Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 26 van 1112

...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...
[10] Stel je nu eens het effect voor, dat zo’n natuurverschijnsel op een streek heeft, waar het overheen beweegt! - Wat doen de zonnebewoners bij zo’n gelegenheid? - Ze stellen zich ten eerste ogenblikkelijk vol innig vertrouwen onder Mijn bescherming en plaatsen op een heuvel, zo hoog als ze maar kunnen beklimmen, een groot vat met water. Rondom het wat met water steken ze straalsgewijze tamelijk lange pennen in de grond. Deze heel eenvoudige inrichting heeft volgens de ervaring van de meest wijze leraren zeer beslist de kracht om ten eerste zo’n vuurhoos naar zich toe te trekken en vervolgens onmiddellijk de wervelende draaiing ervan tot rust te brengen.
Hoofdstuk 15: De omgeving van een huis op de middengordel. Boomgroei aldaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Spoedig daarna begeven de zonnebewoners zich dan weer naar die heuvel en halen hun veiligheidsgereedschap op, dat volkomen ongedeerd wordt aangetroffen behalve het water, dat weliswaar qua hoeveelheid niet minder is geworden, maar helemaal zwart geworden is.
Hoofdstuk 15: De omgeving van een huis op de middengordel. Boomgroei aldaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[20] Voor de zonnebewoners is niets gemakkelijker dan dat. Ze steken een ongeveer tien klafter lange buis in de grond, zodanig dat de buis nog ongeveer een klafter boven de grond uitsteekt. En onmiddellijk verzamelt zich uit de buitengewoon sappige aardbodem van de zon veel water in de buis. De buis is namelijk, voorzover die in de aarde wordt gestoken, aan alle kanten voorzien van een groot aantal ronde openingen of gaatjes, die gretig de grote hoeveelheid vocht uit de bodem in de hoofdkanaal van de buis laten stromen, en door dit kanaal stroomt dit rijkelijk verzamelde vocht dan als een tamelijk hoog spuitende bron naar buiten ten behoeve van mensen en dieren.
Hoofdstuk 16: De landbouw op de middengordel. Groentetuin, schapenweide en broodakker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Ten tweede is het verschil, dat er op deze twee gordels absoluut geen zogeheten amfibieën zijn, in het water noch op het land, en eveneens geen verscheurende dieren. Er zijn wel dieren die qua uiterlijk op verscheurende dieren lijken; maar toch zijn die edeler en zachter van karakter. Tevens hebben alle dieren geen wapens om elkaar aan te vallen, zoals op aarde; in dit opzicht hebben ze bijna allemaal de aard van lammeren, en ze voeden zich met gras en wortelen.
Hoofdstuk 33: Het tweede paar gordels - overeenkomstig onze aarde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Deze gordel verschilt enorm van zijn noordelijke tegenhanger. Want ten eerste wordt hij behalve door een hoge ring van bergen ook nog direct door een brede watergordel van de tweede zuidelijke gordel gescheiden. Daarna begint er pas een buitengewoon bergachtig land. Dat uiterst weinig vlakten heeft, en de weinige vlakten zelf zijn nog met water bedekt. Op vier plaatsen wordt dit land door een breed water van de ene ring van bergen tot de andere zelfs zodanig gescheiden, dat het voor de bewoners van het ene land niet mogelijk is om bij de bewoners van het andere land te komen. Want de inham van de eigenlijke ringzee op zo’n plaats is zo groot, dat jullie wereldzeilers daar niet over zouden durven zeilen. - ten eerste vanwege de grote watervlakte, en ten tweede omdat het water van de ringzee met name in deze inhammen voortdurend erg stormachtig is en grote golven vertoont, die soms groter zijn dan de hoogste bergen op jullie aarde; en op zo’n woest wateroppervlak zou ook de allerdapperste schipper van jullie aarde zich niet wagen.
Hoofdstuk 35: De zuidelijke gordel van het derde gordelpaar - overeenstemmend met de asteroïden - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] Deze mensen wonen het liefst in tamelijk hoog gelegen streken; want voor het water hebben ze veel angst. Wanneer ze een groot water zien, denken zij ook dat de wereld daar ophoudt en dat het water steeds hoger komt; dat idee krijgen ze door het sterke golven van de grote wateren, en om die reden houden ze zich dan ook, zoals reeds opgemerkt, bij voorkeur op in de hogere gebieden van hun land.
Hoofdstuk 35: De zuidelijke gordel van het derde gordelpaar - overeenstemmend met de asteroïden - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Wat de gordel als zodanig betreft, deze is eveneens door een hoge muur van bergen van de vorige gescheiden. Maar vanaf deze bergmuur lopen dan direct grote bergketens over de gehele, bijna vierduizend mijl brede gordel. - Aan de noordelijke kant heeft deze een watergordel, die evenwel niet overal even breed is, maar op vele plaatsten landinwaartse inhammen heeft. Menige inham strekt zich landinwaarts twee- tot drieduizend mijl ver uit. De noordelijke oevers van dit water lopen in een tamelijk rechte lijn en wordt door louter steile bergwanden begrensd.
Hoofdstuk 43: Het vijfde gordelpaar, overeenstemmend met Saturnus. Het land en de mensen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[19] Ook deze gordelbewoners kunnen zich door hun wil soms vrij in de lucht verheffen en in geval van nood ook korte stukken over het water lopen. Maar dat durven ze niet over grote afstanden te doen, aangezien zij zeggen: Zoiets is een wonder, waar de mens zich alleen in geval van uiterste nood van mag bedienen. Maar niemand moet daar een geregelde bezigheid van maken. Want de Geest Gods bedient zich alleen van wonderen, wanneer Zijn eindeloze wijsheid die noodzakelijk vindt; voor het overige moet alles zich binnen de eeuwige orde bewegen. - Om deze reden durven zij ook nooit onafgebroken gebruik te maken van hun wilskracht; maar ze bedienen zich daar alleen in uiterste noodzaak van.
Hoofdstuk 43: Het vijfde gordelpaar, overeenstemmend met Saturnus. Het land en de mensen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Als dit dier door zijn vijanden wordt achtervolgd en in het nauw wordt gedreven, blaast het zijn buik op, waardoor het dan een uiterst belachelijk, afschrikwekkend uiterlijk krijgt. Als de buik opgeblazen is, gaat het onmiddellijk het water in en zwemt het snel van de oever weg. Als het nu tien of twintig klafter van de oever vandaan is, begint het, zwemmend in het water, met zijn voorpoten op zijn sterk gespannen buik te trommelen. Daardoor veroorzaakt het zo’n lawaai, dat daardoor zelfs de oever begint te trillen alsof er een aardbeving gaande was. Door dit lawaai maakt het dier zijn vijanden niet zelden zo aan het schrikken, dat deze zich niet zo gemakkelijk weer in zo’n afschuwelijke omgeving durven te begeven.
Hoofdstuk 57: Het dierenrijk op de planeet Miron. De damper, de donderaar en de windmaker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Wat is nu eigenlijk het opmerkelijke aan dit dier? - Het opmerkelijke is, dat het zijn voedsel in drie elementaire rijken kan zoeken, namelijk in het water, op het land en in de lucht. - Nu zullen sommigen zeggen: dat vinden wij niet zo opmerkelijk! Zo leven bij ons alle viervoetige dieren; want ook zij leven van het water, van het land en van de lucht. - Maar hier ligt de zaak anders. Deze geit kan het water ingaan en daar, net als de ganzen bij jullie, rondzwemmen en de veelvuldig voorkomende waterplanten eten. Dit is nog altijd niet zo opmerkelijk, want ook op aarde zijn er viervoetige dieren, die heel goede zwemmers zijn en zich de waterplanten goed laten smaken. - Dit dier kan zich echter vrij in de lucht verheffen en vangt daar, terwijl het zich rap naar alle kanten beweegt, de door de wind meegedragen bladeren en andere plotseling opduikende plantaardige dingen in de lucht en eet ze op. Want hier moet nog bij opgemerkt worden, dat de lucht van deze planeet meer dan vol is van allerlei zeldzame, uit de kosmos komende verschijnselen, en dat er niet gauw een dag voorbijgaat, dat niet hele wolken van vreemdsoortige planten, zaden, dieren en dergelijke meer voor korte tijd de lucht vullen. Deze kosmische verschijnselen vallen echter zeer zelden op de grond, maar drijven heel genoeglijk in de lucht voort, wat daar des te gemakkelijker gebeurt, omdat de lucht van deze planeet veel dichter en zwaarder is dan de lucht van jullie planeet.
Hoofdstuk 58: De Miron-geit. De gronddrukker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Een gedeelte van zulke absolutisten wordt reeds bij hun doorbraak door de kracht van de geestenwereld van de zon weer tot omkeren gedwongen, waarbij een deel van hen dan in de grote zonnezeeën terugvalt om te kalmeren en af te koelen. Een groter gedeelte echter, dat zich iets verder van de zon heeft gewaagd, wordt door de machtige polariteit van de zon gegrepen en hierdoor weer naar de oertoestand teruggebracht, dat wil zeggen: naar het eigenlijke hart van de zon. Ook dat gedeelte, dat door de wateren van de zon wordt opgenomen, volgt in de loop van de tijd een teruggaande beweging door de vele poriën, aders en kanalen, dikwijls tot in de laatste inwendige zon, dat zoals jullie weten de eerste na het oppervlak van de zon is. Veel van zulke in het water teruggevallen geesten worden echter ook wel als voedsel voor en rijping van het uitwendige zonneoppervlak gebruikt.
Hoofdstuk 73: Geordend en ongeordend opklimmen van de grondlicht-geesten van de zon. Het lot van de zonnemuiters. Ontwikkeling van kometen en planeten. Het eeuwige, onmetelijke scheppingswerk. Besluit - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Wat voor verschijnselen zullen in dit punt optreden? - Het water uit beide buizen zal zich eerst in een werveling vermengen en vanuit deze werveling zal het verenigde water in de beide, verder doorlopende pijpen dringen wat nog aanschouwelijker en begrijpelijker zou worden als de ene pijp water en de andere wijn zou bevatten. Tot aan dit bepaalde punt zou zeker iedereen uit de ene pijp wijn en uit de andere water krijgen; maar na dit punt zouden beide pijpen met water gemengde wijn vervoeren.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Stel je weer een waterleiding voor, waarbij echter op één punt tien of nog meer buizen elkaar straalvormig doorsnijden. Het water zou zich in dit verenigingspunt van buizen door een sterk wervelende beweging verenigen en daarvandaan in de afvoerbuizen gemengd doorstromen, zodat tenslotte uit elke buis als het ware tien - of veelvoudig gemengd water zou komen.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Wie dit niet helemaal kan begrijpen, die stelle zich een badkuip met water voor, zoals Ik jullie ook al bij een andere gelegenheid heb laten zien. Hang boven het bad, op een afstand van ongeveer tien meter een behoorlijk grote kogel, die bovendien van magnetisch ijzer is. Breng deze kogel boven het bad in een draaiende beweging en kijk naar het water of dat soms in beweging komt. Je kunt er van verzekerd zijn, dat het water in volledige rust zal blijven. Laat nu iemand in het bad gaan liggen en gewoon ademhalen. Iedere waarnemer zal zich ervan kunnen overtuigen, dat bij elke inademing het water in het bad iets zal stijgen en bij het uitademen weer iets zal dalen. Wat we hier in het klein kunnen zien, gebeurt met het aardelichaam in het groot:
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] De aarde moet door transpiratie van de talloze organen, al het materiaal dat in haar is aan de oppervlakte brengen. Datgene wat daar aan de oppervlakte wordt afgeleverd, wordt eerst door de planten en dan door de dieren opgenomen en in hen weer in datgene veranderd, wat het oorspronkelijk was. Waar zou het dier het bloed vandaan krijgen als het al niet van te voren in de aarde zou zijn? Waar zou het water vandaan komen als het al niet van te voren in de aarde zou zijn? Kortom, de aarde moet al datgene in zich bergen, wat de op haar levende wezens in zich hebben, zoals een hoofdluis hetzelfde, natuurlijk in aanzienlijk veranderde en kleinere vorm, in zich heeft als het dier of de mens, die voor dat kleine diertje namelijk ook een hemellichaam is.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39  ...