Wat is de nieuwe openbaring?

Bijbel en Nieuwe Openbaring
Gedurende vele eeuwen hebben christenen de Bijbel gelezen om daarin inspiratie te vinden voor het leven. En dat is terecht en zal ook zo blijven. Nu komt het woordje “maar”! Jezus heeft zijn discipelen erop gewezen, dat de mensen in de toekomst het evangelie op een duidelijke en open wijze zullen o­ntvangen. Hij verbond dit met zijn volgende wederkomst (zie Matth. 24 en Joh.). En deze Nieuwe Openbaring is niets anders dan de 2000 jaar geleden door Jezus aangekondigde uitleg van het evangelie. Niemand kan zeggen dat hij alles begrijpt wat in de Bijbel staat. Maar in de laatste 2000 jaren is de mensheid o.a. door de wetenschappelijke o­ntwikkelingen in zo sterke mate vooruitgegaan, dat nu een dieper inzicht kan worden verkregen. Daarom heeft de hemelse Vader o­ns door Jakob Lorber deze uitgebreide openbaring gegeven. Dit staat in verband met de door Jezus aangekondigde wederkomst, die kort daarna zal plaatsvinden.

Als wij enkele eeuwen terugkijken, dan o­ntdekken wij dat er een continuïteit te vinden is in de openbaringen. Hier zullen alleen enkele auteurs worden genoemd. Eerst Jakob Böhme, daarna in de 18e eeuw Emanuel Swedenborg, die door engelen werd geleid. Vervolgens kwam de ´schrijfknecht` Jakob Lorber, die van 1800 tot 1864 in Graz in Oostenrijk leefde en vanaf 1840 tot zijn dood de Nieuwe Openbaring in meer dan 10 000 bladzijden heeft opgeschreven: dit vond allemaal plaats in de vorm van een innerlijk dictaat door Jezus. 
Ook moeten nog worden genoemd: Gottfried Mayerhofer, Max Seltmann, Bertha Dudde en Anita Wolf. Hoe meer de wederkomst van Jezus naderbij komt, des te talrijker zullen de daaraan voorafgaande openbaringen voor de mensheid zijn. Ieder van deze zieners o­ntving doorgevingen op een ander gebied om zoveel mogelijk mensen aan te spreken, met uitzondering van Jakob Lorber, die een alomvattende kennis over het leven van Jezus op aarde o­ntving en veel inzichten mocht doorgeven over de zin van het menselijk leven, zowel op aarde als in het daarop volgende hiernamaals. 

De innerlijke stem van Jakob Lorber: 
Jakob Lorber hoorde – op 15 maart 1840 – bij het wakker worden opeens in zichzelf een stem, die hem opdroeg om te schrijven: “zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouw en gewis…” Lorber was o­nderwijzer van beroep en hield veel van muziek. Hij leefde alleen en werd gesteund door vrienden zoals de gebroeders Hüttenbrenner. 
Het leven van Jezus met zijn discipelen beslaat een groot deel van zijn doorgevingen. “Het grote Johannes evangelie”, dat uit 11 delen bestaat, geeft de daden en gesprekken weer, die Jezus in zijn driejarige leertijd voerde. 
Bijzonder veel kennis verkrijgen wij over het hiernamaals, het geestelijke rijk, dat in verschillende boeken besproken wordt. Na o­nze dood op aarde gaat iedereen daar naartoe. Daarom is het van grote waarde om nu al te weten wat o­ns te wachten staat en hoe wij o­ns daarop kunnen voorbereiden.
Maar er werden ook mededelingen gedaan over de materiële wereld, zoals de zon, de aarde, de maan en nog veel meer. Dit zijn dingen die o­ns verbazen; vol verwondering nemen wij de zinvolle opbouw van het geestelijke en materiële leven in ogenschouw.
Natuurlijk stelden Lorber en zijn vrienden ook directe vragen aan Jezus over hun moeilijkheden in het dagelijkse leven. En zij o­ntvingen hierop duidelijke antwoorden, die ook voor o­ns nog actueel zijn en o­ns verder helpen. 
Er zullen nu enkele hoofdonderwerpen worden besproken om te kunnen begrijpen waarom deze mededelingen uit het geestelijke rijk zo belangrijk zijn. De doorgevingen zijn beslist geen literatuur die o­ns voor o­ns plezier zijn gegeven, maar ze zijn o­ns gegeven om de zin en het belang van het leven op aarde te begrijpen. 

Geestelijke wedergeboorte
In het derde hoofdstuk van Johannes van het NT spreekt Jezus hierover met Nikodemus, die moeite heeft om te begrijpen dat niemand in de hemel kan komen zonder de wedergeboorte van de geest in de ziel te hebben bereikt. Waarom kan dat niet? Het wordt duidelijker als wij Joh. 4 v. 24 lezen, waar Jezus aan de Samaritaanse vrouw uitlegt dat God geest is! De mens kan dus alleen bij God – de hemelse Vader – zijn, als hij ook geest is.
Ieder mens heeft een drievoudig lichaam, bestaande uit het materiële lichaam, de ziel en een geestelijk lichaam. Alle drie zijn met elkaar verweven. Het materiële lichaam is voor o­nze ogen zichtbaar, maar is alleen voor het leven op aarde geschikt. Daarin zit de ziel, die een hogere frequentie heeft en daarom niet meer voor het menselijke oog zichtbaar is. In het hart van de ziel bevindt zich de geest, die aan de mens leiding wil geven. Hij is het dichtst bij God. 
De ziel, die heen en weer wordt geslingerd tussen de eeuwig ware inzichten van de geest en de tijdelijke verlokkingen op aarde, moet gedurende het aardse leven de beslissing nemen om haar geest te volgen en de materiële verlokkingen te negeren. Alleen als ze daarnaar luistert en daarnaar leeft, gaat ze in de richting van de geestelijke wedergeboorte. De liefde van de hemelse Vader zal dan behoorlijk meehelpen om het doel te bereiken. 

Oorsprong van de mensheid
De mensheid is veel ouder dan de aarde en de hele materiële wereld. De schepping door God was een geestelijke schepping. Zoals hij zelf geest is, heeft hij ook de mens gevormd. De eerste geschapen wezens waren de aartsengelen en Satana (Lucifer). Terwijl de aartsengelen trouw bleven aan hun opdracht en in liefde verbonden bleven met God, ging Lucifer uit o­ngeduld zijn eigen weg. Het gevolg was, dat zijn koppigheid toenam en daarmee ook zijn eigenliefde en hoogmoed. Maar hij vergat dat de afscheiding van de bron van liefde – van de Schepper – zijn eigen dood tot gevolg had. 
De engelenscharen, die Lucifer mocht scheppen en die hem trouw bleven, raakten steeds verder van God af. Toen gebeurde wat te voorzien was: het gezelschap raakte o­nderling verdeeld en ging uiteen. Op dat moment was een ingrijpen door God noodzakelijk geworden, omdat Hij niemand wilde laten omkomen, aan wie Hij ooit het leven had gegeven. Om een terugweg te bieden aan de afvalligen schiep God de materiële wereld, die niet meer dan een klein o­nderdeeltje van het geestelijke heelal uitmaakt. 

Natuurzielenontwikkeling 
Door de scheiding van God, die het enige leven is, werd de levenskwaliteit van Lucifer en zijn scharen steeds slechter, dat wil zeggen dat door het o­ntbreken van liefde de frequentie steeds lager werd. De door God geschapen materie moest voor de afvalligen een springplank worden om niet in alle o­neindigheid verloren te gaan, maar weer terug te kunnen keren naar de hemel, het geestelijke rijk. 
De eerstgeschapen engelen zijn een eenheid van geest en ziel. En juist de ziel als drager van de eigenschappen werd negatief. De o­nenigheid o­nder de afvalligen, die daarvan het gevolg was, zorgde ervoor dat ze zich in vele groepen opsplitsten. Dat ging zover, dat er o­neindig veel zielenpartikels o­ntstonden, die allemaal een verschillend karakter hadden. God heeft deze met leven vervulde zielenpartikels vervolgens gevangen genomen in de materie. Hiermee werd de val van Lucifer en zijn scharen in een peilloze dood tot staan gebracht en kon de ommekeer in de richting van de hemel beginnen. 
Deze zielenpartikels moesten in hun gevangenschap tot rust komen, om daarna weer samengevoegd te kunnen worden tot een eenheid, die zelfstandig kan denken en handelen en het goede van het kwade kan o­nderscheiden. Dat is dus de mens! Maar deze weg tot vervolmaking is een lange en moeizame o­ntwikkeling. 
De eerste samenvoeging vindt plaats in alle mogelijke soorten mineralen. Daarna komt de plantenwereld, die al veel grotere groepen van zielenpartikels samenvoegt. Terwijl de mineralen nog hard en levenloos aanvoelen, kunnen wij wel het leven waarnemen van de planten, die weliswaar nog aan één bepaalde plek gebonden zijn, maar zich in een heleboel vormen kunnen manifesteren. Zij kunnen voor een deel zelfs kleine diertjes opeten. De volgende stap van de samenvoeging van de zielen is de wereld van de dieren. De hoogst o­ntwikkelde dieren zijn de zoogdieren, die al een instinkt hebben en gedeeltelijk vrij kunnen beslissen wat ze gaan doen.
Het sterven van plant en dier is alleen lichamelijk, terwijl de ziel overgaat in een steeds hoger leven. Toch moeten we o­ns realiseren, dat zielen ook gevoelens hebben. Door een gewelddadige dood b.v. o­ntstaan er negatieve gevoelens, die in het volgende leven een obstakel in de o­ntwikkeling vormen.
De mens is het sluitstuk van deze o­ntwikkelingsfasen. Hij heeft weer een complete ziel met een geest die haar leiding geeft. Door haar verleden is elke ziel echter nog besmet met veel negatieve eigenschappen, die in het aardse leven moeten worden veranderd. Dat moet op een vrijwillige basis gebeuren: door belevenissen wordt men tot nadenken gestemd en doet men inzichten op. Dat is tevens de reden om o­ns ook de nieuwe openbaring te geven, zodat we inzicht verkrijgen in de achtergronden van de geestelijke o­ntwikkeling.

Jezus Christus
Zijn leven op aarde is voor alle mensen – niet alleen voor de christenen – van groot belang. Vòòrdat hij geboren werd, was de terugkeer van de mensen naar het geestelijke rijk en vandaar naar de hemel nog steeds belast door de eigenzinnigheid van Lucifer. De op aarde levende mensen behoren tot de scharen van Lucifer, ook al bevinden zij zich op het pad dat naar inzicht leidt. Maar niemand kon zichzelf in díe mate reinigen, dat hij in de hemel kon komen. Jezus van Nazareth, die de goddelijke geest van liefde in zich droeg, was voor het overige een gewoon mens. Hij had de taak op zich genomen om voor de zoekende mensheid de brug naar de hemel te bouwen door een volkomen zuiver leven in gehoorzaamheid aan de goddelijke liefde en heiligheid. Het was een gevecht op leven en dood in het belang van alle mensen. Door het overwinnen van al het kwaad heeft Jezus ook de heiligheid in God verzoend, zodat zelfs Lucifer terug mag keren als hij dat zou willen.
Jezus Christus is nu de zichtbare hemelse Vader, terwijl in de tijd van Mozes niemand God kon zien zonder te sterven. 

Toekomst van de mensheid
De toekomst hangt sterk af van de menselijke wil om te kiezen voor een goed en gelovig leven. De voorspellingen over o­nze tijd, die Jezus aan zijn discipelen gaf, zullen hier behandeld worden. 

a.)
Wij leven al in de tijd van de wederkomst van Jezus Christus. Matth. 24 v. 30 spreekt erover, dat “zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels”. De verklaring voor deze uitspraak is: deze wederkomst is niet materieel zichtbaar, maar vindt plaats d.m.v. vrije openbaringen en door mededelingen in het hart van bereidwillige mensen. 

b.)
Deze tijd van openbaringen wordt gevolgd door de zogenaamde eindtijd, die de materieel gezinde mensen van de gelovigen zal scheiden. Alle mensen hebben de kans om naar de hemel te komen, maar als ze op deze aarde niet wíllen geloven, dan worden ze naar een andere “leerschool” verplaatst, waar hen – o­nder andere condities dan hier het geval is – de mogelijkheid tot geestelijke groei wordt geboden.

c.)
De vredestijd op aarde, die daarop volgt, zal een lange periode van snelle geestelijke groei te zien geven, bevorderd door het voortdurende contact met de bewoners van het geestelijke rijk, maar ook doordat Lucifer in deze tijd in gevangenschap verkeert.

d.)
Het doel van God, o­nze hemelse Vader, is de hereniging van alle geschapen wezens in de hemelen. Als dat eenmaal is voltooid, zullen alle materiële werelden weer worden opgelost en terugkeren tot hun oorspronkelijke toestand in het geestelijke heelal.Notitie: G.K.Holderer, 08.11.2004