Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

122 resultaten - Pagina 7 van 9

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9
[2] Achter deze planeet zie je tien kleinere planeten die allemaal bij deze planeet horen, maar toch een heel andere structuur en gesteldheid hebben dan hun centrale planeet zelf. Hier kun je elk ogenblik iets nieuws zien: Bomen die in de lucht rondzwemmen en nog een heleboel andere, jou tot nu toe nog totaal onbekende dingen. De rook uit de bergen neemt ook allerlei bijzondere vormen aan. De mensen, die een volmaakt uiterlijk hebben zijn meestal rijkelijk gekleed, zodat je behalve hun gezicht niet veel te zien zult krijgen.
Hoofdstuk 45: De wereld van Miron, het geheim van het achtste vertrek – Het geestelijke als grondoorzaak en drager van de gehele schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Kijk, jullie weten hoe eerst alle planeten overeenkomstig de gerichte orde uit de zon zijn voortgekomen - op dezelfde manier als zijzelf voortgekomen is uit de centrale basis- en fundamentele zonnen. Jullie weten echter ook al door vele mededelingen, wat alle materie van een planeet in de grond van de zaak is, namelijk niets anders dan de zichtbare uitdrukking van gevangen oerkrachten of geesten. - Waar zijn die eigenlijk vandaan gekomen?
Hoofdstuk 2: De zonnemens in het algemeen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Zo moet dus ook het organisme van een dier en ook dat van een mens met een uiterlijk omhulsel omvat worden, waarbinnen pas het organisme geordend en vanuit het centrale punt ook tot leven gebracht kan worden.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Deze zuilen zijn voorzien van zeven rijen galerijen, waar men kan komen via een wenteltrap, die zich om de zuilen slingert. Om iedere zuil slingert zich dus zo’n wenteltrap tot aan de zevende galerij. In het midden van dit grote, ronde deel van de tempel staat een grote hoofdzuil, die doorloopt tot aan de hoogste punt van het hoge dak. Daar, waar de vierde galerij rond de galerijen loopt, is vanaf deze centrale hoofdzuil naar vier zijden een gang gemaakt, dat wil zeggen, dat er in feite maar twee gangen zijn, die elkaar bij de centrale zuil kruisen.
Hoofdstuk 19: De inwendige inrichting van een tempel van het eenvoudige type. Een tempelorkest - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Vanaf deze kruisgang loopt vervolgens een zeer brede wenteltrap rond de zuil omhoog naar de hoogste punt van het dak. De galerijen, die rond de zuilen van dit centrale ronde deel lopen, worden eveneens door als regenbogen stralende bogen ondersteund. Maar hier heeft een boog slechts één kleur, en omdat er zeven galerijen zijn, zijn er ter ondersteuning daarvan ook zeven bogen, waarvan elke boog in een andere kleur straalt. En wanneer men zijn blik over alle zeven galerijen laat dwalen, geniet men van de aanblik van een verspreide regenboog.
Hoofdstuk 19: De inwendige inrichting van een tempel van het eenvoudige type. Een tempelorkest - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] De balustraden van de galerijen hebben in dit centrale ronde deel van de tempel het aanzien van gloeiend goud, en hoewel ze op zichzelf buitengewoon kunstig bewerkt zijn, zijn ze in de tussenruimten toch nog bezaaid met allerlei kleine versieringen in alle denkbare kleuren - ongeveer zoals bij jullie een van goud en zilver kunstig bewerkte keizerskroon ook nog versierd is met allerlei kunstig geslepen edelstenen.
Hoofdstuk 19: De inwendige inrichting van een tempel van het eenvoudige type. Een tempelorkest - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Voor dit doel is het centrale deel in het midden eigenlijk ook gebouwd. Het is het eigenlijke gebedshuis van zo’n tempel, waar niets anders gedaan mag worden dan alleen datgene, wat voor het eenstemmig loven van de grote God bestemd is.
Hoofdstuk 19: De inwendige inrichting van een tempel van het eenvoudige type. Een tempelorkest - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Wanneer soms niet alle mensen in zo’n tempel ondergebracht kunnen worden, worden er iets lager, ongeveer op de plaats waar een vrije wandelweg door het land loopt, kleine woonhuizen met een omvang van ongeveer tien tot twaalf zuilen gebouwd, die op de centrale wenteltrap na, die daar ontbreekt, precies zo zijn ingericht als de woonhuizen, die wij al hebben leren kennen.
Hoofdstuk 20: Een tempel van het hogere type - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Jullie weten, dat zulke afzonderlijke zonnegebieden weer een centraal hemellichaam hebben, waar omheen ze zich bewegen en levend werkzaam zijn door de kracht van dit centrale hemellichaam. En evenzo hebben, ook weer in uitgebreidere betekenis, zulke zonnegebieden zelf weer een uiterlijk omhulsel ofwel afgesloten etherische huid. Zo’n lichaam van zonnegebieden, waarin verscheidene, ja zeer vele zonnegebieden rondom een nog groter centraal hemellichaam een zeker zonnen-al vormen, wordt op zijn beurt weer omgeven door een nog grotere etherische huid. - En tenslotte draaien zulke lichamen van zonnen-allen in grote aantallen rond een gemeenschappelijk, zeer groot centraal punt, namelijk rond de werkelijk uit zichzelf stralende centraalzon, en met hun allen zijn ze levend werkzaam en actief onder een algemene, buitengewoon uitgestrekte omhulling ofwel huid. - En dat is dan een hulsglobe ofwel een volmaakt, op zichzelf bestaand zonnelichaam.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[24] Nu zullen jullie natuurlijk vragen: Maar waarom is deze meest geheiligde akker het verst van het woonhuis verwijderd aangelegd? Want symbolisch zou toch datgene, wat van meer goddelijke aard is, dichter bij de mens moeten liggen dan alles, wat enkel zijn eigen karakter draagt. - Met deze vragen filosoferen jullie weliswaar niet slecht; maar de zonnebewoners filosoferen in dit opzicht nog beter, want daardoor geven ze aan dat het goddelijke niet alleen het centrale punt van de woning omvat, maar ook al het uiterlijke. Op die manier moet ook de mens in zijn innerlijk een troon als woning voor de goddelijke geest hebben opgericht, en door deze geest moet hij al zijn gedachten, begeerten en handelingen laten grijpen, opdat hij daardoor in alle opzichten - zowel innerlijk als uiterlijk - mens is, volkomen in overeenstemming met de wil van de grote God.
Hoofdstuk 16: De landbouw op de middengordel. Groentetuin, schapenweide en broodakker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Deze zuil heeft een heel grote omvang, met name onderaan, waar hij niet zelden een doorsnede van honderd klafter heeft. - Natuurlijk loopt hij van daar tot aan de top van het hoge dak steeds verder taps toe. - Omdat de zuil zo’n grote omvang heeft, kunnen jullie je gemakkelijk voorstellen dat ook de wenteltrappen eromheen heel ruim zijn; ja, met name onderaan zijn ze zo breed, dat er gemakkelijk honderd mensen naast elkaar zo’n trap kunnen beklimmen. - Zo zijn ook de galerijen, waarvan er zeven rond dit centrale ronde deel lopen, buitengewoon ruim. - En even ruim zijn de twee elkaar kruisende gangen, die de middelste galerijen met de hoofdzuil verbinden. Zo’n gang is zo breed, dat daar eveneens meer dan honderd mensen met gemak naast elkaar op een rij zouden kunnen staan.
Hoofdstuk 19: De inwendige inrichting van een tempel van het eenvoudige type. Een tempelorkest - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Rond de grote centrale zuil leidt er eveneens een wenteltrap tot aan de zolder en daarlangs door de dakdeur naar de zogeheten dakgalerij, die daar het ‘observatorium’ heet (waarmee het doel ervan, maar niet het woord bedoeld is). Deze galerij is eveneens voorzien van een eenvoudige, maar smaakvolle balustrade van kleine zuilen; op de hoogvlakten heeft dit observatorium echter gewoonlijk geen dak. De reden daarvan is, dat op deze hoogvlakten de zon veel koeler is dan in de lager gelegen landstreken.
Hoofdstuk 27: Woonhuizen en gemeenschappelijke nederzettingen op het eerste paar nevengordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[30] Midden tussen de twee trappen wordt het bordes langer, en loopt met een derde van zijn oorspronkelijke breedte door tot het andere einde van het gebouw, en vormt zo een centrale gang. Links en rechts ervan lopen op dezelfde hoogte ook twee brede gangen, die zowel in het midden als aan het einde van het gebouw met de centrale gang in verbinding staan. Deze gangen lopen ongeveer tien klafter hoog boven de gewone vloer en rusten op louter vierkante zuilen, die vijf klafter van elkaar af staan. - Dat zowel de centrale gang als de twee nevengangen van zeer smaakvolle balustraden voorzien zijn, hoeft nauwelijks meer vermeld te worden. De balustraden worden door kleine, lichtgroene, half doorzichtige, achthoekige zuilen gedragen.
Hoofdstuk 27: Woonhuizen en gemeenschappelijke nederzettingen op het eerste paar nevengordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[32] Tussen de centrale gang en de beide gangen langs de muren staan twee rijen grote zuilen, die zowel de zoldering als het dak van het gebouw dragen.
Hoofdstuk 27: Woonhuizen en gemeenschappelijke nederzettingen op het eerste paar nevengordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[34] In het midden van zo’n gebouw tussen de centrale gang en de rijen hoofdzuilen staan parallel aan elkaar twee tafels opgesteld, die ongeveer tweehonderd klafter lang zijn, waar een groot aantal beweegbare leunstoelen bij neer is gezet.
Hoofdstuk 27: Woonhuizen en gemeenschappelijke nederzettingen op het eerste paar nevengordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9