De bergtop in nevelen gehuld. Heidense vrees voor de goden. Cyrenius' moed door de donderbui op de proef gesteld. Het onweer verstomt op het machtswoord van het Kindje Jezus

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 132 / 302 »»
[1] Het duurde nog geen kwartier, of de top van de berg werd lang­zaam in nevelen gehuld, en wel zo dicht, dat het werkelijk duister werd!
[2] Heel het gezelschap van Cy­renius begon te jammeren.
[3] 'Nu zul je het hebben! Zeus zal ons er hier eens even van langs geven!
[4] Het 'Ver van Zeus is ver van de bliksem' , komt hier allerminst uit!
[5] We zouden hier best eens met ons allen kunnen omkomen, want stervelingen mogen de go­ den niet al te dicht naderen, als ze hun huid heel willen houden!'
[6] Nu zei Cyrenius op ietwat schertsende toon: 'Nou, Iaat al jullie goden samen maar eens op­komen!
[7] Ik heb een betere God ge­vonden, Die niet zegt: Ver van Mij is ver van de bliksem, inte­gendeel:
[8] bij Hem heet het: Ver van Mij is: ver van het Leven. ..en dichtbij de dodende bliksem!
[9] Maar daar staat dan tegen­over dat 'dicht bij Hem' zoveel betekent als dicht bij het Leven, en tevens erg ver van de dodelijke bliksem!
[10] Daarom ben ik helemaal niet bang in deze nevel, want ik weet, dat wij allemaal desondanks nog heel ver van die dodelijke bliksem verwijderd zijn!'
[11] Maar nauwelijks had Cyre­nius dit gezegd, of er sloeg plotse­ling een knallende bliksemstraal vlak voor het gezelschap in de grond, en nog ontelbare erna.
[12] Dat greep Cyrenius toch wel een beetje aan, reden waarom zijn getrouwen hem toevoegden: 'Hoe bevalt U dat, zo dadelijk na Uw vorige uitlating?'
[13] Maar Cyrenius sprak: 'Uit­stekend! Dat was nog eens een echt moordspektakel en toch heeft geen van ons daar het leven bij moeten laten! ...
[14] Het lijkt wel alsof jullie goden -en nog heel Iemand an­ders! -hier de broeder van de kei­zer bespeuren... als een soort van eerbetoon!'
[15] Een hoofdman uit Cyreni­us' gezelschap, een pantoffelheld van de goden, voegde de schert­sende Cyrenius nu toe:
[16] 'Maar keizerlijke Consul toch, ik sméék U, schertst U hier toch niet met de goden. Voor Mercurius zou het een kleine moeite zijn om het aan Zeus te rapporteren en dan zouden wij wel eens allen tegelijk door één flits vernietigd kunnen worden!'
[17] Maar Cyrenius zette zijn gescherts voort en zei: 'Beste hoofdman, wat dat betreft kun je hier gerust op de grond gaan zit­ten!
[18] Want Mercurius heeft van Zeus voor onbepaalde tijd huis­arrest opgelegd gekregen, terwijl Zeus zelf van een heel andere Juno zo'n enorme oorvijg heeft gekregen, dat horen en zien hem voor eeuwig vergaan zijn!
[19] Je kunt dus heel gerust zijn, want van nu af zal Zeus weinig meer met bliksem en donder te maken hebben!'
[20] Maar dadelijk begon het nu weer, veel heviger nog, te blikse­men en te donderen, verschrikke­lijk, zodat de hoofdman opmerk­te:
[21] 'Uwe Keizerlijke Hoog­heid zult vast nog hevige spijt krij­gen van deze beschimping van de goden!'
[22] Cyrenius nu weer: 'Van­daag in geen geval; misschien morgen, als me zoveel tijd ten­minste nog resten zal!
[23] Want, weet je, als ik net als jij en zoveel meer andere dwazen bang voor de goden zou zijn, dan zou ik onder een vuurzee als deze zeker niet zo spreken!
[24] Het is juist doordat ik niet bang ben voor de goden dat ik zo spreken kan!'
[25] Hier kon de hoofdman het mee doen, hij waagde het althans niet meer nog verder met Zijne Keizerlijke Hoogheid te spreken!
[26] Op dit moment sloeg er een bliksemstraal in de grond, precies tussen Jozef en Maria en de beide jongelingen in!
[27] Maar nu richtte het Kindje Zich op en zei op gebiedende toon: 'Doe je masker af, jij mon­ster!'
[28] Op dit woord vielen de wolken plotseling allemaal ter aarde. De hemel werd weer vol­komen helder, maar op de grond zag je daarentegen een geweldige massa ongedierte rondkruipen.
[29] Nu wierpen de beide jonge­lingen een vernietigende blik op de grond. en al dat tuig verdween; ten dele vloog het het bos in en ten dele was het vernietigd!
[30] Deze daad deed ieder die zich met Cyrenius op de berg be­vond verstommen van verbazing; men kon niet begrijpen, hoe dit alles mogelijk was!
«« 132 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.