Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

94 resultaten - Pagina 6 van 7

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7
[8] Naast iedere trap, die buitenlangs naar het hoogste punt leidt en aan beide zijden stevige balustraden heeft, loopt met name naar het inwendige van het gebouw een zogeheten glijbaan. Deze dient er evenwel niet voor om mensen daarlangs naar beneden te laten glijden, maar veeleer voor het doel, waar bij jullie de zogeheten afvoerpijpen voor dienen. Deze baan is namelijk een half open buis, en daarin kan van iedere trede alles wat onbruikbaar is alsook al het afval gegooid worden, waarna het dan in deze buis naar beneden glijdt; en als er iets blijft steken of hangen, dan wordt dat weggespoeld met een waterstraal of kan het over de balustraden van de treden naar buiten gegooid worden.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Maar waarom heet het nu de ‘windmaker’? - Als dit dier vanwege zijn voor de bewoners van deze planeet heel lachwekkende gestalte overmatig geplaagd en geprikkeld wordt, blaast het zich op, rolt zijn tong tot een buis in elkaar en blaast dan zo geweldig door deze buis dat het een mens, die op deze planeet behoorlijk groot is, met gemak omver blaast, als hij niet oppast. Met name gebruikt dit dier zijn wind echter daar, waar het een groot aantal losse en tevens vuile voorwerpen voor zich ziet. Die blaast het dan naar zijn plagers en beledigers toe; en dan gebeurt het niet zelden, dat enkele al te moedwillige plagers er heel slecht vanaf komen. Maar dit verschijnsel vormt juist het grootste plezier van deze bewoners, niet zozeer vanwege het feit op zich als wel met name vanwege de buitengewoon lachwekkende houding, die het dier bij dergelijke operaties aanneemt.
Hoofdstuk 57: Het dierenrijk op de planeet Miron. De damper, de donderaar en de windmaker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Ik hoor jullie in jezelf al vragen: Hoe ziet het zwaartepunt van de aarde er dan uit? Waaruit bestaat het? Is het een klomp diamanten of puur goud of ijzer of misschien een magneet? Of is het een holle ruimte gevuld met een eeuwig niet te blussen vuur en dient het misschien zelfs wel als verblijfplaats voor de verdoemden en voert het de respectabele titel 'hel', waarvan dan de op de aarde verspreide vuurspuwende bergen wellicht de schoorstenen zijn?
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Laten we een boom bekijken. Wat is het eerste wat we aan hem ontdekken? Dat is de bast die op zichzelf weer kan worden verdeeld in de buitenste dode schors en in de daarbinnen levende bast, spint genaamd; dat is de eerste boom. De tweede boom, die geheel verschillend is van de eerste, is het eigenlijke vaste hout, een combinatie van talrijke buisjes die in de mooiste orde naast elkaar lopen. Dat is de tweede boom. De derde of de inwendige boom is de kern, gewoonlijk een wijdere buis die geheel met een sponsachtig cellenweefsel opgevuld is; die cellen zuigen het sap eerst uit de aarde op, zuiveren het en stuwen het dan door hun uitzettende en samentrek kende kracht in de talloze organen van de andere boom naar buiten.
Hoofdstuk 5: De inwendige bouw van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Stel je weer een waterleiding voor, waarbij echter op één punt tien of nog meer buizen elkaar straalvormig doorsnijden. Het water zou zich in dit verenigingspunt van buizen door een sterk wervelende beweging verenigen en daarvandaan in de afvoerbuizen gemengd doorstromen, zodat tenslotte uit elke buis als het ware tien - of veelvoudig gemengd water zou komen.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Dat gladde geleidingen mettertijd het fluïdum langzamerhand verliezen, kunnen bij dit procédé meer geoefende natuurkundigen daaruit afleiden dat een ver weg geleide elektrische vonk niet meer die krachtige werking heeft als in de nabijheid van de geleider, die eerst of door een gewreven glasplaat of door verschillende in zout – of zwavelzuur gedoopte koper- of zinkplaten het elektromagnetische fluïdum opneemt. Maar deze rij van piramiden zou nog niet voldoende zijn voor de voortgeleiding van de stroom over ettelijke duizenden mijlen als ze niet door een eigen buis liep, die uit een stof bestaat die geen elektrische vonk doorlaat.
Hoofdstuk 17: Het krachtig worden van de aardsappen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Dan zeg Ik jullie: Van dit alles is in het zwaartepunt van de aarde geen sprake, net zo min als, fysiek beschouwd, hiervan sprake kan zijn bij een mensenhart. Het hart is noch een diamant, noch een goudklomp, ook is het geen ijzer of magneetsteen en evenmin een holle, met vuur gevulde ruimte, maar het hart is fysiek beschouwd een ongewoon kunstig celweefsel, waarin de levende ziel en in haar weer de geest van de mens, als een wever op zijn weefgetouw bezig is; hij kan dit, omdat het weefgetouw voor het vormen van het natuurlijk leven en voor het gedurende de juiste tijd instandhouden daarvan zo is ingericht, dat door zijn vakkundige constructie de handen van de ziel alles kunnen opwekken wat voor het vervaardigen van het fysieke leven noodzakelijk is. Is dit weefgetouw eenmaal in zijn natuurlijke constructie niet meer goed functionerend, dan gaat het met het verder opwekken van het fysieke leven niet meer zo goed. Maar is het tenslotte volkomen onbruikbaar geworden, dan kan de ziel het ook niet meer gebruiken en het is dan ook tijd voor haar om deze nutteloze werkplaats te verlaten.
Hoofdstuk 1: Het zwaartepunt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] De maag van de aarde ligt vlak onder het hart, tamelijk in het midden van de aarde. Het is een ongeveer 10 vierkante mijl omvattende holle ruimte, die in alle richtingen door kleine en grotere dwars zuilen - vele met een doorsnede van wel 200 klafter (** Oude lengtemaat (vadem). 1 Weense klafter = 1,9 m.) als het ware in alle richtingen deels groter wordt gemaakt, deels wordt ondersteund. Deze maag en de zich daarin bevindende dwars stutten, die er uitzien als ovale stroken en ook als ovale zuilen met bovengenoemde doorsnede, bestaan niet uit een vaste massa, maar ze hebben ongeveer dezelfde hoedanigheid als een grote elastische gummizak, waarvan de binnenwanden ook met dezelfde gummi achtige massa verstevigd zijn, zodat ze niet door een van buitenaf werkende zwaartekracht samengedrukt kunnen worden.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Deze aardelong, die wel een inhoud van 1000 kubieke mijlen heeft, bevindt zich vlak onder de harde, vaste aarde en begrenst een oppervlakte van iets meer dan 5000 vierkante mijl. (* 1 Duitse mijl is 7.420 km) Deze long is een zeer groot celweefsel waarin zich veel holle ruimten (kamers) bevinden, die door kleinere en grotere buizen met elkaar zijn verbonden. Deze buizen hebben twee eigenschappen: ten eerste leiden ze de lucht in de kamers en voeren die weer af; ten tweede kunnen deze buizen zich vanwege hun gevoelige elasticiteit, net zoals spieren en pezen bij dieren, samentrekken en weer uitzetten, deze samentrekking en uitzetting wordt bewerkt door een voortdurende beweging van de polen of door wisseling van de positieve in de negatieve pool. De oorzaak van deze wisseling ligt in de zielensubstantie, zonder deze wisseling zou de vrije beweging in de lichamen niet mogelijk zijn.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] De vorm van de aardlong aanschouwelijk te maken is moeilijk, behalve als jullie de long van een olifant eens zouden kunnen zien. De long van een mammoet zou nog beter zijn, doch om deze in onze tijd te zien is nu eenmaal onmogelijk, daar dit dier helemaal is uitgestorven. Er is echter nog wel een daarop gelijkende soort in de oerwouden van Midden-Azië te vinden; maar deze is erg achteruitgegaan als men hem met de vroegere reuzen soort vergelijkt en daarom lijkt de long van een olifant er nog het meest op. Bij een volwassen dier is die zo groot dat hij gemakkelijk meer dan honderd kubieke voet lucht kan bevatten. Haar kleur is blauwgrijs en haar vorm lijkt op die van een grote, holle kokosnoot, waarin natuurlijk nog het hart, de maag, de lever, de milt en de nieren een plaats hebben.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Nu we eenmaal het gebeuren van het ontsteken begrijpelijk uiteengezet hebben, is het gemakkelijk om het ontsteken van deze etherlucht in de derde luchtregio, als deze in haar normale rust wordt gestoord, te verklaren. Een door deze derde luchtsfeer vallende of vliegende meteoor scheurt de lucht natuurlijk uit elkaar. In deze lucht ontstaat dan door deze gewoonlijk zeer snelle beweging van zulke lichamen een lege ruimte. Deze holle ruimte vormt dan een spiegelvlak, waarin zich in een ogenblik van tijd de lichtstralen van talloze sterren als in een holle spiegel of nog beter als in een cilinder spiegel concentreren en deze stralenreflex lijkt dan van de aarde uit gezien op een vuur; maar het is helemaal geen vuur, maar alleen de reflecterende, bovenbeschreven werking van het sterrenlicht in de pasgevormde luchtcilinderspiegel.
Hoofdstuk 25: Het wezen van het vuur - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Een bijzonder verschijnsel bij het ontsteken of nog beter bij het lichten van de door de derde luchtregio vallende meteoren is vooral, dat de kop van zo' n meteoor het meest lichtend is. Dit licht geven van de kop tijdens het doorschieten van de derde luchtregio is van dezelfde aard als het lichten van zijn staart. Het is een geconcentreerde stralenreflex, omdat het vaste, gewoonlijk ook nog ronde lichaam, de hem omgevende lichte, etherische lucht uiteen drijft en om zich heen, vooral aan de voorkant van de kop, een luchtomhulsel vormt, dat op zijn beurt om het lichaam een glanzend vlak vormt als van een holle spiegel, die het licht van de lichtgevende hemellichamen opneemt en het dan verder naar de aarde omlaag stuurt. Als iemand een ronde steen heel hard in helder water zou gooien, zou hij zich van dit verschijnsel in het klein een voorstelling kunnen maken, want al zou die steen ook zwart zijn, toch zal men hem onder water met een geheel witte kop naar beneden zien schieten. Dit witte aan de kop is niets anders dan een door de snelle beweging van de steen gevormde holle spiegel van water, die de in het water vallende stralen geconcentreerder opneemt en weer terugkaatst. Om deze reden lijkt ook het schuim van het water wit, omdat de luchtbellen als het ware louter holle spiegels zijn, die heel veel stralen in zich opnemen en ze dan geconcentreerd weer terugzenden. Wat hier het water laat zien, dat laat daar het lichten van een meteoor zien, namelijk niets anders dan een geconcentreerde reflex van het licht.
Hoofdstuk 26: Verschijnselen in de derde luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Ook de long is zo uitgerust, dat zij n elasticiteit veel groter is dan die van welk ander dier ook. Want een vogel kan naar verhouding honderdmaal zoveel lucht naar binnen ademen als een mens. Met de lucht heeft dan een soortgelijk proces plaats als met het water in de maag. Het gas stroomt daar in de holle beenderen. De zuurstof verenigt zich met het bloed om de zenuwen, spieren, pezen en beenderen te vormen. Alleen de stikstof wordt weer uitgeademd en kan gebruikt worden voor het voor iedere vogel kenmerkende fluiten.
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Door het samenkomen van het water met mineralen volgt in zekere zin een chemische reactie, die men als gisting aanduidt. Daardoor ontwikkelen zich verschillende gassen die een uitweg zoeken. Komen ze dan in een lege, holle ruimte, dan wordt de spanning langzamerhand zo groot, dat de zich daarboven bevindende aardkorst omhoog gaat. Deze krijgt daardoor spleten, die, als het rijzen aanhoudt, tenslotte kloven en afgronden vormen.
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] In dezelfde tijd ontwikkelen zich door het darmkanaal eveneens uiterst fijne geleide organen. Zo heeft de hen (als vogelvrouwtje) twee afvoerkanalen: een om de uitwerpselen af te voeren, en een om het rijp geworden ei te leggen. Voor de uitmonding van het afvoerkanaal van de uitwerpselen verenigt zich het tweede kanaal daarmee door de eerder genoemde van het darmkanaal uitgaande organen. Zij vormen een wijde buis, die zich bij de eierstok in evenveel armen verdeelt als er trechtertjes zijn. Door dit orgaan wordt bij de paring een etherisch -geestelijke stof zeer snel in het centrum van de dooier gebracht. Deze stof is datgene, wat reeds eerder werd genoemd bij de vereniging van dierlijk leven uit het water en de aarde*. (* Namelijk levende natuurzielen-substantie)
Hoofdstuk 4: De inwendig lichamelijke opbouw van duiven en andere vogels - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7