Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22474 resultaten - Pagina 6 van 1499

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[12] Tot slot wil ik nog opmerken dat die goede vriend, die mij als eerste in de woestijn die goede raad gaf, wat zijn gelaatstrekken betreft heel veel lijkt op deze Heer waar jij naast zit, en bij de eerste aanblik van Hem voelde ik in mijzelf het vage idee opkomen dat Hij de Heer van deze en ook van onze wereld is. Ik spreek nu wel met jou - maar niet alsof het op een andere plaats is, maar enkel op de plaats waar ik woon. Daaruit kun je concluderen dat het voor mij niet nodig is mijn verblijfplaats te verlaten om met iemand in deze wereld om te gaan -maar waar ik ben en spreek, daar is ook de plaats waar ik woon.
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Tenslotte zei Ik: 'Ja, jullie hebben gelijk, maar binnenkort zal het er in dit land heel anders uitzien! Enkelen van jullie en jullie kinderen zullen aan den lijve ervaren dat dit aardse paradijs van de joden tot een woestijn gemaakt zal worden; want omdat dit volk de tijd van zijn grote beproeving niet heeft herkend en ook niet heeft willen herkennen, zal er na de grote tijd van genade weldra een andere tijd van gericht komen, en vele joden zullen verjaagd en de hele wereld in gedreven worden, en velen zullen ook naar jullie in deze zestig oude steden vluchten.
Hoofdstuk 197: Over het opstijgen en neerdalen van engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Maar Mozes was wat zijn opvoeding betreft een Egyptenaar en heeft dus ook bij zijn volk, nadat hij het uit de klauwen van de farao gered had, een lijst met voedingsmiddelen ingevoerd, die aan het hof van de farao, waar hij geleefd had en opgevoed was, algemeen gebruikelijk was. Hij heeft die lijst met voedingsmiddelen -onder ons gezegd, mijn beste, wonderbaarlijke vriend -weliswaar een goddelijk tintje gegeven, omdat hijzelf in zeer nauwe verbinding met de Godheid zou hebben gestaan, en hij zei zelfs dat iemand zich ook wat zijn ziel betreft zou verontreinigen, als hij ander voedsel tot zich zou nemen dan hij voorgeschreven had. Dat heeft hij waarschijnlijk gedaan om zijn volk des te bestendiger nuchter te houden; maar toch was hij er daarna in de Arabische woestijn meer dan veertig jaar druk mee, eer hij het volk zover had geschoold dat het alleen bij deze voorgeschreven spijzen bleef.
Hoofdstuk 239: Kritiek op de voedselvoorschriften van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] En zie en luister nu wat er gebeurde, toen de vrome Abel zijn Mij welgevallige gebed had beëindigd: zie, er begon een fris briesje te waaien over de bewegingloze woestijn, ijle wolken versluierden de wijde ruimten van het hemelgewelf en in de hele woestijn begon het te regenen en midden onder het regenen vielen er allerlei soorten zaadkorrels in de door de dichte, harde regen van Jehova ontstane kleine voren in het anders kale zand. En in een ogenblik was de uitgestrekte woestijn groen geworden door duizend soorten gras, planten, struiken en bomen en op de plaats waar de vrome Abel, biddend tot Mij in geest en in waarheid knielde, groeide een grote boom op tot bijna in de wolken, met brede takken en brede bladeren, vol met broodvruchten met een fijne en zoete smaak en deze werd de naam 'Bahahania' of 'sterking en laving van de zwakken' (ook nu nog bl) jullie wel als 'broodboom' bekend), gegeven.
Hoofdstuk 14: Adam komt tot inzicht en heeft berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En zie, een gloeiend rode wolk kwam van de bergen het dal in zweven boven de struik; en hieruit sloeg met veel lawaai een krachtige bliksemstraal in de struik. En zie, een grote slang kwam er sissend uit te voorschijn en ging met opengesperde muil op Kaïn af, die daar mateloos van schrok. Maar zie, de bliksem liet de slang niet met rust en dreef haar met grote snelheid het hete zand van de wijde woestijn in; en toen zij geheel uit het gezicht van Kaïn verdwenen was, wendde deze zijn gelaat weer naar de struik en dankte God in stilte voor de genadige redding uit de grootste van alle gevaren.
Hoofdstuk 21: Het verdrag van de Heer met Kaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[304] "Zoals Mijn vasten in de woestijn een voorbode was van de vervolging die Mij in Jeruzalem door de tempel werd aangedaan, en de doop door Johannes een voorbode was van Mijn kruisdood, zo duidde deze bruiloft op Mijn op­standing, en het teken van het wonder met de wijn was een voorbeeld van de wedergeboorte van de geest tot eeuwig leven.
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[9] Maar ik merk dat er voortdurend aan mijn pontificale toga geplukt wordt. Wat zou dat toch zijn? Is er dan misschien toch een onzichtbare geest in mijn buurt, of doet de een of andere wind dat soms? Het is werkelijk heel eigenaardig in deze oneindige woestijn, want je kunt lopen waar je wilt, je blijft toch eeuwig helemaal alleen. Je kunt roepen, schreeuwen, schelden, opspelen en vloeken -of bidden tot wie je maar wilt, er gebeurt helemaal niets en je blijft voor en na helemaal alleen! Het zal al wel enkele jaren geleden zijn dat ik op aarde gestorven ben, en wel op een heel pijnlijke, uiterst onaange­name manier en nu ben ik even onaangenaam alleen, met niets anders dan die kale woestijn onder mijn voeten! Ruimte heb ik hier wel, dat is weer een waarheid, maar waar ik ben, wat er in de toekomst van mij zal worden -zal ik eeuwig ver­der leven of toch eenmaal volledig vergaan -, dat is een onop­losbaar raadsel.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[9] En zie, Ik leidde Sihin de woestijn in en gaf hem daar een hyena tot leraar, en Ik liet hem daarna onderricht geven door een leeuw, toen door een beer, door een tijger en door een wolf; want deze verscheurende dieren hadden toenmaals meer liefde en mededogen dan de mens.
Hoofdstuk 257: De Heer in gesprek met de blinde verstandsmensen. Deemoedige liefde tot God als de weg tot het licht. De geestelijke leiding en ontwikkeling van de mensheid tot de vrije wil - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Kijk, in het evangelie staat, waar sprake is van Johannes de Doper, o.a.: Ik ben slechts de stem van een roepende in de woestijn en bereid de weg des Heren. Ik ben niet waardig de schoenriemen los te maken van Hem die na mij komt. Ik doop slechts met water; Hij zal echter dopen met de geest van de waarheid, met de Geest Gods voor het eeuwige leven! Deze meest verhevene die na mij komt, zal groter worden onder u en in u; maar ik, Johannes, zal minder worden! Wat denk jij wel, wat deze grootste van alle profeten daarmee heeft willen zeggen?'
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Johannes is een roepstem in de woestijn en dat moet een goed uiterlijk verstand ook zijn. Want de wereld waaruit het verstand zijn eerste indrukken opdoet, is een woestijn. En wel, omdat anders geen mens van de Godheid volledig losgemaakt en de vrije keuze gelaten zou kunnen worden. En dus is het uiterlijke verstand, dat deels uit deze woestijn, deels echter ook aan indirecte of directe openbaringen uit de hemelen, zijn indrukken, ideeën en beoordelingen ontleent, juist door de opname van de geopenbaarde waarheden ook de 'stem van een roepende in de woestijn', en bereidt door het geloof de weg naar het begrijpen met het hart.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Dit ene beeld heb ik onthouden en ik trof er zo'n diepe wijsheid en waarheid in aan, dat ik ervan begon te huiveren. O Heer, hoe kwam deze Jood toch opeens tot zo' n wijsheid en zo' n echt hemelse lyriek? Ook het beeld van de oude ceder van de Libanon, van de toppen van de Ararat, van de Eufraat en de Ganges, van de wieg van Juda, van de bloem der woestijn... O God, wat ligt er in zulke beelden besloten! O Heer, geef mij toch slechts een beetje van de wijsheid van mijn vroegere sergeant-majoor!'
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Het is ook goed dat ze niet weten dat ze gestorven zijn, omdat dit voor hen een gericht zou zijn. Ze moeten pas geleidelijk aan, geheel ongemerkt, worden voorbereid. Aanvankelijk slechts door verschijnselen waardoor ze tot een zeker inzicht komen, zodat de wereld waarin ze nu leven hun steeds vreemder voorkomt. Dat maakt hun gemoed steeds onrustiger. Ze komen ook in allerlei onprettige situaties en ogenschijnlijke gevaren terecht, zoeken dan bescherming en hulp en proberen vaak aan schijnbare achtervolgingen te ontkomen. Maar ze vinden geen echt toevluchtsoord en zijn dan niet zelden genoodzaakt zich aan de achtervolgers over te geven. Soms echter belanden ze in onafzienbare woestijnen, waaraan nauwelijks een einde komt. Als ze dan al bij een of ander einde komen, dan is dat gewoonlijk nog veel erger dan de woestijn zelf. Om kort te gaan, al deze, zich nog helemaal in het natuurlijke leven bevindende zielen, zullen nog een soort dood moeten doormaken voordat hun geest vrij wordt.
Hoofdstuk 83: De verdere lotgevallen van de priesters van de domkerk. Het wezen van de wijsheidsgeesten en hun moeizame bekering tot de liefde. De militaire patrouille in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Cado kijkt er vluchtig naar en ziet de prachtige landerijen. Na een poosje zegt hij honend: 'Weet je, muizen en ratten vangt men het gemakkelijkst met een lokaas. Menige dwaas betaalt dubbel entreegeld in het theater als een goochelaar hem hersenschimmen laat zien. Maar zo'n domme snoek ben ik niet, dat ik meteen in de haak bijt! Denk jij, domme luilak, dat ik in jouw goochelkunsten trap? Ik weet, wat en wie jij bent en ken mezelf ook heel precies. Zonder mijn lichaam ben ik des te vrijer en zal ik doen wat mij belieft, maar een domme jood zal nooit mijn gids worden. Begrijp je dat, domme ezel? Waarom vraag je naar mijn schulden op aarde? Als jij zo machtig en alwetend bent, moet je toch allang te weten zijn gekomen waaruit ze bestaan! Vereffen ze dan ook, als je er al zo'n plezier in hebt om schulden voor anderen te betalen! Wat gaan jou trouwens mijn misdaden aan? Heb ik dan ooit naar die van jou gevraagd? Maak gauw dat je wegkomt, anders zullen jullie in mij de echte duivel tegenkomen! Heb ik jullie soms als een oude kwezel aangeroepen? Nee, dat doet een Cado, de schrik van de Armeense woestijn, nooit! Cado is een gebieder en de aarde beeft voor zijn naam, maar jullie Jehova is een bedelaar en een prutser op elk gebied! Denk jij soms dat Cado Jehova en het gebazel over Zijn aan het kruis gehangen Jezus niet kent? 0, een Cado kent alles, zelfs Zijn hele leer kent hij beter dan jij, die Zijn rots had moeten zijn voor alle tijden. Maar de rots is in plaats van uit steen, van schapenboter gemaakt en daarom ook gesmolten. Zodoende is er van deze rots niets anders overgebleven dan zijn nietszeggende naam en een heleboel houten beelden, schilderijen en valse relikwieën. Jij bent Petrus en je metgezel is de wat meer snuggere Paulus of Saulus (de laatste naam zou de juiste kunnen zijn!). Zeg mij liever hoe het in deze geestenwereld met jullie meester is gesteld! Oordeelt hij nog ijverig over doden en levenden? Is hij ook zo dom als jullie beiden?
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Zoals gezegd, jij bent na werkelijke of alleen maar naar ons gevoel triljoenen van aardse jaren - wat om het even is - het eerste menselijke wezen dat we in deze eindeloze woestijn ontmoeten. Is dat niet afschuwelijk - een dergelijk loon voor ons martelaarschap op aarde? Ach, wat zijn de mensen op aarde toch grote ezels! Maar wij waren dan toch nog de allergrootste!
Hoofdstuk 58: Nadere bijzonderheden over het nieuwe gezelschap van mannelijke en vrouwelijke dienaren van Rome - Een rooms-chinese missionaris - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Om deze reden is ook het klimaat van deze gordel beduidend koeler dan dat van de andere gordels. De lucht van deze gordel is constant vol van allerlei vruchtbare dampen, waaruit tenslotte allerlei goede dingen in lichamelijke vorm verschijnen - welke verschijnselen de bewoners van deze gordel niet minder welkom zijn dan de Israëlieten de regen van manna in de woestijn. - Wat de lucht dus zomaar oplevert, behoort toe aan degene die het het eerst heeft gevonden en het vervolgens in bezit nam; maar hij mag altijd de helft aan de gemeenschap ten goede laten komen. - Daaruit bestaan de maatschappelijke regels van deze bewoners.
Hoofdstuk 67: Levensomstandigheden en geestesgesteldheid van de bewoners van het zevende paar gordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...