Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36210 resultaten - Pagina 29 van 2415

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...
[20] Dan zal ik kleiner worden, dan ik nu ben. En ik zal voor mijn onderhoud niet veel meer nodig hebben, dan jij nu en zal jullie gelukzaligheid nooit meer in gevaar kunnen brengen. Nu zou het jullie echter allemaal nog heel slecht vergaan, als ik met jou meteen mij helemaal tot de Heer zou keren. Ik zal daarom nog wel enkele aeonen van aardejaren zo als ik nu ben moeten wachten, voor ik jouw wens zonder gevaar voor jullie allen zal kunnen opvolgen.
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Denk je nu eens in: wanneer de doorsnede van deze hoofdcentraalzon al zo’n lange lijn vormt, dat zelfs het licht meer dan een triljoen jaar nodig zou hebben om die afstand af te leggen, dan zal het gehele volume van zo’n lichaam toch zeker zeer aanzienlijk moeten zijn wat de natuurlijke grootte betreft. Maar als dat lichaam voor jullie begrippen al zo eindeloos kolossaal is, zal deze zeer volumineuze massa materie dan niet een voor jullie onbegrijpelijk zware druk uitoefenen op het middelpunt van alle mogelijke uiterlijke punten?
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Aan deze twee voorbeelden hebben we genoeg om onze zaak zo aanschouwelijk mogelijk te maken. - De zon is eveneens een bol, zoals jullie weten, en wel een bol, die een doorsnede heeft van ongeveer tweemaal honderdduizend mijl6. Deze bol draait in ongeveer negenentwintig dagen om haar eigen as. Denk je eens in, hoe snel op de evenaar de beweging van de zon dan wel niet moet zijn, wanneer een punt daar in de eerder genoemde tijd van 29 dagen een reis van 600.000 Duitse mijlen moet maken - een afstand die ongeveer zeven keer de afstand van de maan tot de aarde is, en waarvoor een snelle ruiter, als hij dag en nacht zou doorrijden, meer dan zeventig jaar nodig zou hebben.
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Op een planeet kunnen jullie bijvoorbeeld heel gemakkelijk naar de vlam van een kaars kijken. Waarom eigenlijk? - Omdat door het verbranden de in de pit en de vette materie gebonden geesten slechts in tamelijke geringe mate geprikkeld worden, door een geringe mate van vibratie de hun omgevende omhulsels heel gemakkelijke vernielen en daarna in een vrije activiteit overgaan. - In een smidsoven kunnen jullie niet meer zo gemakkelijk kijken, omdat de in de steenkool nog achtergebleven geesten reeds een sterkere prikkeling nodig hebben om zich door heviger vibraties uit hun kerkers vrij te maken. - Nog moeilijker zullen jullie het licht van die vlammen verdragen, die uit een vuurspuwende berg oplaaien en opsproeien, omdat die hun ontstaan te danken hebben aan een veel machtiger prikkeling, die de geesten in het inwendige van de aarde overkomt.
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Maar opdat jullie dat wat beter inzien, zal Ik jullie een klein voorbeeld geven. Het gebeurt niet zelden, dat er zich plotseling boven de een of andere heuvel rood gloeiende sterren vertonen. Bij zo’n gelegenheid moet er zorgvuldig op gelet worden hoe hoog zo’n heuvel is, of in welke richting ze van de heuvel wegdrijven. Stel, dat zulke sterren bij een duizend mijl verwijderde heuvel ontdekt werden en dat deze heuvel middelmatig hoog was, en dat de sterren zich in de richting van de heuvel zouden bewegen, waarop wij ons nu bevinden. - dan zouden er niet meer dan drie minuten voor nodig zijn, of de voordien kleine sterretjes zouden nu al als kleine kosmische bollen hier bij deze heuvel zweven, waar wij ons bevinden; hun snelheid is buitengewoon groot, omdat ze meestal van elektrische aard zijn. En wat ze op hun weg tegenkomen, is in één ogenblik verwoest.
Hoofdstuk 15: De omgeving van een huis op de middengordel. Boomgroei aldaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Wanneer de ene buurman bij de andere komt en hem om een vriendendienst vraagt, wordt hij heel blijmoedig tegemoet gekomen; want een grotere bereidwilligheid om zijn naaste ter wille en van dienst te zijn, zoals die bij deze bewoners van deze gordel gebruikelijk is, kunnen jullie je absoluut niet voorstellen. Want wanneer bijvoorbeeld de ene buurman naar de andere toekomt met het verzoek hem een of ander stuk gereedschap of iets anders te lenen, dan geeft de buurman, aan wie dat gevraagd wordt, het gevraagde niet alleen met de meest voorkomende vriendelijkheid, maar hij vraagt hem ook nog heel dringend of hij niet meer nodig heeft. En wanneer de ander dat heel vriendelijk afwijst, laat de ene buurman het zich er toch niet van weerhouden om het gevraagde zelf naar de woning van de ander te dragen en hem daar bovendien nog zijn diensten aan te bieden, voor het geval de andere buurman misschien niet volkomen handig met het gereedschap om zou kunnen gaan.
Hoofdstuk 38: Karakter en manier van leven van de bewoners van het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Nu is weer de vraag, met name wanneer een dal soms meer dan honderd mijl breed is, hoe lang de bouwmeesters wel niet bezig zijn om zo’n reusachtige boog te voltooien? - Ik zeg jullie: nauwelijks zolang als jullie nodig hebben om een woonhuis van gemiddelde grootte te bouwen. Want ten eerste wordt bij zo’n gelegenheid een dergelijk werk niet zelden aangepakt door verscheidene duizenden handen, die enkel bezig zijn met bouwen, evenveel handen, die het bouwmateriaal klaarmaken en nog eens zoveel, die het aanvoeren.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[27] Er wordt evenwel in deze tijd niet meer zo’n weg aangelegd; want deze weg is al ouder dan jullie aarde door mensen bewoond wordt, en heeft een leeftijd van ongeveer zestigduizend jaar. Desondanks worden er nog in deze tijd kleinere zijwegen met deze hoofdweg verbonden en wordt er hier en daar onderhoud gepleegd aan de hoofdweg zelf, waarvoor dikwijls niets meer of minder nodig is dan het aanleggen van een heel nieuw gedeelte.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[28] Welnu, daarmee is ook het meest reusachtige bouwwerk van de bewoners van deze gordel beschreven - Daar het niet nodig is er meer over te zeggen, zullen wij de volgende keer overgaan tot het bezichtigen van een tempel.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Om deze vraag volledig te kunnen beantwoorden, zal het nodig zijn eerst nader kennis met de boom te maken, waardoor de bovenstaande vraag dan ook vanzelf beantwoord zal worden. Deze boom groeit op uit de grond ongeveer op de manier zoals bij jullie het koraalboompje op de bodem van de zee. Het heeft geen echt hout als wezenlijk bestanddeel, maar de stam en ook de wortels en takken bestaat uit een minerale substantie, ongeveer dezelfde als de mosselen bij jullie. Hij heeft dus ook geen bast; hij is volkomen glanzend glad en schittert met een witblauwe, metalen glans. De takken zijn echter volkomen wit. De stam van deze boom, met name als hij oud is, is niet zelden drie- tot vierhonderd klafter hoog en heeft bij de grond een omtrek van twintig tot dertig klafter. - Hoe weinig takken zo’n boom in verhouding tot zijn grootte heeft, kunnen jullie zien aan het feit, dat zelfs de grootste boom er niet meer dan twintig heeft; en geen enkele tak reikt verder dan vijf klafter van de stam.
Hoofdstuk 55: De trouwboom, het levende riet en de vliegende broodboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Zo zijn er ook nog andere dieren, die op de andere planeten van onze zon voorkomen, maar zoals reeds gezegd met de nodige wijzigingen; voor het doel van onze mededeling zou het echter teveel tijd kosten om alles te vertellen. Want alleen op deze planeet al zijn er meer dan honderdduizend soorten viervoetige dieren, die niet onderhevig zijn aan veranderingen van vorm. - En stel je dan eens het enorme aantal dieren voor, die men daar overgangsdieren noemt; en tenslotte het even talrijke rijk van de tweevoeters. Daarmee zal jullie duidelijk worden, hoeveel tijd ervoor nodig zou zijn om iedere diersoort aanschouwelijk te beschrijven. - Daarom zij dit algemene overzicht voldoende voor het hele dierenrijk, met daarbij de verzekering, dat er op vrijwel geen enkele planeet zo’n bonte mengeling van wezens is als hier - zonder dat daardoor de mens op enig vlak van zijn bestaan en werken nadelig beïnvloed wordt. Want ruimte, die alleen deze dierengeslachten in bezit kunnen nemen, is er meer dan genoeg - en wel heel uitgestrekt. Daarvoor dienen met name de oevergebieden van de zeeën aan de andere kant van de bergen, waar het werkelijk wemelt van allerlei soorten wezens, die slechts heel zelden - en sommige nooit - over de twee grote bergketens heen komen om in het eigenlijke, voor mensen bewoonbare land te gaan wonen; en als sommige al over deze bergen heen komen, worden ze als vreemdelingen door de inheemse dieren ook heel gauw weer gedwongen terug te gaan.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Neem aan - en jullie kunnen dat gevoeglijk aannemen - dat de zon een volmaakte planeet is. Maar als de zon een volmaakte planeet is, wat zijn de planeten dan, zoals bijvoorbeeld Mercurius, Venus, de aarde enzovoort? - Jullie zullen zeggen: dat zijn manen van de zon. - Als Ik jullie nu vraag: Hoeveel van zulke manen heeft de zon?, dan zullen jullie zeggen: Mercurius 1, Venus 2, aarde 3, Mars 4, Pallas, Ceres, Juno en Vesta 8, Jupiter 9, Saturnus 10, Uranus 11 en Miron 12. - Maar nu zeg Ik: hoeveel manen heeft de aarde? - Jullie zeggen: één. - Hoeveel heeft Jupiter er? - Jullie zeggen: vier. - Hoeveel heeft Saturnus er? - Jullie zeggen: zeven. - Hoeveel heeft Uranus er? - Jullie zeggen: vijf. - Hoeveel heeft Miron er? - Jullie zeggen: volgens het eerste getal: drie - Dat zijn samen dus twintig manen - Wat zijn deze manen dus ten opzichte van de zon? - Jullie kunnen onmogelijk iets anders zeggen dan: dat zijn bijmanen. - Goed! Meer heb Ik niet nodig! - Nu begeven we ons weer naar Miron.
Hoofdstuk 65: Innerlijke, vreugdevol actieve religie op Miron. Voortplanting en begraven van de doden. Sterrenkunde als middel tot Godskennis - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[15] Als jullie dat overwegen, zal het jullie zeker duidelijk zijn dat de grote gastheer, die vele myriaden en myriaden centraalzonnen zodanig moet voeden, dat ze steeds voldaan zijn, ook nog wel middelen zal vinden om dergelijke mensen te verzadigen. Want voor de natuurlijke instandhouding van een centraalzon, waarbij vergeleken de aarde niet eens als een stofje beschouwd kan worden, zal toch meer nodig zijn dan voor de instandhouding van een mens, ook al was hij zo groot, dat hij van de aarde tot de maan zou reiken. - Het doet er niet toe of een lichaam groot of klein is; in Mijn oneindige voedselkamer zal het zeker niet te gronde gaan.
Hoofdstuk 66: Het zevende paar gordels en de reusachtige bewoners ervan - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[48] Opmerking: Deze vermelding, die schijnbaar vorige mededelingen over de manen van Miron tegenspreekt, was voor de schrijfknecht van de Heer, Jakob Lorber, aanleiding tot de volgende bede: ‘O mijn zeer geliefde Heer en heilige Vader in Jezus! Ik arme, waardeloze zondaar en trage, onoplettende knecht vraag U uit de grond van mijn hart of U mij weer uit een verlegenheid wilt helpen! - Kijk, zoals U bekend is en altijd geweest is, heeft zich in het dictaat over de zon een kleine tegenstrijdigheid in getallen voorgedaan, en wel bij de laatste planeet waarover aanvankelijk in de inleiding gezegd is dat die slechts drie manen heeft; nu, bij de specifieke behandeling van dit hemellichaam wordt er echter gezegd, dat het tien manen heeft! - Hoe moet dat opgevat worden? - Hier sta ik, Heer en Vader, voor U en belijd vanuit mijn diepste innerlijk dat een dergelijke tegenstrijdigheid van getallen mij nog nooit van de wijs heeft gebracht; want ik weet maar al te goed en zeker, dat in U alles uiteindelijk opgelost wordt en tot de mooiste evenwichtige harmonie komt; maar zo is het niet bij iemand anders, die U, o Heer en Vader, heel goed kent. - Deze persoon heeft de scherpe schoolse punten van zijn verstand nog niet door een deemoedig en aan U overgegeven geloof stomp gemaakt, en één gesproken woord is al voldoende om zijn geloof te doen wankelen en mij, arme knecht, van bedrog te verdenken! - Geef, o Heer, vanwege deze man mij dus nu al de oplossing van deze getalstegenstrijdigheid, of leid mij er veilig vandaan, aangezien ik constant het gevaar loop om van bedrog in Uw naam verdacht gemaakt te worden, en geef deze genade aan iemand anders, maar laat mij Uw enige liefde en erbarmen! Want op deze manier ben ik niet veilig voor de strikken van de wereld. - help mij dus op de ene of andere manier. - Als ik voor dit heilige ambt van Uw grote genade te zwak ben, sterk mij dan in alles of zet iemand anders op mijn plaats. Want werkelijk, deze taak is mij al tot een grote last geworden, aangezien die een waarlijk groot en zwaar kruis is! - Maar zoals altijd geschiede ook deze keer Uw heilige wil. Amen’. De knecht kreeg het volgende, voor menig verstandelijk criticus betekenisvolle antwoord: ‘Schrijf dan, Zoon van Adam, die nog vuur van de hemel roept, wanneer je bekritiseerd wordt, om welke reden jij op oude gronden een ware Jakob bent! Kijk naar Mij: wat hebben de mensen al allemaal niet van Mij gemaakt! Hoe vaak ben Ik niet een bedrieger, een volksopruier, een Israëlitische leegloper, vagebond, zonderling, dwaas, een tovenaar, ja zelfs een dienaar van Beëlzebub genoemd!? - Ja, zelfs in deze tijd vergaat het Mij op aarde geen haar beter; men hoont en bespot Mij allerwegen, lacht Mij uit, of men loochent Mij helemaal en vernietigt daardoor tevens zeker tot de laatste letter Mijn woord en derhalve ook al Mijn genade en erbarmen. Waar Ik eventueel nog voor de schijn gediend wordt, hoef Ik je niet nader te beschrijven hoe zo’n dienst op zichzelf merendeels in elkaar zit; want dat weet je voor het grootste deel al! - En zie, toch laat Ik geen zwavel en vuur uit de hemel regenen! Wees ook jij dus zachtmoedig en bescheiden, en wees altijd vol liefde, zachtmoedigheid en geduld tegenover jouw broeders en zusters, dan zul je meer bij hen bereiken dan door zwavel en vuur uit de hemel! Als A.H.W. hier en daar tegen sommige dingen bezwaar maakt, hoeven we daarom nog niet boos op hem te worden; hij doet het immers niet om jou verdacht te maken, maar alleen ter wille van het licht. Daarom, Mijn Jakob, nog geen vuur uit de hemel dus! Ook is het niet nodig dat jij Mij daarom het ambt van genade wilt teruggeven, maar ga maar gewoon door; het juiste licht over iedere uiterlijk schijnbare tegenstrijdigheid zal op de juiste tijd en de juiste plaats wel doorbreken. Want als dat eerste onberispelijk geweest zou zijn, zou er geen ruimte voor iets anders gezocht worden! - Dat moet je goed begrijpen - en ook er ook acht op slaan waarom het Oude Testament bekritiseerd en er een Nieuw voor in de plaats werd gezet! - Zo is het hier dus ook. Drie korrels worden er in de aarde gelegd, die tienvoudige vrucht opleveren. Waarom niet drievoudig? Waarom moeten de drie gegeven korrels eerst in de aarde uitgebreid bekritiseerd worden, ja waarom te gronde gaan, om de nieuwe tien kinderen een vrije groei te schenken? Bij jullie spreken drie en tien elkaar weliswaar tegen, vanwege jullie hardheid, maar zo is het niet bij Mij; want in Mijn rijk zijn duizend als één en één gelijk aan een aantal van oneindig velen! - Wacht ook jij dus maar geduldig af, en vertrouw Mij, dat Ik echt allerhoogst wijs ben, dan zal op de juiste plaats wel blijken waarom er in het eerste bericht drie en in dat vandaag, als het ware het nieuwe bericht, tien manen staan! - Maar om te zorgen dat jij niet weer onnodig vurig wordt, zeg Ik je nu al dat er bij de onthulling en over de zon nog enkele tegenstrijdigheden over de gesteldheid voorkomen en zelfs nóg enkele zullen voorkomen. Maar als de zon af zal zijn, zullen alle tegenstrijdigheden opgelost worden! Daarom moet jij niet vurig en A.H.W. niet angstig worden. Want wat jij ontvangt is Mijn zaak, en Ik zal er wel in alle opzichten voor weten te zorgen dat die wordt zoals ze moet zijn; maar jij doet genoeg als je Mijn wil vervult! - Laat iedereen met zijn wereldse verstand maar lekker ver van Mijn gave blijven - anders lijkt hij op zaad, dat uit de hand van de zaaier op doornen en distels viel. Want in het verstand wonen allerlei zorgen. - Wie dus Mijn woord met zijn verstand in plaats van met zijn hart afmeet, zal de vruchten van Mijn zaad waarschijnlijk nooit oogsten. -Bij Matteüs (28: 1-7) komen er twee vrouwen naar het graf; er vindt een aardbeving plaats, er verschijnt een engel die de steen van het graf wentelt, erop gaat zitten en de twee vrouwen over Mij informeert. - Bij Markus (16: 1-7) komen er drie vrouwen, die zich zorgen maken vanwege de steen; deze wordt door een onzichtbare macht weggehaald, daarna gaan ze het graf binnen, zien daar een jongeman met een wit kleed aan de rechterkant zitten, die hen troost en inlichtingen over Mij geeft! - Bij Lukas (24: 1-7) komen er verscheidene niet genoemde vrouwen, met specerijen zelfs, die steen reeds afgewenteld vinden, direct het graf binnengaan, maar daar nog niemand vinden; na een poosje, waarin ze zich al zorgen zijn gaan maken, komen er twee mannen in glanzende kleren op hen toe die hun inlichtingen over Mij geven! - Bij Johannes (20: 1-14) komt er maar één vrouw, namelijk Magdalena, die het graf open aantreft, maar niemand erin; daarom loopt ze naar Petrus, en Petrus komt met de andere leerling haastig naar het graf en vinden daar behalve de opgestepelde linnen doeken niets, gaan vervolgens weer naar huis, en pas hierna kijkt de huilende Magdalena in het graf en ziet aan hoofd- en voeteneinde twee engelen in witte kleren, die alleen maar vragen: ‘Vrouw, waarom huil je?’ En nadat ze de vraag beantwoord heeft, sta Ik ook al achter haar! - Wat moet iemand, die hierbij uiterlijk, puur werelds en historisch volgens zijn verstand oordeelt, bij deze vier zeer verschillende mededelingen noodzakelijkerwijze wel vinden, als hij echt spitsvondig en kritisch te werk wil gaan? - Ik zeg je: ofwel de dood van zijn verstand, ofwel de dood van zijn geloof. De dood van zijn verstand, als hij daar een goddelijk mysterie vermoedt en dat aan Mijn wijsheid en almacht overlaat. De dood van zijn geloof echter, als hij zegt: Als het feit authentiek zou zijn, zouden daarin niet slechts vier, maar honderd geschiedschrijvers qua aantal, de wijze waarop, de woorden en in feite in alles overeen moeten stemmen - maar ieder van de vier evangelisten zegt iets heel anders! Wie heeft er gelijk? - Geen van hen! - En dus geloof ik ook niets! Maar kijk, noch het verstand, noch het geloof moet gedood worden. Hoe kan dat? Ik zeg je: alleen door liefde, deemoed, zachtmoedigheid en geduld! Als deze vier zaken één worden in de mens, zal er ook een grote hoeveelheid levend licht komen in zijn hart, waarin alle tegenstrijdigheden opgelost zullen worden! Neem dat in acht, dan zal het jullie ook duidelijk worden. Als jullie echter met je verstand Mijn schatgravers willen zijn, waarlijk, dan zullen jullie enkel afval vinden! - Wie echter zijn hart door zijn verstand wil wekken, zij ervan verzekerd dat het alleen maar doodt; want er is geen zwakkere liefde dan die van het verstand! - Wie echter het leven wil ontvangen, moet zacht en geduldig liefhebben en geloven en niet als een slechte rentmeester een voorbarige verantwoording van Mij verlangen, want ware kinderen hebben de Vader lief en twisten niet met Hem! - Begrijp dat goed! - Amen’.
Hoofdstuk 74: Verwijzingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Wat de uiteindelijke vernietiging van die bomen uit de oerwereld betreft, wier overblijfselen tegenwoordig nog vaak onder de naam steenkool worden aangetroffen, daarvoor is geen aparte verklaring nodig; want al die vuur - en stoom uitvindingen van deze tijd zullen in een niet zo heel lange tijd de laatste resten uit de schors van de aarde hebben gehaald en verbruikt. En zo verricht de nieuw uitgevonden industrie van de mensen door vuur en stoom dit laatste vernietigingswerk van de resterende overblijfselen van de bomen uit de oertijd. Dus het vuur verandert hier nog het laatste zwaartepunt van deze materie en kijk: van haar blijft niet meer over dan juist weer as die, over de akkers en velden verstrooid, in hoogstens één jaar door de inwerking van regen en elektriciteit uit de lucht weer helemaal wordt opgelost, zodat dus ook zo'n boom, die eens meer dan honderd morgen land bedekte, in zijn laatste resten zijn materiële bestaan geheel heeft verloren.
Hoofdstuk 4: Het wezen van de materie en de geesten die haar oergrond vormen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42  ...