De orde der ontwikkeling De Heer in de omgeving van Caesarea Philippi (vervolg)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 30 / 244 »»
[1] Dat het (Frankrijk) zich nu voor de vorm als beschermer van Babylon opstelt, maar er in feite een vijand van is, is heel juist; want daardoor houdt het andere nog zeer Babylonisch ingestelde staten en hun gebieders ervan af om met hun vereende macht de oude nacht weer op haar hoge troon te helpen en hun volkeren dan nog meer dan ooit tevoren te knechten. Want van een vrije, goede wil ten opzichte van hun volkeren is bij de oude machthebbers nog maar bitter weinig aanwezig. Wat ze nu ten gunste van het volk doen, wordt afgedwongen door de omstandigheden. Als ze die door een voor hen gunstig middel van zich af konden schudden, zouden ze voor hun volkeren onmiddellijk een ander, en wel zeer treurig lied beginnen te zingen en zouden de mensen opnieuw naar de pijpen van de oude Spaanse inquisitie moeten gaan dansen, wat vast niemand meer zal wensen.
[2] Alle huidige omstandigheden, die nog tussen goed en slecht in zweven, in één klap te vernietigen, zou het verwoesten van landen en volkeren betekenen. Daarom moet alles op deze wereld een bepaalde tijd hebben en doorlopen. Zolang de nieuwe mostwijn niet goed is uitgegist en zo door zijn eigen activiteit niet al het onzuivere uit zichzelf heeft verwijderd, wordt hij geen zuivere en geestelijke wijn.
[3] Wie een nieuwe, goede woning wil bouwen, mag de oude pas volkomen vernietigen als hij de nieuwe woning heeft gebouwd; want als hij de oude direct vernietigt, waar zal hij dan wonen, en wie zal hem beschermen tegen allerlei ongerief gedurende de tijd dat de nieuwe woning gebouwd wordt? Dan is het verstandiger om een oude, nog zo afgedragen en gerepareerde jas zolang voor nood te dragen tot er een nieuwe gereed is, dan naakt rond te lopen. En zo moet volgens Mijn zeer goede orde het ene ding steeds uit het andere voortvloeien, als het bestaansduur en bestendigheid zal hebben.
[4] In de tijd dat Ik op aarde Mijn leer aan de mensen gaf, was het heidendom in alle richtingen in allerlei vormen wijd over de aarde verbreid, en Mijn leer was slechts een heldere morgenster in de grote heidense nacht. De morgenster werd al gauw gemakkelijk door de zeer dichte wolken van de heidenen zo totaal bedekt, dat de mensen slechts hier en daar en met moeite zijn ware positie konden raden. Sommigen zeiden: 'Kijk, hier!', en anderen: 'Kijk, daar!' En het gebeurde dat ze andere sterren voor de morgenster aanzagen en hoog vereerden. En zo was het voor het destijds zo oppermachtige heidendom heel gemakkelijk om de morgenster met zichzelf te versmelten en te verenigen en op die manier zichzelf als de enige echte, oude morgenster te presenteren aan het volk dat naar de morgenster vroeg, waar het herhaaldelijk over had horen praten.
[5] De aldus door wolken bedekte en vervormde morgenster doet voor het blinde volk ook wonderen, terwijl alleen maar de naam van Zeus in die van Mij veranderd werd, en het volk was tevreden en het oude heidendom bleef, met zeer geringe wijzigingen. Maar toch bleef Mijn leer ondanks alle vervol gingen bij enkelingen ongeschonden en goed bewaard. Het edele zaad, dat in goede aarde viel, wortelde goed en stevig, zette en droeg goede vruchten, alhoewel in het verborgene, onopgemerkt door de blinde ogen van de hoer van Babel.
[6] De morgenster werd een zon, die nu helemaal opgaat, en de wolken van het heidendom zullen nooit meer in staat zijn deze zon zodanig af te dekken dat zelfs iemand met zwakke ogen de dag voor de nacht zou kunnen houden.
[7] Het licht van Mijn bliksem is machtig geworden en zal nooit meer door de heidense nacht verdrongen worden. Hoe, dat heb Ik in dit 'nota bene' duidelijk laten zien.
[8] Ik wil dit geschrift* (* Bedoeld is geschrift nr. 297 van de originele handschriften van Jakob Lorber) ermee besluiten ieder van Mijn vrienden in al Mijn liefde te vermanen dit niet alleen te lezen, maar het goed ter harte te nemen en te geloven dat Ik het ben, die dit uit Mijn vrije genade aan Mijn vrienden heb geopenbaard om hun hart te troosten en het verstand van hun ziel te verlichten, en in ruil daarvoor niets anders verlang dan alleen jullie oprechte liefde en dus ook een levend geloof.
[9] Wie daarvoor uit liefde voor Mij iets speciaals kan en wil doen voor Mijn steeds arme en nu aloude knecht, die zal Ik het binnenkort veelvoudig vergelden, amen! Dat zeg Ik, de Heer, het eeuwige Leven en de Waarheid.
[10] En nu in het volgende geschrift weer terug naar het evangelie! Een halve dag houden we ons nog in Genezareth op, daarna zullen we kort door de tien steden reizen.
«« 30 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.