Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

68 resultaten - Pagina 4 van 5

1 - 2 - 3 - 4 - 5
[6] De totale breedte van dit land, van het hoogste tot aan het laagste deel ervan, bedraagt iets meer dan drieduizend mijl, en de watergordel is iets meer dan duizend mijl breed. Zo hebben we nu de geografische gesteldheid beschreven van de bodem, waarop wij ons zullen bewegen.
Hoofdstuk 44: Het zesde gordelpaar, overeenstemmend met Uranus. Beschouwing van de planeet - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Om nu echter de gesteldheid en bestemming ervan des te grondiger te leren kennen, zal het nu noodzakelijk zijn om eerst een blik op de met deze gordel overeenstemmende planeet te werpen.
Hoofdstuk 44: Het zesde gordelpaar, overeenstemmend met Uranus. Beschouwing van de planeet - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[45] Dat deze planeet overigens nog vijf manen en rond de evenaar een dichte dampkring heeft, welke laatste door enkele scherp gewapende, astronomische ogen als een soort Saturnusring wordt beschouwd, hoeft hier nauwelijks vermeld te worden, vooral omdat de manen van een planeet toch al niet worden opgenomen in de beschrijving van de zon, zoals wij die volgen. Wat echter de dampkring betreft, die behoort tot de natuurlijke sfeer van een planeet en heeft met de zon eigenlijk niets te maken, omdat wij de zon beschouwen en ons de gesteldheid daarvan op de meest voordeel brengende wijze in de geest willen beleven.
Hoofdstuk 44: Het zesde gordelpaar, overeenstemmend met Uranus. Beschouwing van de planeet - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Kijk, uit deze naam blijkt al het eerste begrip, en hij zegt als het ware in één woord wat voor gesteldheid deze planeet heeft. Het navolgende zal de zaak echter nog meer rechtvaardigen. - Nu kunnen we op de eerste aspecten van de planeet Miron ingaan.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[15] Nu we ook dit uiteen hebben gezet, kunnen wij gevoeglijk aan de gesteldheid van de planeet zelf beginnen. Onder de gesteldheid zullen wij echter niet het vaststellen van alle bestanddelen van de planeet als zodanig verstaan, maar alleen de bewoonbare bodem, de gesteldheid daarvan, de plantengroei en ook de bewoners.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[21] Woonhuizen en tempels worden altijd op zulke plaatsen gebouwd, die voor het overige noch voor de ene noch voor de nadere soort vrucht geschikt zijn; gewoonlijk worden daar zeer steenachtige stukken land voor gebruikt. Langs de hoofdweg staan ook wel kleine huizen, in ieder waarvan slechts honderd mensen kunnen wonen; daarom zijn deze huizen ook steeds op korte afstanden van elkaar gebouwd. De afstanden bedragen, al naargelang de verschillende gesteldheid van het land, hoogstens tien, twintig tot dertig mijl. De bewoners van deze huizen houden toezicht op de weg en moeten ook kleine gebreken ervan herstellen. Als er ergens grotere schade optreedt, dan moet dat aan de bouwlieden van de tempel gemeld worden.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Kijk, dat is wat voor jullie zo buitengewoon noodzakelijk is om goed te begrijpen, als jullie door de letterlijke betekenis heen voordeel willen hebben van iedere uiterlijke, vormelijke geestelijke openbaring. Want het geestelijke is een in zichzelf bepaalde kracht en is in zichzelf in de grootste orde. Wanneer deze kracht echter naar buiten treedt en zich wil uiten, dan moet zij zich toch - aangezien zij zelf de grootste orde is - wel realiseren welke mogelijkheden ze heeft om zich tegenover de uiterlijke omstandigheden te uiten, om in de eerste plaats haar oorspronkelijke, eigen gesteldheid niet uit het oog te verliezen, maar voor het overige zodanig te werken, dat zij ook met de uiterlijke omstandigheden in harmonie verkeert.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Kijk, daaruit zal toch wel enigszins duidelijk worden dat Ik, die de oerkracht Zelf ben, wanneer Ik Mij vanuit de allerzuiverste geestelijke, eeuwige orde tegenover de uiterlijke wereld wil uiten, ook steeds deze twee regels uiterst nauwkeurig in acht neem, aangezien Ik ze zelf ingesteld heb; en dat doe Ik, doordat er bij een openbaring aan het eigenlijke Goddelijk-Heilige in Zijn volheid geen afbreuk wordt gedaan, maar Het overal in zijn allerhoogste volmaakte gesteldheid innerlijk aanwezig moet zijn. Wat echter het in een vorm uitdrukken naar buiten toe betreft, dat moet zich op zijn beurt toch voegen naar de uiterlijke omstandigheden en dus noodzakelijkerwijze in de uiterlijke verschijningsvormen in allerlei opzichten tegenstrijdig naar voren treden, terwijl het in zichzelf toch de allerhoogste harmonie overeenkomstig de orde bezit - evenals de eikenbomen als zodanig qua bouw dus toch steeds hetzelfde zijn en, te oordelen naar hun voortbrengselen, steeds op dezelfde fundamentele orde stoelen, ook al schijnen ze qua uiterlijke vorm nog zo tegenstrijdig met elkaar te zijn.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Deze dingen kunnen jullie al bij het algemene samentrekken van begrippen vinden. - Onder welke naam kunnen jullie je alle geschapen dingen, zonder onderscheid naar hun uiterlijke gesteldheid, eigenschappen en vormen, verstandig voorstellen? - Jullie zeggen: onder de algemene naam ‘wezens’ of ‘schepselen’. - Goed, zeg Ik. Maar zeg Mij: hoeveel verschillen zien jullie bij zulke algemene aanduidingen in de eindeloze veelheid van de meest uiteenlopende wezens? - Hier moeten jullie toch duidelijk bekennen: Bij deze algemene uitdrukkingen is er absoluut geen verschil zichtbaar tussen al het talloos vele geschapene. Want uit deze twee uitdrukkingen spreekt enkel een synonieme veelheid van geschapen dingen. - Dan vraag Ik weer: Waarom? - Als jullie het voorgaande enigszins overzien, kunnen jullie op dit ‘waarom’ geen ander antwoord geven dan te zeggen: Omdat al die eindeloos vele en uiteenlopende dingen in de grondslag van hun ontstaan volkomen één zijn. - Als Ik daar nog aan toevoeg: Hoe en waarin dan?, dan moeten jullie er toch zogezegd met je neus tegenaan lopen en zeggen: Omdat alle dingen uit de goddelijke liefde voortkomen, moeten ze in deze goddelijke liefde dan ook als volkomen één aanwezig zijn, evenals de goddelijke liefde in Zichzelf volkomen één is.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Want bij de zon moeten jullie steeds voor ogen houden, dat daarop alleen maar wezen van primitieve of solaire aard bestaan - terwijl die op de planeten van secundaire of antisolaire aard zijn. Als jullie naar de vorm kijken, dan drukt deze zich natuurlijk wel op dezelfde wijze uit als op de planeten; maar wat de innerlijke gesteldheid en de grondslag ervan betreft, staan deze in scherpe tegenstelling tot alles, wat zich van deze aard op de planeten bevindt.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[48] Opmerking: Deze vermelding, die schijnbaar vorige mededelingen over de manen van Miron tegenspreekt, was voor de schrijfknecht van de Heer, Jakob Lorber, aanleiding tot de volgende bede: ‘O mijn zeer geliefde Heer en heilige Vader in Jezus! Ik arme, waardeloze zondaar en trage, onoplettende knecht vraag U uit de grond van mijn hart of U mij weer uit een verlegenheid wilt helpen! - Kijk, zoals U bekend is en altijd geweest is, heeft zich in het dictaat over de zon een kleine tegenstrijdigheid in getallen voorgedaan, en wel bij de laatste planeet waarover aanvankelijk in de inleiding gezegd is dat die slechts drie manen heeft; nu, bij de specifieke behandeling van dit hemellichaam wordt er echter gezegd, dat het tien manen heeft! - Hoe moet dat opgevat worden? - Hier sta ik, Heer en Vader, voor U en belijd vanuit mijn diepste innerlijk dat een dergelijke tegenstrijdigheid van getallen mij nog nooit van de wijs heeft gebracht; want ik weet maar al te goed en zeker, dat in U alles uiteindelijk opgelost wordt en tot de mooiste evenwichtige harmonie komt; maar zo is het niet bij iemand anders, die U, o Heer en Vader, heel goed kent. - Deze persoon heeft de scherpe schoolse punten van zijn verstand nog niet door een deemoedig en aan U overgegeven geloof stomp gemaakt, en één gesproken woord is al voldoende om zijn geloof te doen wankelen en mij, arme knecht, van bedrog te verdenken! - Geef, o Heer, vanwege deze man mij dus nu al de oplossing van deze getalstegenstrijdigheid, of leid mij er veilig vandaan, aangezien ik constant het gevaar loop om van bedrog in Uw naam verdacht gemaakt te worden, en geef deze genade aan iemand anders, maar laat mij Uw enige liefde en erbarmen! Want op deze manier ben ik niet veilig voor de strikken van de wereld. - help mij dus op de ene of andere manier. - Als ik voor dit heilige ambt van Uw grote genade te zwak ben, sterk mij dan in alles of zet iemand anders op mijn plaats. Want werkelijk, deze taak is mij al tot een grote last geworden, aangezien die een waarlijk groot en zwaar kruis is! - Maar zoals altijd geschiede ook deze keer Uw heilige wil. Amen’. De knecht kreeg het volgende, voor menig verstandelijk criticus betekenisvolle antwoord: ‘Schrijf dan, Zoon van Adam, die nog vuur van de hemel roept, wanneer je bekritiseerd wordt, om welke reden jij op oude gronden een ware Jakob bent! Kijk naar Mij: wat hebben de mensen al allemaal niet van Mij gemaakt! Hoe vaak ben Ik niet een bedrieger, een volksopruier, een Israëlitische leegloper, vagebond, zonderling, dwaas, een tovenaar, ja zelfs een dienaar van Beëlzebub genoemd!? - Ja, zelfs in deze tijd vergaat het Mij op aarde geen haar beter; men hoont en bespot Mij allerwegen, lacht Mij uit, of men loochent Mij helemaal en vernietigt daardoor tevens zeker tot de laatste letter Mijn woord en derhalve ook al Mijn genade en erbarmen. Waar Ik eventueel nog voor de schijn gediend wordt, hoef Ik je niet nader te beschrijven hoe zo’n dienst op zichzelf merendeels in elkaar zit; want dat weet je voor het grootste deel al! - En zie, toch laat Ik geen zwavel en vuur uit de hemel regenen! Wees ook jij dus zachtmoedig en bescheiden, en wees altijd vol liefde, zachtmoedigheid en geduld tegenover jouw broeders en zusters, dan zul je meer bij hen bereiken dan door zwavel en vuur uit de hemel! Als A.H.W. hier en daar tegen sommige dingen bezwaar maakt, hoeven we daarom nog niet boos op hem te worden; hij doet het immers niet om jou verdacht te maken, maar alleen ter wille van het licht. Daarom, Mijn Jakob, nog geen vuur uit de hemel dus! Ook is het niet nodig dat jij Mij daarom het ambt van genade wilt teruggeven, maar ga maar gewoon door; het juiste licht over iedere uiterlijk schijnbare tegenstrijdigheid zal op de juiste tijd en de juiste plaats wel doorbreken. Want als dat eerste onberispelijk geweest zou zijn, zou er geen ruimte voor iets anders gezocht worden! - Dat moet je goed begrijpen - en ook er ook acht op slaan waarom het Oude Testament bekritiseerd en er een Nieuw voor in de plaats werd gezet! - Zo is het hier dus ook. Drie korrels worden er in de aarde gelegd, die tienvoudige vrucht opleveren. Waarom niet drievoudig? Waarom moeten de drie gegeven korrels eerst in de aarde uitgebreid bekritiseerd worden, ja waarom te gronde gaan, om de nieuwe tien kinderen een vrije groei te schenken? Bij jullie spreken drie en tien elkaar weliswaar tegen, vanwege jullie hardheid, maar zo is het niet bij Mij; want in Mijn rijk zijn duizend als één en één gelijk aan een aantal van oneindig velen! - Wacht ook jij dus maar geduldig af, en vertrouw Mij, dat Ik echt allerhoogst wijs ben, dan zal op de juiste plaats wel blijken waarom er in het eerste bericht drie en in dat vandaag, als het ware het nieuwe bericht, tien manen staan! - Maar om te zorgen dat jij niet weer onnodig vurig wordt, zeg Ik je nu al dat er bij de onthulling en over de zon nog enkele tegenstrijdigheden over de gesteldheid voorkomen en zelfs nóg enkele zullen voorkomen. Maar als de zon af zal zijn, zullen alle tegenstrijdigheden opgelost worden! Daarom moet jij niet vurig en A.H.W. niet angstig worden. Want wat jij ontvangt is Mijn zaak, en Ik zal er wel in alle opzichten voor weten te zorgen dat die wordt zoals ze moet zijn; maar jij doet genoeg als je Mijn wil vervult! - Laat iedereen met zijn wereldse verstand maar lekker ver van Mijn gave blijven - anders lijkt hij op zaad, dat uit de hand van de zaaier op doornen en distels viel. Want in het verstand wonen allerlei zorgen. - Wie dus Mijn woord met zijn verstand in plaats van met zijn hart afmeet, zal de vruchten van Mijn zaad waarschijnlijk nooit oogsten. -Bij Matteüs (28: 1-7) komen er twee vrouwen naar het graf; er vindt een aardbeving plaats, er verschijnt een engel die de steen van het graf wentelt, erop gaat zitten en de twee vrouwen over Mij informeert. - Bij Markus (16: 1-7) komen er drie vrouwen, die zich zorgen maken vanwege de steen; deze wordt door een onzichtbare macht weggehaald, daarna gaan ze het graf binnen, zien daar een jongeman met een wit kleed aan de rechterkant zitten, die hen troost en inlichtingen over Mij geeft! - Bij Lukas (24: 1-7) komen er verscheidene niet genoemde vrouwen, met specerijen zelfs, die steen reeds afgewenteld vinden, direct het graf binnengaan, maar daar nog niemand vinden; na een poosje, waarin ze zich al zorgen zijn gaan maken, komen er twee mannen in glanzende kleren op hen toe die hun inlichtingen over Mij geven! - Bij Johannes (20: 1-14) komt er maar één vrouw, namelijk Magdalena, die het graf open aantreft, maar niemand erin; daarom loopt ze naar Petrus, en Petrus komt met de andere leerling haastig naar het graf en vinden daar behalve de opgestepelde linnen doeken niets, gaan vervolgens weer naar huis, en pas hierna kijkt de huilende Magdalena in het graf en ziet aan hoofd- en voeteneinde twee engelen in witte kleren, die alleen maar vragen: ‘Vrouw, waarom huil je?’ En nadat ze de vraag beantwoord heeft, sta Ik ook al achter haar! - Wat moet iemand, die hierbij uiterlijk, puur werelds en historisch volgens zijn verstand oordeelt, bij deze vier zeer verschillende mededelingen noodzakelijkerwijze wel vinden, als hij echt spitsvondig en kritisch te werk wil gaan? - Ik zeg je: ofwel de dood van zijn verstand, ofwel de dood van zijn geloof. De dood van zijn verstand, als hij daar een goddelijk mysterie vermoedt en dat aan Mijn wijsheid en almacht overlaat. De dood van zijn geloof echter, als hij zegt: Als het feit authentiek zou zijn, zouden daarin niet slechts vier, maar honderd geschiedschrijvers qua aantal, de wijze waarop, de woorden en in feite in alles overeen moeten stemmen - maar ieder van de vier evangelisten zegt iets heel anders! Wie heeft er gelijk? - Geen van hen! - En dus geloof ik ook niets! Maar kijk, noch het verstand, noch het geloof moet gedood worden. Hoe kan dat? Ik zeg je: alleen door liefde, deemoed, zachtmoedigheid en geduld! Als deze vier zaken één worden in de mens, zal er ook een grote hoeveelheid levend licht komen in zijn hart, waarin alle tegenstrijdigheden opgelost zullen worden! Neem dat in acht, dan zal het jullie ook duidelijk worden. Als jullie echter met je verstand Mijn schatgravers willen zijn, waarlijk, dan zullen jullie enkel afval vinden! - Wie echter zijn hart door zijn verstand wil wekken, zij ervan verzekerd dat het alleen maar doodt; want er is geen zwakkere liefde dan die van het verstand! - Wie echter het leven wil ontvangen, moet zacht en geduldig liefhebben en geloven en niet als een slechte rentmeester een voorbarige verantwoording van Mij verlangen, want ware kinderen hebben de Vader lief en twisten niet met Hem! - Begrijp dat goed! - Amen’.
Hoofdstuk 74: Verwijzingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Niettegenstaande alle theorieën over de gesteldheid van het inwendige van de aarde, blijft diens werkelijke structuur voor de wetenschap zowel nu als voorheen in duister gehuld, omdat aan het doordringen in de diepten van de aarde grenzen zijn gesteld, wat wel altijd zo zal blijven. Een waar beeld van de bouw van het inwendige van de aarde kan alleen maar tot stand gebracht worden vanuit een geestelijk gezichtspunt, zoals in Lorbers geïnspireerde geschriften wordt gegeven.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] In aansluiting daarop wordt in het tweede deel (de maan) een beschrijving gegeven van de natuurlijke maanwereld met de gesteldheid van haar beide helften en levensvoorwaarden daarop. De ruimtevaart in aanmerking genomen, verdienen deze uitspraken onze bijzondere aandacht, omdat eerdere uitkomsten van onderzoek en ruimtereizen al enkele bewijzen voor de juistheid van Lorbers beweringen over de maan hebben opgeleverd.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Hoe ziet het zwaartepunt van de aarde er dan uit? Ik zei al, dat het van eenzelfde gesteldheid is als dat van een mens of van een ander, dier lijk hart. Dit zwaartepunt is dus ook een in verhouding tot het grote aardelichaam staand groot aardehart dat, evenals het mensenhart, de weefstoel of de werkplaats is van het gezamenlijke organische leven van de aarde.
Hoofdstuk 2: Het hart van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Als iemand deze uiteenzetting maar enigszins begrepen heeft ziet hij in, dat er in de eigenlijke betekenis van het woord helemaal geen materie bestaat, omdat de materie zelf alleen maar een werking van krachten is; de werking van deze krachten verschijnt dan als een bepaalde soort in een bepaalde gesteldheid en vorm en laat door dit optreden zien dat de werkende krachten niet zonder intelligentie werken; want waar aan een ding of een wezen een bepaalde vorm, soort en eigenschap te ontdekken is, kan niemand de intelligentie van de daarin werkende krachten loochenen.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1 - 2 - 3 - 4 - 5