Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 6 van 728

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] Wat is dus onder de vele leeronderwerpen het fundamentele onderwerp, waar alle andere in zekere naar beoordeeld worden? - Dit basale onderwerp wordt met name in deze tijd ook bij jullie door de geleerde wereld als de basis van alle wetenschap beschouwd. Bij jullie heet dit onderwerp echter mathematica of rekenkunde. Op onze gordel wordt deze wetenschap echter ‘normering’ genoemd.
Hoofdstuk 31: Scholing in de wijsheid en de wil op het eerste paar nevengordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Hoe ziet de vrouw er dan uit? - De vrouw is over het geheel genomen natuurlijk veel ronder dan de man. Desondanks zou zij bij jullie op aarde beslist in de rangen van vrouwelijke schoonheid opgenomen worden. Want wat de kleur betreft, die is qua aanblik lichter dan van de man. Wat voor het overige echter de vleselijke weelderigheid betreft, zou de bouw van zo’n vrouw nog wel heet meest lijken op een tamelijk mager vrouwmens bij jullie.
Hoofdstuk 45: Het zesde gordelpaar, dat met Uranus overeenstemt. Mensen, planten en dieren aldaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Eén van de opmerkelijkste bomen van deze soort is echter wat daar het ‘vliegende brood’ heet. Hoe is het mogelijk om een vliegende plant, ja zelfs een vliegende boom te zien? - Dit verbaast jullie in eerste instantie wel enigszins; maar het navolgende zal de kwestie begrijpelijk voor jullie maken. - In meer moerassige gebieden groeit een soort boom, die sterk op de zogenaamde koraal- of ook wel hertshoornzwammen bij jullie lijkt. Deze boom wordt niet zelden vijftig klafter hoog en heeft van onderen aan de relatief zeer korte stam een omtrek van zestig klafter. - De boom bestaat in wezen uit louter cellen en buisjes, die door hun eigen aantrekkingskracht heel stevig tegen elkaar hangen en zo een geheel vormen, ongeveer zoals de zojuist genoemde zwam bij jullie; alleen met dit verschil, dat de cellen en buisjes van jullie zwam heel teer en breekbaar zijn, terwijl ze bij deze boom van onze planeet taai en elastisch van aard zijn. - Wanneer deze boom eenmaal zijn juiste grootte en de leeftijd van ongeveer tien jaar heeft bereikt, sluiten zich van onderen de inzuigkanaaltjes (want wortels heeft deze boom niet, omdat hij ook daar tot het rijk der zwammen behoort). Als deze inzuigkanaaltjes zich gesloten hebben, dan verdroogt het sap in de cellen en buisjes. Door het opdrogen van dit sap ontwikkelt zich dan in iedere cel en ieder buisje een bepaald gas, dat als gevolg van de elastische taaiheid van de buisjes niet kan ontsnappen. Omdat dit gas veel fijner en lichter is dan de zware atmosferische lucht van deze planeet. Gebeurt het dat de licht geworden materie van de boom door zijn eigen gas in zekere zin van de aardbodem wordt losgerukt; en vervolgens stijgt de boom als een luchtballon bij jullie de lucht in en blijft soms verscheidene dagen in de lucht vliegen. - Als mettertijd het lichte gas uit de cellen en buisjes door de natuurlijk heel nauwe poriën ontsnapt is, begint de boom weer naar de aardbodem te zakken. Als de bewoners van deze planeet zo’n tamelijk laag in de lucht hangende boom ontdekken, geven ze zich alle denkbare moeite om zich met haken en stokken van deze boom meester te maken. Als ze hem te pakken hebben, wordt hij direct in stukken gesneden en in de stralen van de zon nog verder gedroogd. Als hij naar hun inzichten droog genoeg is, wordt hij onmiddellijk als een goed smakend brood met huis en haar opgegeten - dat wil zeggen: niet in één keer, maar geleidelijk, al naargelang de behoefte.
Hoofdstuk 55: De trouwboom, het levende riet en de vliegende broodboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Maar waarom heet het nu de ‘windmaker’? - Als dit dier vanwege zijn voor de bewoners van deze planeet heel lachwekkende gestalte overmatig geplaagd en geprikkeld wordt, blaast het zich op, rolt zijn tong tot een buis in elkaar en blaast dan zo geweldig door deze buis dat het een mens, die op deze planeet behoorlijk groot is, met gemak omver blaast, als hij niet oppast. Met name gebruikt dit dier zijn wind echter daar, waar het een groot aantal losse en tevens vuile voorwerpen voor zich ziet. Die blaast het dan naar zijn plagers en beledigers toe; en dan gebeurt het niet zelden, dat enkele al te moedwillige plagers er heel slecht vanaf komen. Maar dit verschijnsel vormt juist het grootste plezier van deze bewoners, niet zozeer vanwege het feit op zich als wel met name vanwege de buitengewoon lachwekkende houding, die het dier bij dergelijke operaties aanneemt.
Hoofdstuk 57: Het dierenrijk op de planeet Miron. De damper, de donderaar en de windmaker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Tenslotte is er nog een verschijnsel, dat wel minder vaak wordt gezien, maar toch zeer de moeite waard is om te worden opgemerkt, omdat het zogezegd een zuiver geestelijk verschijnsel is, dat echter toch met het lichamelijk oog kan worden waargenomen. Dit verschijnsel vertoont zich slechts op zeer warme dagen en is te zien als een soort wit-blauwe strepen. Deze strepen zijn een moment, waarop de zalige geesten als het ware allen gemeenschappelijk samenkomen, zich in de rust verheugen en dan beraadslagen wat te doen en hoe aan de nieuwe geesten bestuurlijke taken voor te leggen. Op zulke dagen is het dan ook op de aardbodem bijna doodstil. Geen blaadje beweegt, geen gewone wolk is te zien en op aarde is het drukkend heet. Deze toestand duurt echter niet lang. Wordt als het ware deze zitting opgeheven, dan komt alles weer gauw in beweging, vooral als er nieuwe geesten voor het beheer van de lucht, de bergen en de zeeën worden aangesteld. Dan is het niet zelden het geval dat de nieuwe bezems schoner vegen dan de oude. Daarom komen er na zulke verschijnselen allerlei winden en de barometers zullen aanhoudend op 'veranderlijk' staan, zodat het bij dergelijke verschijnselen met de bestendigheid van het weer een tijdlang is afgelopen.
Hoofdstuk 26: Verschijnselen in de derde luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Wat de zogenaamde springers en duikers betreft, deze dieren hebben één poot en zijn een soort variëteit van de muilaap. Ze bezitten echter een veel grotere elasticiteit in die poot dan de muilaap, waardoor ze zich ook springend kunnen voortbewegen. 'Duiker' heet hij, omdat hij in staat is zich zo samen te trekken, dat hij in ineengedoken toestand er uit ziet als een middelgroot brood dat op de grond ligt. Als hij dan echter wil springen, rekt hij zich plotseling uit tot een lengte van vijf el. Door dit plotseling uitrekken werpt hij zich ongeveer vier of vijf meter omhoog, hij springt altijd in de vorm van een boog, zodat een dergelijke sprong niet zelden een lengte van tien tot veertien meter bereikt. Hij springt meestal heel vlug na elkaar en is, vooral overdag, zo snel, dat hij elke vogel in de lucht inhaalt. Zijn voedsel is gelijk aan dat van de muilaap en zo ook zijn woonplaats. Zulke dieren bewonen met nog veel anderen alleen maar de vlakten en komen zelden met de mensen in aanraking, omdat deze alleen op de bergweiden wonen.
Hoofdstuk 76: De dieren op de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Hetgeen echter niet wegneemt, dat onze voorvaderen, zoals Abraham, Izaak en Jacob herhaaldelijk visioenen hebben gehad, waarin zij God steeds hebben gezien als een volmaakte menselijke gestalte, met Wie zij konden spreken, alhoewel het later bij Mozes heet: 'God zien en daarbij in leven blijven, is onmogelijk; God is een Verterend Vuur, Dat woont in ontoegankelijk Licht!'
Hoofdstuk 24: Joram antwoordt met een rede over het wezen van God. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[2] Mijn oneindige liefde schept de vormen, en de kracht van de liefde die wil heet, laat ze tevoorschijn komen. De wil houdt een deel van deze vormen vast, omdat de liefde dat verlangt; een ander deel geeft hij echter op verlangen van de liefde de steeds levender wordende vrijheid. En zo vormt de materie naar Mijn liefdevolle wil de vaste grond, de basis voor al het geestelijke. Zij is dus in het bijzonder dat, wat Mijn 'erbarming' wordt genoemd. Het geestelijke zelf komt overeen met de levende vrijheid van Mijn eigen liefde. Het is dat wat de 'genade' of het eigenlijke zelfbewustzijn van elk vrij wezen wordt genoemd, en komt voort uit het vrije leven van Mijn liefde en is geestelijk volkomen haar evenbeeld.
Hoofdstuk 31: Wezen en oorzaak van het gletscher licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[31] De boom des eeuwigen levens stond in de goede aarde en hij vindt zijn oorsprong in de Heilige Drie-eenheid, en de Heilige Geest doorlicht hem. En alle mensen werden geboren uit Adam, de eerste mens, een ieder met zijn eigen kracht en met zijn eigen karakter. Die op aarde van de goede boom gegeten hadden, die Jezus Christus heet, in hen groeide de barmhartigheid Gods tot eeuwige vreugde; zij hadden de kracht tot het goede in zich en werden opgenomen in de goedheid en heiligheid Gods en zongen het lied van hun Bruidegom, een ieder met zijn eigen stem, al naar hij gevorderd was. Zij die echter in het licht der natuur en des geestes geboren waren en op aarde de boom des levens nooit recht erkend hadden, al waren zij in Zijn kracht gegroeid (de boom des levens over­schaduwde alle mensen op aarde, zoals daar zijn vele heidenen en vele volkeren en onwaardigen), zij werden ook opgenomen in de kracht, waarin zij gegroeid waren en waarvan hun geest doordrongen was, en zij zongen het lied van de edele boom des eeuwigen levens; want een ieder werd geoordeeld naar de mate van zijn kracht. En de heilige natuur deed Hemelse vreugdevolle vruchten geboren worden. En de mensen, die nu aan de Engelen gelijk waren, aten, een ieder van de vrucht van zijn eigen kwaliteit en zongen het lied van God en het lied van de boom des eeuwige levens.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[32] En dat was als een heilig spel, een triomferende vreugde; want daartoe waren alle dingen in de aanvang door den Vader gemaakt, en dat blijft in eeuwigheid hetzelfde. Zij echter die gegroeid waren uit de kracht van de boom des worms, dat wil zeggen, die door het boze waren over­wonnen en verdord waren in hun zonden, zij werden opgenomen in het rijk der duisternis en hun koning heet Lucifer, een verstotene uit het Licht. En de helse macht bracht ook vruchten voort, zoals ook op aarde was geschied. Alleen was het goede van hen weggegaan, daarom bracht zij boze vruchten voort. En de mensen, die thans ook aan de geesten gelijk waren aten van deze vruchten, evenals ook de Satan; want zoals er onderscheid is tussen de mensen op aarde en zij niet allen van één hoe­danigheid zijn, zo is het ook met de verstoten geesten, evenzo ook met de in Hemelse glorie vertoevende Engelen en mensen en dat duurt in eeuwigheid. Amen.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Dit alles, zoals het hierboven is verteld heet daarom: “Eigenschap”, omdat het alles in de diepte, over de aarde, op de aarde en in de aarde in elkander overvloeit als in één Eenheid. Toch hebben al deze dingen velerlei werking en zijn ze krachtig. Ze zijn evenwel geboren uit Eén Moeder, uit wie alles geboren wordt; en alle schepselen zijn uit deze eigenschappen gevormd en te voorschijn gekomen en leven hierin als in hun moeder. Zo heeft ook de aarde en hebben ook de gesteenten daaruit hun oorsprong, en alles, wat groeit op de aardbodem. Dit alles leeft uit en ontspringt aan deze eigenschappen. Geen verstandig mens kan dit ontkennen. Uit deze tweevoudige bron, boos en goed (in alle dingen) komt alles voort, uit de sterren; want, zoals de schepselen op aarde zijn, zo zijn ook de sterren. Want door deze tweevoudige bron heeft alles zijn grote beweeglijkheid, zijn snelle gang, zijn voortgang, zijn oorsprong, stuwing en groei. Want de zachtmoedigheid in de natuur is een stille rust; maar de boosheid in alle krachten maakt alles beweeglijk, voortgaand en jagend. De voortdrijvende eigenschappen brengen in alle schepselen de lust tot het goede en het kwade teweeg, zodat alles zich met elkander vermengt, en alles begeert, toeneemt, afneemt, schoon wordt, lief heeft en haat. In alle schepselen dezer wereld leeft een goede en een boze wil, geboren uit de Bron, die én goed én boos is; in mensen, dieren, vogels en vissen, en ook in al het andere dat bestaat, nl. goud, zilver, tin, koper, ijzer, staal, hout, loof en gras. Ook in de aarde, in stenen, in water, en in alles, wat mensen doorvorsen kunnen. Er is niets in de natuur, dat niet het goede en het boze in zich bergt; alles groeit en leeft in deze tweevoudigheid, hoe dan ook. Slechts de heilige Engelen en de boze duivels niet; want deze zijn gescheiden en een ieder van hen leeft, beweegt en heerst in zijn eigen hoedanigheid. De heilige Engelen leven en bewegen zich in het Licht, in het goede, waarin ook de Heilige Geest oppermachtig is. De duivels leven en heersen in het boze, in de toorn en het verderf. Zij zijn echter beide, de goede en de boze Engelen, uit de eigenschappen der Natuur gemaakt, waaruit alle dingen gemaakt zijn. De heilige Engelen leven uit de kracht van de zachtmoedig­heid van het Licht en het Vreugderijk en de duivelen leven uit de kracht van het boze, dat zich verheft, uit de kracht van schrik en duisternis en zij kunnen het Licht niet begrijpen, waaruit zij zich zelven gestoten heb­ben door hun opstandigheid, zoals ik hier na ook beschrijven zal (over de Schepping).
Hoofdstuk 2: Handleiding, hoe men het goddelijke en het natuurlijke wezen beschouwen moet. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[8] Merk nu op. De heidenen en de Turken zeggen: God heeft geen Zoon. Open uw ogen wijd, en weest niet verblind, dan zult ge de Zoon zien. De Vader is alles en alle kracht is van de Vader; Hij is het Begin en het einde aller dingen en buiten Hem is niets, en alles wat ontstaan is, is uit de Vader ontstaan. Want voor de aanvang van de schepping der creaturen was er niets; alleen God was er, en waar niets is, daar kan ook niets ontstaan, elk ding moet een oorzaak of een wortel hebben, anders kan er niets geboren worden. Nu moet ge echter niet denken, dat de Zoon een andere God is als de Vader; ge moogt ook niet denken, dat de Zoon buiten de Vader bestaat, en een aparte persoonlijkheid is, zoals het geval is, wanneer twee mensen naast elkander staan en de een de ander niet begrijpt, neen, zo is het niet bij de Vader en de Zoon; want de Vader is niet een Wezen, dat met iets of iemand vergeleken kan worden, maar Hij is de Bronwel aller krachten; daarom heet Hij ook een Enig Heer. Anders, wanneer Zijn krachten gedeeld waren, zou Hij niet almachtig zijn; nu echter is Hij de zelfstandige, al­machtige en volkrachtige God. De Zoon echter is het hart des Vaders; alle krachten, die in de Vader zijn, zijn des Vaders eigendom en de Zoon is het hart of de kern in alle krachten; Hij is oorzaak van alle opbruisende vreugden in de Vader. Uit de Zoon ontspringt de eeuwige hemelse Vreugde, zulk een vreugde, als geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgeklommen, zoals Paulus zegt in 1 Kor. 2:9. Zo een mens hier op aarde door de Heilige Geest verlicht wordt uit de Bronwel Jezus Christus, zodat de geesten der natuur, die de Vader vertegenwoordigen, worden ontstoken, zo ontspringt in hem zulk een vreugde, dat zijn gehele lichaam siddert en de dierlijke geest triomfeert, als ware hij in de Heilige Drie-eenheid, hetwelk alleen zij verstaan, die dat hebben ondervonden. Dit alles is slechts een voorbeeld of aanzicht van de Zoon van God in de mens, waardoor het geloof wordt versterkt en behouden, want de vreugde kan in een aards vat niet zo groot zijn als in een hemels, dat vol is van de volmaakte kracht Gods. Hier moet ik in gelijkenissen schrijven.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] De geest der bitterheid echter is de voornaamste veroorzaker der zwarte aarde, want door zijn bitterheid is de Salniter naar zijn uiterlijke geboorte gedood geworden, waardoor dan de wilde aarde ontslapen is. De hitte heeft in de geest der wrangheid de hardheid veroorzaakt. Waar de hitte nu als eerste eigenschap aanwezig was, daar heeft zij het alleredelste der aarde, als goud, zilver en edelgesteente doen ontstaan. Want toen het licht, vanwege de hardheid, ruwheid en scherpheid der materie gedoofd was, zo werd heet in de hitte, welke de vader van het licht is, opgenomen en daardoor verzwolgen.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Merk op: Deze eigenschap of kern in de goddelijke kracht is de samen­trekking of vorming of inkrimping, want zij is de koude, die men ziet wanneer het water bevriest. De zachte hoedanigheid, het milde is de warmte, waardoor de koude wordt omgezet. Het water heeft hierin zijn oorsprong. De wrange, zure scherpe eigenschap heet dus: Hart en de andere, tegenovergesteld daaraan, heet warmte, verzachting, mildheid en het zijn twee eigenschappen, waaruit de Zoon Gods geboren wordt. Want wanneer de eigenschap scherpheid, wrangheid in eigen kracht werkt, is zij naar haar kern duisternis, en de eigenschap warmte is in eigen kracht gelijk een opborrelend en verwarmend omhoog strevend licht; een bron van zachtmoedigheid en weldadigheid. Omdat ze echter in God den Vader in elkander overvloeien als waren zij slechts één kracht­uiting, zo ontstaat daardoor een lieflijke, barmhartige werking. En zij zijn twee geesten Gods te midden van de zeven Oergeesten in de goddelijke kracht; hiervan geeft de openbaring van Johannes een duidelijk beeld. (Hoofdstuk 1). Hij ziet zeven gouden kandelaars voor den Zoon van God, die betekenen de zeven Geesten Gods, die in volle klaarheid lichten vóór den Zoon van God, en waaruit van eeuwigheid tot eeuwigheid de geboorte van Gods Zoon voltrokken wordt, en Hij is het Hart van deze zeven geesten.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[46] Wanneer echter het vuur in de vijfde en zesde smelting te heet is, dan wordt het nieuwe leven, dat in de liefde in de opgang van de lichtkracht uit het water geboren wordt, weer in grimmigheid en toorn ontstoken, en uit het erts komt een verbrand schuim en puin voort, en de alchimist heeft in plaats van goud, slijk.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...