Over het toelaten van wantoestanden en verval onder de mensen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 147 / 244 »»
[1] De waard zei:'O Heer en Meester, ik heb U helemaal begrepen en het is mij nu volkomen duidelijk wie ik in U voor me heb! Mijn zoon, die door Uw genade en macht genezen is, heeft U direct na zijn wonderbaarlijke genezing volkomen juist beoordeeld en U herkend als Degene die U zonder enige twijfel ook bent. .
[2] Mijn oude fout zal ik van nu af aan geheel en al afleggen en mijn gedrag tegenover Joden en heidenen precies overeenkomstig Uw heilige ware raad veranderen.
[3] Maar voor mensen als wij is één ding moeilijk te begrijpen, namelijk waarom op deze aarde het geheel goede en ware steeds door het boze en valse vaak volledig onderdrukt en onderworpen moet worden en pas weer tevoorschijn komt, maar steeds sporadisch, wanneer het boze en valse noodgedwongen zichzelf uit vertwijfeling het scherpe zwaard op de borst begint te zetten.
[4] Hoeveel duizendmaal duizenden mensen smachten in de grootste nood, duisternis en veelvoudige vertwijfeling, kunnen zichzelf niet helpen en klagen hun hele leven lang! Wij, de weinige mensen die nog in de oerwaarheid staan, kunnen alleen maar diep medelijden met hen hebben, maar hen met de beste wil van de wereld niet helpen. Ja, iemand die honger heeft kunnen wij met onze kleine overvloed wel verzadigen, iemand die dorst heeft te drinken geven en iemand die naakt is kleden, en ook als het nodig is, iemand die verdriet heeft, wat schrale troost geven -maar daarmee is al onze hulp ook ten einde !
[5] Alleen U, o Heer en Meester, die de nood van alle mensen op deze aarde maar al te goed kent, zou de hele geestelijke en ook lichamelijke nood van alle mensen net zo snel kunnen verhelpen als U mijn zoon van al zijn lijden hebt afgeholpen; maar dat gebeurt door U - zoals de Schrift zelf ons leert maar heel zelden.
[6] O Heer en Meester, waarom moet het eigenlijk zo zijn op deze aarde? Zijn de meeste mensen dan werkelijk door U bestemd om te vallen en slechts weinigen voor de opstanding?'
[7] Ik zei: 'Dat zij verre -niet één mens is door Mij bestemd om te vallen; maar ieder mens is pas werkelijk mens door zijn vrije wil, die hem door Mij is gegeven, en hij dient zichzelf te oefenen, te beproeven en te bepalen in het goede en ware, dat Ik hem altijd getrouw heb geopenbaard. En dan gebeurt het dat de mensen zich door de bekoringen van de wereld, waarin op verborgen wijze het rijk van satan heerst, maar al te gauw gevangen laten nemen, Mij ondanks Mijn voortdurende vermaningen geleidelijk aan vergeten, Mijn geboden in de wind slaan en ze tenslotte met voeten treden. Van de naastenliefde gaan zij over naar eigenliefde, worden traag in alle goede werken en in die traagheid beginnen zij te bedenken hoe ze het moeten aanleggen om alle andere mensen voor zich te laten werken en hen blindelings te laten gehoorzamen.
[8] Bij dat soort overwegingen nemen ze al gauw hun toevlucht tot allerlei bedrieglijke kunsten, bedrijven die tegenover hun nieuwsgierige medemensen en presenteren zichzelf door allerlei valse toverwonderen en mysterieuze woorden al heel gauw als door de Godheid bezielde profeten.
[9] De andere mensen beginnen die leeglopers dan te geloven en hen voor een soort hogere wezens te houden; ze voelen zich gelukkig als ze regelmatig bij hen kunnen zijn en hun allerlei offers kunnen brengen, en uiteindelijk vragen ze de bedriegers zelfs of die hen in bescherming willen nemen.
[10] En kijk, onder zulke omstandigheden hebben die bedriegers hun doel al bereikt; door hun nietsdoen en hun bedrieglijke kunsten worden ze aldoor machtiger, ze verdraaien Mijn openbaringen in hun voordeel, worden heersers over hun verblinde medemensen en geven hun wetten, volgens welke hun medemensen uiteindelijk alleen voor hen moeten werken en desnoods ook nog al hun bezit, bloed en leven voor hun tirannen moeten inzetten en opofferen.
[11] Steeds wanneer dergelijke ontwikkelingen op gang komen, wordt het volk door Mij vermaand en gewaarschuwd door middel van werkelijk door Mij in de geest gewekte profeten, zoals dat ten tijde van Samuël gebeurde, toen het volk der Joden ook een koning wilde hebben zoals de omringende heidense volkeren die hadden.'
«« 147 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.