Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1914 resultaten - Pagina 1 van 128

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[272] In de tijd dat Jezus 'vol van de Geest' van plaats tot plaats trok en onder de mensen leerde en wonderen ver­richtte, werkte de goddelijke Geest machtig in de ziel van de 'Mensenzoon' - gaf Hem de woorden die Hij moest verkondigen in de mond en verleende Hem de kracht om Zijn 'tekenen en wonderen' te verrichten. Dit moest echter anders worden, toen het grote beslissende uur naderbij kwam. Want nu ging het erom dat de ziel van Jezus zich vanuit een volledig vrije wil onderwierp aan de grote, wijze Liefdewil en het scheppingsplan van de in Hem wonende Vadergeest. Tot nu toe had de Mensenzoon Jezus voor de Vader en de uitbreiding van Zijn Rijk geleefd, onderwezen en gestreden; nu moest Hij volgens het heilige plan van God alle mensen, geesten en engelen voor eeuwig een voor­beeld geven van totale overgave aan de wil van de Vader. Hij moest voor de verlossing en redding van Zijn nog in de ban der materie slapende broeders het laatste offer brengen en moest, om Zijn opdracht te volbrengen, de lichamelijke dood sterven, en wel in volledige vrijheid van de wil, waar­in Hij besloot tot de dood aan het kruis. En daarom trok de Vader-Godgeest zich op dit grote, beslissende uur terug uit de ziel van Jezus, opdat de wil van de Mensenzoon be­proefd zou worden.
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[12] Zouden jullie dichter bij zo een ster komen dan zou ze er spoedig uitzien als een afzonderlijk, volmaakt mens. Wanneer jullie dan weer in de sfeer van deze mens zouden treden, dan zouden jullie in zijn plaats meteen weer naar alle kanten toe een nieuwe, met ontelbare sterren bezaaide hemel zien. En als jullie weer zo een ster zouden naderen, dan zou ze er vanaf een zekere afstand weliswaar weer uitzien als een mens, maar zouden jullie deze mens steeds meer naderen, dan zouden jullie het bijna uitschreeuwen van verbazing, net als eens de zeevaarder Christoffel Columbus toen hij het vaste land van Amerika naderde! Want dan zullen jullie eveneens een grote hemelse pracht en wonderwereld te zien krijgen. Als jullie je echter helemaal op deze wereld zoetden begeven, dan zouden jullie stomverbaasd zijn, deze door talloze scharen van geesten bewoond te vinden. En zouden jullie je dan in de sfeer van de een of andere daar wonende geest begeven, dan zouden jullie weer nieuwe heerlijkheden ontdekken. Tevens zouden jullie ook, maar dan niet een meer gelouterde blik, de oorspronkelijke wereld als eigenlijke woonplaats van deze geesten aanschouwen.
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Kijk, willen de hooggebergten hun belangrijke bestemming, het instandhouden van een heel hemellichaam met alles wat zich op zijn uitgestrekte oppervlakte bevindt, kunnen vervullen, dan is het zeker niet onbelangrijk waar zij zich bevinden. Verder moeten ze door de in en boven hen wonende geesten of naar jouw manier van spreken krachten, noodzakelijkerwijs die intelligentie bezitten waardoor ze in staat gesteld worden, datgene te bewerkstelligen waartoe ze bestemd zijn.
Hoofdstuk 20: Nog een voorbeeld. De noodzaak van hooggebergten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Nu we dit weten, wordt het stralen van iedere zon jullie nog grondiger duidelijk, als Ik jullie zeg, dat desondanks iedere zon toch ook nog haar eigen licht heeft vanuit het gebied van de daar wonende geesten. Dit eigen licht is echter niet van die intense aard zoals jullie de zon waarnemen; maar het is veeleer slechts een voortdurend actief vermogen van het luchtoppervlak van het zonnelichaam, waardoor deze het van de centraalzon en van de wanden van de hulsglobe uitgaande licht en de uitstralingen van andere zonnen des te inniger en volmaakter in zich kan opnemen en daarna weer kan doorgeven. Om deze reden bestaan er op ieder zonnelichaam dan ook een groot aantal vulkanen, met name in het gebied van hun evenaar. Hoe het echter zit met deze vulkanen, die niet zelden voor het gewapende oog als zwarte vlekken zichtbaar worden, en hoe de luchtatmosfeer van de zon door hen steeds in staat wordt gehouden om licht op te nemen, zal jullie in de volgende mededeling bekend gemaakt worden.
Hoofdstuk 5: De uit zichzelf stralende hoofdmiddenzon. Het spiegellicht van de ondergeschikte zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Dan zeg Ik: Alles op zijn eigen wijze! De aarde ziet voortdurend de hele oneindige ruimte om zich heen. Deze algemene waarneming roept in de aarde zelf bij alle in haar wonende geesten een algemeen overeenkomstige voorstelling op, waaruit elk afzonderlijk geestelijk wezen zijn intelligentie voor de buitenwereld put. Dat zou onmogelijk zijn zonder het algemene grote gezichtsvermogen van de aarde. De aarde als lichaam weet in haar algemene wezen weliswaar niets van hetgeen ze ziet. Het zou ook niet nodig zijn om de aarde een eigen zichzelf bewuste kennis te geven, omdat ze - zoals we in het nog volgende geestelijke deel zullen horen - geen apart zelfstandig wezen is, maar een eindeloos veelvoudig wezen, dat bestaat uit talloze aparte intelligenties. Deze intelligenties zijn het, die het grote algemene aardoog nodig hebben, zoals ook elk mens en elk dier zonder dit algemene aardoog met zijn eigen oog niets zou zien. Want juist door dit oog kan de mens de zon, de maan en de sterren zien. Het zal toch wel duidelijk zijn dat de mens met zijn kleine oog onmogelijk ooit die grote zon zou kunnen overzien, als niet van tevoren het grote aardoog een klein beeld van de zon zou opnemen en dat aan het menselijk oog zou overdragen. En zo ziet niemand de zon of de maan en de sterren, zoals ze in hun eigenlijke hoedanigheid en in hun grote afstand zijn, maar men ziet slechts hun beeld op het oppervlak van het grote, algemene aardoog, waarvan de oppervlakte, zoals al werd opgemerkt, meer glanst dan de zuiverste waterspiegel en die daarom zeer geschikt is voor het opnemen van de beelden van de grote hemellichamen om haar heen.
Hoofdstuk 24: Het oog van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Van het ogenblik af, waarop het lichaam zijn eigen voedsel zelf vindt en het tot zich kan nemen, begint de in hem wonende psyche onder leiding van de geesten, de materiële specifica van het lichaam in substantiële te veranderen en vormt op deze manier tijdens het leven een rijkere en dus meer volkomen ziel, die, als ze in het lichaam de hoogst mogelijke ontwikkeling heeft bereikt, dat lichaam langzamerhand steeds minder aandacht schenkt.
Hoofdstuk 49: De dierenziel en hoe deze door geesten wordt beïnvloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Wat zal daar wel het gevolg van zijn? Deze kinderen worden al door deze in hun binnenste wonende geesten ertoe aangedreven, meer en meer speelgoed te bezitten. Ja, veel kinderen krijgen van hun ouders zoveel speelgoed, dat dit al een kapitaal uitmaakt. De kinderen verdiepen zich tenslotte in deze spelletjes en hebben bijna geen tijd en rust om iets anders te doen dan aan hun speelgoed te denken. De jongens hebben ruiters, houten paarden, papieren soldatenhelmen, blikken geweren en sabels; maar als ze groot zijn willen ze levende in plaats van houten paarden en in plaats van blikken worden echte geweren aangeschaft; want het is noodzakelijk dat een jongmens vóór alles leert dansen, rijden, vechten en zwemmen. Ook oefeningen in het schieten met pistolen kan niet schaden. Daarnaast is het vanzelfsprekend dat een jongmens als een echte heer, zoals men pleegt te zeggen, nog voor hij zijn moedertaal kent, ook een paar moderne vreemde talen gebrekkig leert spreken, daarbij ook thuis is op het gebied van de mode, en zich de gewoonte aanwent de glacéhandschoenen al in de eerste jeugd zo vast om de hand te persen, dat de vingers daarin stokstijf staan. En gelukkig degene, die al als knaap op een kinderbal als eerste kan voordansen, waarover de ouders van zo' n genie van louter verrukking haast ziek worden en vreugdetranen vergieten, tranen, die dan als opgeloste specifica in de ziel die merkwaardige werking veroorzaken die hierop neerkomt: omdat juist deze tranen zo' n belachelijk afscheid van de ogen moeten nemen, zoeken ze daarna bij de oren van dezelfde ziel hun toevlucht, waardoor juist de oren door een ongewone verlenging zeer sterk groeien.
Hoofdstuk 60: Over de speelduivel en de moderne opvoeding - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Daar gedurende de korte tijdsperiode van de samensnoeringen de sappen zich over de hele lengte van het buisje hebben verdicht, barsten de sappen er uit op de plaats waar het buisje het zwakst is en dat is onder het samengesnoerde punt. De verdichte vurige sappen verdringen zich dan in liefde ijverend om hun middelpunt. Als de pit nu enigermate de nodige vastheid heeft bereikt en de nog altijd opstijgende sappen slechts op hetzelfde sap stoten en niet meer de warmte van het innerlijke levensvonkje voelen, dan doorbreken deze sappen dit kanaal en omspinnen de pit als een rups haar pop. Tegelijkertijd wordt door de buitenste, grovere kanalen, die in de wijnrank opstijgen, een grotere huls gevormd en dat alles gebeurt natuurlijk door de eenvoudige intelligentie van de in zo'n plant wonende geesten. Als deze grovere huls* (* De bes, druif.) nu een bepaalde vastheid heeft bereikt, barsten de edelere vaten, die de pit omgeven, en vloeien dan in een zoetig, geestelijk sap in deze huls. Daar deze huls oorspronkelijk ook door sappen wordt gevormd, die vanuit haar natuur zuur moeten zijn, omdat de vrucht of liever de schil vast moet worden, komen binnen deze schil aanvankelijk twee soorten sappen samen, namelijk een wrang en een zoet sap; daardoor komt het ook dat een onrijpe bes erg zuur smaakt.
Hoofdstuk 7: Het evangelie van de wijnstok - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Men moet echter niet denken, dat de zichtbare materie zoals sterren, aarde, planten, bomen en dergelijke de geesten zelf zijn. Dit alles is maar een kerkervoor hen, die de draad van het leven uit Mij afsnijdt. En slechts zo ver als Mijn wil reikt, wordt een klein poortje voor hen geopend, om zich langzamerhand aan de dood te ontworstelen door een in elke geest wonende vrije wil-intelligentie. De materie op zichzelf is niets anders dan een door Mij n barmhartige liefde getemperde toom.
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] (Hij kwam naar Zijn bezit, en de Zijnen namen Hem niet op. Joh. 1:11) Dus, zoals hiervoor reeds werd aangeduid, moet niet de aarde, maar moeten alleen de zielen en de geesten van de mensen gezien worden als het eigenlijke eigendom des Heren; en wel daarom als eigendom, omdat zij zelf oorspronkelijk licht uit Mijn eeuwige bron van alle licht zijn en daarom met Mij één geheel vormen.
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik wees hen op al hun gebreken, spoorde de zondaars ernstig aan om boete te doen, waarschuwde allen, die Mijn leer aannamen, voor de terugval in het oude zuurdeeg van de Farizeeën en deed wonderen om daarmee Mijn lichte leer de nodige kracht bij te zetten in deze barre materialistische tijd; Ik genas veel zieken, verloste bezetenen van de onreine geesten en nam steeds meer leerlingen aan
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] God neemt Zelf geen ogenblik rust, maar is altijd door voor de mensen bezig en nooit voor Zichzelf, want Hij heeft voor Zichzelf noch een aarde, noch een zon, een maan en al de sterren nodig en alles wat daarin is en daaruit voortkomt. Dat heeft God allemaal niet nodig; maar al de geschapen geesten en mensen hebben dat nodig, en de Heer is dus alleen voor hen, altijd maar door onafgebroken bezig.
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Er waren er echter, die niet wisten of ze de vruchten, die ze niet kenden, wel eten mochten. Toen zeiden de jongemannen: 'Beste broeders! Eet al deze vruchten maar gerust, want ze zijn rein en smaken overheerlijk! Er zijn op aarde een aantal vruchten en grassen en dieren, die in hun groei geholpen worden door onreine geesten, omdat dat zo ingepast is in de goddelijke ordening, want ook duivels moeten de Heer dienen, hoewel dat tegen wil en dank gaat! Want zoals een geketende slaaf zijn heer moet dienen, zo moeten ook de duivels hun diensten verlenen; maar er rust geen zegen op dit werk!
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] En zo zijn er op de aarde, waarop mensen en dieren en duivels meer dan eens onder een dak wonen en daar ieder op hun manier werken, niet zelden allerlei daden, werken en vruchten, die in hun aard en wezen slecht en onrein zijn. De mensen kunnen zich hier beter afzijdig van houden, als ze verschoond willen blijven van al het mogelijke kwade van de aarde. De Heer heeft daarom door Zijn knecht Mozes vast laten stellen, wat rein en goed is, en de Heer heeft de mensen het gebruik van onreine dingen, waaraan ook boze geesten werken, ontraden, - en dat is een voortreffelijk voorschrift. Maar alles wat u hier wordt aangeboden om van te genieten, is rein, omdat het voor u op zo'n wonderbare manier uit de hemel hierheen werd gebracht, daarom kunt u zonder bezwaar van alles genieten! Want wat de Vader uit Zijn hemel geeft is rein en goed, en helpt het leven van de ziel en de geest eeuwig vooruit.'
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Toen later echter allerlei vijanden deze stad en omgeving erg havenden, ging er veel verloren en ook deze les, waarover Paulus in zijn brieven met nogal mystiek aandoende woorden spreekt, als hij het over 'allerlei geesten' heeft.
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...