De onvolkomenheid van menselijke kennis

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 241 / 244 »»
[1] De waard zei: 'Ja, wonderbaarlijke Meester, dit korte antwoord van U op mijn tamelijk uitgebreide vraag was voor mij begrijpelijker dan het vorige; maar ik moet daarbij ook denken aan een spreuk van de oude wijzen, volgens welke er niets volmaakts onder de zon bestaat, dat al het menselijke ervaren, weten en kennen stukwerk is, en dat degene die het door zijn vlijt zover gebracht heeft dat hij veel weet, tenslotte zal inzien dat een mens, ook al heeft hij alles geleerd, gezien en meegemaakt, pas het meest wijs wordt als hij tot het inzicht is gekomen dat hij eigenlijk helemaal niets weet -want alleen een goddelijke geest weet alles, maar de mens enkel zoveel als deze geest hem in zekere zin als inspiratie wil meedelen.
[2] Maar ook is het leven van een mens veel te veranderlijk en te kort voor een diepgaandere ontwikkeling. Als een mens nog jong en sterk is, is hij behept met allerlei goede en slechte hartstochten, waar hij zich aan overgeeft en waardoor hij zich heel moeilijk tot een zuiverder licht uit de geest Gods kan verheffen; onder duizend mensen is er wellicht nauwelijks één die daarop een uitzondering vormt. Tenslotte wordt de mens ouder en komt hij tot een wat meer gelouterde zienswijze; maar dan wordt hij vaak al ziekelijk, moe en traag, houdt zich enkel aan de uiterlijke wetten en vormen en laat daarbij de goddelijke geest voor wat hij is. Als het goed gaat bereikt hij een leeftijd van zestig, zeventig, tachtig jaar; maar op zijn oude dag denkt hij al steeds aan de dood, wordt moedeloos en krachteloos, en is het hem vaak helemaal niet meer mogelijk om zich intensief met de geest Gods bezig te houden.
[3] En zo is het met de ware wijsheid onder de mensen steeds slecht gesteld, en wel om de eerder genoemde drie redenen. Ja, als een mens in zijn ware mannelijke kracht minstens driehonderd jaar oud zou kunnen worden, zou het er met de ware wijsheid onder de mensen vast en zeker beter voor staan dan nu; maar op deze manier kan hij als gevolg van zijn korte leven hier en daar wat opvangen, maar wat hij opgevangen heeft nooit tot een volmaakte samenhang brengen, omdat hem daar de nodige tijd van leven voor ontbreekt.
[4] In Alexandrië bestaat een van de grootste verzamelingen boeken, waarin heel veel op elk gebied van menselijke ervaring en kennis is opgetekend. Maar waar bevindt zich een mens, die zo lang zou leven dat hij die boeken ook maar één keer in zijn leven zou kunnen doorlezen? En zo moeten wij betere mensen steeds genoegen nemen en ons troosten met onze oude spreuk: Sapienti pauca sufficit* (* Latijn voor: Voor een wijs mens is weinig genoeg.) , en ik ben van mening dat zelfs de grootste wijzen van deze aarde met dat principe genoegen hebben moeten nemen en zich daarmee hebben moeten troosten.
[5] Als soldaat heb ik toch heel veellanden op aarde bereisd, maar ik ben nergens aan een einde gekomen en heb ook niets begrepen van alles wat ik gezien heb. Ik heb wel ervaringen en beelden in mijn geheugen vergaard, maar wat heb ik eraan als ik niet begrijp wat het zijn, hoe er! met welk doel ze ontstaan zijn?
[6] Dat bepaalde vruchten goed zijn om te eten, dat in veel kruiden geneeskracht schuilt, dat gras dient voor de dieren die wij graseters noemen, dat hout nuttig is om vuur te maken en ook voor het bouwen van huizen en hutten, dat weten de mensen uit ervaring; maar veel meer dan dat weten de mensen over het algemeen echt niet! Derhalve zie ik de mensen steeds als zeer beklagenswaardige schepselen van een almachtige Godheid, of ze nu in de zeer diepe nacht van hun bijgeloof leven of als uiterst gevierde wijzen op aarde rondwandelen, aangezien ze geen van allen weten waarom ze eigenlijk zonder dat te weten en te willen op deze aarde zijn gezet -en ik denk dat U, die zelf een buitengewoon wijze en wonderbaarlijke Meester bent, mij geen ongelijk zult geven!
[7] Dat er na het afvallen van het lichaam een zeker voortgaan en voortbestaan van de ziel van de mens moet zijn, daar zijn alle wijzen van de aarde die ik heb leren kennen het over eens; maar van welke aard dat is, daar bestaat tot nu toe nog geen overeenstemming over.
[8] U zult wat dit punt betreft wellicht ook een van de meest wijze zienswijzen bezitten; maar als je de zienswijzen van alle andere wijzen daarmee vergelijkt, zal die daarmee niet te verenigen zijn. -Heb ik gelijk of niet?'
«« 241 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.