De Heer bereidt Zijn leerlingen voor op de toekomst

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 15 / 77 »»
[1] Nadat we door de voorde waren gegaan, richtten we ons recht naar het noorden via een zijpad, dat door een heel aangenaam heuvellandschap leidde. Dat gebeurde, omdat Ik de omgeving van Jericho wilde vermijden, en omdat Mijn leerlingen tijdens deze tocht, die eenzaam was en arm aan buitengewone gebeurtenissen, tot een hoger innerlijk niveau van voleinding moesten opklimmen.
[2] Want nu naderde geleidelijk aan de tijd, waarvan geschreven staat: 'Nu zien jullie Mij nog; maar over een poosje zullen jullie Mij niet zien!', en het was nodig om al Mijn volgelingen die daar rijp voor waren, daar nader van op de hoogte te brengen. Want nog altijd wilden met name Mijn leerlingen niet geloven dat de Joden macht en gezag over Mij zouden krijgen, ondanks de vele aanwijzingen die ze daarover hadden gekregen. Ik leidde hen daarom op volkomen onbekende wegen steeds dieper de bergen in.
[3] Toen het nu avond was geworden, zetten wij ons buiten neer aan de voet van een tamelijk hoge berg, en Ik begon de Mijnen als volgt toe te spreken: 'Mijn geliefden, jullie zijn nu lange tijd getuige geweest van Mijn daden en Mijn leer, zodat jullie nu kunnen weten hoe en waardoor het hemelrijk naderbij is gekomen en in al zijn volheid naar jullie is afgedaald. Ik heb jullie nu echter naar dit afgelegen dal gebracht, opdat jullie in jezelf keren om je in beschouwende rust in het geloof te sterken voor de komende gebeurtenissen; want als de herder geslagen wordt, is het niet goed dat de schapen niet op zijn minst zouden weten hoe ze alleen de weg naar hun stal moeten vinden.
[4] Wees dus bereid in jezelf te zoeken waar het in jullie hart nog donker is, opdat het licht, zolang het nog schijnt, alle hoeken daarvan goed verlicht en jullie goed bekend zijn in jullie huis, wanneer er tijdelijk duisternis heerst! Want Ik weet wel dat jullie zwak zijn, hoewel jullie menen reuzen te zijn, zolang jullie in Mij een persoonlijke steun hebben. Als die ontbreekt zal pas blijken in hoeverre jullie stevig staan en je geen zorgen hoeven te maken om te vallen.
[5] Maar laten we nu eerst onze lichamen versterken, en doe dan zoals Ik jullie heb gezegd! Onderzoek jezelf innerlijk, en als iemand een vraag in zichzelf bespeurt, laat hij die dan naar voren brengen! -Maar laat een van jullie gaan kijken wat ons geschonken is daar achter die bosjes!'
[6] Nu gingen Petrus en Jacobus onmiddellijk naar de aangeduide plek en haalden verscheidene broden alsook wijn in karaffen tevoorschijn, waarmee wij een goed avondmaal hielden.
[7] Toen dat beƫindigd was, bleven allen zwijgen. leder haalde zich Mijn leer en Mijn daden voor de geest; maar geen van hen kwam met een vraag naar voren. Zelfs Petrus, die anders toch zoveel op zijn hart had en dikwijls vragen stelde die reeds in enigerlei vorm in vroegere lessen waren beantwoord, bleef volkomen rustig en wachtte maar af wat er tenslotte zou komen als Ik zou beginnen; want het was hun allemaal erg opgevallen dat ze dit uitstapje naar de bergen moesten maken.
[8] Toen er nu een algemeen, verwachtingsvol stilzwijgen heerste, nam Ik weer het woord en zei: 'Mijn geliefden, die Mij allemaal zijn gevolgd zonder te vragen waar Ik jullie heenbreng -luister naar wat Ik jullie te zeggen heb! Maar luister met je hart, niet alleen met je oren; want alle geheimen en leringen die Ik jullie heb geopenbaard, kunnen alleen begrepen worden als het hart de waarheid ervan voelt en niet alleen het menselijke verstand om zijn oordeel wordt gevraagd!
[9] De tijd komt nu naderbij, waarvan de Schrift zegt: 'De Zoon des mensen zal nu verhoogd worden!', en waarvan geschreven staat: 'Hij zal je de kop vertrappen, en jij (de slang) zult hem in de hiel steken!' Mijn ambt als leraar loopt nu hier ten einde, en dat van jullie zal weldra beginnen. Maar jullie moeten goed voorbereid zijn, opdat jullie niet zwak worden en beven voor de verschrikkingen van de toekomst. Want ondanks alle versterking die jullie toe zal vloeien, zullen jullie toch veel moeite hebben om stevig te blijven staan en jullie menselijke natuur te overwinnen.
[10] Wanneer jullie het werk zullen voortzetten dat door Mij hier volbracht zal worden, herinner je dan Mijn woorden op de berg Gerizim: 'Zalig zijn zij, die ter wille van de gerechtigheid vervolgd worden (en hun wegen niet opgeven); want het hemelrijk is voor hen! Zalig zijn jullie, wanneer de mensen jullie om omwille van Mij smaden en vervolgen en allerlei kwaad tegen jullie spreken, als ze daarmee liegen!' Want hun leugens zullen zich tegen henzelf keren en hen vernietigen, en jullie zullen de kroon der waarachtigheid ontvangen! Vrees dus niet, ook al zien jullie Mij niet meer; want desondanks zal Ik bij jullie blijven tot aan het einde van de wereld!
[11] Als echter de groten en voornamen van de wereld zullen komen en jullie grote sommen geld bieden om bij hen in dienst te treden, opdat zij door jullie groter worden en nog meer aanzien verkrijgen, zeg hun dan dat jullie al een andere Heer dienen, die jullie heel goed betaalt en als trouwe dienaren erkent, en dat jullie derhalve geen andere dienstbetrekking kunnen aannemen; want niemand kan twee heren dienen en beiden recht doen. Dan zullen ze jullie vragen wie die Heer is. Verloochen Mij dan niet, maar belijd Mij openlijk; want wie Mij verloochent, zal ook Ik eenmaal verloochenen en van Mij wegsturen! En wie door Mij verstoten is, zal lang moeten wachten en veel moeite, angst en kwelling moeten verdragen, voor het licht weer voor hem schijnt. Geef dus gevolg aan Mijn woorden!'
«« 15 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.