Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 21 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[6] Helena zegt: 'Vriend Cado, zeg mij eens of wij ons voor de stervelingen niet voor een poosje zichtbaar en daarna weer onzichtbaar kunnen maken? Een beetje plezier zou ik er toch aan willen beleven om die vrolijke Weners een beetje te plagen! En zouden Robert, ik en jij ook nog in deze stad gaan wonen, dan zullen we toch zeker eerst de staat van beleg opheffen!' Cado zegt: 'Maar liefste Helena, denk je dan werkelijk dat dit het echte aardse Wenen is? Dit is immers slechts een verschijningsvorm en verder niets! Robert heeft toch zojuist gesproken over eEn smalle poort, waardoor men het hemelrijk moet binnengaan. En kijk, daar staat ze al voor ons. Jullie zullen, als jullie er doorheen gaan, nog heel wat smalle doorgangen passeren, waar jullie het heel zwaar zullen krijgen, maar er zal toch doorheen te komen zijn.'
Hoofdstuk 47: De poort gaat open en laat de stad Wenen zien. De aard van de verschijningsvormen in het hiernamaals. Robert verbaast zich over Cado's wijsheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Omdat ik echter een groot behagen schep in je schoonheid en je in alle ernst liefheb, geef ik je een raad. Deze bestaat hieruit, dat je ervoor moet zorgen met de Godmens Jezus op vriendschappelijke voet te komen staan. Laat op z'n minst Zijn naam in jouw rijk vaker uitroepen, zodat je jezelf ervan kunt overtuigen wat daarvan het gevolg zal zijn. Ik ben ervan overtuigd dat je daardoor binnen de kortst mogelijke tijd een geheel andere voorstelling van de Godheid zult krijgen. Kijk, ik ben misschien een nog veel slechtere duivel dan jij. Ik ken Jezus slechts van naam en ken enkele stellingen van Zijn leer, die werkelijk goddelijke wijsheid bevatten en zelfs bij iedere redelijk denkende geestelijke of vleselijke duivel de grootste bewondering moeten afdwingen. Ik heb er werkelijk geen moeite mee om Hem mijn diepste achting te betuigen. Waarom moet dat dan uitgerekend jou zo zwaar en onuitvoerbaar voorkomen?
Hoofdstuk 24: Cado's wijsheid tegenover de verblindheid van Minerva. Erken de Godmens Jezus! - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Cado trekt nu een beteuterd gezicht en zegt bij zichzelf: 'De Godheid zij alle schepselen genadig, en als de hulp van de profeet Jezus, die een lieveling van de Godheid zou zijn, enige uitwerking zou kunnen hebben, zo helpe ook hij, want deze kwellingen zijn voor ieder levend wezen, zij het lichaam, ziel of geest, toch wel onuitsprekelijk zwaar. Overigens moet de wijze Minerva haar personeel niet al te vriendelijk hebben ontvangen, aangezien ze zo ontzettend begonnen te weeklagen. O grote, almachtige Godheid, ook al heb ik straf verdiend, laat mij toch een beetje genade voor recht wedervaren, want deze eeuwigdurende straf voor tijdelijke vergrijpen, hoe erg ze ook mogen zijn, is toch onevenredig wreed. Laat ons te gronde gaan, dan zijn wij voor eeuwig tevreden, want wie niet bestaat, vindt toch zeker alles goed. Ik heb U, almachtige God, vroeger toen ik nog niet de macht van die afschuwelijke pijnen had geproefd, wel willen tarten, maar daar ik nu een heel klein voorproefje van de eeuwigdurende helse pijnen heb ondergaan, is me werkelijk voor eeuwig iedere lust om me ooit tegenover U nog eens weerspannig te tonen, vergaan. Ik ben bepaald geen lafaard, maar wat te veel is, is te veel! Tevens dank ik U, grote almachtige Godheid, als allerarmste duivel voor zoveel genade, omdat U mij tot nu toe nog niet in die poel hebt geworpen. O, welk een smartelijke aanblik biedt toch deze angstaanjagende vuurzee. Welke onverdraaglijke pijnen moeten diegenen die onder haar witgloeiende golven begraven liggen, ondervinden.'
Hoofdstuk 21: Veranderde scène. Verleidelijke hellegeesten. Cado roept de genade en de hulp van de godheid in. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Er wordt door de kerk, zoals die bij u functioneert, scherp erop toegezien, dat vooral het lagere deel van de bevolking de zogenaamde kerkelijke verordeningen goed nakomt, daar anders de absolutie niet wordt verleend. Van de zijde van de kerk worden dan bij bepaalde gelegenheden geen moeilijkheden gemaakt voor degene die zich daaraan houdt; daarom wordt er alle zon - en feestdagen dan ook streng gepreekt en iemand die tegen de verordeningen der kerk heeft gezondigd, wordt het helse vuur na aan de schenen gelegd en hij zal veel moeten doen voordat de kerk hem weer in genade aanneemt. Bij iemand die rijk is gaat het wel wat gemakkelijker, maar voor de arme is het zwaar!
Hoofdstuk 23: 'Blinde leidslieden, die de mug uitzift maar de kameel in slokt!' - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[1] (BISSCHOP MARTINUS:) 'Maar wat is dat toch? Kijk daar, vanuit de donkere avond stijgen dichte wolkenmassa's uit zee op, ongeveer net zoals ik ze wel eens voor zwaar onweer op aarde achter de bergen heb zien opkomen. Deze wolkenmassa' s komen steeds dichterbij en het weerlicht al verschrikkelijk.
Hoofdstuk 82: Het optreden van de dames van het H. Hart van Jezus - De helse storm op zee - Het vangen van het stormgespuis in een zak – Borems toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] DE WIJZE zegt: 'Hoog verheven vriend van alle engelen en mensen. Het lijkt mij toe, dat U niet iemand bent, die de wijsheid bij de mensen zoekt. Want al onze wijsheid is immers reeds een gave van U aan ons en alles wat hier is, is Uw werk. En dus denk ik, dat het helemaal niet nodig zal zijn, dat ik U moet bewijzen of de poort van dit huis dan wel zwaar of gemakkelijk open gaat! Gebied, wat er moet gebeuren en het zal meteen geschieden!'
Hoofdstuk 167: De Heer en Uhron, de wijze van de zon - Bekering van Uhron en diens goede antwoord - Martinus' instemmende woorden over de toespraak van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Zouden jullie echter zoals tot nu toe willen doorgaan met je te verlustigen in jullie lichaam en dat van jullie dochters, dan zou de geestelijke kracht tot verwekking spoedig van jullie worden afgenomen. In plaats van dit lichte etherische lichaam dat jullie nu hebben, zouden jullie een plomp, zwaar, lelijk en met allerlei ziekten behept lichaam krijgen, waarin de onsterfelijke geest zich slechts heel zwaar en moeizaam zou bewegen. Dan zou ook nog de dood over jullie komen, die jullie tot nu toe nooit gevoeld en geproefd hebben.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[30] Zo zou het ook gaan met het bouwen van woonhuizen! Het materiaal daarvoor zou dan heel hard, zwaar en vol gebreken zijn. Jullie zouden het dan nooit door de kracht van jullie wil buigzaam, licht en duurzaam voor alle tijden kunnen maken.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] IK zeg: 'Niet slechts één, doch Petrus, Johannes, Borem, Chorel en Uhron en Shonel zullen je daarheen begeleiden en dat zo snel mogelijk! Want op de verre middengordel van de zon, recht tegenover onze voeten - dus in zekere zin op de onderste zonnehelft - is Satan van plan grote vernietigingen aan te richten en maakt het te bont; daar zul je hem aantreffen vol woede en pijn en met zwaar werk. Doe daar dan met hem, wat je wilt en wat je goed dunkt. Zo zij het!'
Hoofdstuk 189: Martinus' menselijk voorstel tot het onschadelijk maken van Satan - Wenk van de Heer over het toelaten van de boze werken van Satan - Martinus' volmacht om Satan uit te bannen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Jullie hebben op aarde vast al eens een tuinspel gezien, dat ‘duiven schieten’ heet. Kijk, zo ziet ook zo’n boom eruit; alleen zijn er geen takken afgehakt en heeft hij geen ingeboorde zijstokjes, maar het is een ronde boom, ongeveer vijf klafter in doorsnee en ongeveer driehonderd klafter hoog, waaruit aan twee kanten in plaats van takken zijstokjes als reusachtig grote ossenhorens gegroeid zijn. Helemaal bovenaan kromt de boom zich zijwaarts over een afstand van ongeveer vijf klafter, en is daar als sier van een willekeurige kroon voorzien. Aan deze zijwaarts uitstekende boog wordt een lang touw gebonden, en helemaal onderaan, niet van de grond, wordt aan dit touw een kogelrond, relatief zwaar slingergewicht gehangen. Vervolgens pakt een mens de bol en slingert die zo ver zijn kracht dat in één worp toestaat. Daarna slingert deze pendel geruime tijd. En aan de hand van de slingeringen van deze lange pendel wordt daar het allermeest de tijd bepaald.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Wat wordt hier verder nog geleerd? - Hier wordt ook het allergeheimste en allergrootste geleerd, namelijk dat God, die de zuiverste liefde is, op een planeet die aarde heet (op de zon heeft deze planeet echter de naam ‘Pjoer’) volkomen mens is geworden met een zwaar en zelfs aan de dood onderworpen lichaam en daar in de grootste armoede heeft geleefd, hoewel alle hemelen Zijn eigendom zijn, en dat Hij zich als teken van Zijn oneindige liefde en onbegrijpelijke deemoed zelfs aan een kruis heeft laten nagelen en doden.
Hoofdstuk 21: Het derde, hoogste type tempel. Het geheim van de menswording van God en van het kruis. Inwijding in de stand van opperpriester - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Zo wordt ten behoeve van het evenwicht de kleding, die ze dragen, op een zeer nauwkeurige weegschaal gewogen. Als gevolg daarvan moet, wanneer bijvoorbeeld in een huis honderd mensen leven, iedereen een precies even zwaar kledingstuk dragen, en tevens moet iedereen zich laten welgevallen dat de kledingstukken van tijd tot tijd weer gewogen worden; en wanneer blijkt dat het ene een of twee zonnestofjes minder zwaar is dan het andere, moet dat buitengewoon grote ondergewicht onmiddellijk weer precies in evenwicht gebracht worden.
Hoofdstuk 30: Huiselijke regels op het eerste paar nevengordels. Uiterst nauwgezette orde en het snuffelen naar wijsheid van de bewoners - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] Die orde in het bewegen wordt echter bij uitstek alleen in huis in acht genomen en buitenshuis slechts tot een bepaald gebied rondom het huis. Buiten deze kring kan ieder mens zich dan vrijer en willekeuriger bewegen - en wel om reden dat de bodem van hun wereld daar geen evenwicht verstorend, zwaar huis meer hoeft te dragen.
Hoofdstuk 30: Huiselijke regels op het eerste paar nevengordels. Uiterst nauwgezette orde en het snuffelen naar wijsheid van de bewoners - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Deze gordelbewoners zijn er heel handig in om dit metaal heel degelijk te bewerken. Voor dat doel hebben ze buitengewoon grote hutten, waarin dit metaal tot allerlei gereedschappen verwerkt wordt. Er zijn verscheidene mensen, die zich uitsluitend aan deze tak van industrie wijden. Weliswaar verlangen ze niets voor hun werk, maar wie daar een of ander stuk gereedschap wil hebben, moet vruchten en etenswaren aan hen geven met hetzelfde gewicht als het gereedschap zwaar is.
Hoofdstuk 46: Het winnen en gebruik van metalen, bouwkunst en woonhuizen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Dat deze gereedschappen soms niet al te licht zijn, kunnen jullie je gemakkelijk voorstellen, met name de grote hamerbijlen; want deze zijn niet zelden vijftig tot honderd centenaar40 zwaar. Met behulp van zulke gereedschappen kunnen deze bewoners dan ook heel gemakkelijk de meest reusachtige gebouwen neerzetten.
Hoofdstuk 46: Het winnen en gebruik van metalen, bouwkunst en woonhuizen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23