Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 47 van 53

...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53
[12] Eén van de opmerkelijkste bomen van deze soort is echter wat daar het ‘vliegende brood’ heet. Hoe is het mogelijk om een vliegende plant, ja zelfs een vliegende boom te zien? - Dit verbaast jullie in eerste instantie wel enigszins; maar het navolgende zal de kwestie begrijpelijk voor jullie maken. - In meer moerassige gebieden groeit een soort boom, die sterk op de zogenaamde koraal- of ook wel hertshoornzwammen bij jullie lijkt. Deze boom wordt niet zelden vijftig klafter hoog en heeft van onderen aan de relatief zeer korte stam een omtrek van zestig klafter. - De boom bestaat in wezen uit louter cellen en buisjes, die door hun eigen aantrekkingskracht heel stevig tegen elkaar hangen en zo een geheel vormen, ongeveer zoals de zojuist genoemde zwam bij jullie; alleen met dit verschil, dat de cellen en buisjes van jullie zwam heel teer en breekbaar zijn, terwijl ze bij deze boom van onze planeet taai en elastisch van aard zijn. - Wanneer deze boom eenmaal zijn juiste grootte en de leeftijd van ongeveer tien jaar heeft bereikt, sluiten zich van onderen de inzuigkanaaltjes (want wortels heeft deze boom niet, omdat hij ook daar tot het rijk der zwammen behoort). Als deze inzuigkanaaltjes zich gesloten hebben, dan verdroogt het sap in de cellen en buisjes. Door het opdrogen van dit sap ontwikkelt zich dan in iedere cel en ieder buisje een bepaald gas, dat als gevolg van de elastische taaiheid van de buisjes niet kan ontsnappen. Omdat dit gas veel fijner en lichter is dan de zware atmosferische lucht van deze planeet. Gebeurt het dat de licht geworden materie van de boom door zijn eigen gas in zekere zin van de aardbodem wordt losgerukt; en vervolgens stijgt de boom als een luchtballon bij jullie de lucht in en blijft soms verscheidene dagen in de lucht vliegen. - Als mettertijd het lichte gas uit de cellen en buisjes door de natuurlijk heel nauwe poriën ontsnapt is, begint de boom weer naar de aardbodem te zakken. Als de bewoners van deze planeet zo’n tamelijk laag in de lucht hangende boom ontdekken, geven ze zich alle denkbare moeite om zich met haken en stokken van deze boom meester te maken. Als ze hem te pakken hebben, wordt hij direct in stukken gesneden en in de stralen van de zon nog verder gedroogd. Als hij naar hun inzichten droog genoeg is, wordt hij onmiddellijk als een goed smakend brood met huis en haar opgegeten - dat wil zeggen: niet in één keer, maar geleidelijk, al naargelang de behoefte.
Hoofdstuk 55: De trouwboom, het levende riet en de vliegende broodboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Deze verschillende ringen, die jullie onder de naam 'jaarringen' bekend zijn en het tussen hen liggende zachte en witte spint, evenals de van het centrum tot de schors uitgaande stralen, getuigen van de werking van de boven beschreven kleine nevenzwaartepunten. Ze zijn eigenlijk alleen maar nawerkingen van de voornaamste leven verwekkende werking, die zich ongeveer daar in de boom bevindt waar de kernen van alle wortels en twijgen in de hoofdkern van de stam uitmonden. Daar bevindt zich dan ook het voornaamste zwaartepunt of het gewone hart van de boom. Een beschadiging daarvan zou de boom onherroepelijk de dood brengen.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[21] Dat is evenzo het geval met de sappen van de aarde. Al worden ze in het binnenste van de aarde in nog zulke eenvoudige substanties opgenomen, toch worden ze door de daar aanwezige scheikundigen ó zo zorgvuldig gescheiden en in de goede verhouding in de overeenkomstige voortgeleidings kanalen dusdanig geleid en verder gevoerd, dat niet één druppeltje van de een of andere substantie te veel of te weinig op de bestemde plaats aankomt.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Het wisselen van polariteit wordt, zover als dat fysisch verklaarbaar is, bewerkstelligd doordat - zodra de ziel de levens stof uit de ingeademde lucht in haar levende substantie heeft opgenomen - in de long slechts de stikstof achterblijft. Daardoor wordt de bij het inademen positieve pool in een negatieve veranderd, want de positieve pool correspondeert niet met het stikstofgas.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Als jullie de grootte van de kleinste schatten op heel Azië en Europa bij elkaar, zou jullie maatstaf tamelijk juist zijn. Deze eilanden zijn meestal door landtongen met het vaste land verbonden; maar ze kunnen alleen door onze dwergen gepasseerd worden. De groter bewoners van dit land zouden niet zo gemakkelijk over zo’n landtong, of liever landengte heen komen, ten eerste omdat die voor hun voeten te smal zou zijn; en ook al zou dat niet zo zijn, dan zou ten tweede de bodem ervan te weinig stevig zijn om een wandelend gewicht van vele duizenden centenaars zodanig te dragen, dat hij niet zou inzakken. - Daarentegen kunnen de dwergmensen hun voeten heel goed op het vaste land zetten en daar reizen naar de grote reuzen maken, door wie zij altijd buitengewoon vriendelijk en hartelijk worden opgenomen. Daar kan men met recht zeggen: Ze worden door de groten werkelijk op handen gedragen.
Hoofdstuk 66: Het zevende paar gordels en de reusachtige bewoners ervan - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Dit uitspreken luidt als volgt: God is liefde! Alles wat bestaat is een uitstraling van dit eeuwige Heiligdom. En dit Heiligdom bevindt zich eindeloos volmaakt in Zijn eindeloze alomvattendheid in zichzelf, evenals het zich in ons, Zijn evenbeeld, bevindt. - Door dit evenbeeld zijn wij als gevolg van het in onszelf ontdekte, enige heiligdom zelf één met het oereeuwige, in zichzelf allervolmaaktste Heiligdom, dat God, de enige Liefde is. - Op die manier hebben wij God lief, als we Zijn liefde hebben; want God laat zich met geen andere liefde liefhebben dan alleen met Zijn eigen, enige Liefde. - Wie God dus wil liefhebben, opdat hij eeuwig in Hem leeft, moet de liefde van God in zich hebben als een volmaakte eenwording met God, welke inhoudt: het terugbrengen tot de geheiligde Eenheid van al datgene, dat de eeuwige, enige Liefde als gevolg van Haar grote erbarmen in talloze stralen van genade uit zichzelf heeft uitgestrooid.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Een gedeelte van zulke absolutisten wordt reeds bij hun doorbraak door de kracht van de geestenwereld van de zon weer tot omkeren gedwongen, waarbij een deel van hen dan in de grote zonnezeeën terugvalt om te kalmeren en af te koelen. Een groter gedeelte echter, dat zich iets verder van de zon heeft gewaagd, wordt door de machtige polariteit van de zon gegrepen en hierdoor weer naar de oertoestand teruggebracht, dat wil zeggen: naar het eigenlijke hart van de zon. Ook dat gedeelte, dat door de wateren van de zon wordt opgenomen, volgt in de loop van de tijd een teruggaande beweging door de vele poriën, aders en kanalen, dikwijls tot in de laatste inwendige zon, dat zoals jullie weten de eerste na het oppervlak van de zon is. Veel van zulke in het water teruggevallen geesten worden echter ook wel als voedsel voor en rijping van het uitwendige zonneoppervlak gebruikt.
Hoofdstuk 73: Geordend en ongeordend opklimmen van de grondlicht-geesten van de zon. Het lot van de zonnemuiters. Ontwikkeling van kometen en planeten. Het eeuwige, onmetelijke scheppingswerk. Besluit - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Kijk, zo staan de zaken. Het is enkel nog de vraag, of dit de enige geesten zijn, die door de zonnepolen weer worden opgenomen - of dat er nog andere zijn? - Ja, er zijn nog allerlei andere! - Dit zijn voor een deel deserteurs van de planeten, die de zon omringen, voor een deel ook soortgelijke gewelddadige aanvallers op andere zonnen. Zulke geesten worden namelijk, wanneer ze in het planetaire gebied van deze zon terechtkomen, heel snel door de poolkracht van de zon gegrepen en daardoor naar de zon zelf toe gezogen. Alleen als ze op een manier, die jullie al kennen, in een ver van de zon gelegen sfeer een gemeenschap vormen en vervolgens qua uiterlijke verschijning kometen worden, kunnen ze soms geruime tijd als een onaangepaste planeet rond de zon bewegen. Komen ze echter onverhoopt en ongelukkigerwijze te dicht bij de zon, dan worden ze in ieder geval met huid en haar door de zon opgegeten, zoals jullie plegen te zeggen. Ook al worden sommige mettertijd tot echte planeten, dan zijn ze er als zodanig toch niet van gevrijwaard om eens voedsel voor de zon te worden. Want wat de zon eenmaal met haar polaire kracht heeft gegrepen, is al zo goed als geheel een prooi voor haar. Want door haar kracht knaagt ze constant aan zo’n gast, verzwakt hem gedurende duizenden jaren en trekt hem tenslotte toch in haar brede, vurige schoot.
Hoofdstuk 73: Geordend en ongeordend opklimmen van de grondlicht-geesten van de zon. Het lot van de zonnemuiters. Ontwikkeling van kometen en planeten. Het eeuwige, onmetelijke scheppingswerk. Besluit - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Dat er in de plaats van zulke planeten, die volledig door de zon zijn opgenomen, weer andere treden, kunnen jullie al zien aan de omstandigheid, dat er alleen al rond jullie zon een leger van minstens tienduizend miljoen kometen zwermt, en uit dat niet onbeduidende aantal kan altijd deze of gene meer ontwikkelde komeet weer in de toestand van een planeet overgaan. Ja, tegenwoordig zijn er al een groot aantal goed ontwikkelde kometen in het verre gebied van jullie zon, die zelfs voor het grootste deel al bewoond zijn - zij het ook nog niet door mensen, maar toch door planten en allerlei soorten voor-dieren.
Hoofdstuk 73: Geordend en ongeordend opklimmen van de grondlicht-geesten van de zon. Het lot van de zonnemuiters. Ontwikkeling van kometen en planeten. Het eeuwige, onmetelijke scheppingswerk. Besluit - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Het geabsorbeerde, edele deel is de eigenlijke materiële stof van het bevruchtende zaad, dat eerst nog door het bloed wordt opgenomen en daardoor dan in bijzondere reservoirtjes wordt geleid, waarna het dan als positieve polaire kracht door de negatieve kracht van de zogenaamde teelballen geschikt wordt gemaakt voor de bevruchting. - Dit is dus de tweede belangrijke taak van de nier.
Hoofdstuk 12: De nier van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Het water van de zee en ook dat van de meren van het vasteland vormt een soort verdichte lucht, waarin dieren kunnen leven. Maar deze lucht behoort eigenlijk nog tot het aardelichaam zelf en wel tot haar buitenste schors. Daarom kan het water niet zonder meer in de atmosferische lucht worden opgenomen, maar slechts dat deel, dat zich in de nevels en wolken bevindt, evenals het vrije waterstofgas in de lucht zelf, al kunnen we dat ook niet als nevel of wolken beschouwen.
Hoofdstuk 20: Wezen en bestanddelen van de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Als de mens met zijn oog, met deze kleine zon in zijn lichaam, de sterrenhemel bekijkt, dan wordt zijn oog zelf een kleine hulsglobe waarin miljarden zonnen hun baan doorlopen en centraalzonnen hun oerlicht in de eindeloze verten zenden. Het menselijk oog bevat dan een eindeloze schepping en het stralen en terugstralen van de zonnen in het aan de zon verwante oog van de mens, bewerkt de verrukking in de ziel over zulk een wonder, hoe het grootste zich in het kleinste terugvindt en het als datgene erkent, wat het in zichzelf is.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] De zo verzadigde wolken, die op deze manier het aardse in zich hebben opgenomen, krijgen gewoonlijk een donkere kleur, terwijl de onverzadigde, zuivere er veel witter en ook lichter uitzien. Deze twee soorten wolken vormen met elkaar een tegenovergestelde polariteit waarbij de verzadigde, donkere negatief en de onverzadigde witte positief zijn.
Hoofdstuk 23: De aardatmosfeer en haar neerslag - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] De aarde moet door transpiratie van de talloze organen, al het materiaal dat in haar is aan de oppervlakte brengen. Datgene wat daar aan de oppervlakte wordt afgeleverd, wordt eerst door de planten en dan door de dieren opgenomen en in hen weer in datgene veranderd, wat het oorspronkelijk was. Waar zou het dier het bloed vandaan krijgen als het al niet van te voren in de aarde zou zijn? Waar zou het water vandaan komen als het al niet van te voren in de aarde zou zijn? Kortom, de aarde moet al datgene in zich bergen, wat de op haar levende wezens in zich hebben, zoals een hoofdluis hetzelfde, natuurlijk in aanzienlijk veranderde en kleinere vorm, in zich heeft als het dier of de mens, die voor dat kleine diertje namelijk ook een hemellichaam is.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Een derde soort vaten gaat ook weer van de maag uit en verbindt speciaal diens slijmhuid met de galblaas en de lever. Door deze vaten wordt de slijmerige kool - of galstof van de spijzen in de maag afgezonderd en voor het grootste deel in de galblaas bewaard. De reden daarvoor is dat, als de mens of het dier iets te weinig van deze stof - die voor de vertering nodig is - uit de spijsbrij in de maag haalt, de lever van haar voorraad weer wat aan de maag moet teruggeven. Want alle vertering is een soort gistingsproces waartoe, zoals bekend, sommige voedingsstoffen zich beter lenen dan andere. Ook hebben enkele stoffen die zeer waterachtig zijn maar weinig giststof in zich, wat iedereen in de natuur al dadelijk merken kan. Neem bijvoorbeeld een schaal met zuiver water en voeg een beetje zemelen erbij, dan zal dit mengsel lang moeten staan voordat het gaat gisten. Neem nu een andere schaal met wijnmost en doe er ten overvloede nog wat gerste - of rijstemeel bij, dan zal dit in een paar uur zo'n gisting teweegbrengen, dat men zich nauwelijks raad weet. Als echter daaruit al blijkt dat enkele stoffen, die de mens evenals het dier als voedsel tot zich neemt, meer of minder kool - of giststof bevatten, dan moet het ook duidelijk zijn dat er in de lever voor een teveel van deze stof een reservoir aanwezig moet zijn om daarmee een tekort aan deze stof te hulp te komen, als deze in de opgenomen voedingsmiddelen in onvoldoende mate aanwezig is. - Door deze vaten hebben we nu de derde soort leren kennen.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53