadden wij ons maar niet voor hen onthuld!'
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] De zee is echter op ieder hemellichaam ook de belangrijkste bron voor alle wateren, evenals ook voor alle regen en dauw. Als een hemellichaam geen zee zou hebben, zou ze lijken op een mens zonder bloed en dus ook zonder andere sappen, waardoor die mens ook heel snel een mummie of een levenloos standbeeld zou worden. Een planeet heeft derhalve de zee evenzeer nodig als de mens en ieder ander levend wezen het bloed.
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] SATAN zegt: 'Lieve vriend, jij spreekt steeds, zoals jij de zaak in jouw beperktheid begrijpt. Dat komt, omdat jij je ogen niet zoals ik de mijne, over de schepping kunt laten gaan die mijn wezen uitmaakt. Jouw wil is goed en je hart is goed. Maar je wijsheid is slechts een lichtend puntje in de oneindigheid!
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Opdat jullie de ongegrondheid van deze bewering volledig en heel duidelijk inzien, zal Ik jullie weer door een voorbeeld op de juiste weg brengen. Stel je eens allerlei glazen bolletjes voor, waarvan het kleinste niet groter moet zijn dan een groot zandkorreltje; dan weer één, die zo groot is als een hennepzaadje; nog eentje, zo groot als een erwt, en nog weer één zo groot als een hazelnoot; dan nog weer één, zo groot als een echte noot; eentje als een gemiddeld grote appel; nog eentje zo groot als twee vuisten; eentje ter grootte van een menselijk hoofd; en zo steeds groter tot aan een bol, die een klafter5 in doorsnee meet. - Leg al deze bollen op een plek, die door de zon wordt beschenen, en onderzoek dan het weerkaatsende beeld van de zon op elk van deze verschillende glazen bollen. - Op het kleinste bolletje zullen jullie nauwelijks een glimmend puntje ontwaren; op de tweede zullen jullie een al iets sterker stralend puntje ontdekken; op de derde zal het vonkje jullie oog al feller treffen. Het beeld van de zon op het vierde bolletje zal voor jullie oog zelfs al een duidelijk waarneembare diameter krijgen, en jullie zullen er niet te lang naar kunnen kijken. Van de daarop volgende bolletjes zal het licht alweer feller, en de diameter van het verkleinde beeld van de zon aanzienlijk groter worden. Wanneer jullie bij het beschouwen aankomen bij de bol, zo groot als een mensenhoofd, zal het beeld van de zon als de diameter van een grote linze hebben, en zullen jullie niet meer in staat zijn er met het blote oog naar te kijken. Op de laatste en grootste bol zal het beeld van de zon echter al een doorsnede van een duim krijgen, en dan zullen jullie des te minder in staat zijn er met het blote oog naar te kijken.
Hoofdstuk 4: Leer van het zonlicht. De dampkring als lichtend omhulsel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Als het dus gaat over het vaststellen van het middelpunt der aarde, dan is daaronder niet zozeer het meetkundig middelpunt te verstaan, maar veelmeer het eigenlijke levens - of zwaartepunt van de aarde; want het bepalen van het meetkundig middelpunt der aarde zou, goed beschouwd, belachelijk zijn, wat men kan afleiden uit het feit dat men het middelpunt van een lichaam, dus ook dat van de aarde, alleen maar als een denkbeeldig puntje moet aannemen, dat volgens jullie mathematische begrippen juist gedefinieerd, iets is dat noch in lengte, noch in de breedte, noch in de hoogte ook maar de kleinst mogelijk denkbare doorsnede bezit en dus zeker in zijn soort het allerkleinste van alle dingen is. Jullie kunnen zeker aannemen, dat al in een atomistisch diertje, dat niet eens meer door de allerfijnste zonnemicroscoop ontdekt kan worden, zeker nog wel voor talloze miljarden van dergelijke punten plaats zou zijn. De vraag is dus: Wat zouden we wel over dit eindeloos kleine wezen, dat zo helemaal in het niet verdwijnt, te onthullen hebben? Men zou alleen maar hoeven te zeggen: het middelpunt der aarde bestaat uit niets, en dan was het al helemaal natuurlijk en geestelijk verklaard. Want het niets heeft lichamelijk en geestelijk beschouwd dezelfde betekenis; want waar niets is, daar houdt heel logisch alles op en een niets, zowel geestelijk als natuurlijk is in niets anders denkbaar dan in zo'n meetkundig middelpunt. Daarom zullen we ons dan ook van dit weinigzeggende middelpunt der aarde verwijderen en gaan we ons nu bezighouden met het veel belangrijker zwaartepunt van de aarde, dat natuurlijk grote afmetingen moet hebben en bij een zo groot lichaam als de aarde is, ook van een grotere omvang moet zijn om de speciale levenswerkzaamheden van dit hemellichaam de daarvoor benodigde ruimte te geven.
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Wat maakt het voor ons nu nog uit: Messias of geen Messias, nu wij al die oude geloofspunten van de Schrift toch allang over boord hebben gezet en in de zee der vergetelheid geworpen ? Neen, 't is beter verstandig te zijn en alzo te kunnen heersen, en op kosten van de blinde en domme massa een goed leventje te leiden, dan dat wij ons allerlei gezag en macht aanmatigen, die we als het puntje bij paaltje komt toch weer blijken niet te bezitten, zodat we ons zitten op te vreten over allerhande onnodige angsten en zorgen!
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[7] Op 'n gegeven moment zei Joram tijdens dat zoeken tegen Barnabas: 'je zou haast denken behekst te zijn! In andere gevallen heb ik prompt een paar dozijn van voor dit doel geschikte tekstplaatsen op het puntje van mijn tong -en nu zoek ik al een uur lang als een vermoeide raaf naar zijn nest en toch kan ik niets, maar dan ook helemáál niets vinden!'
Hoofdstuk 20: De tweede nacht in de herberg. Joram en Barnabas op zoek naar passende teksten bij Jesaja. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[1] Men weet, hoe op bepaalde tijden tuinlieden en boeren het zaad in de aarde strooien en dat al gauw daarna elk in de aarde gestrooid zaadkorreltje begint op te zwellen, eindelijk openspringt op de plaats waar de kiem zit en een klein witgroen puntje uit het zaadje tevoorschijn komt. Dat is de kiem. Bijna zichtbaar groeit deze kiem heel teer verder en verder omhoog en daar, waar eerst alleen maar een puntje te zien was, ontvouwen zich nu al twee, drie en meer bladeren en steeds meer dijt het gewas uit, wint aan stevigheid en kracht en weldra ziet men al bloemknoppen. Van uur tot uur worden ze voller, springen eindelijk open, ontvouwen zich, de bloem komt te voorschijn en in haar kelk zit al de nieuwe vrucht, als een jonge bij in haar cel, die eerst als een zuigeling gevoed wordt door de heerlijke geuren van de bloem. Is de nieuwe vrucht door deze hemelse kost sterk genoeg geworden, dan ontvangt ze haar voedsel uit de stam en haar leven van het licht.
Hoofdstuk 44: Geesten als opzichters in de natuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Zie, zo spreken de bergen en geven de mensen te kennen, hoe ze zijn ontstaan en gevormd en waarom ze er nu zo uitzien. En wat zeggen de bergen nog meer? Als een gewekt mens op hun hoogten niets dan kaal gesteente en ook sneeuwen ijsvelden vindt, zeggen de bergen tot hem: 'Kijk mens, jij die daar altijd hebt getracht je trots boven je broeders te verheffen om over hen te heersen, hoe mager de vruchten hierboven er uitzien! Zoals je ons hier kaal, koud, gevoel en levenloos ziet, precies zo ben ook jij in je heerserswaan. Leer daarom van ons! Verneder je onvruchtbare koude verstand, net zoals wij ons vernederen. Daardoor zal je liefde groeien en je leven zal rijker worden op de plaats waar je door je Schepper bent geroepen. Laat je verstand, dat meent verte kunnen grijpen, steeds met deemoed zijn omgeven, opdat zijn begrijpen tot zegenrijk water wordt, dat omlaag vloeit in de diepte van je liefde, om die levend te maken'.
Hoofdstuk 36: De bergen als liefde en wijsheidspredikers - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
1 - 2 - 3