Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 31 van 33

...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33
[4] Ik zeg je dat de wegen van de Heer heel merkwaardig zijn; het aantal wegen is oneindig. En iedere weg die de Heer met een mens inslaat, is een nieuw, en zelfs voor de diepzinnigste cherubijn ondoorgrondelijk wonder en dus heilig in elke nog zo vreemd aandoende verschijningsvorm.
Hoofdstuk 73: Martinus' opmerkingen en Borems wijze raadgevingen over de wegen van de eeuwige liefde - De brandende dames van het H. Hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Ik denk eerder als volgt: God heeft onder Zijn talloze schepsels ook vrije wezens gevormd. Hij heeft hun Zijn onveranderlijke ordening bekend gemaakt en de wegen aangegeven die ze nu eenmaal volgens Zijn ordening dienen te bewandelen. Omdat zij echter vrije wezens zijn, kunnen zij evenwel ook de bekende goddelijke ordening de rug toekeren en volkomen tegen haar in handelen. Als ze dat nu doen, dan vraag ik:
Hoofdstuk 74: Martinus' kritiek op de aard van het kwaad - Borems toespraak over de goddelijke ordening van het leven - 'Goed' en 'kwaad' als de beide tegenpolen in God en in de schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS kijkt nu weer een tijdje zwijgend toe; daarna zegt hij: 'Ja, lieve vriend, je hebt gelijk; ik zie nu al duidelijk in, dat het met de orde van de Heer heel anders gesteld is, dan ik me dat eerder had voorgesteld. Ja, het is waar wat de grote ziener David en de apostel Paulus zeggen: 'Ondoorgrondelijk zijn de wegen van de Heer en onnaspeurlijk Zijn raadsbesluiten!'
Hoofdstuk 75: Martinus' verdere gadeslaan van de helse toestand van de dames van het H. Hart van Jezus - Borems desbetreffende toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Aan mijn borst moeten jullie je verheffen tot aan de sterren en mijn voeten zullen jullie dragen over harde wegen. En als de zon ondergaat en geen maan de aarde verlicht en dichte nevels de glans van de sterren bedekken, dan zullen mijn beide ogen het pad van jullie verlangen verlichten en al mijn ingewanden zullen jullie verwarmen in de ijzige levensnacht.
Hoofdstuk 94: Mooie, echte verzoening tussen Chanchah en de honderd Chinezen - De Heer en Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[34] De eerste, vrij te kiezen maatregel kan een ziel het leven geven, als deze het met volharding ten uitvoer brengt en zich door een vals eergevoel daar nooit van af laat brengen! Het tweede niet vrije gericht, de veroordeling tot de hel, leidt voor de ziel alleen maar tot de dood, omdat dit oordeel wordt toegelaten voor het geval ze zich nooit zal willen laten verdeemoedigen. Ze moet verdeemoedigd worden voor het veiligstellen van andere zielen, die door een dergelijk vrijgelaten hoogmoed van een enkele ziel grote schade zouden kunnen lijden. Of en hoe zulke tot de hel veroordeelde zielen ook nog tot het leven zullen komen en langs welke verdere wegen ze nog worden geleid, dat weet alleen de Heer en diegene, aan wie de Heer het altijd in het diepste geheim openbaart.
Hoofdstuk 82: Het optreden van de dames van het H. Hart van Jezus - De helse storm op zee - Het vangen van het stormgespuis in een zak – Borems toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Je verklaring van datgene wat je in de betreffende scène hebt gezien was juist en waar in alle opzichten, alhoewel je nog niet het volle inzicht hebt. Wat je echter nog ontbreekt, zal je in het derde tafereel door de oneindige genade van de Heer worden gegeven. Let daarom nu weer op; in dit tafereel zul je de meest ongehoorde verschijnselen te zien krijgen en daarnaast de juiste aanschouwing van de meest wonderbaarlijke wegen van de Heer, waarop Hij zijn kinderen voert naar het enige grote doel van alle heil en leven! Let nu op, dit belangrijke derde tafereel begint nu!'
Hoofdstuk 83: Martinus' verlangen naar de Heer - De vissen in de zak – Het sorteren van de vissen - De kelk, het vat van genade en andere analogieën - Het begin van de verlossing van Martinus' geest - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] IK zeg: 'O jij blinde, duistere geest, hoe groot is toch je dood, waarin je meent Mij tegenstand te kunnen bieden. Jij schept vreugde in je waan en denkt er niet aan, dat zowel elke ware als ook jouw valse vrijheid - waarvan je denkt, dat het jouw eigen vrijheid is - tenslotte toch aan Mijn wil onderdanig moet zijn. Met wie heb Ik ooit overlegd en wie heeft Mijn wegen doorzien? Weet jij soms of het niet Mijn geheime wil is, dat jij juist zó moet zijn als je bent?! Weet jij of Ik jou al niet vanaf het allereerste begin heb bestemd voor de val? Kan het werk soms ooit de werkmeester voorschrijven, hoe en waartoe hij het gestalte moet geven?
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] JOHANNES zegt: 'Broeder, de liefde is één en staat voor liefde geheel open! De liefde herkent de liefde snel! Maar de wegen van de wijsheid zijn oneindig; afgezien van de Heer zullen wij ze in eeuwigheid wel nooit volledig doorzien. Daarom moet men op eigen kracht absoluut niet met de wijsheid strijden, doch alleen maar door de Heer. Alleen aan Hem zijn alle wegen duidelijk bekend, omdat alle oneindige wijsheid uit Hem is, - daarom is ook alleen Hij de weg, de waarheid en het leven!
Hoofdstuk 129: Martinus' ontmoeting met Petrus en Johannes - Over het wezen van de liefde en de wijsheid bij de zonnemensen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] (BOREM:) 'Broeder, je hebt je opgave tot nu toe meesterlijk opgelost! Weliswaar heb je twee vrienden bij je, aan wie op deze evenals op talloze andere werelden alle wegen bekend zijn. Desalniettemin heb je gewoonweg wonderen verricht. Maar nu moet je met deze drie dochters van je ten opzichte van de naar voren dringende nonnen heel oplettend zijn, anders zul je een geweldige herrie meemaken!
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] MARTINUS zegt: 'Heer, Gij weet dat ik nu zoals altijd zeg: 'Alleen Uw heilige wil geschiede!' Want ik weet immers, dat alleen U alle wegen kent die we hebben te gaan om tot dat doel te komen, dat U als God, Vader, Heer en Liefde en Wijsheid voor eeuwig voor ons hebt gesteld. Maar desalniettemin sta ik hier nu als het ware ten einde raad en kan op dit moment niet eens de vele tegenstrijdigheden op een rij zetten, die nu bij deze drie zonnegodinnen als in één stroom zijn opgeborreld.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Omdat Ik dat wil doen, moet Ik jullie nu ook de wegen wijzen, waarop jullie tot Mijn ware kindschap kunnen komen, als jullie dat willen! Doch als de aarde gereinigd wordt, dan wil Ik van haar naar jullie een brug bouwen voor de geest, waarover jullie met hen als het ware hand in hand zullen wandelen!
Hoofdstuk 169: Uhrons goede begroetingstoespraak - Genadevolle mededeling van de Heer aan Uhron - De zonnemensen geroepen tot het kindschap Gods - Een treurig getuigenis over de mensen op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Zo snel als de stormwinden de wolken voor zich uit drijven, snellen de boden door de grote gemeente. Bijkans buiten adem roepen ze de bewoners op om ijlings met hen naar de woning te trekken, waar steeds bij grote gelegenheden de wijze Uhron pleegt te komen, om de mensen uit de hoogte der hoogten nieuwe wegen van wijsheid te verkondigen.
Hoofdstuk 170: Het samenstromen van de volkeren van de zonnegemeenschap Opdracht tot prediken aan Martinus en zijn angstige bedenkingen - Het heerlijke gezang en de uitwerking daarvan op Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Spreek nu en overtuig mij, dat het voortbestaan van alle dingen ook via andere wegen mogelijk is, dan wil ik je volgen!'
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Nu zijn ook deze wegen jullie meegedeeld, en daarom kunnen wij, aangezien wij deze uiterlijke omstandigheden van de zon nu kennen, nu overgaan naar de inwendige inrichting van de zon en het aanschouwen van de heerlijkheden, waarbij jullie dingen zullen zien, die nog nooit in jullie gedachten opgekomen zijn. - Maar om het aanschouwen niet te snel te moeten onderbreken, zullen we dit alles voor de eerstvolgende mededelingen bewaren. Genoeg dus voor vandaag!
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Waarin onderscheidt de woning van een ambtsdrager zich nu van die van een ander mens, die geen ambtsdrager is? - Die onderscheidt zich alleen maar hierin, dat de weg daar vandaan linea recta, zoals jullie plegen te zeggen, naar het ambtshuis is gericht, terwijl de wegen van de andere huizen recht naar die punten gericht zijn, waar de grenzen van de stukken grond elkaar raken. Overigens is de inrichting van het woonhuis van een ambtsdrager precies hetzelfde als die van een ander mens.
Hoofdstuk 17: Scholen op de middengordel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33