Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 44 van 53

...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53
[1] Nadat we nu hebben leren kennen waar de zonnen hun licht vandaan krijgen en hoe ze dat weer doorgeven, zou menige piekeraar erop komen te zeggen: Wat mij betreft heb ik helemaal niets tegen deze lichthypothese van de zon; ze is aannemelijk en mag gehoord worden. Maar er moet alleen aangetoond worden waar die genoemde hoofdcentraalzon haar specifieke vlammende licht vandaan heeft. Wat is trouwens dit stralen van deze zogenoemde vlammen? Waardoor worden deze vlammen teweeggebracht? Wat is eigenlijk de eeuwige brandstof, die door zulke intens hevig stralende vlammen nooit opgebruikt kan worden?
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[19] Rest ons dus nog het stralen en vlammende branden van de centraalzon te bewijzen. Als we dat hebben gedaan, dan kunnen wij ons heel kalm en welgemoed op de velden en rond de vulkanen van onze zon gaan zitten en daar in alle rust de heerlijkheden en wonderen ervan bekijken.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Wat de oorzaak is van het stralen van een vlam, is weliswaar al bekend gemaakt in de mededeling over ‘Die Fliege’. Desondanks moge hier toch nog de volgende aanvulling dienen ter verdere verduidelijking van het begrip van dit verschijnsel.
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Welnu, jullie weten, dat het stralen teweeggebracht wordt door de trekkingen of vibraties van de geestelijke kracht binnenin het omhulsel, waarin die is ingesloten. Hoe heviger zo’n binnen het bekende omhulsel gevangen geest door een uiterlijke druk , stoot of slag geprikkeld wordt, des te heviger raakt hij in vibratie en des te feller en intenser wordt ook het verschijnen van deze vibraties, die het stralen van een vlam of een vonk is. Maar waar kunnen zulke geestelijke potenties heviger in verdrukking gebracht, gestoten en geslagen worden dan op deze centraalzon?
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Kijk, dat is nu de oorzaak van de daaropvolgende zwarte vlekken van de zon. Want bij die geweldige doorbraak wordt niet alleen de korst van de zonneplaneet, maar ook het lichtende omhulsel zodanig uit elkaar gescheurd, dat die in eerste instantie niet in staat is op zo’n plek het opgenomen licht van de kant van de andere zonnen te weerkaatsen; evenmin is het omhulsel dan in staat het eigen licht van de zon te laten uitstromen, dat zich voortdurend op de elastische aardbodem van de zon ontwikkelt, wanneer die niet op de jullie nu bekende wijze wordt verscheurd en derhalve ongeschikt gemaakt wordt voor het ontwikkelen van het eigen licht.
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Dat weten we dus. Desondanks zie Ik toch een diep verborgen vraag in jullie, en die luidt: Deze over de glans van het zonlicht opgestelde theorie lijkt op zichzelf volkomen juist te zijn, namelijk dat de zonnen op die manier allemaal elkaar verlichten. Maar als iedere zon op die manier straalt, dan is het de vraag waar al die zonnen het licht allemaal eigenlijk vandaan halen - als iedere zon haar licht alleen maar krijgt door de stralen van andere zonnen op te nemen, wat met andere woorden zoveel wil zeggen dat geen zon zelf licht bezit, maar alleen maar pronkt met de weerschijn van het licht van andere zonnen. - Waar hebben die andere zon dan hun licht vandaan? - Want als de eerder genoemde lichttheorie volkomen juist is, is iedere zon op zichzelf volkomen duister. Waar komt die weerkaatsing dan vandaan?
Hoofdstuk 4: Leer van het zonlicht. De dampkring als lichtend omhulsel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Op welke manier alle zonnen bij elkaar en iedere zon op haar beurt zo gaan stralen, dat het licht van een zon op het luchtoppervlak van een andere zon weerspiegeld wordt, zal jullie eveneens door een gemakkelijk te begrijpen voorbeeld meegedeeld worden. Stel je een kamer voor, waarvan de muren enkel van gepolijst spiegelglas zijn, dat reeds van een metaallegering voorzien is en derhalve een volkomen zuivere spiegel vormt. Stel je bovendien de ruimte van deze kamer nog voor als volkomen rond, en wel zo, alsof de kamer een grote, holle bol was. Hang deze kamer of veeleer deze holle spiegelbol nu vol met allerlei grote en kleine spiegelglad gepolijste glazen of metalen bollen. Breng echter precies in het midden van deze holle ruimte een kroonluchter aan, die een sterk licht heeft. Wanneer dat allemaal gedaan is, kijk dan naar al die gepolijste bollen, die in deze holle ruimte hangen, en zie hoe ze allemaal zonder uitzondering van alle kanten zo verlicht zijn alsof het uit zichzelf stralende lichamen waren. - Waar komt dat eigenlijk door?
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Dat is heel gemakkelijk te begrijpen. - De muren, die spiegelglad zijn, weerkaatsen het licht, dat van de kroonluchter uitgaat, niet verzwakt, maar gebundeld en derhalve versterkt terug naar de kroonluchter. Op deze wijze worden alle in de ruimte opgehangen bollen immers van alle kanten veelvuldig verlicht: ten eerste door het werkelijk zelfstandige licht van de kroonluchter, en ten tweede door het teruggekaatste licht van de spiegelwanden, die alle bij elkaar een holle spiegel vormen, die zijn brandpunt precies in het midden van zijn eigen ruimte heeft. En ten derde worden deze vrij hangende bollen verlicht door hun onderlinge weerkaatsing over en weer en door het weerkaatsen van hun opgenomen licht, dat eveneens door de spiegelwanden opgenomen en weer teruggekaatst wordt, en tenslotte nog door het algemene weerkaatsen van het licht van de wanden van de spiegel naar de tegenoverliggende spiegelwanden.
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Welnu, dit beeld is meer dan voldoende om de gestelde vraag te beantwoorden; want zoals het gaat bij de kwestie van het stralen in onze holle bol, zo zit het ook in de grote werkelijkheid. Stel je in plaats van de grote spiegelbol de jullie bekende hulsglobe voor, die in haar - voor jullie begrippen weliswaar oneindige - uitgestrektheid uit een soort etherische watermassa bestaat. En stel je dan in het centrum van de hulsglobe de voor jullie begrippen werkelijk eindeloos grote centraalzon, die op al haar eindeloos uitgestrekte oppervlakken door voortdurend zeer intens stralende vlammen omgeven is (die afkomstig zijn van de geesten, die hier hun reiniging in uitgaande zin beginnen dan wel deze terugkerend voltooien), dan hebben jullie reeds alles wat nodig is om de gegeven vraag volkomen te beantwoorden. Het licht van deze grote centraalzon dringt door tot de eerder genoemde wanden van deze hulsglobe, van daar af wordt het weer teruggekaatst door ruimten en zonnegebieden heen, die voor jullie begrippen natuurlijk nagenoeg eindeloos uitgestrekt zijn. Maar wat in jullie ogen nog zo uitgestrekt en groot is, is in Mijn ogen nauwelijks meer, dan wanneer jullie een zandkorreltje in de hand zouden nemen om ermee te spelen.
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Nu het vermogen van alle zonnen uiteengezet is, hoe ze als gevolg van hun uitgestrekte luchtoppervlak heel goed in staat zijn om het lichtbeeld van een andere zon, dat dit oppervlak raakt, op te nemen en het daarna weer door te geven op de manier, zoals een spiegel het licht opneemt en het weer teruggeeft - zullen jullie nu het sterke stralen van de zon des te beter begrijpen, als jullie weten, dat zich in zo’n hulsglobe een algemene, voor jullie begrippen eindeloos grote, uit zichzelf stralende zonnekroonluchter bevindt, waarvan het licht tot aan de wanden van de hulsglobe doordringt en derhalve op deze weg iedere zon al voor de helft verlicht; wanneer het dan echter van de buitenste wanden teruggekaatst wordt, verlicht het de tegenoverliggende zijde in volkomen gelijke mate. En als op deze manier alle zonnen van een hulsglobe verlicht zijn zoals het behoort, verlichten ze elkaar bovendien nog talloosvoudig over en weer.
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Dat deze wal ten opzichte van het eigenlijk zwarte middelpunt toch nog zwak verlicht blijkt te zijn, heeft als reden, dat de aldus verscheurde delen door hun heftige vibreren voldoende eigen licht ontwikkelen, ook al bevindt zich daarboven geen glanzende atmosferische lucht; en dat licht is even sterk met het oorspronkelijke eigen licht van de zon. - Daaraan kunnen jullie ook zien, hoe sterk de zon met haar eigen licht zonder de hulp van het algemene licht zou stralen.
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[27] Laat degene die de tegenwerpingen maakt dit goed in het oog houden, dan zal hem ook duidelijk worden, dat het heel goed zo kan zijn als hier uitgelegd is, ook al neemt hij met zijn geslepen glazen geen Babylonische torens boven de rand van de zon waar. - Bovendien worden ook nog die delen van de wal, die bij zo’n doorbraak eventueel boven het lichtende omhulsel van de zon uit komen te steken, sneller dan de bliksem door de uiterst intense stralen van dit lichtomhulsel zelf ontleed en in zekere zin aan elkaar vastgesmolten - en dat is de voornaamste reden, waarom zo’n ontbrekende, omhoog stekende rand door die criticus al helemaal nooit waargenomen kan worden.
Hoofdstuk 8: Oorzaak en wezen van de zonnevlekken - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Bovendien zijn de sterren van de hemel vanaf deze gordel ook het slechtst te zien, aangezien in deze streek van de zon de lucht het onrustigst is, omdat die door de machtige draaiing van de zon het meest wordt rondgestuwd. Door deze omstandigheid ontbrandt de lucht hier ook het meest en gaat die met name in de hogere regionen buitengewoon sterk stralen, en door dit nagenoeg constante stralen kan men vanaf het eigenlijke zonnelichaam niet zo goed in de vrije scheppingsruimte kijken als vanaf die plaatsen op de zon, waar de lucht in veel mindere mate opgestuwd en onder druk gezet wordt (wat met name in de poolstreken het geval is).
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Nu we dit weten, wordt het stralen van iedere zon jullie nog grondiger duidelijk, als Ik jullie zeg, dat desondanks iedere zon toch ook nog haar eigen licht heeft vanuit het gebied van de daar wonende geesten. Dit eigen licht is echter niet van die intense aard zoals jullie de zon waarnemen; maar het is veeleer slechts een voortdurend actief vermogen van het luchtoppervlak van het zonnelichaam, waardoor deze het van de centraalzon en van de wanden van de hulsglobe uitgaande licht en de uitstralingen van andere zonnen des te inniger en volmaakter in zich kan opnemen en daarna weer kan doorgeven. Om deze reden bestaan er op ieder zonnelichaam dan ook een groot aantal vulkanen, met name in het gebied van hun evenaar. Hoe het echter zit met deze vulkanen, die niet zelden voor het gewapende oog als zwarte vlekken zichtbaar worden, en hoe de luchtatmosfeer van de zon door hen steeds in staat wordt gehouden om licht op te nemen, zal jullie in de volgende mededeling bekend gemaakt worden.
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Stel je nu de hele, enorm grote hoofdcentraalzon voor, overdekt met zulke uiterst intens lichtende vlammen, en oordeel dan, hoe ver haar stralen, die het uitzwermen van vrij geworden geesten zijn, wel niet zouden kunnen reiken! Dan zal het jullie waarschijnlijk wel duidelijk worden, hoe zo’n zon heel goed een algemene kroonluchter in het grote zonnewerelden-vertrek van een hulsglobe kan zijn. - Als jullie dat nu hebben begrepen, zullen jullie ook heel gemakkelijk begrijpen op welke wijze vervolgens ook iedere planetaire zon en ook iedere planeet een eigen licht kan ontwikkelen, waarbij de intensiteit van diens karakteristieke licht zich altijd richt naar de grootte van zijn volume en derhalve ook van zijn zwaartekracht.
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53