Het rumoer voor het huis van de Joden

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 62 / 244 »»
[1] Terwijl wij allemaal nog aan tafel zaten, ontstond er buiten op straat een rumoer. Verscheidene arbeiders keerden terug naar huis van hun dagelijks werk, zagen het huis goed verlicht - wat anders bij deze arme Joden bijna nooit het geval was - en wilden kijken wat er in deze ruïne aan de hand was. Daarom riepen ze naar de hun bekende Joden dat ze naar buiten moesten komen om hun te vertellen wat er was gebeurd, omdat de slechte vertrekken zo helder en feestelijk verlicht waren.
[2] Ik zei tegen de commandant: 'Ga jij nu naar buiten naar de lawaaimakers! Ze zullen je direct herkennen en zich daardoor ook onmiddellijk realiseren waarom het huis nu zo verlicht is; dan zullen ze zich direct heel rustig gedragen, zich naar huis begeven en niet meer vragen waarom dit huis van de Joden nu zo verlicht is.'
[3] De commandant deed dat, begeleid door een van zijn ondergeschikten.
[4] Toen hij bij de lawaaimakers kwam, zei hij luid en ernstig (de commandant) : 'Wat willen jullie van de arme Joden, terwijl ik met hen bezig ben alsook een nog veel grotere Machthebber? Moet ik op dit uur van de nacht het huis van binnen soms niet voor mij laten verlichten ter wille van jullie?!'
[5] Toen de arbeiders, die de commandant direct hadden herkend, dit hadden gehoord, verontschuldigden ze zich dat ze dat niet hadden geweten, vroegen hem om vergeving en gingen toen heel rustig naar huis. Maar ze vertelden direct aan hun familie wat ze hadden gezien en vernomen, en daarop werd er veel gedacht en over en weer gevraagd en gegist wat het te betekenen had dat de commandant met een nog hogere machthebber zijn intrek had genomen in het armzalige huis van de Joden. Maar niemand durfde uit de stad naar het huis van de Joden te gaan om te kijken wat daar aan de hand was, en zo hadden wij de hele nacht rust.
[6] Toen de commandant met zijn ondergeschikte weer bij ons kwam, vertelde hij hoe hij het had gedaan, en dat het goed had gewerkt; alleen was hij bang dat hij 's ochtends vroeg al door de erg klagerige Grieken overlopen zou worden, en hij wenste dat dat zoveel mogelijk voorkomen zou kunnen worden.
[7] Ik zei: 'Wees daar niet bezorgd om! Ook morgen zullen we wel een middel vinden om de nieuwsgierigen ver van dit huis te houden. Maar aangezien het nu al tamelijk laat in de nacht is geworden, zullen we ons nu ter ruste begeven! Ik blijf hier aan tafel rusten; laat echter degene die een bed wil naar de vele rustvertrekken gaan, dan zal hij daar een groot aantal rustbedden aantreffen!'
[8] Allen die aan Mijn tafel zaten gaven er echter de voorkeur aan om net als Ik tot de ochtend aan tafel te blijven; alleen de Joden bleven niet aan hun tafel, maar begaven zich naar hun oude kamers, die nu echter ook helemaal veranderd' waren. We lieten de lampen de hele nacht door branden en de vertrekken verlichten, opdat enkele nieuwsgierigen, die het toch gewaagd had den in de nacht heel zachtjes dicht naar het huis van de joden te gaan om van enige afstand af te luisteren wat er in het huis gaande was, bang zouden worden. Maar toen ze de lichten gewaar werden, durfden ze het huis niet te naderen, uit vrees door de commandant zelf of door een van zijn dienaren ontdekt en daarna bestraft te worden.
«« 62 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.