Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

590 resultaten - Pagina 33 van 40

...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40
[6] Bij deze woorden rennen ze allen het huis binnen en doen heel ijverig, wat de meer wijzen uit hun midden hun hebben aangeraden. Ik volg hen op de voet en wel tussen Chanchah en Gella en de drie dochters van dit huis in. Borem en Chorel volgen Mij nu als aanvoerders van het totale gezelschap, dat ogen tekort komt om alle talloze heerlijkheden die hier voor hen te zien zijn, naar behoren te waarderen.
Hoofdstuk 168: Uitwerking van Uhrons bekering op diens huisbewoners – De intrede in het zonnehuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Ze hebben geen geloof, geen liefde, geen deemoed en geen gehoorzaamheid en dus ook geen vertrouwen in Mij. Hoe zouden ze ook op Mij kunnen vertrouwen, als Ik tengevolge van hun totale ongeloof zo goed als helemaal niets ben?
Hoofdstuk 169: Uhrons goede begroetingstoespraak - Genadevolle mededeling van de Heer aan Uhron - De zonnemensen geroepen tot het kindschap Gods - Een treurig getuigenis over de mensen op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Deze verhouding zou ik als volgt willen stellen: de Schepper als totaliteit van alle afzonderlijke door Zijn wil van Hem los gemaakte totaliteiten, verhoudt Zich tot deze precies zo als omgekeerd deze afzonderlijke totaliteiten, die eeuwig uit Hem voortkomen zich in hun geheel tot hun Schepper verhouden. En daarom kan het niet anders dan dat het geheel van alle geschapen afzonderlijke totaliteiten gelijk is aan de in hen gelegde totaliteit van de Schepper. Met andere woorden: het totale geheel van de Schepper is volmaakt aanwezig in het geheel van de schepselen, zoals dat ook omgekeerd het geval is.
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Ook zijn er bij jullie zulke oude mensen, dat ze volgens onze tijdrekening al ouder zijn dan het totale mensengeslacht op mijn kleine wereld! Ja, er zullen hier ook nog wel zulke oude in het vlees levende mensen zijn, die misschien nog duizend keer ouder zijn. Wat veel belangrijke en heilige ervaringen moeten dergelijke mensen hebben opgedaan! Wat een hoge vlucht zal jullie geestelijke vorming aan de zijde van zulke zeer ervaren leraren nemen en hoe diep moet jullie heerlijke wijsheid geworteld zijn!
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Als jullie echter in deze openbaring actief gaan leven, dan zul je daardoor een nog grotere wijsheid bereiken dan wij jullie nu geven. En dan zal het zo zijn, dat jullie in deze weinige woorden, waarvan het uiterlijk omhulsel werkelijk klein is, een innerlijk oneindig groot wijsheidsgehalte zullen vinden, zo groot, dat jullie dat in zijn totale volheid in eeuwigheid wel nooit helemaal zullen begrijpen. En talloze nakomelingen zullen in deze wijsheid wonen en zullen toch nooit aan haar uiterste grenzen komen.
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Maar Ik wil je mening niet beïnvloeden! Als jij de Satan wilt verbannen, om daardoor in de totale oneindigheid de eeuwige vrede te bewerkstelligen, dan heb Ik werkelijk niets daartegen! Ik wil je ook met zoveel macht toerusten, dat je naar jouw mening de bevrijde Satan meester kunt worden. Het zal gebeuren, dat je jouw wil volkomen weet te realiseren. Maar let op of je aan het eind niet zelf de banden, waarmee je Satan wilt knevelen, al te snel weer zult losmaken! Doe nu, wat je wilt, de macht en kracht heb Ik je al gegeven!'
Hoofdstuk 189: Martinus' menselijk voorstel tot het onschadelijk maken van Satan - Wenk van de Heer over het toelaten van de boze werken van Satan - Martinus' volmacht om Satan uit te bannen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Wel heb je, toen je de zee van je eigen slechtheid met hulp van de Heer leegviste en daardoor je zonden ten iet deed, ook de zogenaamde draak uit jezelf - eigenlijk uit de zee van je eigen slechtheid - gehaald. Jij dacht, dat ik dat geweest zou zijn, maar ik zeg je dat je je daarin heel erg vergist. Want die draak was jijzelf in de totale omvang van je meest grove, vleselijke zinnelijkheid en niet ik!
Hoofdstuk 191: Oproep aan Satan door Martinus - Satans poging tot rechtvaardiging - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zie, ik ben net zo goed als jij een dienaar van de godheid - weliswaar helaas een veroordeelde die alleen maar een zeer geringe vrijheid is toegestaan. Ik moet doen wat ik doe! En handel ik hier of daar in de totale oneindigheid ook maar een beetje verkeerd, dan voel ik ook meteen door mijn hele wezen de scherpste tuchtroede op mijn rug! Ik ben onder alle dienstbare wezens het laatste, onderste en dientengevolge ook het door de Schepper meest verworpene en ellendige. Ik kan niets doen, behalve waartoe ik veroordeeld word, alhoewel ik daarbij toch de meest volmaakte intelligentie bezit en heel dikwijls iets anders zou willen doen - wat mij dan alleen nog maar ellendiger maakt!
Hoofdstuk 191: Oproep aan Satan door Martinus - Satans poging tot rechtvaardiging - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] SATAN zegt: 'Mijn lieve Martinus, je spreekt zoals je de zaak bekijkt in jouw natuurlijke en noodzakelijke beperktheid. Omdat je daarbij heel aardig bent, kan ik met jou ook het juiste geduld opbrengen. Maar bedenk nu eens wat mogelijk is en wat helemaal niet, ja wat zelfs onmogelijk kan zijn! Kan ik dan kleiner worden dan ik ben? Zie je dan nog niet in, dat de totale, oneindige scheppingsruimte enkel en alleen met mijn ondeelbare wezen vervuld is!
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Nu zullen we weldra zijn waar we willen; alleen moeten we eerst nog weten, waar de materie van het zonnelichaam zelf en derhalve ook het totale wezen van haar mensen eigenlijk uit bestaat.
Hoofdstuk 2: De zonnemens in het algemeen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] In dit geval zijn jullie ten eerste al de ouders van zulke vroegtijdig naar de zon teruggekeerde kinderen. Ten tweede kunnen jullie echter in een nog veel volmaaktere betekenis ouders van de totale mensheid van de zon zijn, en wel dan, wanneer jullie met Paulus kunnen zeggen: ‘Nu leef niet ik meer, maar Christus leeft in mij!’.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Nu vragen jullie alweer: Waarom dan? - En Ik zeg jullie: Pas op dit ‘waarom’ kan Ik jullie antwoorden, en wel als volgt. Bekijk elkaar eens en zeg Mij dan, waarom jullie als broeders van elkaar verschillen als individu en in de gelaatstrekken, zodat niet eens de ene volle bloedbroeder er volkomen hetzelfde uit ziet als de ander, terwijl desondanks toch iedereen een volmaakt mens, tenminste wat zijn gestalte betreft, genoemd kan worden? Kunnen jullie Mij op deze vraag antwoord geven? Want Ik zeg jullie: juist daarin ligt geheel en al het antwoord op jullie ‘waarom’ klaar.
Hoofdstuk 16: De landbouw op de middengordel. Groentetuin, schapenweide en broodakker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Tenslotte bevindt zich helemaal bovenop de heuvel een groot vrijstaand kruis, waar de gestalte van de Heer in aards-menselijke vorm aan opgehangen is - en waar aan beide kanten aan veel kleinere en lagere kruisen de bekende twee misdadigers te zien zijn.
Hoofdstuk 22: De allerheiligste, zogenaamde brandende tempel. Diepere inwijding in de geheimen van de menswording van God en het kindschap Gods. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] Wanneer jullie de mensen van de planeet Mercurius zouden kennen, zou Ik jullie zeggen: Ze zien er precies zo uit als de mensen van deze gordel, en de mensen van de zuidelijke gordel zien er ook zo uit als die van de overeenstemmende planeet. - Maar omdat jullie dat natuurlijk nog niet weten, moet Ik jullie deze mensen natuurlijk enigszins nader en aanschouwelijk beschrijven, en wel het eerst wat hun gestalte betreft.
Hoofdstuk 25: Het eerste paar nevengordels. Het landschap en de mensen daar. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] Kijk eens, tot nu toe hebben we alles niet alleen duidelijk, maar zelfs heel voor de hand liggend uiteengezet. Maar Ik voorzie al enkele geleerde vossen, die een flinke hap lucht nemen en met een vreselijk wijs gezicht de vraag stellen: ‘Welnu, deze zaak klinkt heel aannemelijk, en voor de hypothese valt veel te zeggen; maar de auteur schijnt tot nu toe toch vergeten te hebben, dat zulke zonnevlekken weer verdwijnen en te dien einde ook hun gestalte langzamerhand sterk veranderen. Hoe zal de auteur met zijn opgeworpen wal zich nu uit deze val redden? - Ook heeft men met behulp van sterke optische hulpmiddelen herhaaldelijk ongelooflijk snelle bewegingen op deze wal waargenomen. Dit feit zou wel eens heel sterk ten nadele van de ‘als een muur opgeworpen wal’ van onze auteur kunnen spreken of die tenslotte geheel ongeldig kunnen maken!’
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40