Een tochtje op zee.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 227 / 242 »»
[1] Omdat de dag mooi en helder is, wordt er na de maaltijd een tochtje op de zee gemaakt. Baram maakt vlug zijn schip in orde, en Kisjonah maakt dan zijn grote schip ook vlot, en de helft van de leerlingen kan daar makkelijk in.
[2] Ik, de apostelen en Baram en Kisjonah gaan in het uitmuntend gebouwde schip van Baram, dat twee zeilen en aan beide kanten zes sterke riemen had en daardoor zowel door de wind, als met de roeiriemen voortgedreven kon worden. Wij voeren in de richting van Kapérnaum vanaf het plaatsje Kis, zonder echter het plan te hebben om in Kapérnaum te belanden.
[3] Maar toen we al een paar uur de zee op in de richting van Kapérnaum voeren, zagen wij uit de verte een schip snel op onze twee schepen afkomen. Het voerde de kleuren van Kapérnaum, en toen wij van zijn richting afweken, om te zien of hij werkelijk op onze beide schepen afstuurde, week het Kapérnaumse schip ook van zijn vroegere richting af en ging snel in onze richting verder. Toen de schippers van Baram dat geconstateerd hadden, vroegen ze aan Baram, wat er gedaan moest worden, want het schip uit Kapérnaum leek geen goede voornemens aan de dag te leggen. Baram vraagt Mij dan, wat Ik hiervan denk.
[4] En Ik antwoordde: 'Laat het schip maar op ons af komen, en we zullen dan wel zien wat er achter steekt!' Na deze woorden van Mij laat Baram de zeilen innemen en het roeien stoppen, en de schippers op het schip van Kisjonah doen hetzelfde.
[5] Binnen een kwartier zijn de schippers van het Kapérnaumse schip bij ons en vragen aan Baram, of Ik Mij op het schip bevond; want in Kapérnaum hadden ze gehoord, dat Ik in Kis was. Ze waren door de overste Jaïrus gezonden om Mij te vragen naar Kapérnaum te komen; want het dochtertje van Jaïrus, dat Ik pas een paar weken geleden uit de dood opgewekt had, was weer zo ziek geworden, dat geen dokter haar meer kon helpen. 'De overste is bang dat ze dood gaat. Jullie zullen een grote beloning krijgen, als je ons naar Jezus van Nazareth kunt brengen!', zeiden de schippers ten slot te tegen Baram en zijn schepelingen.
[6] Maar Baram zei: 'Naar jullie woorden te oordelen, zijn jullie met goede bedoelingen naar ons toegekomen, en ik zeg je: Degene, Die jullie zoeken is op mijn schip; maar of hij naar jullie wil luisteren en gehoor wil geven aan je vraag, kan ik je niet zeggen. Maar ik zal naar Hem toegaan beneden in de kajuit en ik zal met Hem praten.'
[7] De Kapérnaumers gaan hiermee akkoord, en Baram komt naar Mij toe in de open kajuit en wil het dringende verzoek van de Kapérnaumers aan Mij overbrengen.
[8] Maar Ik zeg tegen hem: 'Broeder, zeg maar niets; want Ik weet alles allang en heb het je al in Jesaïra gezegd, dat het zo met deze lasterlijke soort zou gaan. Om Mij te vervolgen en Mijn leer verdacht te maken, loochenden zij dat de dochter van Jaïrus ziek en dood was; ze had alleen maar heel gezond geslapen, en Ik had haar op een heel natuurlijke manier gewekt en daarna bedrieglijk voorgewend dat Ik haar uit de totale dood opwekte.
[9] Omdat Mijn daad zuiver bedrog was, moeten ze het dochtertje maar weer zo heel natuurlijk in laten slapen, en het kan dan wel weer door welk natuurlijk mens ook op natuurlijke wijze gewekt worden.
[10] Waarlijk, Ik zal haar niet eerder aanraken, voor ze drie dagen in het graf gelegen heeft! Ga naar boven op het dek en zeg dat tegen hen; span daarop de zeilen, en een goede wind zal ons dan zo snel mogelijk zee opwaarts boven de grote inham bij Kis brengen, en zij moeten niet weten waar wij heen zijn gevaren. ,
[11] Baram gaat nu vlug aan dek en zegt: 'Geëerde afgezanten van de overste! Ik vind het echt jammer voor u dat ik u van Jezus, de Heer, geen gunstig antwoord kan brengen! Maar daaraan hebben de Kapérnaumers zelf schuld; want nadat Hij destijds het dochtertje van de overste wezenlijk uit de zichtbare en voelbare dood weer tot het volle leven gewekt heeft, verklaarden zij, de Farizeeën van deze door Hem vervloekte stad, al gauw daarna dat Hij een bedrieger was. Zij hebben voor het hele volk bewezen en verklaard dat Jaïrus Jezus slechts op de proef wilde stellen en daarvoor zijn kerngezonde dochtertje op een speciaal gemaakt doodsbed had gelegd; en toen had de bedrieger Jezus, die niet vermoedde dat het een val was, haar natuurlijk heel gemakkelijk uit de dood tot leven kunnen wekken, hetgeen hij deed - zoals ik van een paar mensen gehoord heb - door haar behoorlijk hard in haar hand te knijpen, omdat hij inmiddels gemerkt had dat ze leefde, en toen was ze maar liever opgestaan dan de pijn in haar hand nog langer te moeten verdragen.
[12] Eigenlijk was het de bedoeling van de overste geweest - zoals ik gehoord heb -dat het dochtertje zich niet zou hebben laten wekken, opdat men dan. Jezus snel als volleerde oplichter had kunnen pakken en te gronde richten. Maar door het ontwaken werd dit mooie plan verijdeld; want het volk was er vast van overtuigd, dat de dochter die voor dit doel een paar dagen daarvoor al kunstmatig ziek werd gehouden echt uit de dood was opgewekt.
[13] Daarom zal Hij haar nu nooit meer aanzien, behalve misschien nog eens als ze half vergaan in het graf ligt!
[14] Ga met dit antwoord nu maar weer naar huis en vertel het aan jullie overste, opdat hij dan bij zichzelf kan ontdekken, met welke verschrikkelijke ondank zijn hart gevuld is! Hij gaat in geen geval naar Kapérnaum; want deze plaats heeft Hij door de hel voor eeuwig laten zegenen!'
[15] Na deze woorden Iaat Baram snel de zeilen spannen; en als de zeilen gespannen zijn, komt ook de wind en drijft de beide schepen dermate snel voor zich uit, dat het Kapérnaumse schip, dat geen zeilen had en ook verder een heel onaanzienlijk, bescheiden vaartuig was, in weinige ogenblikken zo ver achter bleef, dat wij het helemaal uit het gezicht verloren; en toen wij boven de grote inham bij Kis landden en aan land waren gegaan en de schepen leeg de grote inham in lieten varen, draaide de wind en blies hard in de richting van Kapérnaum.
«« 227 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.