De vraag over de opwekking van de gelovigen op de jongste dag

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 153 / 244 »»
[1] Daarop zei Simon Juda, die ook Petrus werd genoemd: 'Heer! U hebt ons herhaalde malen gezegd dat alleen iemand die werkelijk in U gelooft en volgens Uw leer leeft en handelt het eeuwige leven zal ontvangen, en dat U hem op de jongste dag zult opwekken! Kijk, Heer, dat zijn twee beloften uit Uw mond, die mij ondanks Uw veelvuldige verklaringen nog niet helemaal duidelijk zijn.
[2] Hoe zal het met die talloze mensen aflopen, die nog lang niets over U zullen horen en vernemen? Zijn die enkel op aarde om met hun lichamen de uitgestrekte bodem van deze aarde te bemesten voor een eventueel beter menselijk geslacht?
[3] Want bij die mensen kan er vanzelfsprekend geen opwekking door U op een jongste dag plaatsvinden, aangezien zij -buiten hun schuld - onmogelijk in U kunnen geloven en volgens Uw leer kunnen leven; en zo bezien is een jongste dag, waarop U alle levenden en doden wilt opwekken, altijd iets hards en raadselachtigs in Uw leer, ondanks de vele toelichtingen die U daar gedeeltelijk al over hebt gegeven. Want de ene keer lijkt het dat het een algemene dag is die ooit eens zal komen, en de andere keer een speciale dag voor ieder mens die naar de grote wereld aan gene zijde overgaat.
[4] Maar hoe het ook zij, ik begrijp toch niet waarvoor er nogmaals een opwekking nodig is voor degenen die toch al leven in Uw naam.
[5] Voor de eigenlijke doden lijkt mij een opwekking noodzakelijk; maar wanneer en waarvoor moeten ze na de opwekking nog meer dood worden dan ze daarvoor al waren? Of zal hun pas na die opwekking Uw evangelie verkondigd worden?
[6] Kijk, o Heer, geeft U ons daarover nu eindelijk eens een volledige uitleg, zodat wij niet steeds heimelijk moeten denken dat U van de duizend mensen slechts één voor het eeuwige leven en negenhonderd negenennegentig voor de eeuwige dood hebt geschapen!'
[7] Daarop zei Ik: 'Luister, Mijn Simon Juda! Ik geloof dat jij op dit punt, waar je voortdurend over twijfelt, nooit duidelijkheid zult krijgen, ook al zou je in het volledige bezit van Mijn geest zijn! Ik heb jullie toch al enkele keren gezegd dat Ik jullie nog heel veel te zeggen heb - maar dat jullie het nu nog niet kunnen verdragen, dat wil zeggen met jullie verstand begrijpen en verstaan; daarom zal Ik jullie Mijn geest zenden en die over jullie uitstorten, en die zal jullie pas in alle waarheid en wijsheid binnenleiden!
[8] Ik hoef nu tegenover jullie maar een beetje hoger te grijpen met Mijn leer, en dan zeggen jullie: 'Nu hebt U weer in gelijkenissen en beelden gesproken!', en omdat jullie niet in staat zijn Mijn leer te begrijpen, noemen jullie die hard. 'Wie kan die vatten en begrijpen?'
[9] Weten jullie dan niet dat jullie nu met betrekking tot Mijn leer als kleine, onmondige kinderen zijn, die men met melk voedt, omdat ze nog geen hard en krachtig voedsel tot zich kunnen nemen en verteren?
[10] Als jullie er na Mij op uit zullen gaan om Mijn evangelie onder de mensen te verbreiden, dan zullen jullie hetzelfde doen als wat Ik nu met jullie doe en met andere mensen, die wij ontmoeten.
[11] Of wat zouden jullie ervan vinden, als er op een school voor kinderen een zeer wijze schriftgeleerde zou komen en voordrachten over de meest verhulde tekstgedeelten van de profeten zou gaan houden voor zijn jonge en zwakke toehoorders -wat natuurlijk geen van de toehoorders zou kunnen begrijpen? Zou die zeer wijze schriftgeleerde het zich uiteindelijk niet moeten laten welgevallen dat zijn toehoorders hem toeroepen: 'Hooggeleerde en wijze vriend, leer ons toch liever eerst lezen, desnoods schrijven en rekenen; en kijk dan pas of wij al dan niet iets van je hoge wijsheid kunnen begrijpen!'?
[12] En kijk, zo'n terechtwijzing zou Ik Mijzelf van jullie moeten laten welgevallen, als Ik jullie Mijn evangelie in het zuiver hemelse licht zou voorhouden! Want als jullie de dingen van deze wereld al niet begrijpen, die toch zo duidelijk voor de hand liggen, hoe zouden jullie dan iets begrijpen, als Ik met jullie over dingen zou spreken die geheel en al van gene zijde en hemels zijn?'
«« 153 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.