Het vertrek naar Afek

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 91 / 244 »»
[1] De spreker zei: 'O Heer en Meester van eeuwigheid! Begrepen hebben we het allemaal heel goed, want U hebt in zuivere, goed begrijpelijke taal tot ons gesproken; maar wij zien ook in dat wij nog heel ver van het werkelijke levensdoel verwijderd zijn en dat wij nog menige strijd met onszelf en met de andere mensen van deze wereld te verduren krijgen!'
[2] Ik zei: 'Dat heb je heel juist en terecht gezegd; want omwille van Mijn naam zullen jullie vele vervolgingen en belasteringen door de wereld te verduren krijgen. Maar verlies dan je geduld en moed niet en vecht met alle liefde en zachtmoedigheid tegen de vijanden van de waarheid en van het licht uit de hemelen, dan zullen jullie de overwinningskroon verwerven!'
[3] Geef alleen de echte liefde in jullie hart nooit op; want die verdraagt alles en overwint uiteindelijk alles! Als jullie in liefde samen met Mij handelen en wandelen, zullen jullie over slangen, salamanders en schorpioenen kunnen lopen en zullen hun giftige beten jullie geen schade kunnen berokkenen; en als men jullie vergif te drinken zal geven, zal het jullie ingewanden niet ziek maken. En Ik, de Heer, zeg daarop: amen, zo zij het en blijve het voor iedereen die werkelijk in Mijn liefde blijft!
[4] Maar wie naast Mijn liefde ook van tijd tot tijd naar de wereld zal lonken, zal ook niet veilig zijn voor alle schade door werelds vergif.
[5] Als iemand Mij werkelijk liefheeft en Mijn lichte geboden houdt, zal Ik naar hem toekomen als hij het in zijn hart maar steeds heel oprecht wenst en verlangt; dan zal Ik Mij aan hem openbaren en hem allerlei kracht en macht geven om tegen alle boosaardige geesten van de wereld en de hel te vechten, en dan zullen ze hem geen schade kunnen toebrengen. En nu weten jullie nog beter waar jullie met Mij aan toe zijn!
[6] Wie Mij niet verlaat, zal Ik ook niet verlaten; en wie samen met Mij tegen de wereld en de hel vecht, zal ook steeds zeker zijn van de overwinning.'
[7] Toen Ik dat tegen de heidense priesters had gezegd, bedankten ze Mij allemaal met grote geestdrift in hun hart voor dit onderricht en de daarmee verbonden belofte, stonden op van hun zitplaatsen en wilden naar hun burcht gaan om daar alles in orde te brengen om Mijn leer en Mij op waardige wijze onder de heidenen te verkondigen.
[8] Maar Ik zei tegen hen: 'Vrienden, voor wat jullie nu al willen doen zal morgen nog meer dan genoeg tijd zijn; blijf nu nog hier en gebruik met ons het middagmaal, en versterk jullie daarmee!
[9] Na de maaltijd zal Ikzelf met Mijn leerlingen en jullie commandant verder trekken, en dan kunnen jullie met de waard en zijn twee buren verder over Mij spreken en je erop voorbereiden hoe jullie misschien morgen al met de inwoners van deze stad en haar omgeving over Mij dienen te praten.'
[10] Toen de heidense priesters en de vooraanstaande burgers dat van Mij hadden gehoord, bedankten ze nogmaals voor dit aanbod en gingen weer aan hun tafel zitten, waarop direct daarna welbereide spijzen en een juiste hoeveelheid brood en wijn werden gezet, en meteen ook op de andere tafels. Ik ging ook weer aan onze tafel zitten, en we namen allen in een vrolijke stemming de maaltijd tot ons.
[11] Onmiddellijk na de maaltijd stond Ik samen met Mijn leerlingen op, evenals de commandant met zijn dochter, die zich gedurende de tijd dat wij met de heidense priesters spraken in de keuken had bevonden en heel actief meegeholpen had bij het bereiden van het middagmaal.
[12] De waard bracht nog een keer zijn vrouw, zijn kinderen en ook zijn personeel bij Mij en vroeg Mij om Mijn zegen; en Ik zegende allen die zich in het huis bevonden, ook de heidense priesters en de burgers en vanzelfsprekend ook de twee buren met hun hele gezin, waarvoor zij Mij allemaal heel ontroerd bedankten.
[13] Daarna zei Ik tegen de commandant: 'Nu reizen we naar Afek, echter niet over de heerweg, maar langs een voetpad, opdat we geen opzien baren bij de inwoners, die bij de weg hebben postgevat.'
[14] Dat vond de commandant goed, en op die manier verlieten wij Golan en bereikten tegen de avond de bergstad Afek.
«« 91 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.