De wonderbare spijziging in de herberg

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 208 / 244 »»
[1] Het lam werd in evenveel stukken verdeeld als er gasten aan tafel zaten, en vanzelfsprekend vielen de stukken wat klein uit.
[2] De waard merkte het zelf en vroeg aan Mij: 'Heer en Meester, dit ene lam is kennelijk te weinig voor het grote aantal gasten! Wat denkt U ervan als ik inderhaast nog twee of drie lammeren liet klaarmaken? Want zoals ik opgemerkt heb, is dat ene lam alleen voor onze wonderbaarlijke gast Rafaël al nauwelijks voldoende!'
[3] Ik zei: 'Dat komt wel goed; want zoals Mijn leerlingen wel weten heb Ik al eens met heel weinig broden en nog minder vissen enkele duizenden mensen zodanig verzadigd, dat ze allemaal meer dan genoeg hadden en er na de maaltijd nog enkele manden vol overgebleven stukken brood werden verzameld en daarom zullen we aan dit ene lam meer dan genoeg hebben!'
[4] De waard zei: 'Wat U, o Heer en Meester, goedvindt, vind ik natuurlijk ook goed; alleen Uw wil geschiede altijd!'
[5] Daarop ging ook de waard - zoals steeds -bij ons aan tafel zitten, maar durfde toch niets van het lam voor zichzelf te nemen, omdat hij bang was dat er voor de anderen toch te weinig over zou blijven.
[6] Toen nam Ik een stuk van de grote schaal, legde het op zijn bord en zei daarbij tegen hem: 'Vriend, geloof wat Ik je heb gezegd! Als het lam nog lang niet op is zullen wij al meer dan voldoende verzadigd zijn, en zal er tenslotte voor al je personeel nog genoeg overblijven.'
[7] Daarop werden alle gasten van het in stukken verdeelde lam voorzien en aten daarvan naar behoefte, en hoe meer ze aten, des te meer zagen ze nog op hun bord liggen; tenslotte bleef er bij allen zoveel over, dat de overgebleven stukken niet meer pasten op de grote schaal, waarop het lam op tafel was gezet, en er moest nog een tweede even grote schaal gehaald worden om daar de overige stukken op te leggen om ze van de tafel naar de keuken te kunnen brengen. Daarop werden de twee schalen weggebracht, en de vrouw van de waard met haar dochters en de keukenmeisjes konden hun ogen niet geloven dat dit ene gebraden lam zoveel restanten had kunnen opleveren; ze bedankten Mij allemaal en aten toen van de overgebleven stukken, en daarvan bleef ook voor de volgende dag nog een hele schaal vol over.
[8] Toen wij het lam hadden gegeten en nog met onze volle bekers wijn aan de tafels zaten, zei de opperstadsrechter tegen Mij: 'O Heer en Meester, ik begrijp nu zo'n beetje hoe u en Rafaël door U -een geheel woest gebied kunt veranderen in een streek, rijk aan alle vruchten en gewassen, en hoe U voor mij twee olifanten en -zoals gisteren gebeurde -voor de Joden en Farizeeën veertien wilde leeuwen als wachters hebt kunnen neerzetten; ook is het mij niet helemaal onduidelijk hoe U het water uit de waterkelder onmiddellijk in de beste Cyperse wijn hebt kunnen veranderen, want dat zijn allemaal dingen die voor Uw almacht gemakkelijk mogelijk zijn.
[9] Want ik had zo gedacht: U hoeft het maar te denken en daarna met Uw wil te zeggen: 'Er zij!', en dan is datgene wat U door Uw wil al helemaal voltooid tot bestaan hebt geroepen, er al; want dat hebt U destijds immers ook moeten doen, toen U de hele aarde vanuit Uzelf tot bestaan hebt geroepen en met haar geleidelijk aan ook alles wat erin, erop en erboven is. En toen alles wat U op aarde wilde hebben klaar en voltooid bestond, was het voor U even gemakkelijk om in alle planten, dieren en mensen het vermogen tot voortplanten en vermeerderen te leggen, al naar de soort van Uw tot leven gebrachte schepselen.
[10] Maar met dit lam zit het heel anders. Het was maar één lam dat reeds goed klaargemaakt en gebraden op tafel was gezet, en bij het verdelen bleek duidelijk dat de stukken van alle gasten kennelijk klein moesten uitvallen. Maar als je het kleine stuk naar je mond bracht, kon je dat niet meer op krijgen; want het groeide zichtbaar in de hand van degene die at.
[11] Hoe kon dat op zichzelf dode lam met zijn door het braden geheel vernielde organisme in een steeds goed eetbare toestand groter worden, op zo'n manier als een jonge ceder van jaar tot jaar groter wordt tot zij een reusachtige boom wordt?
[12] Bij een ceder is dat niet verwonderlijk - want die heeft haar plantaardige, natuurlijke leven, en haar inwendige organisme is op die manier ingericht maar het organisme van een gebraden lam kan naar mijn mening toch haast onmogelijk meer de eigenschap bezitten om van binnenuit te groeien en groter te worden. Maar omdat het lam, waar wij van gegeten hebben, toch zozeer groter is geworden dat wij het onmogelijk helemaal hadden kunnen opeten, moet ik openlijk bekennen dat ik dit wonder van U absoluut niet begrijp.'
[13] Ik zei: 'Kijk, beste vriend, deze leerlingen van Mij zijn al zolang bij Mij en hebben dergelijke buitengewone voedselvermeerderingen al herhaalde malen gezien; maar ze zijn Joden, en geen van hen is ook maar één keer op het idee gekomen om Mij daar speciaal naar te vragen! En ze hebben het Mij niet gevraagd, omdat ze in hun nog veelvuldige echt Joodse blindheid geen verschil hebben kunnen ontdekken tussen het ene of het andere wonder dat Ik heb gedaan; maar jullie scherpzinnige Romeinen ontdekken bij Mijn wonderen een echt verschil, dat voor de scherpte van jullie verstand waard is verder besproken te worden.'
[14] Een van Mijn leerlingen, die Philippus heette en anders niet zo gemakkelijk zijn mond opendeed, zei: 'O Heer en Meester, wij hadden U al zo vaak bij gelegenheden graag meer over het een of ander willen vragen en hebben dat soms ook gedaan, maar we kregen bij U altijd een terechtwijzing; we lieten het dus voortaan liever anderen vragen, en luisterden dan wat U daarover zou zeggen, en zo ontdekten wij Uw grote licht in heel veel dingen en hoefden daarbij geen terechtwijzing van U te verwachten!'
[15] Ik zei: ' Als jullie Mij dergelijke dingen hadden gevraagd, zouden jullie er bij Mij net als alle andere mensen zonder terechtwijzing vanaf zijn gekomen; maar jullie vroegen Mij steeds om iets wat Ik jullie al verschillende keren had uitgelegd, en daardoor hebben jullie Mij gedwongen tot de voor jullie enigszins onprettige vraag: 'Hoelang zal Ik jullie nog moeten verdragen, voor jullie Mijn woorden begrijpen?'
[16] Maar ziehier, bij deze Romeinen ben Ik niet genoodzaakt zo'n tegenvraag te stellen, want hun scherpzinnigheid ontdekt ieder verschil dat er bestaat tussen de ene of de andere daad die Ik heb verricht! Ik heb destijds toch ook op zeer grote schaal een vermeerdering van voedsel bewerkstelligd, toen Ik verscheidene duizenden mensen met een paar broden en vissen ruim voldoende heb verzadigd, en Ik heb voor jullie ogen ook een groot aantal daden verricht, die deze Romein van ons tot de meer natuurlijke en begrijpelijke zou rekenen. En toch hebben jullie destijds niet gezegd: Heer en Meester, wij denken te kunnen begrijpen dat U onze netten al verschillende keren met vissen hebt gevuld, hele woeste streken vruchtbaar hebt gemaakt en bij de bruiloft in Kana in Galilea en op veel andere plaatsen water in wijn veranderd hebt; maar hoe hebt U die op zichzelf dode broden en vissen zozeer kunnen veranderen, dat vele duizenden zich daar meer dan voldoende mee konden verzadigen?'
[17] Kijk, Mijn beste vriend Philippus, als jullie Mij daar toen naar hadden gevraagd, zouden jullie er ook heel zeker zonder enige terechtwijzing van Mijn kant vanaf zijn gekomen; maar jullie hebben Mij niets gevraagd! Want jullie maken geen onderscheid tussen Mijn daden en gooien ze allemaal op één hoop; maar onze vriend hier, een echte Romein van het zuiverste water, heeft met de scherpzinnigheid van zijn verstand een werkelijk verschil ontdekt, en Ik zal hem dat ook uitleggen, zonder hem vanwege zijn vraag een terechtwijzing te geven, die jullie zo vervelend vinden!'
«« 208 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.