Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

108 resultaten - Pagina 5 van 8

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8
[11] Aan de hand van deze pendel moeten dan alle andere ingesteld worden. Ook zijn die niet even groot en kunnen ze niet dezelfde langzame slingeringen nadoen, moeten hun slingeringen toch zo ingedeeld zijn, dat twee of vier slingeringen precies de tijdruimte vullen, die bij deze hoofdpendel één slingering uitmaakt.
Hoofdstuk 20: Een tempel van het hogere type - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Dat is dus nog een regel. - Verder is er nog een regel, dat alle huizen langs de weg constant rijkelijk van etenswaren voorzien moeten zijn om daarmee de reizende gasten te kunnen verzorgen. Om deze reden heeft ieder woonhuis dan ook de plicht om de huizen langs de weg, die binnen het eigen district vallen, daarvan te voorzien. - Als hier en daar sommige woonhuizen te ver van de weg af liggen, moeten ze hun deel naar de buren brengen, die het dan bij de huizen langs de weg afleveren. - Dat is wel al het wezenlijk belangrijke, wat de uiterlijke, daadwerkelijke gedeelte van de religie uitmaakt.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] De ouders zijn het hoofd van het gezin; de vader voor het mannelijke en de moeder voor het vrouwelijke deel. Maar omdat vader en moeder hier werkelijk één lichaam vormen, verenigen deze twee hoogste polen zich tot één pool in hun uitwerking. Wat dus de vader wil, dat wil de moeder ook. En zo heerst er in het hele huis, zowel aan de mannelijke als de vrouwelijke kant, één en dezelfde regel.
Hoofdstuk 63: Huiselijke betrekkingen, goede sociale leefregels, muziek en muziekinstrumenten op Miron - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Voor het merendeel wonen deze reuzen dichtbij de berggordel aan de pool, waar zij ook voldoende voedsel vinden. Verder in de richting van de zee van deze gordel worden de mensen steeds kleiner. En op de grote en veelvuldig voorkomende eilanden wonen de zogeheten dwergen, die echter toch nog groter zijn dan alle andere gordelbewoners van de zon. Daarom moeten jullie je deze eilanden in jullie fantasie ook niet al te klein voorstellen.
Hoofdstuk 66: Het zevende paar gordels en de reusachtige bewoners ervan - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Heb maar een beetje geduld; we zullen de onmogelijkheden direct enigszins doornemen. Luister dus! - Ten eerste bezit de aardbodem van het zonnelichaam zowel vanaf de ene als de andere pool in de richting van de evenaar een zeer ongelijke dichtheid, en wel zo, dat de aardbodem van de zon in de buurt van de polen bijna even stevig is als de bodem van jullie aarde; alleen is hij niet zo stug en breekbaar. Deze bodem is heel geschikt voor de eerder genoemde reuzen. Wanneer deze bodem zachter begint te worden, dan is hij niet geschikt om het gewicht van zo’n reus te dragen. - Zou nu iemand een reis willen maken, dan zou hij weldra beginnen te wankelen, en bij het verder voortzetten van de reis bij iedere stap tot over zijn middel in de elastische, zachte bodem wegzakken - bijna zoals wanneer jullie een heel groot kussen zouden maken, dat ongeveer drie klafter dik zou zijn. Hoe zou het jullie vergaan bij een wandeling over zo’n met dons gevuld kussen? Zouden jullie er niet bij de eerste stap erop in wegzakken, waarna dan alle verdere moeite om er overheen te komen vergeefs zou zijn, ook al zou het niet langer zijn dan hoogstens honderd klafter? - Maar als jullie op zo’n kussen een muis zouden zetten, zal deze heel goed over het kussen heen kunnen lopen; een vlieg nog gemakkelijker. - Kijk, dat is dus al een belemmering voor zulke reizen, als gevolg waarvan iedere mensenklasse blijvend op haar eigen kring is aangewezen.
Hoofdstuk 9: De mensenrassen van de zon en hun woongebieden. De zonnegordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Als jullie de religie van de bewoners van de planeet Miron hebben beschouwd, moeten jullie daarin al een lichte voorsmaak hebben gekregen van de vorm die de religie hier op deze zevende zonnegordel heeft. Alleen moeten jullie daarbij niet uit het oog verliezen dat de overeenkomstige zonnegordel nooit dezelfde pool, maar in alle opzichten alleen maar de andere pool weerspiegelt, dat wil zeggen: als zon ten opzichte van de omstandigheden op een overeenstemmende planeet. En dat is ook het geval met de religie.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Waar we deze omstandigheid dus bij alle lichamen kunnen zien, geldt dat des te meer voor lichamen die niet door mensenhanden werden gevormd, maar die door Mijn kracht zo zijn gemaakt als ze gevormd moeten zijn om te bestaan. Het zwaartepunt en het meetkundig middelpunt laten zich evenmin op de zelfde plaats denken als de positieve en negatieve pool.
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Waarom ligt het kiemhulsje bij een zaadkorrel niet in het midden daarvan, maar meestal slechts in een bepaald deel van de zaadkorrel, zodat het middelpunt van die korrel en de tegenovergestelde pool ten opzichte van het kiemhulsje zich meestal één, respectievelijk drie kwart deel van de gehele inhoud van het zaadlichaam, gerekend vanaf het kiemhulsje, verder naar binnen - en buitenwaarts bevinden?
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Deze aardelong, die wel een inhoud van 1000 kubieke mijlen heeft, bevindt zich vlak onder de harde, vaste aarde en begrenst een oppervlakte van iets meer dan 5000 vierkante mijl. (* 1 Duitse mijl is 7.420 km) Deze long is een zeer groot celweefsel waarin zich veel holle ruimten (kamers) bevinden, die door kleinere en grotere buizen met elkaar zijn verbonden. Deze buizen hebben twee eigenschappen: ten eerste leiden ze de lucht in de kamers en voeren die weer af; ten tweede kunnen deze buizen zich vanwege hun gevoelige elasticiteit, net zoals spieren en pezen bij dieren, samentrekken en weer uitzetten, deze samentrekking en uitzetting wordt bewerkt door een voortdurende beweging van de polen of door wisseling van de positieve in de negatieve pool. De oorzaak van deze wisseling ligt in de zielensubstantie, zonder deze wisseling zou de vrije beweging in de lichamen niet mogelijk zijn.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Het wisselen van polariteit wordt, zover als dat fysisch verklaarbaar is, bewerkstelligd doordat - zodra de ziel de levens stof uit de ingeademde lucht in haar levende substantie heeft opgenomen - in de long slechts de stikstof achterblijft. Daardoor wordt de bij het inademen positieve pool in een negatieve veranderd, want de positieve pool correspondeert niet met het stikstofgas.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Op deze manier treedt dan weldra de samentrekking van de buizen op en wordt weer nieuwe lucht ingeademd, waardoor dan natuurlijk de negatieve pool weer positief wordt en zo vice versa.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Wanneer het als eiwit uitziende sap vanuit de maag in de milt overgaat, dan blijft het een bepaalde tijd in de parelsnoerachtige bloedadertjes zitten en verplaatst zich met elke polsslag een parel verder. Tegelijkertijd wordt met elke polsslag een wrijving van de miltkamers opgewekt. Daardoor vullen deze kamertjes zich met elektrisch vuur, dat bij de maagstreek een positieve en bij de hartstreek een negatieve pool vormt. Vandaar dat de kamertjes in de streek van de maag meer scherpe kanten hebben, terwijl ze naar de streek van het hart meer eivormig worden.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Uit deze verhandeling wordt het dubbele geslacht van de aarde toch al bijna helemaal duidelijk. Om echter een helder beeld te krijgen moet men nog weten dat er ook een wisseling van pool ontstaat, doordat de aarde dag en nacht heeft. De nacht is altijd vrouwelijk en de dag mannelijk. Wat de dag verwekt, baart de nacht weer in haar donkere schoot. Daarom wordt elk zaadje door de aarde als mannelijk wezen opgewekt - bevrucht, en door dezelfde aarde als vrouwelijk wezen tot rijping gebracht en geboren.
Hoofdstuk 14: Mannelijk - vrouwelijke voortbrengselen der aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Nadat we de middelste aarde hebben doorgenomen, begeven we ons - zoals hiervoor al werd gezegd - naar de buitenste aarde, die als het ware de huid of de schors van de aarde uitmaakt.
Hoofdstuk 18: De aardkorst - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] In deze tijd moet de moeder zich in het bijzonder van alle begeerten en prikkels onthouden, want die zijn meestal van de hel afkomstig, en overal waar de moeder zich in een dergelijke geprikkelde toestand dan bezeert, daar wordt als tegenovergestelde pool de in de ziel gelegde geest geprikkeld en dit tekent de ziel op de overeenkomstige plaats. Deze tekening van de ziel drukt zich dan ook op het lichaam af, daar komen bij kinderen de zogenaamde moedervlekken vandaan.
Hoofdstuk 51: De ontwikkeling van de menselijke lichaamsvrucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8