Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

330 resultaten - Pagina 22 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[10] O Gij liefste, liefste Jezus, nu zie ik pas goed in, hoe oneindig wijs en goed U bent. En dit inzicht wordt bij mij nu klaarheid, terwijl het vroeger alleen maar als een ietwat heldere droom was!
Hoofdstuk 80: Gelijkenis van de tarwe - en distelsoorten - Het ontwaken van de liefde van Martinus voor de Heer - Voortzetting van de scène met de dames van het H. Hart van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Intussen ontwaakt ook Chanchah als uit een slaap aan Mijn zijde en herinnert zich alles wat voor haar ogen gebeurd is, alleen maar als een levendige droom. Ze begint Mij meteen van punt tot punt alles te vertellen, wat ze nu gedroomd heeft. Nadat ze klaar is met haar vertelling, vraagt ze Mij of dit visioen van haar iets te betekenen heeft.
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] CHANCHAH zegt: 'Ja, edele man, dat heb ik nog wel gezien. Maar toen de draak zo vlak voor ons lag, overviel me zo'n verschrikkelijk afgrijzen, dat ik vervolgens in een soort angstslaap viel en de daarop volgende gebeurtenissen met dit monster alleen maar als in een droom zag. Ongeveer net zo, als toen ik meteen na aankomst in deze wereld in een soortgelijke toestand raakte, waarin ik Chorel ontmoette en met hem een verschrikkelijke strijd heb moeten strijden. En toen ik daaruit ontwaakte, kwam alles mij ook - net als nu - als een diepe droom voor.
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] In mijn droomgezicht deed en sprak je als de eeuwig heilige Lama Zelf. Maar nu ik weer wakker ben, zie ik aan jou niet de minste verandering van je uiterlijk, zoals het mij bekend is. Jij kunt daarom even goed een met alle macht uitgeruste afgezant van Lama zijn, als achter een heel goed masker ook Lama Zelf! Tot zover en niet verder kan ik mijn droom uitleggen; het verdere en juiste verwacht ik echter van jou, mijn enige liefde. O talm niet om mijn hart met jouw overvloedige wijsheid te vullen!'
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Dit soort visioenen heeft voor de ziel geen ander nut dan alleen, dat ze zich na zo'n droom kan herinneren hoe het met haar in haar absolute toestand is gesteld.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[18] Wanneer jullie zo’n tempel op de zon lichamelijk zouden kunnen aanschouwen of je zelfs op het uitgestrekte grasland ervan zouden bevinden, zouden jullie de verheven pracht en het buitengewoon prachtige uitzicht naar de verten niet kunnen verdragen. Daarom laat Ik ook zelfs niet toe dat iemand zoiets in een droom zou zien; want reeds die droom zou een dodelijk effect hebben. Want wanneer de geest van de mens zoiets te zien zou krijgen, zou hij onmiddellijk alle ketenen van zijn lichaam verbreken en daarheen vliegen, waar het hem zeker beter zou bevallen dan in zijn onbeholpen lichaam. Om die reden geef Ik zulke pracht ook alleen terloops aan; want als Ik jullie dat, zij het ook alleen in woorden, volmaakter zou beschrijven en jullie fantasie er daardoor een duidelijker beeld van zou geven, zouden jullie het absoluut niet op papier kunnen zetten; want jullie geest zou daarbij zo volkomen in zichzelf keren, dat hij volledig zou vergeten zijn lichaam tot activiteit aan te zetten.
Hoofdstuk 20: Een tempel van het hogere type - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Als ze de droom samenvat, ja, als het mogelijk is, ze opschrijft, dan kan de ziel daardoor een goed portret van zichzelf krijgen, want ze tonen haar, hoe ze in zichzelf is, wat haar voornaamste begeerten zijn en wat haar streven is en hoe het eigenlijk met haar totale toestand gesteld is en hoe het zal zijn als ze zich geheel buiten haar lichaam zal bevinden.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Dit soort dromen worden noch door helse en nog minder door hemelse geesten in de ziel opgeroepen, maar ze zijn geheel en al eigen producten van de ziel en ze herinnert zich deze nu eens beter, dan weer slechter en soms helemaal niet. Bij een nog heel natuurlijk mens is dat afhankelijk van de gesteldheid van de zenuwgeest. Richt die zich meer naar de ziel, dan zal de mens zich bijna elke droom precies herinneren; keert die zich na zijn slaap echter meer naar het vlees, dan zal de mens ook weinig of geen herinnering van zijn droom hebben - wat gewoonlijk bij die mensen het geval is, die erg zinnelijk en grofmaterieel zijn.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Maar heel anders is het gesteld met bepaalde heldere dromen, waarin het degene die droomt voorkomt, als was de verschijning werkelijkheid, zodat hij daarna bij het ontwaken zichzelf er nauwelijks rekenschap van kan geven of het een droom was of werkelijkheid. Dergelijke visioenen of dromen behoren niet tot de ziel, maar tot de hem omgevende geesten die van goede of slechte aard kunnen zijn. Zijn ze boosaardig, dan zal de ziel en daardoor ook het lichaam, geheel uitgeput uit zo'n droom ontwaken; zijn deze visioenen echter een werk van goede geesten, dan zullen ziel en lichaam zich bij het ontwaken gesterkt voelen.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[21] Deze beelden, die de ziel in de droom voor ogen heeft, zijn overeenkomstigheden met de zielstoestand, maar in geen geval profetieën van toekomstige gebeurtenissen.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[22] Over het geheel genomen heeft een mens gemakkelijk zoveel bloedverwanten, vrienden en bekenden als er dagen in het jaar zijn, soms ook tienmaal zoveel en daarvan zullen er wellicht in een jaar enkele sterven. Droomt iemand nu van water, brood, mest of een trouwpartij, dan heeft deze droom zeker die gestorvene gegolden of die nu 14 dagen eerder of later gestorven is. Zo staat het ook met alle andere dromen. Iemand droomt van een zwerm sprinkhanen en daardoor was hij wat angstig voor en ook wat verlangend naar oorlog. Maar omdat er in zijn land niets gebeurt en ook niets in de omringende landen, gaat hij zorgvuldig de kranten lezen en ziedaar, hij leest in een artikel: Oorlog tussen engelse zeelieden en kolonisten met de oorspronkelijke bewoners van Zeeland. En hij slaat pathetisch zijn hand tegen zijn voorhoofd en zegt heel ernstig: 'Kijk daar, mijn droom is al in vervulling gegaan. Ik heb laatst van sprinkhanen gedroomd, dat betekent oorlog - en werkelijk, er is oorlog in Nieuw Zeeland'. Als onze lezer zich wat meer moeite had gegeven om de krant verder te lezen, dan was hij nog wel op meer oorlogen gestuit die tegelijkertijd plaatsvonden.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[23] Kijk een dergelijk geloof is een kwaad dat de ziel erg kan schaden, omdat ze zich er aan went op zulke ogenblikken het vertrouwen in Mij geheel te laten varen! En hoe meer van zulke twijfels over profetische visioenen op één of andere manier in de ziel wortel schieten, des te meer verzwakken ze het geloof, het vertrouwen, alsook de liefde tot Mij. Hoewel zulke eenvoudige dromen alleen maar tot de ziel behoren, behoren die domme verklaringen aan een boos geestengespuis toe. Dit bekruipt het vlees bij zulke gelegenheden zoals de bromvliegen een mesthoop, zuigen daaruit dergelijke droom visioenen van de ziel en bepraten de ziel dan met zulke domme profetieën, die op zichzelf niets dan uitwerpselen van zulke boze geestelijke bromvliegen zijn, waardoor de ziel niet zelden net zo door vliegen overdekt wordt als sommige ramen, waar tenslotte de zonnestraal niet meer doorheen kan dringen of maar heel flauwtjes. Zo kan ook de genadestraal uit Mijn zon niet inwerken op de ziel, omdat deze te zeer met dergelijke domheden overdekt is.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[39] Als we daarentegen de bijzondere goede opvoeding van de jongen in kwestie, wiens zeer vrome en erudiete ouders ons maar al te goed bekend zijn, in aanmerking nemen, gaat het er bij mij niet in, ook niet in een allerberoerdste droom, dat een dergelijke jongen in een direkte en totale machtsrelatie zou kunnen staan met de vorst van alle duivels; deze zijn immers nooit in staat om ook maar een minuscuul lichtstraaltje in zich te laten ontkiemen !
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[7] Uit een zuivere somnambule toestand brengt de ziel echter geen herinnering mee terug, evenmin als uit een diep natuurlijk droom leven, omdat ze daar gewoonlijk niet in verbinding staat met haar zenuwgeest. Want deze blijft in zo'n geval wel in verbinding met de zenuwen, die, omdat ze anders niet verzadigd worden en gewoonlijk zwak zij n, zonder de zenuwgeest weldra zouden sterven en oplossen. Dat zou de absolute dood van het lichaam zijn.
Hoofdstuk 13: Ether, zijn gebruik en zijn werking - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[24] Hierin ziet de geest tot in de diepte der Godheid; want in God is nabij en ver één en dezelfde God, over Wie ik in dit boek schrijf en is zowel in Zijne Drievoudigheid in het lichaam der heilige zielen als in de Hemel. Van Hem ontvang ik mijn inzicht en van niets of niemand anders; ik wil ook niets anders weten als God alleen; deze zelfde God en Hij is ook de zekerheid mijns geestes, zodat ik bestendig ben in het geloof en op Hem vertrouwe. En of een Engel uit de Hemel het mij ook zoude zeggen, zo zou ik het toch niet kunnen geloven, veel minder het begrijpen; ik zou steeds twijfelen, of het zo zou zijn, maar de zon gaat in mijn geest op; daarom ben ik er zeker van en ik zie de oorsprong en de geboorte der heilige Engelen en van alle dingen, in de Hemel en op deze aarde. Want de heilige Ziel is als één geest met God; of zij al een schepsel is, zo is zij toch aan de Engelen gelijk; zo ziet ook de ziel des mensen véél dieper dan de Engelen; de Engelen zien slechts tot in de Hemelse pracht en praal; de ziel ziet in de Hemel en in de hel, want zij leeft tussen beide in. Daarom moet zij zich wel laten verdrukken en alle dagen en uren met de duivel worstelen, dat wil zeggen met de helse eigenschappen, en zij leeft in deze wereld in groot gevaar; daarom heet dit leven met recht een jammerdal vol van angst, en vol van worstelen en strijden. Maar het koude en halfdode lichaam verstaat deze strijd der zielen niet altijd; het weet niet, wat hem wedervaart, maar het is zwaar­moedig en angstig, en gaat van de ene plaats naar de andere; zoekt ont­houding of rust. En wanneer het dit vindt, zo vindt het nog niets, want twijfel en ongeloof doen zich voelen; het is dikwijls als ware het geheel van God verstoten; het verstaat niet de kamp des geestes; hoe de geest nu eens overwint, dan weer de nederlaag lijdt, en welk een heftige strijd er gestreden moet worden met de helse en met de Hemelse eigenschappen; welk een vuur de duivelen aanblazen en de heilige Engelen wederom blussen, geef ik aan iedere heilige ziel te bedenken. Ge moet weten, dat ik hier geen geschiedenis schrijf, die mij door anderen verteld is gewor­den. Ik moet voortdurend strijd voeren; menigmaal is het mij moeilijk gemaakt, evenals aan alle mensen. Maar om des strijds wille, de strijd, die hevig is en om de wille van de ijver, die wij aan de dag leggen, gewerd mij deze openbaring. Het is mij een dringende behoefte, dit alles op papier te stellen. Wat echter hierna volgen zal, weet ik nog niet geheel en al, alleen weet ik, dat mij ettelijke toekomstige geheimenissen getoond werden. Want wanneer het licht opgaat, zo doorlicht het alles, maar de mens kan niet alles goed verstaan, want het is hem, alsof te midden van een onweer, de bliksem te voorschijn schiet en dan plotseling weer verdwijnt. Alzo gaat het ook in 's mensen ziel, wanneer zij voort­gaat te strijden, zo ziet zij de Godheid als in een bliksemstraal, maar de zonde overschaduwt alles weer, want de oude Adam behoort tot de aarde, en niet met zijn tegenwoordige lichaam, tot de goddelijkheid. Ik schrijf dit niet tot eigen lof en eer, maar opdat de lezer wete, waarin mijn kennis bestaat; opdat hij mij niet aanziet voor iemand, die ik niet ben. Want hetgeen ik ben, dat zijn al degenen, die in de kracht van Jezus Christus, onze Koning jagen naar de troon der eeuwige vreugde en leven in de hope der Volmaking, welke aanvangt op, in de dag der Opstanding, die nu aanstaande is. Ziet daarom toe, dat ge niet slapend bevonden wordt in uwe zonden; waarlijk de wijzen zullen het bemerken, maar de goddelozen blijven in hunne zonden. Zij zeggen: wanneer is de dwaas aan het einde zijner dromen? Zij zijn ontslapen in hunne vleselijke lusten. Ziet gij toe, welke droom gij droomt. Ik wilde ook wel rusten in alle zachtmoedigheid, maar ik moet dit verrichten en God, die de wereld gemaakt heeft, is mij veel te sterk; ik ken Zijner Handen werk; dat Hij mij plaatse waar Hij slechts wil. En of ik ook al in de wereld en in des duivels getier zijn moet, zo is toch mijn hoop op God gericht en op het toekomstige leven, en wel wil ik het wagen en Zijne Geest niet wederstreven. Amen.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23