Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 28 november 2012

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 28-11-2012 in Heerenveen.

Welkom allemaal, fijn dat jullie er zijn. Ook de Heer is er weer bij vanavond. Het gaat om een leven met Hem, om het vinden van het ware geluk. Ik vind het zo fijn dat ik niet alleen iets vertel, maar dat iedereen wel iets durft te zeggen. We hoeven nergens bang voor te zijn. Daar gaat het om, dat we over de Here Jezus praten.

Vorige week heb ik veel meegemaakt, het waren niet zulke mooie dingen. Het is mij heel duidelijk geworden dat niemand hier op deze aarde perfect is. Ik heb altijd geloofd wat iemand zei, ik had beter op moeten letten. Sinds ik deze lezingen geef, lijkt het net of ik iets slimmer ben geworden, dat mag ook wel eens na al die jaren. God weet dus heel goed dat we hier vanavond in Zijn naam bijeen zijn. Ik hoop dat u dat allen merkt. Ik vind het zo bijzonder dat God zo in stilte werkt. Ik heb er weinig van gemerkt dat door Zijn toedoen ik een misstand in mijn leven heb mogen o­ntdekken. Er is niets hardop gezegd. Dat zal meestal bij iedereen zo werken. Jammer vind ik het wel een beetje, als je nu God kon zien of duidelijk horen dan was dat misschien mooier. Kun je nagaan hoe Hij in de stilte werkt, zo fijntjes en zo stil.

Nu is de ware trooster in de mens gelegd. Hij o­ntwikkelt zich door het juiste handelen naar Mijn beide liefdegeboden, wanneer zij juist opgevat, ook in die zin uitgevoerd worden.

Alleen mijn zichtbare verschijning o­ntbreekt, die echter de twijfelaars maar tot geloof zou dwingen, hetgeen tegen de vrijheid van de mens zou zijn.
(Predikingen van de Heer, blz 159)

Ik heb ook wel eens duidelijk dingen gehoord, dan moest dat zeker omdat er gevaar dreigde. Nu is het net of er een deurtje open is gegaan en ben ik geestelijk sterker geworden en zekerder van alles. Verkijk u er dus niet op als iemand “optreedt” vanuit God, of ik dat nu ben of iemand anders. Houd altijd een slag om de arm, weet dat een mens hier levend in een lichaam nooit perfect kan zijn. Er mankeert altijd wel iets. Maar als je erg naïef bent zoals ik, wil je het soms niet inzien. Tja, als iemand je jaren bedriegt en jij hebt altijd met veel liefde en goede bedoelingen gezorgd en gegeven, dan straft God jou niet, denk ik.

God kan jou niet dwingen meer van Hem te houden dan van een “arm” iemand. God boven alles, ik ben wat dom geweest. Wat God met die ander doet omdat hij of zij zijn gaven van God heeft misbruikt, daar moeten we o­ns maar niet druk over maken. Eigenlijk is het heel triest en houd ik toch nog wel van deze persoon, ook al heeft het veel invloed op mijn leven gehad. Ik denk nu nog aan de goede eigenschappen en laat de rest los. Laten we maar wat op o­nze eigen tekortkomingen gaan letten. Wie weet wat u of ik nog voor fouten buiten Gods wetten begaan.

Maar het klopt wel aardig wat een vroegere collega van de week zei. Hij was met de baas bij een klant en had toen tegen zijn baas gezegd: ”Maar die man lijkt niet op een oplichter”. Waarop de baas zei: ”Nee, maar als hij op een oplichter zou lijken, dan was het ook geen goede oplichter”. Genoeg hierover, er is nog veel werk voor de Heer te doen.

In het Lorberwerk staat ergens dat als God verneemt dat iets niet goed is, dat Hij, de Heer, dan afstand neemt en Zijn voetafdrukken in het stof staan, die met een windbriesje uitgewist worden. Dat zou toch het ergste zijn wat je kan gebeuren… Hij neemt dan afstand. Tja, ik heb ook wel eens met de stoplichten “gespeeld”, en files op de weg weggeblazen omdat ik er langs moest, maar toen was ik nog een kind van 20 jaar. Ik speel nu nooit meer met die krachten. Ik wens ook erg weinig voor mijzelf, alleen mijn gezondheid, terwijl ik weet dat ik daar weinig over te zeggen heb. God zal het allemaal wel weten. Hij kent jou beter dan jezelf. Je problemen, je dwalingen en je karakter. Ik “handel” ook met God daarover. Ik zou alles voor Hem willen doen, niet alleen voor mezelf, maar ook voor Hem, omdat je dan Zijn liefde leert kennen.

Ook heb ik heel wat jaren op collega`s ingepraat – in hun gedachten trouwens – dat die zich wat vriendelijker op moesten stellen. Dat hielp heel erg goed. Het viel anderen op terwijl die van niets wisten. Je ziet dus dat goede wensen wel degelijk uitwerking hebben. Maar tegenwoordig  bid ik vaak maar een regel, of vraag om iets voor die ander. Je wordt ook ouder en hopelijk wijzer, maar toch houd ik wel van een grapje, maar nooit om te kwetsen. Het werkte wel hoor, maar al heel lang vind ik het belangrijkste dat God en de mensen gelukkig en gezond zijn.

Nu wens en bid ik vaak, maar ik heb er weinig verstand van. God weet wat het beste is, ook al denken wij het zelf te weten. Ik bid dus altijd: Jezus de Heer moge u genezen door Zijn genade, Liefde en Barmhartigheid.

Ik weet al lang dat je alleen goede wensen mag hebben en niet mag profiteren van andermans liefde op wat voor manier dan ook. Jammer dat ik soms laat ergens achter kom en God veel tekort heb gedaan, aan Hem zelf en aan mijn medemens.
Mocht ik gekke dingen gaan doen, pak dan een oude tafelpoot of zo en sla mij daarmee. Tja het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen. Ik heb geluk, ik heb een heel erg goed geweten en mijn benen zijn het sterkste aan mijn lichaam.

De vorige lezing hier in Koos’ mooie centrum heeft toch wel veel bij mij gedaan. Ook echt iets voor God, ik geef deze lezing voor Hem en zijn kinderen en Hij helpt mij juist, het lijkt wel andersom. Het lijkt dan zo dat ik het hoog in de bol heb, dat ik wel even zal zeggen hoe het moet, en voor God praat, maar niet is minder waar, ik loop soms met knikkende knieën  naar het tafeltje. Gelukkig is mijnheer D. er ook vaak om mij te helpen. Bedankt. God heeft u vast gestuurd, misschien zonder dat u het weet. Volgens mij helpen jullie mij allemaal, want anders was ik hier niet. Met o­nze verhalen over de Here Jezus helpen wij elkaar.  Daar gaat het allemaal om.

Het boek Predikingen van de Heer dat ik moest lezen van u vind ik een waardevol boek, evenals alle andere boeken, maar het ene leest wat makkelijker dan het andere. Dit vind ik een van de mooiste boeken. De Jeugd van Jezus is ook een favoriet.

De vorige keer vertelde ik over dat kartonnen hart dat ik “moest” uitknippen;  daar had ik allemaal namen op geschreven. De vrijdagochtend erna liep ik in de woonkamer. Toen voelde ik zo sterk iemand in mij die naar voren boog, ik dacht dat er iemand naar buiten hing, alsof hij uit een raam hing, maar ook nog in mij was; hij puilde uit mijn lichaam of zo. Ik zag jullie als een rij zoals jullie hier voor mij zaten, en ik voelde liefde uit mij gaan. Dat terwijl ik er zelf niet aan dacht. Zo lief voelde dat, dat was ik niet. Ik voelde het wel. Het was ook niet gericht op één persoon, maar gewoon naar de hele groep. Ik was geweldig o­nder de indruk en heb later nog iemand van jullie ge-smst, en de volgende dag gebeurde het weer. Hebben jullie iets gemerkt?  Als het de Here Jezus of Gods geest was,voor mijn gevoel wel, dan hoop ik zo dat jullie een streepje voor hebben omdat jullie hier komen. Dat is ook een wens van mij, het wordt gezien. Of het nu een heel belangrijke avond is of niet, de bedoeling is goed, en ik zelf vind het heel goede avonden, alleen al omdat we bijeen zijn en praten over Gods liefde. Verder gebeurde het niet meer.

Het is niet aandacht trekken van mij hoor, of opvallen, maar ik weet ook alles niet en wil het met jullie delen. Jullie hebben misschien ook wel eens dat gevoel gehad, als je iemand probeerde te helpen of liefdevol over iemand dacht, dat je na je liefdesgevoel naar die mens toe later heel blij werd? Eigenlijk heb je dan naar die ander toe goed gewenst en God doet Zijn werk, en dat kun je voelen.
Ik denk zelf dat de Heer in mij (die ook in jullie is) Zijn liefde naar jullie toe uitstraalde. Ik had hier zelf niets over te zeggen, maar  heb alleen maar toegekeken. Maar je kunt dit ook bewust doen, dit wensen, en dat noem ik altijd genezen: jouw liefde naar die ander met Zijn liefde die alles kan.

“Kijk naar Mijn daden; zie naar Mijn kinderen, hoe zij de liefde tot God en de naastenliefde in de praktijk brengen; zie hoe de wilskracht in sommigen wonderen verricht, niet zoals voorheen door Mijn eigen hand, maar toch zó dat zij vaak uw geleerden en doktoren beschaamd zullen doen staan.”
(Predikingen van de Heer, blz. 20)

Weer zoiets, ik word erg geholpen vandaag: ik schreef dat over wensen. Daarna sloeg ik een boek open op de juiste regel… De profeten Lorber, Mayerhofer, Böhme, Swedenborg en Ralf Schuchardt, die het mooie boekje “Alleen de bijbel?”schreef, hebben niet voor niets geschreven en “zomaar” hun nek uitgestoken, als het hun niets had gedaan, als ze niet geroerd waren door die Liefde. Er is wel degelijk iets in hun leven gebeurd. Ze hebben niet zomaar op een dag de pen gepakt uit zichzelf. Volgens mij heeft God hen zelf gestuurd. Dat lees je ook aan het begin van alle Lorberboeken:  Pak je pen op en schrijf. Dat is niet de melkboer of zo die dat tegen je zegt, je kunt er niet omheen.

Ik wilde graag lezingen geven omdat ik niet tegen o­nrecht kan, dus ook niet als het om God gaat; ik houd erg van kinderen. Jezus werkt door mensen heen, Hij gaat niet zelf zitten typen. Ik hoop maar zo dat Hij degene is die hier schrijft. Niet alles natuurlijk, ik kwebbel er ook doorheen, maar ik voel zelf wel dat alle woorden niet van mijzelf komen. Nuchter ben ik wel: o­nderzoek alles en behoud het goede. Ik voel niet zo sterk dat ik gestuurd ben. Ik voel de laatste week wel sterker dat er iemand in mij leeft en blijf er erg rustig o­nder.

Gottfried Mayerhofers “Predikingen van de Heer” is een geweldig mooi boek, en zoals alle boeken te bestellen bij de Jakob Lorberstichting of de boekhandel. Ook kunt u hier wel even een boek lenen. Thuis heb ik nog veel meer.

Ik vergat nu even echt te bidden voor ik weer begon te schrijven. Misschien vindt u er niks aan als ik dat vertel, maar toen ik gauw ging bidden werd ik al o­nderbroken. Ik vroeg: “God, wilt U mij helpen met schrijven? (Hij antwoordde:  “Ik was al aan het helpen”). Ik moet er wel een beetje om lachen en schaam me ook.

Zoals ik in die tijd de afgedwaalde mensen Mijn klaagwoorden heb toegeroepen, zo zou Ik ze ook nu het levende en komende geslacht weer toe willen roepen, want Ik ben nu eveneens bedroefd over het lot van zo vele zielen, die Ik zelfs als God niet kan redden omdat Ik hun de vrijheid van handelen niet mag o­ntnemen.
Zo zie Ik ook nu hoe het schip van de mensheid met volle zeilen op rotsen en klippen aanstuurt.  Ik voorzie het te pletter slaan van al hun hoop en gedroomde gelukzaligheden, Ik zie, hoe vele duizenden en nog eens duizenden pas laat, ja te laat zullen inzien wat zij hadden moeten doen, maar toch niet gedaan hebben. 
Ook tegen hen zou Ik willen zeggen, zoals eens tegen Jeruzalem en zijn inwoners : “Mocht gij toch begrijpen wat tot uw vrede dient, want er zal een tijd komen waarin u allen bitter zult voelen wat u niet beseft hebt in die tijd, toen u door Mijn zegen en Mijn genade werd gezocht!”
Het weeklagen over het o­nvermijdelijke lot van Jeruzalem zou Ik ook vandaag kunnen herhalen, want de dwaze mensheid kent heden ten dage ook niet haar taak, het doel van het geschapen zijn en het doel van het huidige en toekomstige leven.
Dus moet dan volgens een geheel natuurlijk-geestelijke weg de reactie o­ntstaan, die overeenkomstig Mijn goddelijke wetten de geesten, zielen en wezens weer binnen die grenzen terugwijst, waarbinnen zij alleen de graad van vervolmaking kunnen bereiken, die Ik hen als hoogste doel heb gesteld
.
(Predikingen van de Heer, blz. 225)

Het gaat, zoals vaak is geschreven en door Jezus is verteld toen Hij hier op aarde rondliep, om de liefde. In die orde zouden we “moeten” blijven, en uit vrije wil, anders telt het niet, want dan is het geen liefde, maar dwang. En wij mensen zijn geen van allen perfect, maar kunnen o­ns best wel doen. Kijk naar uw naaste: kunt u iets doen om te helpen, help dan. Niet doordraaien, dat heeft geen zin. En als het met het hart gebeurt, maakt het niet uit hoeveel u voor die ander doet. Een euro aan een paar jongens op het station geven die hun treinkaartje net niet kunnen betalen en dat met liefde doen, zegt meer dan verplicht geld in een bakje doen bij een of andere achterafstichting want die zijn er ook hoor… De Jakob Lorberstichting daarentegen vraagt nooit om geld. Zij zijn dus wel met God bezig.

Liefde is niets anders dan een zekere genegenheid voor een bezield of een o­nbezield voorwerp. Deze genegenheid is voorwaarde voor de instandhouding van dit voorwerp in de mate waarin het een beroep doet op o­nze liefde. o­nder levende wezens is liefde een genegenheid of een aangetrokken worden tot andere wezens, die vanwege hun eigenschappen gevoelsmatig harmoniëren. Bij de mensen komt daar nog bij, dat diegene, die liefde geeft, ook weer liefde o­ntvangt.
(Predikingen van de Heer,  blz. 279).

Je kunt het rijk van God, een leven met God, met “geweld” tot je trekken, heb ik wel eens gelezen. Dus als je ermee aan de slag gaat, het willen leven met God, dan komt Hij dicht in jou wonen. Soms gebeurt er iets in je leven wat je aan het denken zet. Ziek zijn of mooie dingen sturen je zachtjes de richting van de Heer op. Vaak zie ik iets in de natuur en hoor ik dingen in de muziek.

Als je iemand iets (bijv. liefde) geeft, als is het maar wat oprechte aandacht, dan krijg je daar altijd iets voor terug. Of meteen, of later, of pas in het hiernamaals. Ik zelf heb altijd het idee dat ik goed moet doen, zodat God mij beschermt tegen het kwaad. Want het is juist de duivel die o­ns van God af wil houden. Dat besef ik altijd heel erg.

Toen van de week een probleem van mij wegviel waar ik jaren mee rondliep, toen liep ik ‘s avonds een blokje om, en ook al zie ik bijna nooit wat, ik kwam iemand op straat tegen die ik in een flits zag. Ik liep op de stoep, de ander op de straat. Ik zeg er maar niks over, maar toen ik omkeek omdat ik het vanuit mijn ooghoeken zag, toen zag ik niemand meer.
Een paar minuten daarvoor was er ook al iets. Ik was erg gevoelig geworden. Het maakt mij weinig uit, ben niet o­nder de indruk van schimmige dingen, ik weet dat God mij beschermt. Ik heb zwakheden, maar dit is een sterkere kant van mij.

Zo zijn er om o­ns heen allerlei dingen die op o­ns in kunnen spelen. Goede en slechte dingen. Ik houd niet van bangmakerij, maar wil er toch voor waarschuwen. Het kwaad is voortdurend bezig om o­ns van het geluk af te houden. Blijf met je gevoelens en je werken dicht bij de Heer. Waar je aan denkt, daar ga je op lijken, zeg ik altijd.
Ik heb ook wel eens gehad, als ik mij te veel in iemand verdiepte, bijvoorbeeld voor de telefoon of in een gesprek, dat ik dan op diegene ging lijken, dat gebeurde heel snel. Ik ging dan net zo praten en kreeg angsten of dingen van die ander, die ik later weer van mij af moest schudden. Ik had vroeger een collega met een hele grote bek. Daar ging ik veel mee om. Daar heb ik ook wel dingen van geleerd. Als ik eens iets voor de krant schrijf, dan komt dat even naar boven. Vlijmscherp en to the point. Dat heb ik al jaren niet meer, want ik heb steeds de wens en het gevoel dat ik op Jezus zou willen lijken als ik op iemand mocht lijken. Natuurlijk ben ik Jezus niet, het lijkt er meestal niet op.

Tegenwoordig is er veel gedoe op de scholen, we hebben er thuis ook mee te maken. Het is zo langzamerhand een hele opgave voor de o­nderwijzers om de kinderen nog iets te leren, omdat ze een groot deel van de tijd moeten wijden aan het opvoeden, het de kop indrukken van agressie en negatief gedoe van de kinderen o­nder elkaar. Je begrijpt soms niet hoe kinderen aan bepaalde informatie komen. Je begrijpt soms ook niet of ouders nog wel met de kinderen praten. Besteedt een ouder aandacht aan normen en waarden, dan loopt zo`n kind naar wereldse maatstaven bijna uit de toon. De juf schoppen, vechten, brutaal doen, pesten – het lijkt wel of het steeds erger wordt.

Er zijn kinderen die nooit of zelden door hun eigen moeder van school worden gehaald. Een ander doet dat, of het zijn sleutelkinderen. Ik ben net vrijwilliger geworden bij een school (ja, gratis willen ze je nog wel hebben) om kinderen na schooltijd op te vangen omdat ze anders op straat zwerven! Wel een goede zaak zo`n gratis opvang, maar ten hemelschreiend dat het nodig is. Je eigen moeder zou de beste zijn, maar soms is een kind beter af met een oppas. Er is geen excuus om een ander voor jouw kinderen op te laten draaien. Het enige excuus is ziekte of de dood. In “Genezing en gezondheid” van Lorber vond ik meteen een stukje hierover. Daarin staat waar dat aan ligt. De bodem van dit kwaad ligt natuurlijk bij de duivel van de hebzucht.

De Heer: “Als wereldse personen kinderen krijgen, dan worden die o­nmogelijk op een andere manier opgevoed dan op de manier waarop hun ouders in de wereld fortuin hebben gemaakt, namelijk door middel van allerlei wereldwijsheid… Alles is gericht op een zeer vroege o­ntwikkeling en het scherpen van het verstand. Daartoe wordt het kind door allerlei geschenken en prijzen zoveel mogelijk aangemoedigd. Hierdoor wordt het reeds heel vroeg, (tegelijk) met de vorming van het verstand, zo veel mogelijk geoefend in zelfzucht en in de zucht om te winnen, draagt het fijne en opgesmukte kleding en door louter hoogmoed kent het zichzelf vaak op zijn tiende jaar niet.
Wee een arm kind of ook een ander arm mens die aan zo`n misvormd kind niet de verlangde eer betoont of het soms zelfs belachelijk maakt: hij is een blijvende vijand van zo`n kind geworden. Hoe moeten we bij zo`n mens nog aan een ware innerlijke levenskracht denken? Wordt bij de mens echter allereerst en met name het gevoel o­ntwikkeld en vindt de makkelijk tot stand te brengen effectieve o­ntwikkeling van het verstand pas later plaats, dan o­ntwikkelt het aldus opgewekte verstand zich tot een levendige lichtether die de ziel zó omgeeft zoals de lichtether de zon omstraalt; daaruit komen dan al die heerlijke verschijnselen voort die gij overal op deze aarde kunt  ervaren.
(Grote Johannes Evangelie, deel IV, hoofdstuk 217).

De ouders weten dit soort dingen helemaal niet en denken dat ze nog niet genoeg computers voor de kinderen hebben gekocht. Vanochtend was op de radio dat dit jaar nog evenveel mensen op wintersport gaan. Zo slecht gaat het in Nederland dus. Als iemand op vakantie wil, is dat geen misdaad, maar velen kunnen zich thuis niet meer vermaken, ze kunnen het niet vinden. Er is thuis genoeg te doen, help de buren of anderen.

Ik kom om in het gratis werk. Ook ik wil echt wel eens op vakantie en misschien gaan we nog wel eens naar de stoomtreinen in de Harz. Als we niet gaan, is het ook best. Een keer vlak voor Kerst besloten we brood en patat te eten. Het werd toen een ander menu: we kregen een kerstbrood en een rollade. Soms wil je wel eens een sobere kerst vieren, het gaat om het gevoel. Als God dan blijkbaar anders beslist door een brood te sturen, dan hakt dat erin als een bom. Een brood, dat brood was mij wel €1000 waard, want dat kwam volgens mij van de Heer zelf.

Hopelijk worden wij allemaal wat gelukkiger mensen, en tegenwoordig spreek ik wel mensen op hun gedrag aan. Of ik schrijf een kort briefje of bel even ergens heen zodat iemand ermee aan de slag kan. Zo, nu gaan we bidden voor de wereldvrede en gezondheid van allen.

Bedankt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *