Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11264 resultaten - Pagina 33 van 751

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[6] Ik zeg: 'Lieve kinderen, jullie moeten dat zien, opdat jullie volkomen zuiver worden, want iedere engel moet ook de hel kennen, weten hoe het met haar gesteld is en welke vruchten uit haar boosaardige liefde voortkomen. Denk niet dat Ik zoiets uit een soort toorn of wraak toelaat; 0, dat is verre van Mijn Vaderhart! Jullie weten immers dat ieder zaadje bepaalde vruchten draagt en dat iedere daad ook een bepaalde uitwerking moet hebben, zoals elke oorzaak een bepaald gevolg. En dat alles vanwege de eeuwige ordening uit Mijzelf, zonder welke geen atoom geschapen had kunnen worden en zonder welke er nog minder aan het behoud van het geschapene te denken valt. Deze geest heeft echter zo erg tegen de voor hem vrije orde gehandeld, dat hij door zo te handelen zichzelf de noodzakelijke gevolgen moest bezorgen. Deze mogen wij met het oog op het handhaven van de eeuwige ordening niet eerder veranderen dan wanneer dit zeer ongelukkige wezen door de pijnlijke gevolgen van zijn vroegere handelwijze uit zichzelf tot andere handelingen wordt aangezet, die dan ook andere, betere of eventueel ook slechtere gevolgen met zich mee zullen brengen!
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Robert gaat alleen verder: 'O Heer en Vader, nu begin ik ook in deze zon een heleboel grote menselijke wezens te ontdekken! Zij moeten door en door gloeiend heet zijn, maar van een of andere soort gebouwen ontdek ik nergens iets. Met grote haast bewegen deze ontzettend grote wezens zich door de machtige vlammen en lijken bij deze zeker zeer hete bezigheid buitengewoon opgewekt te zijn. Enkelen verheffen zich tamelijk hoog boven de lichtzee en slingeren zeer sterk gloeiende ballen de oneindigheid in! Een zonderling genoegen voor deze wezens. Zij schijnen niet al te mathematisch te berekenen waarheen ze hun hemelse granaten werpen. Dat lijkt helemaal aan het toeval te worden overgelaten. Daarom zou zo'n granaat je ook een reis naar hier kunnen ondernemen. Ondanks mijn nu zuiver geestelijke hoedanigheid zou ik werkelijk niet graag de eerste zijn, die zo'n bal op z'n hoofd krijgt! Deze ballen zullen ook wel aardig omvangrijk zijn, want met kleinigheden zullen deze reuzen zich nauwelijks bezighouden. Hoe groot zou zo’n vuurmens van deze zon aller zonnen toch wel zijn ten opzichte van onze aarde?'
Hoofdstuk 149: Eerste deur inde zuidelijke wand. Overweldigend licht van een hoofd- en oermiddenzon. Haar reusachtige proporties. De daar levende wezens als zonnebalwerpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Het hulzen- en geraamtenmateriaal dat toch enkel uit Mijn eeuwige vaste, onveranderlijke wil bestaat, zal dan, ontdaan van al het nu daarin aanwezige zielen- en geestenleven, blijven bestaan als vaste onderlaag en als eeuwig gedenkteken voor ons grote werk, waar dan nieuwe, zuiver geestelijke scheppingen zich omheen zullen scharen. Robert, en jullie allen, zeg eens of jullie dat nu wel echt begrepen hebben?'
Hoofdstuk 151: Uitzicht vanuit de tweede deuropening in de zuidelijke wand. Het totaalbeeld van de materiële schepping. De grote Scheppingsmens als de verloren zoon. Diens wezen en bestemming. Gods eindeloze scheppingsvermogen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Wat houden dan die twee teksten in? Niets anders dan een broederlijk vriendelijke waarschuwing voor de wereld en Ik wil daarmee zeggen, dat de mensen al hun zorgen op Mij zullen leggen en slechts daadwerkelijk Mijn Rijk zullen zoeken; al het andere zal hen erbij gegeven worden.
Hoofdstuk 25: 'Weest dan niet bezorgd, door te zeggen: wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmee zullen wij ons kleden?' Want naar al deze dingen zoeken de volken, want uw hemelse Vader weet dat u al deze dingen nodig hebt' (Matth. 6 : 31 - 32) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[29] Na deze uithaal richt BISSCHOP MARTINUS zich weer tot Mij en zegt: 'O Heer, dit waarlijk radicale maanwezen is helemaal niet bij te houden! Want ik kan een zaak nog zo zuiver volgens Uw leer voorstellen, of hij is me warempel al weer zo'n duizend hele jaren voor! Het wonderlijkste van de zaak is, dat hij als maanbewoner de aarde, die hij toch zeker nooit als een ster heeft gezien, beter lijkt te kennen dan ikzelf! Hij gebood me naar een pottenbakker op aarde te gaan, waar ik de wijsheid en in zekere zin het geheim van de liefde moet bestuderen! Dat is toch wel heel grappig!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] DE MINDERBROEDER zegt weer: 'Ja broeder, wij allen beloven jou en je vriend, ons heel strikt te houden aan de voorschriften die jullie ons zullen geven, om toch maar de allergeringste genade van de Heer deelachtig te worden!'
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] De Heer echter heeft daarom vanuit Zijn oneindige wijsheid geordende wegen aangegeven, die wij moeten bewandelen om tot deze goddelijke vrijheid te komen. Deze wegen waren jullie tot nu toe onbekend, ik zal ze nu aan jullie bekend maken. Daarom moeten jullie er goed acht op slaan en jullie nauwkeurig - maar uit vrije wil - aan deze wegen houden. Dan zullen jullie daar komen, waartoe iedere door God geschapen geest geroepen is om te komen.
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] BOREM zegt: 'Ik zeg je: helemaal niet zoveel bijzonders. Dat ze er gloeiend uitzien komt door hun hartstochtelijke, met toorn vermengde ijver voor de zaak van hun orde. De bedrijvigheid van het in stand houden daarvan wordt weergegeven door het heen en weer rennen. Dat de lichaamsvormen van deze dames er heel goed uitzien, komt door hun nogal kuise aard, maar dat hun hoofden er zo wonderlijk uitzien, is uitsluitend aan hun grote domheid te wijten. Als ze mettertijd een beter inzicht zullen hebben, dan zullen ze ook betere hoofden krijgen. Zolang ze echter hun waandenkbeelden trouw blijven, zal er van verbetering van hun hoofden niet veel te zien zijn.
Hoofdstuk 75: Martinus' verdere gadeslaan van de helse toestand van de dames van het H. Hart van Jezus - Borems desbetreffende toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Hier onderbreekt MARTINUS hen en zegt: 'Al goed, lieve mensen! Ik geloofde, dat jullie allemaal rein en zuiver waren, daar jullie toch al stevig in een heet bad zijn geweest en daarna gewassen zijn. Maar nu komt er uit jullie een diep verborgen oud roest en vuil tevoorschijn. Daarom zullen jullie nog eens in een heel sterk bad moeten gaan, voordat jullie waard zijn om die Heilige te naderen!'
Hoofdstuk 123: Het geestelijk ontwaken van de andere Chinezen en de monniken - De jaloerse nonnen en hun vernedering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] O sapristi, die borst, die armen en voeten van kop tot teen! Nee, dat is absoluut niet uit te houden! Als ze nu zo aan mijn borst vielen, sapristi, dan zou het uit zijn met mij. Ja, het zou helemaal afgelopen zijn met mij! Ze zullen zich toch maar weer moeten aankleden, want zo zijn ze al te onverdraaglijk mooi en zelfs voor stenen nog te bekoorlijk!'
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] MARTINUS zegt: 'Het lijkt me toe, dat jullie me ook nog een beetje voor de gek beginnen te houden. Het spreekt toch immers vanzelf, dat wij volgens de wil van de Heer moeten wachten tot allen die ons daar tegemoet willen komen, hun ceremonies zullen hebben uitgevoerd. Jullie zult zeker wel weten welke?'
Hoofdstuk 158: Martinus' blinde ijver tegen de ceremoniële diensten van de zonnebewoners - De wijze woorden van de Heer over tolerantie Martinus' gesprek met Petrus over de terechtwijzing van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] O Heer, ik heb slechts een enkel verzoek, dat U hier Uw heilige wil in geen enkele zaak verborgen zou willen houden, doch deze aan ons openbaart om hem nauwgezet te kunnen opvolgen. Wij zullen hem als het heiligste kleinood in onze hanen opnemen en ons inspannen, hem naar onze beste krachten getrouw te vervullen!
Hoofdstuk 187: Liefdesmaal van de Heer bij de zonnemensen - Waar de juiste plaats van de Heer is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Ik zal de spijzen voor jullie zegenen en met jullie het liefdemaal houden. En allen die daarvan eten, zullen Mij waarachtig opnemen in hun harten en zullen daardoor in zich hebben het eeuwig leven en het ware licht en de waarheid!
Hoofdstuk 187: Liefdesmaal van de Heer bij de zonnemensen - Waar de juiste plaats van de Heer is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Voor het tegenhouden van zowel licht als warmte is geen dak geschikter dan een spits dak, omdat het zowel het licht alsook de daarmee verbonden warmte constant afleidt. Dat dat klopt, kunnen jullie voor jezelf aanschouwelijk maken door een tamelijk lang stuk metaal met een scherpe punt te nemen en de punt daarvan in een vlam te houden. Zodoende zullen jullie je ervan overtuigen dat er op deze manier, ook al is de punt al witgloeiend geworden, in de daarmee verbonden, veel massievere metalen massa nog niets van warmte te voelen is; daarentegen wordt het metaal in het omgekeerde geval of bij een metalen stang met gelijke dikte direct tot aan de achterste punt gloeiend heet.
Hoofdstuk 14: De woonhuizen op de middengordel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[26] Aan deze korte beschrijving kunnen jullie nu wel zien, dat de zonnebewoners beslist betere filosofen zijn dan jullie. Want de orde, die zij in hun huiselijk leven in acht nemen, is zelfs symbolisch gezien toch zeker meer in overeenstemming met Mijn orde dan die, welke jullie met betrekking tot jullie huiselijke instellingen en bepalingen hanteren. Weliswaar kan bij jullie op jullie planeet niet zo’n uiterlijke orde in acht genomen worden, en in de grond van de zaak is daar ook niet zoveel aan gelegen. Desondanks laat Ik jullie dit nu toch zien, opdat jullie daardoor je geestelijke basis aan de hand daarvan kunnen inrichten! Dat moeten jullie dus steeds heel goed in het oog houden. En zo zullen wij als volgende onderdeel nog een blik in de verschillende ambtshuizen en tempels werpen en ons daarna naar de algemene en huiselijke regels van de bewoners van deze gordel wenden.
Hoofdstuk 16: De landbouw op de middengordel. Groentetuin, schapenweide en broodakker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...