Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9982 resultaten - Pagina 39 van 666

...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...
[8] Het is toch eeuwig jammer, dat, zoals wij gehoord hebben, de Farizeeën te Jeruzalem Herodes het vuur zo na aan de schenen gelegd hebben, dat hij ten langen leste toegestemd heeft om deze zeer beroemde genezer gevangen te nemen en in een kerker te werpen! Oh, dat is een grote tegenslag voor de arme, lijdende mensheid!
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toch is het nog een geluk, dat Hij naar het schijnt verscheidene leerlingen in Zijn kunst onderwezen heeft! Een leerling wordt wel zelden zo goed als zijn meester; maar met de juiste ijver kan hij toch wel iets van zijn meester geleerd hebben. En dat is dan toch altijd nog wel een heel voornaam iets, dat wij in hoge mate bij u aanwezig achten en daarom geloven wij, dat u --- maar wat is dat nu?! Terwijl wij alle moeite doen om aan te geven dat wij ons geloof baseren op het feit dat u een leerling van Jezus bent, staan ineens alle zieken op! De blinden zien, de lammen lopen, de stommen spreken, de melaatsen zijn rein! En er waren daarbij nog een paar met cholera, en een aantal dat met TBC besmet was, en ze zijn gezond! Ah, zo iets is toch sinds het ontstaan van de wereld nog nooit vertoond! Grote, almachtige God, hoe gebeurde dat? Heeft u ze allemaal genezen?! Of is er soms een engel in dit dal neergedaald en heeft die de zieken allemaal onzichtbaar aangeraakt en zo genezen? Hoe -hoe is dat nu toch gebeurd?
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar Ik werd dit keer boos over de hardheid van de Grieken en zei tegen de verharde spreker, die de andere over het algemeen toch wat betere Grieken van een goede daad af wilde houden: 'Luister, verharde mens! Let op, of de grond niet wankelt, en hoe vast je dan wel staat! Er zijn er al veel geweest die ook met de stem van een superheld tegen hun omstanders geroepen hebben: 'Laat de aarde maar in puin vallen en ik zal mij zonder enige vrees op de uiteengespatte resten in de eindeloze ruimte voort laten dragen!'; maar toen daarna de aarde maar een klein beetje trilde, was de grootsprekende held de eerste die met verbluffend voetenwerk maakte dat hij weg kwam! Maar misschien deed hij dat toch niet zo zeer uit vrees om in zijn huis onder het puin begraven te worden, maar eerder alleen maar om, als de aarde echt in puin zou vallen, buiten een stuk op te pikken en daarop dan een onverschrokken rit door de oneindigheid te beginnen!
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Houd op met je waardeloze grootsprekerij en doe wat Ik jullie allen gezegd heb, want anders dwing je Mij echt je moed aan een harde proef te onderwerpen! Want een God van een Jood laat in zulke ernstige gevallen niet de spot met zich drijven; want ook het grote geduld van God heeft in bepaalde zaken haar vastgestelde grenzen!
Hoofdstuk 212: De stoïcijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Praat er maar niet meer over', zeg Ik, 'je zult je weldra kunnen overtuigen of er met hem iets is aan te vangen!' En Mij naar de stoïcijn Philopold wendend, zeg Ik: 'Denk je nu echt dat je vooraf met God, je schepper, geen contract afgesloten hebt en niets afweet van alle voorwaarden die je vaak genoeg onder ogen gebracht zijn en waar je op deze planeet niet buiten kunt? Weet dan, dwaas, dat dit al het twintigste hemellichaam is waarop je lichamelijk leeft; 1e totale lichamelijke ouderdom telt al zoveel aardse jaren dat dit pet getal van de fijnste zandkorrels in alle zeeën der aarde verre overtreft! Maar wat een, niet voor een lichamelijk levend mens in te denken, haast eindeloze tijdsduur bestond je al als zuivere geest in een volkomen bestaan en met het helderste zelfbewustzijn in de eindeloze ruimte, waar je in gezelschap van talloze andere geesten buitengewoon genoot van het krachtigste en ongebondenste leven!
Hoofdstuk 213: De reïncarnatie van Philopold. (28.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Als de engel de rollen aanreikt zegt hij: 'Hier lees en herken het, gewezen Murahel, Murahel, Murahel! Want ik, die Archiël heet, heb ze voor jou van hetzelfde altaar gehaald waar jij mij die grote belofte deed! Vraag echter niet, hoe dat in die paar ogenblikken mogelijk was; want aan God zijn bijzonder wondere dingen mogelijk! Lees eerst alles, en spreek dan pas!'
Hoofdstuk 213: De reïncarnatie van Philopold. (28.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] In de gehele schepping is echter -en wel op alle hemellichamen die hoe dan ook door denkende wezens in menselijke gestalte bewoond worden -de totale menswording van de Heer in het vlees door ons bekend gemaakt; maar slechts op een zeer gering aantal werelden is het aan heel weinig geesten toegestaan om in het vlees van deze aarde te komen. Want de Heer kent iedere aard van alle werelden in de eindeloze ruimte, en dus ook de aard en de geschiktheid van de bewoners en hun geesten die de verschillende werelden bewonen, en daarom weet Hij het beste of een geest geschikt is voor het vlees van deze aarde of niet.
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar de bedienden hadden gezegd: 'In de eerste plaats zijn wij Grieken en hebben de godsdienst van de keizer en daarom kunnen wij over jullie domme gedoe, dat je leer van God noemt, danig lachen, en je kunt ons niets maken als we dat niet in je tempels en scholen doen. En in de tweede plaats zijn we hier met velen, die dienen in het huis van de grote en machtige Kisjonah; en als je dus niet snel maakt dat je hier vandaan komt, dan gaan we jullie met knuppels de weg wijzen!' Toen beten ze van kwaadheid hun lippen stuk en verdwenen langs de zee over de omhooglopende weg, die van hier naar Jeruzalem voert.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Waar komt dat door? Door zijn eigen te grote zin om te rusten en het daarmee verbonden zelfbedrog, dat de rust de mens zou versterken.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als iemand zich in de een of andere kunst, waarvoor een grote mate van hand en vingervlugheid vereist is, een grote verbazingwekkende perfectie wil bereiken, dan vraag Ik je: Zal hij die ooit bereiken, als hij in plaats van iedere dag voortdurend vlijtig te oefenen, zijn handen en vingers in zijn zakken steekt en dag na dag niets doend rondloopt, omdat hij angst heeft dat hij door het vermoeien van zijn vingers en handen, deze te stijf en te onhandelbaar zou maken voor het nagestreefde kunstenaarschap?
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De volgende morgen kwamen de vijf Farizeeën naar Mij toe, begroetten Mij en Mijn leerlingen op hun manier zeer hoffelijk en betoonden Mij nog een grote eer, door Mij te vragen, of Ik hen waardig vond om Mij de voeten te wassen.
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Pas na deze handeling vroegen de vijf Farizeeën aan Mij: 'Waarlijk, onbegrijpelijk grote meester! Vertelons nu toch eens iets over de aard en manier, waarop de kracht werkt waarmee U dergelijke nooit gehoorde genezingen tot stand brengt! Dat U zulks - in het algemeen gesproken - duidelijk door de kracht van God doet, staat wel vast; maar hoe en op wat voor wijze dat zo ongehoord volmaakt kan gaan, dat is een andere vraag. Slechts daarover - als u ons voor enigszins waardig houdt -zouden we iets naders willen weten, en dan zullen we zeer tevreden en u eeuwig dankbaar blijvend de terugweg naar Bethlehem weer aanvaarden.'
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen het weer in zee ondergedoken was, bewoog het een tijdlang het water in de grote inham zo sterk, alsof de zwaarste storm het opjoeg; maar geen van de leerlingen trok zich daar wat van aan, en in dit laatste uur werd de stilte in God met grote innerlijke ijver in stand gehouden.
Hoofdstuk 225: De leviathan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar tegen het einde van het rustuur komt er opeens een zwaar onweer . Felle bliksems schieten door de lucht; harde windstoten buigen de bomen haast tot aan de grond, en grote en zware regendruppels met hagel vermengd vallen al uit de donkere wolken.
Hoofdstuk 225: De leviathan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Baram gaat weer in zijn schip, waar een aantal zakken goede wijn in een grote kist opgeborgen zijn, en hij laat deze door zijn mensen in de keuken brengen en daar alle kruiken vullen en hij zegt tegen de koks en kokkinnen dat ze nog een half uur moeten wachten, en de spijzen dan pas op moeten dienen als hij hen een teken zal geven. Daarna komt hij weer bij Mij, en luistert mee naar wat Ik al de leerlingen over deze zelfbeschouwing en het nut daarvan zeg.
Hoofdstuk 225: De leviathan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52  ...