De noodzaak om voorzichtig te zijn bij het onderrichten

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 131 / 244 »»
[1] (De Heer:) 'Let er echter altijd op dat er geen vijanden van de waarheid als verscheurende wolven in schaapskleding naar jullie toekomen en dergelijke hulpmiddelen van jullie lenen onder allerlei beloften en ze dan niet teruggeven, opdat datgene wat jullie de mensen leren, niet te ver onder de mensen komt en de waarzeggerij de priesters dan niets meer zou opleveren!
[2] Want als jullie onderwijzen dat Ik de echte Messias ben, zal dat met name de Joden in Jeruzalem en ook jullie priesters niet erg veel uitmaken; want ze zullen zeggen: 'De heidenen mogen geloven wat ze willen, maar wij in Jeruzalem blijven wat we zijn en laten ons door de heidenen niets voorschrijven!'
[3] En jullie priesters zullen zeggen: 'Dat zijn voor ons nog heel bruikbare mensen, die nog werkelijk in de een of andere god geloven; want er is ons toch al een heelleger van niets meer gelovende wereldse wijzen boven het hoofd gegroeid, en dus moeten we blij zijn dat we nog mensen aantreffen die in een god geloven, omdat wij die veel beter kunnen gebruiken dan al die hoogdravende wereldse wijzen, die ons geen offers meer willen geven.'
[4] Maar als jullie de mensen de ware gedaante van de aarde en ook alle verschijnselen - dichtbij, erop en erbuiten -, en evenzo de maan, de zon, de planeten en de overige sterren op heel begrijpelijke wijze aan de mensen gaan verklaren, en de verschillende priesters, die nu voor het merendeel van de waarzeggerij leven, dat te weten komen, zullen jullie problemen met hen krijgen.
[5] Wees dus voorzichtig, en onderwijs zulke dingen alleen aan die mensen die van tevoren al heel sterk zijn geworden in het geloof in Mij en de liefde voor Mij, en zeg hun dan hetzelfde als wat Ik jullie nu heb gezegd; dan zullen degenen die dat in acht nemen, niets te vrezen hebben.
[6] Ik zeg jullie: voordat datgene wat Ik nu over de natuurlijke dingen van deze wereld heb bekend gemaakt, de grote massa van de mensen zal bereiken, zullen er meer dan duizend aardse jaren verstrijken.
[7] Van dat alles is weliswaar het eeuwige leven van de mensen niet afhankelijk, want die vallen hem ten deel door zijn geloof in de ene, enig ware God en door het trouw vervullen van Zijn wil -maar toch is het voor de mens van groot nut, en wel voor zijn ziel en geest, als hij tevens van al het oude bijgeloof gereinigd wordt, God daardoor steeds helderder en duidelijker herkent en Hem zodoende steeds meer zal liefhebben.'
[8] Op deze woorden van Mij zeiden allen: 'Wij kunnen een kwestie nog zo goed en naar onze mening volkomen juist uiteenzetten -maar alleen U, o Heer en Meester, hebt tenslotte toch als enige helemaal in alles gelijk! Wij zien nu volkomen in dat het verbreiden van deze natuurlijke leer heel twijfelachtig zal zijn omdat die te diep ingrijpt in de aardse voordelen van de priesters, en wij zullen ons ook niet buitengewoon haasten om die aan de eerste de beste op te dringen; maar toch vragen wij U om ons voor dat doel van de nodige hulpmiddelen te voorzien, opdat wij bij een goede gelegenheid ook op dit gebied Uw naam hoog kunnen verheerlijken.'
[9] Daarop zei Ik tegen de waard: 'Kijk, je hebt hier in jouw huis nu wel erg weinig geschikte ruimte waarin men dergelijke dingen doelmatig onder zou kunnen brengen. Er blijft Mij na jullie goede vraag dan ook niets anders over dan zo'n ruimte aan je huis toe te voegen, waarin de eerder besproken hulpmiddelen waarmee je alles uit kunt leggen, ordelijk en doelmatig ondergebracht en op de juiste tijd ook in Mijn naam door jullie gebruikt kunnen worden.
[10] Ik heb dat nu ook al ten uitvoer gebracht; laten we daarom nu door het kleine vertrek hiernaast lopen, dan zullen we van daaruit door een open deur in het genoemde nieuwe vertrek komen, waarin zich alles bevindt wat jullie bij het uitleggen nodig zullen hebben!'
[11] Daarop stonden allen op, jong en oud, behalve enkelen van Mijn oude leerlingen, die al veel slaap hadden, en gingen met Mij mee om het nieuwe wonder te bekijken en te bewonderen.
[12] Toen wij het zogenoemde astronomische en geologische vertrek binnen kwamen, dat wel vier keer zo groot was als onze eetzaal, waren de inwoners van dit dorp helemaal verbluft. Ik toonde en verklaarde de waard de hulpmiddelen, en hij begreep alles direct en vond alles in hoge mate doelmatig.
[13] Onder vele lofprijzingen van Mijn macht, liefde en wijsheid keerden wij weer naar onze kamer terug, en de waard vroeg Mij of hij voor de nacht, die nog een paar uur zou duren, een goede rustplaats voor Mij zou gereedmaken.
[14] Ik zei: 'Laat dat maar; want Ik blijf hier aan de tafel, zoals ook al Mijn leerlingen hier aan tafel rusten! De ochtend begint trouwens al te schemeren, en wij zullen geen lange nachtrust nodig hebben.'
[15] Daarmee was de waard tevreden en hij ging ook aan tafel zitten; zijn buren begaven zich echter naar hun woningen en probeerden te gaan slapen; maar hun zielen waren nog te zeer opgewonden, en dus lukte het met het slapen niet zo goed.
«« 131 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.