Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

614 resultaten - Pagina 37 van 41

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41
[11] MARTINUS zegt: 'O Heer, men zegt wel, dat een ezel zich geen twee keer aan dezelfde steen stoot. In mij moeten wel de zielen van alle ezels verenigd zijn, en ieder wil een keer een tweede poging doen - anders zou ik immers om wille van Uw heiligste naam wel wijzer zijn geworden.'
Hoofdstuk 113: Martinus' oren worden gewassen - 'Wie de eerste wil zijn, moet ieders dienaar zijn!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] De dieren beseffen instinctmatig wel hun bestaansorde en ontwikkelen deze heel natuurlijk uit hun natuurlijke orde, die hun instinkt dan ook is. Ook alle gewassen moeten dát tot wasdom brengen, wat in hen is gelegd. Maar dieren en planten zijn nu juist daarom aan datgene, wat zij zijn, gebonden. De mens echter als vrij wezen moet dit alles eerst door leringen van buitenaf in zichzelf als in een volkomen leeg vat opnemen. En het Woord van de goddelijke wijsheid moet in zijn hart worden gelegd als een zaadje in de aarde, opdat hij dan pas tot inzicht in zichzelf en daardoor tot inzicht in God en Diens orde kan komen. Krijgt de mens helemaal geen onderricht, dan blijft hij dommer dan welk dier ook en begrijpt hij minder dan een steen.
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] MARTINUS gaat nu heel moedig vlak voor de muil van de draak staan en begint de volgende bijtende vragen aan hem te richten: 'Luister, jij allerdomst stuk rund van de hele oneindigheid! Wat wil je van God met je oude, allerbelachelijkste trots dan gedaan krijgen? Zijn enkele eeuwigheden nog niet voldoende, om je te laten zien, dat je het allerdomste loeder van de hele oneindigheid bent? Van een ezel wordt wel gezegd, dat hij zich géén twee keer aan dezelfde steen stoot. Wat moet men echter van jou zeggen, jij oeroud, stuk rund dat alle planeten, dieren en mensen bedriegt! Is je varkensbrein dan nog niet genoeg uitgebakken in het hellevuur gedurende enkele dozijnen van tientallen miljoenen jaren of eeuwigheden - vooropgesteld, dat je oneindige domheid enig begrip heeft van een tijdsduur van tien miljoen jaar? Geef antwoord, dom loeder, als je een antwoord kunt geven!'
Hoofdstuk 116: Een scène met Satan tot lering voor de kinderen Gods - Martinus' woordenstrijd met Satan - Martinus in het nauw - Raad van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Maar het moge nu zijn zoals het wil. Zoals ik al heb gezegd: laat nu maar engelen of duivels voor me verschijnen, dat zal mij om het even zijn; want van nu af aan zal ik zwijgzamer zijn dan een steen!'
Hoofdstuk 160: Martinus' neerslachtigheid en vertwijfeling – Bemoedigende woorden en vermaning van Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[30] Toch zijn het vooral de armen die de Heer aanhangen, in Hem geloven en tot Hem bidden zo goed ze kunnen. De gelukkige rijken echter hebben zelden nauwelijks een half geloof, meestal zelfs helemaal geen. Ze koesteren in hun harten van steen heel weinig liefde tot God, bidden weinig of helemaal niet en veroorloven zich niet zelden, Hem en Zijn wet smadelijk te honen.
Hoofdstuk 173: Voortzetting van de toespraak van bisschop Martinus – Verschil van levensomstandigheden op de zon en de aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] SATAN zegt: 'Lieve vrienden, doen jullie me dat toch niet aan; want ik gruw nu van de aarde als van het walgelijkste aas. Laat mij hier! Ik beloof jullie, mij voor eeuwig zo rustig te houden als een steen; maar drijf me hier niet vandaan!'
Hoofdstuk 199: Uitnodiging van Johannes aan Satan, om verdere vragen te stellen - Satans grootheidswaan en hoogmoedig antwoord - Bevel van Johannes aan Satan om de zon te verlaten - Satans verzoek om consideratie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Dat is bij de bodem van jullie planeet weliswaar ook het geval; die hulsjes zijn als zodanig echter te stug en geven niet mee bij een stoot of een val, maar worden daardoor enkel steviger tegen elkaar geperst. En wanneer ze vele jaren achtereen ongestoord zo in lagen naast en over elkaar liggen grijpen ze elkaar tenslotte zo hardnekkig vast, dat ze als gevolg van dit wederzijdse vastgrijpen geheel en al tot steen worden en in die toestand dan natuurlijk ook nog veel hardnekkiger weerstand bieden dan eerst, toen ze nog afzonderlijk en losser over elkaar heen lagen; en om die reden moet de vegetatie op een planeet dan ook veel schraler dan op de volmaakte zonneplaneet.
Hoofdstuk 1: De zon als compleet beeld van de planetenwerelden. Algemene dingen over aardbodem en plantengroei - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Zo zijn er op jullie aarde weliswaar al enkele duizenden soorten bomen, struiken, planten en grassen teloor gegaan, waarvan er hier en daar tussen lagen steen nog afdrukken worden gevonden. Ook zijn er verschillende soorten reusachtige oerbomen ten onder gegaan, en het hout daarvan wordt alleen nog ontdekt als zwarte steenkool. Bij dezelfde ondergang zijn er ook een groot aantal reusachtige dieren volkomen uitgestorven, zoals bijvoorbeeld de mammoet en een groot aantal van dergelijke grote gevleugelde amfibieën, die nu nog onder de naam ‘hagedis’ bekend staan.
Hoofdstuk 1: De zon als compleet beeld van de planetenwerelden. Algemene dingen over aardbodem en plantengroei - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[24] In dat geval neemt men zijn toevlucht tot scheepsbruggen. Maar de schepen, die daarvoor gebruikt worden, zijn even kolossaal als de weg zelf. Alleen wordt er over deze schepen geen brug van steen gelegd, maar een die uit massieve boomstammen is opgebouwd - die evenwel via de schepen eveneens het niveau van de weg moet bereiken.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Dit hele gebouw is, zoals jullie in je fantasie ook kunnen zien, enkel van de jullie reeds bekende witte, glanzende stenen gebouwd en is daardoor zowel van binnen als van buiten overal even licht. - Als jullie met je ogen zo’n tempel ook maar tot op honderd mijl zouden naderen, zou het geweldige stralen ervan jullie plotseling blind maken; want buiten, in de vrije lucht straalt deze steen nog duizend keer sterker dan het vrije licht van de zon, gezien vanaf jullie aarde. Maar voor de ogen van de bewoners van deze gordel hebben dergelijke stenen ongeveer dezelfde lichtsterkte als bij jullie een besneeuwde vlakte, die door de zon beschenen wordt.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[48] Opmerking: Deze vermelding, die schijnbaar vorige mededelingen over de manen van Miron tegenspreekt, was voor de schrijfknecht van de Heer, Jakob Lorber, aanleiding tot de volgende bede: ‘O mijn zeer geliefde Heer en heilige Vader in Jezus! Ik arme, waardeloze zondaar en trage, onoplettende knecht vraag U uit de grond van mijn hart of U mij weer uit een verlegenheid wilt helpen! - Kijk, zoals U bekend is en altijd geweest is, heeft zich in het dictaat over de zon een kleine tegenstrijdigheid in getallen voorgedaan, en wel bij de laatste planeet waarover aanvankelijk in de inleiding gezegd is dat die slechts drie manen heeft; nu, bij de specifieke behandeling van dit hemellichaam wordt er echter gezegd, dat het tien manen heeft! - Hoe moet dat opgevat worden? - Hier sta ik, Heer en Vader, voor U en belijd vanuit mijn diepste innerlijk dat een dergelijke tegenstrijdigheid van getallen mij nog nooit van de wijs heeft gebracht; want ik weet maar al te goed en zeker, dat in U alles uiteindelijk opgelost wordt en tot de mooiste evenwichtige harmonie komt; maar zo is het niet bij iemand anders, die U, o Heer en Vader, heel goed kent. - Deze persoon heeft de scherpe schoolse punten van zijn verstand nog niet door een deemoedig en aan U overgegeven geloof stomp gemaakt, en één gesproken woord is al voldoende om zijn geloof te doen wankelen en mij, arme knecht, van bedrog te verdenken! - Geef, o Heer, vanwege deze man mij dus nu al de oplossing van deze getalstegenstrijdigheid, of leid mij er veilig vandaan, aangezien ik constant het gevaar loop om van bedrog in Uw naam verdacht gemaakt te worden, en geef deze genade aan iemand anders, maar laat mij Uw enige liefde en erbarmen! Want op deze manier ben ik niet veilig voor de strikken van de wereld. - help mij dus op de ene of andere manier. - Als ik voor dit heilige ambt van Uw grote genade te zwak ben, sterk mij dan in alles of zet iemand anders op mijn plaats. Want werkelijk, deze taak is mij al tot een grote last geworden, aangezien die een waarlijk groot en zwaar kruis is! - Maar zoals altijd geschiede ook deze keer Uw heilige wil. Amen’. De knecht kreeg het volgende, voor menig verstandelijk criticus betekenisvolle antwoord: ‘Schrijf dan, Zoon van Adam, die nog vuur van de hemel roept, wanneer je bekritiseerd wordt, om welke reden jij op oude gronden een ware Jakob bent! Kijk naar Mij: wat hebben de mensen al allemaal niet van Mij gemaakt! Hoe vaak ben Ik niet een bedrieger, een volksopruier, een Israëlitische leegloper, vagebond, zonderling, dwaas, een tovenaar, ja zelfs een dienaar van Beëlzebub genoemd!? - Ja, zelfs in deze tijd vergaat het Mij op aarde geen haar beter; men hoont en bespot Mij allerwegen, lacht Mij uit, of men loochent Mij helemaal en vernietigt daardoor tevens zeker tot de laatste letter Mijn woord en derhalve ook al Mijn genade en erbarmen. Waar Ik eventueel nog voor de schijn gediend wordt, hoef Ik je niet nader te beschrijven hoe zo’n dienst op zichzelf merendeels in elkaar zit; want dat weet je voor het grootste deel al! - En zie, toch laat Ik geen zwavel en vuur uit de hemel regenen! Wees ook jij dus zachtmoedig en bescheiden, en wees altijd vol liefde, zachtmoedigheid en geduld tegenover jouw broeders en zusters, dan zul je meer bij hen bereiken dan door zwavel en vuur uit de hemel! Als A.H.W. hier en daar tegen sommige dingen bezwaar maakt, hoeven we daarom nog niet boos op hem te worden; hij doet het immers niet om jou verdacht te maken, maar alleen ter wille van het licht. Daarom, Mijn Jakob, nog geen vuur uit de hemel dus! Ook is het niet nodig dat jij Mij daarom het ambt van genade wilt teruggeven, maar ga maar gewoon door; het juiste licht over iedere uiterlijk schijnbare tegenstrijdigheid zal op de juiste tijd en de juiste plaats wel doorbreken. Want als dat eerste onberispelijk geweest zou zijn, zou er geen ruimte voor iets anders gezocht worden! - Dat moet je goed begrijpen - en ook er ook acht op slaan waarom het Oude Testament bekritiseerd en er een Nieuw voor in de plaats werd gezet! - Zo is het hier dus ook. Drie korrels worden er in de aarde gelegd, die tienvoudige vrucht opleveren. Waarom niet drievoudig? Waarom moeten de drie gegeven korrels eerst in de aarde uitgebreid bekritiseerd worden, ja waarom te gronde gaan, om de nieuwe tien kinderen een vrije groei te schenken? Bij jullie spreken drie en tien elkaar weliswaar tegen, vanwege jullie hardheid, maar zo is het niet bij Mij; want in Mijn rijk zijn duizend als één en één gelijk aan een aantal van oneindig velen! - Wacht ook jij dus maar geduldig af, en vertrouw Mij, dat Ik echt allerhoogst wijs ben, dan zal op de juiste plaats wel blijken waarom er in het eerste bericht drie en in dat vandaag, als het ware het nieuwe bericht, tien manen staan! - Maar om te zorgen dat jij niet weer onnodig vurig wordt, zeg Ik je nu al dat er bij de onthulling en over de zon nog enkele tegenstrijdigheden over de gesteldheid voorkomen en zelfs nóg enkele zullen voorkomen. Maar als de zon af zal zijn, zullen alle tegenstrijdigheden opgelost worden! Daarom moet jij niet vurig en A.H.W. niet angstig worden. Want wat jij ontvangt is Mijn zaak, en Ik zal er wel in alle opzichten voor weten te zorgen dat die wordt zoals ze moet zijn; maar jij doet genoeg als je Mijn wil vervult! - Laat iedereen met zijn wereldse verstand maar lekker ver van Mijn gave blijven - anders lijkt hij op zaad, dat uit de hand van de zaaier op doornen en distels viel. Want in het verstand wonen allerlei zorgen. - Wie dus Mijn woord met zijn verstand in plaats van met zijn hart afmeet, zal de vruchten van Mijn zaad waarschijnlijk nooit oogsten. -Bij Matteüs (28: 1-7) komen er twee vrouwen naar het graf; er vindt een aardbeving plaats, er verschijnt een engel die de steen van het graf wentelt, erop gaat zitten en de twee vrouwen over Mij informeert. - Bij Markus (16: 1-7) komen er drie vrouwen, die zich zorgen maken vanwege de steen; deze wordt door een onzichtbare macht weggehaald, daarna gaan ze het graf binnen, zien daar een jongeman met een wit kleed aan de rechterkant zitten, die hen troost en inlichtingen over Mij geeft! - Bij Lukas (24: 1-7) komen er verscheidene niet genoemde vrouwen, met specerijen zelfs, die steen reeds afgewenteld vinden, direct het graf binnengaan, maar daar nog niemand vinden; na een poosje, waarin ze zich al zorgen zijn gaan maken, komen er twee mannen in glanzende kleren op hen toe die hun inlichtingen over Mij geven! - Bij Johannes (20: 1-14) komt er maar één vrouw, namelijk Magdalena, die het graf open aantreft, maar niemand erin; daarom loopt ze naar Petrus, en Petrus komt met de andere leerling haastig naar het graf en vinden daar behalve de opgestepelde linnen doeken niets, gaan vervolgens weer naar huis, en pas hierna kijkt de huilende Magdalena in het graf en ziet aan hoofd- en voeteneinde twee engelen in witte kleren, die alleen maar vragen: ‘Vrouw, waarom huil je?’ En nadat ze de vraag beantwoord heeft, sta Ik ook al achter haar! - Wat moet iemand, die hierbij uiterlijk, puur werelds en historisch volgens zijn verstand oordeelt, bij deze vier zeer verschillende mededelingen noodzakelijkerwijze wel vinden, als hij echt spitsvondig en kritisch te werk wil gaan? - Ik zeg je: ofwel de dood van zijn verstand, ofwel de dood van zijn geloof. De dood van zijn verstand, als hij daar een goddelijk mysterie vermoedt en dat aan Mijn wijsheid en almacht overlaat. De dood van zijn geloof echter, als hij zegt: Als het feit authentiek zou zijn, zouden daarin niet slechts vier, maar honderd geschiedschrijvers qua aantal, de wijze waarop, de woorden en in feite in alles overeen moeten stemmen - maar ieder van de vier evangelisten zegt iets heel anders! Wie heeft er gelijk? - Geen van hen! - En dus geloof ik ook niets! Maar kijk, noch het verstand, noch het geloof moet gedood worden. Hoe kan dat? Ik zeg je: alleen door liefde, deemoed, zachtmoedigheid en geduld! Als deze vier zaken één worden in de mens, zal er ook een grote hoeveelheid levend licht komen in zijn hart, waarin alle tegenstrijdigheden opgelost zullen worden! Neem dat in acht, dan zal het jullie ook duidelijk worden. Als jullie echter met je verstand Mijn schatgravers willen zijn, waarlijk, dan zullen jullie enkel afval vinden! - Wie echter zijn hart door zijn verstand wil wekken, zij ervan verzekerd dat het alleen maar doodt; want er is geen zwakkere liefde dan die van het verstand! - Wie echter het leven wil ontvangen, moet zacht en geduldig liefhebben en geloven en niet als een slechte rentmeester een voorbarige verantwoording van Mij verlangen, want ware kinderen hebben de Vader lief en twisten niet met Hem! - Begrijp dat goed! - Amen’.
Hoofdstuk 74: Verwijzingen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Als je bijvoorbeeld een steen bekijkt of een ander regelmatig of onregelmatig voorwerp, kun je zien dat zijn zwaartepunt in een bepaald deel ligt. Bij een willekeurig houten blok kun je dat gemakkelijk vaststellen als je het op het water legt; dan zal daar waar zijn zwaartepunt ligt het blok steeds het diepst in het water wegzinken. Dat is dus het tweede punt, dat iedereen bij elk voorwerp gemakkelijk kan vinden.
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Evenals de 'Schockel' hebben nog veel Stiermarkse bergen hun geheimzinnige namen, maar om van alle de herkomst te vertellen zou de ruimte niet toelaten. De 'Razalpe' is van gelijke oorsprong; want het woord 'Rax' is een verkorting van rakker, wat zo ongeveer een halve duivel is. De naam 'Tote Weib' behelst al duidelijk wat deze berg eens was, namelijk een oord vol heksen; een vrouw die door hen werd gevangen, maar zich niet aan hen wilde onderwerpen, werd daar eens in een steen veranderd. Door deze verandering was ze natuurlijk ook dood.
Hoofdstuk 36: Toverbergen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] 'Ik als de oerschepper kan de eindeloze hoeveelheid van Mijn ideeën fixeren' - zegt de Heer - en kan de levende intelligenties als het ware als enkelvoudige gedachten in de materiële verschijningsvorm van de steen vasthouden, ze langzamerhand vrijmaken en ze in hun volheid en heerlijkheid zichtbaar maken voor Mij, de Schepper, en voor degenen die uit Mij voortkomen, opdat de eindeloze volheid van Mijn ideeën niet als een geheel onveranderlijk beeld voor Mijn ogen zal zweven; want juist in deze materiële schepping sluit de Schepper zich van de te eindeloos vele ideeën af en voert ze door het vrij worden en oplossen van de materie weer als enkelvoudige gedachten ter beschouwing voor Zijn goddelijk oog.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Al even armzalig is deze gordel van dieren voorzien. De bewoners hebben slechts twee soorten vierpotige huisdieren. De ene heeft ongeveer de gestalte van het sabeldier van jullie aarde, alleen heeft de vacht meer en zachtere wol. Van deze wol maken de bewoners wat armzalige kleding, die ongeveer gemaakt wordt zoals jullie katoenen watten. Ze leggen de wol namelijk op een plat vlak, bijvoorbeeld op een van nature platte steen (want de aardbodem van de zon is hier heel steenachtig). - Op deze plaat drukken ze de wol dan egaal en dan bestrijken ze het oppervlak met een kleverig sap, dat zij uit een wortel verkrijgen. Door dit bestrijken worden de wollen haren met elkaar verbonden, en wel tamelijk duurzaam, zoals wanneer ze bij jullie met een vloeibaar gummi elasticum bestreken zouden zijn. Op deze manier worden tamelijk lange en brede vellen gemaakt. Van deze vellen snijden ze dan een eenvoudig kleed, dat uit niets anders bestaat dan één enkele, enigszins stugge schort rond de lendenen om hun schaamte te bedekken; al het overige is bloot.
Hoofdstuk 35: De zuidelijke gordel van het derde gordelpaar - overeenstemmend met de asteroïden - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41