Het ontstaan van het afgodendom

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 192 / 244 »»
[1] Ik zei: 'De oerbewoners van Egypte, die nakomelingen van Noach waren, hebben ook de kennis van de ene, enig ware God naar dit land gebracht en hebben de enig ware God meer dan zevenhonderd jaar lang vereerd, en er bestaat nog een tempel die uit een grote granietrots is gehouwen, die vier opeenvolgende leiders van de herders hebben gebouwd om de enig ware God te vereren.
[2] Helemaal achter in deze tempel heeft men een belangrijk opschrift in de stenen wand gebeiteld, en wel met de volgende paar woorden: Ja bu sim bil wat zoveel betekent als 'Ik was, ben en zal zijn!'
[3] Volgens deze opvatting van de Godheid vereerden de oerbewoners de ene en enige echt ware God, evenals Abraham in dit land, en de geest Gods was met hen en leerde hun grote dingen.
[4] Later begonnen deze door de geest Gods onderwezen oerbewoners echter dieper over het wezen van de Godheid na te denken, en wel des te dieper naarmate ze meer vertrouwd raakten met de krachten van de natuur.
[5] Iedere kracht die zij onderkenden werd als een specifieke eigenschap van de ene oerkracht in de Godheid weergegeven. Om het volk daar gemakkelijker in te onderrichten begon men deze uit de ene Godheid vloeiende krachten door middel van overeenstemmende beelden aanschouwelijker te maken voor het volk, en men zei daarom ook tegen het volk, dat ieder van die krachten eveneens heilig en goddelijke verering waardig was, omdat hij van de ene en enig ware God uitging.
[6] Men stelde leraren aan en richtte ook scholen op, en er werd aanvankelijk op de scholen weliswaar over de Hoofd oergod onderwezen, maar daarna ging de leer het accent leggen op de specifieke uitstromingen van de goddelijke kracht; daarna werden er al gauw voor iedere kracht weer eigen leraren en scholen opgericht, die iedere leerling eerst moest doorlopen, voor hij na het afleggen van examens op de hoofdschool aangenomen werd.
[7] Mettertijd werden deze leraren priesters van de afzonderlijke goddelijke krachten of eigenschappen, en iedere priester kon zodoende optimaal instaan voor wat hij moest onderwijzen.
[8] Toen het volk in de loop der tijd echter sterk in aantal toenam, werden de scholen, waarvan er aanvankelijk maar een paar waren, te weinig. Men bouwde toen meerdere scholen en tempels, en voorzag die tempels van de daarbij behorende beelden van de goddelijke kracht; men ontdekte ook voortdurend nog meer afzonderlijke uit de ene Godheid vloeiende krachten, richtte daar eveneens weer kleinere scholen voor op en voorzag de tempels van nieuwe, daar weer bijbehorende godheden, die overeenstemmende afbeeldingen van krachten uit de ene, enig ware Godheid waren. Tenslotte stelde men voor de leraren en priesters gemakkelijke leringen op, volgens welke het voldoende was om slechts één zo'n kracht, die in een tempel werd voorgesteld, als goddelijk te erkennen en te vereren; want daardoor zou men ook de Hoofd oergod in al Zijn afzonderlijke uitstromingen van kracht en werkzaamheid erkennen en vereren.
[9] Zodoende bleef de eigenlijke, belangrijkste kennis van de enig ware Godheid alleen nog onder de steeds trager en heerszuchtiger wordende priesters bestaan. Het volk werd echter, al naargelang het werk dat verricht werd, alleen maar verplicht tot het erkennen en vereren van de vele afzonderlijke krachtsuitstromingen van de ene Godheid, en slechts weinigen werd het meer toegestaan om zich in de hoge scholen in de diepere geheimen te laten inwijden.
[10] Er kwamen ook van alle kanten vreemdelingen naar Egypte, die in de wijsheid van de Egyptenaren ingewijd wensten te worden. Maar de Egyptenaren, dat wil zeggen de priesters, voerden hen wel van tempel naar tempel en van school naar school, maar onderwezen hen alleen maar via de afbeeldingen in de tempels, welke afbeeldingen gerelateerd waren aan de ene Hoofdgod. De vreemdelingen namen behalve enkele leringen ook de vele beelden mee naar hun eigen land, die ze voor geld konden kopen, en bouwden daar ook tempels en scholen voor, waar ze leraren en priesters aanstelden.
[11] En kijk, zo ontstond toen het afgodendom en de beeldenverering, en de mensen werden tot het geloof gebracht dat ze alles hadden gedaan, wanneer ze alleen maar één of ook verschillende beelden, die voor hen in de tempels werden neergezet, werkelijk vereerden en hun naar vermogen vlijtig offers brachten!
[12] De ene en enig ware Godheid heeft men met een zekere vrees en schroom vereerd als het onverbiddelijk noodlot, en de Grieken hebben voor dit noodlot zelfs een tempel gebouwd, en wel met de benaming: 'Gewijd aan de enige aan alle mensen onbekende God'. In die tempel was dan ook geen enkel beeld geplaatst, maar alleen een cirkel, die met de 'sluier van Isis' bedekt was, waar niemand achter kon en mocht kijken.
[13] Daarmee heb je nu in deze paar woorden van Mij een volledige uitleg over de achtergrond van de vele heidense afgodenbeelden.'
«« 192 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.