Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3506 resultaten - Pagina 3 van 234

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] Daarop nam Ik ook afscheid van degenen die Mij tot aan deze heuvel vergezeld hadden en trok met Mijn leerlingen verder de heuvel op, over de vruchtbare hoogvlakte die daar begon. Wij bereikten binnen enkele uren een kleine, oude stad, waarvan de inwoners voor het merendeel Grieken en Romeinen waren; er leefden daar onder de heidenen ook enkele geheel aan lager wal geraakte en verkommerde Joden, die voor zichzelf een kleine herberg hadden, die hun voor nood tevens als synagoge diende.
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik zei: 'Zeer zeker, want de dienaren van onze waard hebben hun uiterste best gedaan om een heel goed ochtendmaal voor ons klaar te maken; ook jouw vrouwen je dochter zijn spoedig na het vertrek van de leerlingen naar de vrouw van de waard gegaan om daar naar Mij te informeren, en ze hebben heel ijverig meegewerkt aan het klaarmaken van het ochtendmaal. We kunnen dus nu wel opbreken en op ons gemak naar de herberg gaan; maar laten we er via een kleine omweg buiten de stad naartoe gaan, opdat ons in de stad niet teveel mensen opmerken die ons dan massaal zullen volgen!'
Hoofdstuk 42: De commandant troost de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Nu woonde er in de stad een man, die tot degenen behoorde die door Mij al in het begin van Mijn tijd als leraar gezond waren gemaakt, toen Ik de eerste keer in Jeruzalem zelf optrad. Hij was een trouw aanhanger van Mijn leer en was niet bang voor de joden en de afgunstige Farizeeën. Hij had een kleine herberg, die steeds door gegoede gasten werd bezocht. Met name kwamen er veel Romeinen bij hem, die naar Jeruzalem reisden, en daarom stond hij in aanzien bij het volk en kon hij goed in zijn levensonderhoud voorzien. Deze waard had Mij al herhaaldelijk via Mijn leerlingen uitgenodigd om bij hem te komen.
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Toch was Abgarus toen nog maar in een eerste beginstadium van zijn geloofsontwikkeling, en zijn liefde voor God moest nog zeer veel groeien. Hij meende bijvoorbeeld toen nog dat Jezus, een van God vervulde geneesheer, Zich persoonlijk naar hem toe zou moeten begeven om hem te kunnen genezen. En ook had Abgarus toen hij om hulp riep nog maar alleen aan zichzelf gedacht, namelijk alleen aan zijn eigen lichamelijke genezing. Daarom gaf Jezus hem in Zijn eerste antwoordbrief te horen -wat voor Abgarus toen eigenlijk niet zo heel erg bevredigend zal hebben geklonken -'Wees maar geduldig Gij, met Uw kleine kwaaltje! Zodra Ik in de Hemel zal zijn, zal Ik U een van Mijn leerlingen zenden, die Uw gebrek zal genezen en die U en al de Uwen de ware Gezondheid geven zal'. Hij geneest deze koning dus niet onmiddellijk, maar troost hem met troost op langere termijn: na de dood des Heren zal hij een discipel zenden om hem te genezen!
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[19] Sommige leerlingen, die over de Heer al heel veel weten, koesteren de wens om Hem te zien. Zo'n wens wordt echter maar zelden vervuld, en wel omdat zij als geesten nog te zwak zijn om de nabijheid van de eeuwige, almachtige geest van God te kunnen verdragen. Het liefste wat zij echter in hun vrije tijd zouden willen doen is Maria, hun algemene geestelijke hoofdleidster en moeder, een bezoekje brengen. Maria bezoekt heel vaak deze grote leerscholen, echter niet altijd zichtbaar voor de kleine geesten, maar wel voor de leraren.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Is zo'n gedeelte voltooid, dan worden de leerlingen naar de kleine globes in de kapellen gebracht, en daar moeten zij voor hun leraren op een zelfwerkzame, creatieve wijze herhalen wat de leraren hun op de grote globe hebben laten zien. Daardoor wordt het hele onderricht op zich levendig en de leerlingen kennen dan de gebeurtenissen op aarde van a tot z precies zo levendig alsof ze op de werkelijke aarde van dat alles zelf actieve getuigen zouden zijn geweest.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] In de eerste zaal kunnen jullie zien, dat er volgens jullie berekening elke dag aan deze laatste rij een nieuwe globe wordt toegevoegd, dat wil zeggen in de zaal die jullie huidige millennium voorstelt. Opdat de leerlingen niet te veel met die kleine globes te stellen hebben, wordt hun door de leraren van te voren op de grote globe reeds aangegeven welke veranderingen zich hier of daar op aarde hebben voorgedaan. Daardoor leren de leerlingen alles al kennen en kunnen zich later, ter eigen bevestiging, op de kleine globes van dat alles zelf overtuigen.
Hoofdstuk 69: Hemels schoolgebouw voor aardrijkskunde en wereld-geschiedenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Wat gebeurt hier echter? Kijk, daar voor ons is al zo'n groepje. Jullie zien een ronde tafel, waaromheen tien kleine leerlingen met hun leraar geriefelijk een plaats hebben. Wat hebben de leerlingen voor zich op tafel liggen? Wij zien boeken met nogal stevige bladzijden en op de bladzijden staat een reeks kleine maar meesterlijk getekende plaatjes.
Hoofdstuk 68: Aanschouwelijk onderwijs in trapsgewijze afdelingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Kijk, het staat daar in de richting van de middag en heeft een aanzienlijk uitgestrekte vorm. Laten we er dus naartoe gaan en meteen binnentreden! We zijn al in een afdeling, en wel de eerste. Merken jullie niet hoe het er wemelt van kleine leerlingen en tussen hen in vriendelijke en geduldige meesters en juffen? En zie hoe deze kindertjes voorzien zijn van de meest verschillende speeltjes in allerlei soorten en kleuren. Waarvoor hebben ze deze dan nodig? In de eerste plaats om in alle stilte begrippen te verzamelen in hun ziel, die hier eigenlijk hun wezen is. Hier horen we nog geen gepraat, maar laten we naar een tweede afdeling gaan.
Hoofdstuk 67: Intrede in het kinderrijk. Praktische methode tot zelfontwikkeling van de kinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Maar wat zien we hier boven op de top van de piramide? Een heel mooi gevormde kleine mensengestalte, roodachtig-wit van kleur. Kijk toch eens, een heerlijk, buitengewoon treffend beeld van de wedergeboorte van de mens! Uit de deemoed en de volkomen zelfverloochening, dus uit de top van de piramide, komt hij tevoorschijn. Waardoor is hij in de top gekomen? Dat geeft zijn kleur aan; door geloof en liefde tot God! En zijn kleine maar volmaakte gestalte betekent zoveel als wat de Heer zelf eens tegen ons, Zijn leerlingen heeft gezegd: 'Als jullie niet worden als de kindertjes, zullen jullie het rijk Gods niet binnengaan!'
Hoofdstuk 37: Vierde verdieping. De gewone mens en de goddelijk-geestelijke mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Van daaruit gaan deze leraren met hun leerlingen nog niet rechtstreeks naar de hemel, maar zij begeven zich in de geestelijke sfeer van de planeet Mercurius, waar reeds hogere leraren aanwezig zijn. Van Mercurius gaan ze dan naar Venus en dan voor een grotere verdeemoediging van Venus naar Mars. Voor degenen die zich op Mars nog niet de juiste graad van verdeemoediging hebben eigen gemaakt, wordt er dan nog een kort uitstapje langs de vier door jullie zo genoemde kleine planeten gemaakt. (Planetoïden, de voornaamste (Ceres, Pallas, Juno en Vesta) in de zgn. planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter) Zij die zich op Mars al een hoge graad van deemoed hebben eigen gemaakt, worden dadelijk in de hogere sfeer van Jupiter geplaatst. Eerst vanuit Jupiter gaat men over naar de buitengewoon heerlijke Saturnus, van daaruit naar Uranus en tenslotte naar de jullie reeds bekende laatste planeet met de naam Miron (Neptunus), maar vanzelfsprekend, overal alleen maar in de geestelijke sfeer van deze planeten.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Overigens is de inrichting van deze ambtshuizen vrijwel hetzelfde als die van de woonhuizen; alleen is alles heel eenvoudig en zonder versiering, wat wil zeggen dat de leerlingen wat hun kennis betreft ook nog heel eenvoudig en zonder enige geestelijke versiering zijn. En de ambtshuizen voor onderwijs aan de meisjes tonen hun door de kleine bloembedden, dat ook zij zich wat het uiterlijk betreft rein en sierlijk moeten ontwikkelen, opdat er zodoende een welgevalliger en aantrekkelijker geest in hen ontwikkeld wordt.
Hoofdstuk 17: Scholen op de middengordel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Rondom de tempel staan soms twintig tot dertig kleine houten hutten, die helemaal niet op zuilen rusten, maar vrijwel hetzelfde uiterlijk hebben als de alpenhutten op jullie aarde, alleen zijn de daken hoger. - Eén zo’n hut staat er altijd vlak naast de tempel, en dat is de woning van de hoogste priester. De andere hutten worden deels door zijn gezin en deels door ambtsdragers en slechts enkele leerlingen bewoond. Want alleen zij hoeven de school van deze tempel door te maken, die zich mettertijd zelfs tot hoogste leraren en ambtsdragers van de laagste tempel alsook tot het dienen van deze hoogste tempel willen laten inwijden.
Hoofdstuk 21: Het derde, hoogste type tempel. Het geheim van de menswording van God en van het kruis. Inwijding in de stand van opperpriester - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Deze soort architectuur houdt in, dat de leerlingen van allerlei massieve figuren, die op zichzelf volkomen asymmetrisch gevormd zijn, allerlei volmaakt symmetrische figuren moeten samenstellen en tenslotte zelfs moeten opbouwen. Deze bouwsels worden dan weer tot grotere bouwsels samengevoegd, en dat gaat zo door, tot er op kleine schaal de volmaakte vorm van een woonhuis, een centraal gemeenschapsgebouw, een archief, een theater of nog een ander hier gebruikelijk gebouw tot stand komt.
Hoofdstuk 31: Scholing in de wijsheid en de wil op het eerste paar nevengordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Maar laten we vanaf dit gebouw nu weer naar voren kijken, dan zien we opnieuw een ongeveer drie mijl breed veld voor ons, dat ten eerste rijkelijke beplant is met allerlei vruchtbomen, maar temidden van de vruchtbomen tegelijkertijd ook een groot aantal kleine bouwkundige proeven te zien geeft. Uit alles blijkt, dat hier tevens de school voor de bouwkunst gehuisvest is. Daarom is hier ook een groot aantal kleine woonhuizen voor zowel leerlingen als leraren, die tevens het recht hebben deze boomgaard vrij te gebruiken. - Het volgende gebouw zullen we echter pas de volgende keer in ogenschouw nemen.
Hoofdstuk 49: Het kunstmuseum van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...