Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

614 resultaten - Pagina 38 van 41

...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41
[25] Nog een stuk gereedschap, dat zij op dezelfde manier vervaardigen, bestaat uit een soort kam. Met deze kam rukken zij het bekende dier de wol van het lijf; maar gewoonlijk is deze wol, wanneer die in zekere zin rijp is geworden, er heel gemakkelijk vanaf te halen. Vervolgens gebruiken ze dit gereedschap ook nog voor een tweede, maar sporadischer voorkomend huisdier, dat er ongeveer zo uitziet als een dwergkoe bij jullie, en waarbij er geen verschil is tussen het mannelijke en vrouwelijke geslacht. Dit dier heeft acht melkspenen aan de buik. Wanneer ze dit dier willen melken, schuiven ze de niet zo grote spenen tussen de tanden van de kam en ‘kammen’ in zekere zin de melk uit de spenen, wat gewoonlijk boven een enigszins uitgeholde gladde steen gebeurt.
Hoofdstuk 35: De zuidelijke gordel van het derde gordelpaar - overeenstemmend met de asteroïden - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Aangezien we het gebouw links en rechts als een trapsgewijze gevormd gebouw hebben gezien, zal het vanzelf duidelijk zijn dat het een gelijkzijdige driehoek zou vormen als wij het doormidden zouden snijden. Maar daaruit blijkt weer, dat het beneden op de begane grond bijna even breed moet zijn als het vanaf de grond tot aan de hoogste trede hoog is. Zodoende heeft het dan ook eveneens een doorsnede van zeventigduizend klafter. En de ingangs- en doorgangspoorten zijn dus ook niets anders dan duizend klafter hoge en honderd klafter brede tunnels, die van binnen zelfs met kunstlicht verlicht moeten worden. Dat is echter op deze gordel en ook op de andere gordel niet zo duur als jullie denken. Want op de zon zijn er een buitengewoon grote hoeveelheid witte stenen, die van zichzelf zo sterk stralen, dat jullie het licht van zo’n steen evenmin zouden verdragen als het licht van de zon zelf op een heldere middag. Uit deze steen worden grote bollen gehakt, ongeveer twee klafter in doorsnee, die vervolgens op vierkante voetstukken zowel in de brede tunnels als ook in de inwendig gelegen vertrekken van dit gebouw op de juiste afstanden geplaatst worden. Daarmee worden zowel de tunnels als de inpandige kamers zelfs nog sterker verlicht dan jullie planeet op een heldere middag. - Dit licht is op de zon natuurlijk aanzienlijk zwakker dan het natuurlijke licht buiten; maar desondanks is toch nog voldoende sterk om alles heel duidelijk te onderscheiden en te bekijken.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Om deze reden hebben de mensen van deze planeet ook een heel bijzondere achting voor dit dier, die hier en daar zelfs tot een soort afgoderij verworden is. Maar omdat de bewoners van deze planeet tevens in verbinding staan met de geestenwereld van hun planeet, .is een dergelijke afgoderij nooit van lange duur, maar lijkt veeleer op een korte overgang, soortgelijk aan de geestvervoering van sommige onnozele dichters bij jullie, die niet zelden voor een uit hout of steen gevormd standbeeld liederen schreeuwen alsof ze voor een engelengeest uit de derde hemel stonden. Dat is eveneens afgoderij; maar zoals jullie al herhaaldelijk ervaren zullen hebben, nooit van al te intense of lange duur. Zo is het ook op deze planeet, en des te meer, omdat de verering van de bewoners altijd meer op een grote verwondering over de vermogens van dit dier dan op afgoderij lijkt.
Hoofdstuk 59: De Miron-koe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Uit wat voor materiaal bestaat dus de tweede vaste aarde? Jullie dit materiaal te beschrijven zal wel wat moeilijk zijn, omdat aan de oppervlakte van de aarde een dergelijke stof niet te vinden is en zich daar ook niet bevinden kan, omdat de bestanddelen van elk van deze in elkaar passende aarden heel verschillend zijn, wat men ook heel gemakkelijk ziet als men een noot bekijkt, waar de buitenste groene schil helemaal niets van de harde schaal bevat, evenmin iets van de binnenste kern en elk deel, hoewel met elkaar verbonden, toch op zichzelf als een geheel afgescheiden iets aanwezig is. Zo is het ook met de massa van deze tweede, vaste aarde gesteld. Het is noch steen, noch metaal, zeker geen diamant en nog minder goud of platina. Want als deze massa uit laatstgenoemde stoffen zou bestaan, dan zou ze ten eerste het innerlijk vuur dat uit de ingewanden stroomt, niet kunnen doorstaan; de massa zou weldra gesmolten en in slakken en as zijn veranderd. Evenmin zou ze de talloze vuurbronnen en andere verstorende krachten die door haar heengaan kunnen verdragen; ze zou weldra verbruikt zijn en anderzijds op deze doorgangen verweren, en in die toestand zou ze dan voor verdere operaties niet meer geschikt zijn.
Hoofdstuk 16: Materiaal en constructie van de tweede aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Als dan de Schepper Zijn ideeën en gedachten, die zeker niet dood zijn, in de verschijningsvorm van de materie heeft ingebonden zoals een boekbinder een boek, dan moet er toch ook wel in de steen leven aanwezig zijn, dus een grote hoeveelheid intelligenties, die zich tenslotte in de levende menselijke ziel, die haar levend deel daaruit al in zich heeft opgenomen, terug vinden, om zich als het ware als levend weer in de ziel te regenereren.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Dit karakteristieke openbaart de vrije intelligentie, waardoor elk ding op zijn manier zich van een of meer vermogens en bekwaamheden als het ware bewust is. Naast deze karakteristieke kenmerken openbaart zich ook een noodzaak, zoals bijvoorbeeld dat een steen vast moet zijn, een plant in een of andere vorm moet groeien en vrucht dragen, evenals een dier dàt moet zijn en moet doen waartoe hij bestemd is. Deze noodzaak ligt niet in de materie maar is het werk van de volkomen geesten, aan wie deze taak is opgedragen.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] De stenen staan al wat dichter bij de plantenwereld en hebben ook al wat meer specifica dan de metalen; hoe gewoner ze zijn, hoe edeler en gevarieerder zijn hun specifica. Als men ze vernietigt, kunnen ze niet gemakkelijk weer in de vroegere complete toestand teruggebracht worden. Ze blijven wel als verbrokkelde delen van een vroegere complete steen nog van dezelfde materie, maar ze kunnen niet zoals de metalen door het vuur weer samengevoegd worden tot een zelfde materiële massa; want het vuur brengt ze al in een heel andere toestand die helemaal niet op de vorige lijkt.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Een bijzonder verschijnsel bij het ontsteken of nog beter bij het lichten van de door de derde luchtregio vallende meteoren is vooral, dat de kop van zo' n meteoor het meest lichtend is. Dit licht geven van de kop tijdens het doorschieten van de derde luchtregio is van dezelfde aard als het lichten van zijn staart. Het is een geconcentreerde stralenreflex, omdat het vaste, gewoonlijk ook nog ronde lichaam, de hem omgevende lichte, etherische lucht uiteen drijft en om zich heen, vooral aan de voorkant van de kop, een luchtomhulsel vormt, dat op zijn beurt om het lichaam een glanzend vlak vormt als van een holle spiegel, die het licht van de lichtgevende hemellichamen opneemt en het dan verder naar de aarde omlaag stuurt. Als iemand een ronde steen heel hard in helder water zou gooien, zou hij zich van dit verschijnsel in het klein een voorstelling kunnen maken, want al zou die steen ook zwart zijn, toch zal men hem onder water met een geheel witte kop naar beneden zien schieten. Dit witte aan de kop is niets anders dan een door de snelle beweging van de steen gevormde holle spiegel van water, die de in het water vallende stralen geconcentreerder opneemt en weer terugkaatst. Om deze reden lijkt ook het schuim van het water wit, omdat de luchtbellen als het ware louter holle spiegels zijn, die heel veel stralen in zich opnemen en ze dan geconcentreerd weer terugzenden. Wat hier het water laat zien, dat laat daar het lichten van een meteoor zien, namelijk niets anders dan een geconcentreerde reflex van het licht.
Hoofdstuk 26: Verschijnselen in de derde luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Een spreuk uit jullie liturgie, die de zaak wel wat ongelukkig en niet juist weergeeft, luidt: 'Bedenk mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren'. Deze spreuk bedoelt met het woord 'stof wel het totale uiteenvallen van het lichaam, maar is in deze betekenis onjuist, omdat iedereen onder 'stof fijn verpoeierde aarde of steen verstaat, die door de wind gemakkelijk verwaait. Ook kan daaronder de nog fijnere zonnestof verstaan worden, die wel fijner is dan de stof van de straat. Als het lichaam in zulk soort stof opgelost zou worden dan was zijn ziel daarmee weinig geholpen. Het allerfijnste stof dat we nog kunnen zien is toch altijd nog materie en kan zich zo lang het materie blijft niet met de ziel en de geest verenigen. Beter dan stof zou men kunnen zeggen 'specifiek zieleatoom'; dat is niet meer materieel maar substantieel. Tussen materie en substantie is echter een hemelsbreed verschil.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Neem maar eens kalksteen in zijn natuurlijke en een andere in gebrande toestand. In zijn ruwe toestand kan hij wel eeuwen in het water liggen en dan zal hij niet oplossen, maar slechts vaster worden omdat verschillende specifica uit het water zich met hem verenigen. Maar als je een gebrande kalksteen in het water gooit, dan zal hij zich in enkele minuten in een witte brij oplossen. De oorzaak van dit verschijnsel is, dat een bepaald aantal specifica door het vuur verdwenen is; deze specifica gaven vroeger aan de steen zijn dichtheid en stevigheid. Komt er dan ook nog water bij, dan komen daardoor nog meer specifica vrij en de weinigen die zijn overgebleven verliezen hun samenhang en vallen dan als een brij uit elkaar. Wordt het water dan weer uit de brij verwijderd, dan komen weer enkele vrij geworden specifica in die brij terug en maken dat deze weer vast wordt, om welke reden deze dan ook bij metselwerk als bindmiddel wordt gebruikt.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Zo ook slangen en de adders; als ze honger hebben grijpen ze alles wat ze zien. Ook een naar beneden vallende steen ontziet niets; met dode blinde woede verplettert hij alles wat hem in de weg staat.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Ik weet heel goed dat deze zeer duivelse verhalen veel mensen niet zullen bevallen en Ik weet ook, dat velen daarin op een of andere schijnbare tegenstrijdigheid zullen stuiten; maar dat is niet belangrijk. Wie zit is er beter aan toe dan diegene die moet staan en een zacht bed is ook beter dan een steen onder het hoofd. Wie daarom zit of in een zacht bed ligt, blijve daar maar als het hem bevalt; wij zullen echter noch zitten, noch liggen en nog minder blijven staan, maar lopen en wel vooruit en niet achteruit. Daarom moet het ons ook niet hinderen, dat we zoveel horen wat voor het gevoel bitter is, maar des te heilzamer voor de geest. Als het al moeilijk is met een vijand te strijden die men ziet en kent, hoeveel te moeilijker is een strijd met een vijand die men noch ziet, noch kent. Daarom is het nodig de vijand te kennen, zodat men weet hoe men hem moet aanpakken, om een aanstaande strijd met hem met succes te doorstaan.
Hoofdstuk 57: Het belang Van het onderscheiden van het kwaad - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Maar wat zou het iemand helpen, als hij de hele hemel als een encyclopedie voor zijn neus had, maar hij zou onderweg op de eerste de beste steen stoten en dan samen met zijn hemel op zijn neus vallen?
Hoofdstuk 57: Het belang Van het onderscheiden van het kwaad - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Geloof niet dat iemand daar hulp kan vinden, helpen kan toch alleen maar Ik, de eeuwige vijand van alle afgodendom. Hoe zou Ik dan een houten beeld, dat door mensenhanden is gemaakt, wonderkracht verlenen? Als Ik al iemand wonderkracht zou willen geven, dan zou het aan een echt mens zijn, niet aan een beeldhouwwerk, dat veel lager staat dan het laagste dier, want dat heeft tenminste leven en kan bewegen. Het is zelfs veel minder dan een grashalm of een steen. Die zijn wat ze zijn, dus in hun orde; maar een beeld is niet wat het voorstelt. Het beeld is van hout, maar stelt een mens voor en wordt vereerd en aanbeden, omdat degene die het voorstelt een toonbeeld van deugd was.
Hoofdstuk 72: Vergeving van zonden en beeldenverering - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Dus de beeldenverering is een nog afschuwelijker afgoderij dan die van de oude heidenen. Deze maakten wel goden van metaal, steen en hout, omdat ze de ware God niet kenden - een innerlijke behoefte aan een ware God dwong hen dus tot het vervaardigen van deze maaksels. Maar de tegenwoordige mensheid heeft God en kent Hem en weet dat Hij alleen de Heer is en toch vereert men houtsnijwerk. Wat moet men tegen zulke mensen zeggen? Niets dan: Jullie zijn één met de aartsvijand van God, die God heel goed kent, maar in plaats van hem lief te hebben en Hem alleen te aanbidden, Hem veracht en Hem overal bestrijdt.
Hoofdstuk 72: Vergeving van zonden en beeldenverering - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41