De Heer veroordeelt de achterbaksheid van de Farizeeën

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 5 / 77 »»
[1] Enigszins verlegen zei de Farizeeër: 'Meester, ik zie wel dat er met u wat moeilijk te praten valt, maar toch vraag ik u mijn wens te vervullen en, aangezien u nu bekend hebt dat u die Galileeër kent, ons te vertellen met behulp waarvan hij zijn wonderen doet, of dat het alleen maar grof bedrog en kunsten van de Essenen zijn. Ook wij zijn vrienden van de waarheid en zoeken die met veel ijver. Daarom zijn wij er ook op uitgestuurd, omdat de Hoge Raad wel weet dat men ons niet zo gemakkelijk een vals wonder voor een echt wonder kan voorspiegelen en even gemakkelijk als het domme volk kan bedriegen. Wees dus zo vriendelijk onze vragen te beantwoorden en wees er zeker van dat wij u volkomen geloof zullen schenken!'
[2] Ik antwoordde: 'Waarom juist aan Mij, terwijl jullie Mij niet kennen? Leven er niet vele ooggetuigen in Israël, die tegenover jullie kunnen getuigen en dat ook al hebben gedaan, dat de daden van die Galileeër echt zijn en niet met hulp van de satan gebeuren? Jullie kennen die getuigen heel precies en toch geloven jullie hen niet! Waarom zullen jullie Mij dan geloven?'
[3] De Farizeeër zei: 'Wij hebben uw wijze woorden gehoord, meester, en daaraan gemerkt dat u niet zo blind kunt zijn als er toch velen zijn van degenen die wij kennen en die ons ook over de daden van die Jezus van Nazareth hebben verteld.Wij kennen hen als heel lichtgelovig en kunnen een getuigenis van hen dus nog niet aanvaarden. Maar heel anders is het bij een man die zoals u door zijn woorden bewijst dat hij veel heeft gezien en zich een grote kennis van de wereld eigen gemaakt moet hebben. En nu herhalen wij ook ons verzoek: wees zo vriendelijk om ons onverholen uw mening over die Galileeër te zeggen!
[4] Alleen om zijn wonderen ter plaatse te kunnen onderzoeken zijn wij via Jericho gereisd, waar hij naar men zegt een blinde ziende heeft gemaakt en geruime tijd verbleef. Maar wij moeten bekennen dat al die vele lofprijzingen van het bedelvolk ons er geenszins van hebben kunnen overtuigen dat er bovennatuurlijke dingen gebeurd zouden zijn, want er zijn vooral onder de Grieken heel wijze en bekwame artsen, die het ook al vaker gelukt is ziekten te genezen die niemand ooit kon hopen te genezen. Waarom zou het daar dan niet ook zo zijn gegaan als bij die ziekten, die er vaak verdraaid lastig uitzien maar toch door de Griekse artsen zijn genezen?
[5] Er werd ons gezegd dat de Galileeër rond deze tijd het meest waarschijnlijk in het Jordaandal te vinden zou zijn, omdat het in zijn bedoeling ligt in de winter meer naar deze streek te trekken. Tenminste, dat hoorden wij door bemiddeling van een huisgenoot van Lazarus in Bethanië. Daarom zijn we dan ook van Jericho op weg hiernaartoe gegaan om deze streek af te zoeken. - Nu weet u precies wat onze bedoeling is, beste meester, en zult u vast en zeker niet meer zo terughoudend zijn met het beantwoorden van onze vragen.
[6] Ik zei: 'O geenszins, en wees ervan overtuigd dat jullie geheel volgens de goede orde bediend zullen worden! Alleen valt het Mij wel erg op, dat jullie er alleen op uit zijn getrokken om zijn wonderen te onderzoeken en niet zijn woord. Ik weet dat die Galileeër herhaaldelijk gesproken heeft over het weinige nut van wonderen, omdat daarin voor degenen die er niet bij aanwezig waren weinig of geen bewijskracht ligt, zoals immers nu ook bij jullie overduidelijk blijkt -maar dat hij de waarheid en de kracht van zijn woord het enige belangrijke vindt, alsook zijn leer die enkel en alleen door de daarin aanwezige geestkracht de juiste overtuigingskracht bezit. Waarom onderzoeken jullie die dan niet en bekommeren jullie je daar niet om? Geef Mij daar eens antwoord op!'
[7] Daarop zei de Farizeeër met een medelijdend lachje: 'Wij hebben Mozes en de profeten, de kabbala* (* Kabbala: Joodse geheime leer) en de thora**; (** Thora: de wetten van Mozes.) waar hebben wij nog meer leren voor nodig, aangezien die boeken toch al alles bevatten, en alle wijsheid van God daarin is neergelegd? De leer van de Galileeër, die ons al dikwijls is meegedeeld, is vaak zo verward, onduidelijk en onzinnig, dat een ervaren schriftgeleerde zoals wij zich daar helemaal niet mee kan bezighouden, want ze staat lijnrecht tegenover de leer van Mozes.
[8] Het kan er dus hoogstens om gaan of zijn wonderen echt zijn; want als wij daarvan overtuigd kunnen worden, zouden die wonderen daarna ook graag erkend worden, vooral omdat daar, in dienst van de tempel, grote weldaden voor het joodse volk uit zouden kunnen voortvloeien.'
[9] Terwijl Ik de spreker scherp aankeek, zei Ik: 'Jullie dwazen, geloven jullie soms dat het voor die Galileeër niet gemakkelijk zou zijn om de tempel en al zijn dienaren te vernietigen - hoe kunnen jullie dan denken dat jullie listigheid in staat zou zijn hem in jullie dienst te krijgen? Maar nu is jullie masker echt gevallen, en ter wille van degenen die hier aanwezig zijn heb Ik gewild dat de bedoelingen van de tempel duidelijk onthuld werden. Het is jullie niet om het ware leven te doen, om de leer hoe men zalig wordt -want jullie vinden het de grootste onzin om aan een zaligheid na de dood te geloven -maar enkel en alleen om veel macht, aanzien en, als het lukt, toverkunsten te leren, met de bedoeling om het volk in angst en schrik te houden en het jullie dient, zoniet uit liefde en eerbied, dan toch alleen uit angst. Om dat doel te bereiken schijnt die Galileeër jullie de juiste man te zijn.jullie weten dat het volk hem aanhangt -of zijn wonderen echt of onecht zijn, dat laat jullie koud; als ze maar in dienst gesteld worden van jullie zelfzuchtige doeleinden, dan is het al goed. Want in ieder gevallijken ze jullie goed om jullie zakken nog sneller te vullen dan al gebeurd is; en om die Jezus van Nazareth zijn kunsten af te kijken lijkt jullie ook niet al te moeilijk, zodat jullie je wel van hem zullen ontdoen als hij later lastig voor jullie wordt.
[10] Dat zijn zo de gedachten van de Hoge Raad, die jullie op hun bevel moeten uitvoeren, en daarom zijn jullie erop uitgetrokken om de Galileeër te zoeken om hem voor jullie doeleinden te winnen.
[11] Maar waarlijk, Ik zeg jullie: het zal je eerder lukken de zon uit haar baan te brengen dan jullie snode doeleinden te bereiken; want in die Galileeër leeft een hoger bevel waar hij gehoor aan geeft, en dat in hem heersende bevel komt van die God, die jullie in Jeruzalem wel met de lippen vereren, maar nooit ofte nimmer meer met het hart. Als jullie dus ook maar een beetje beoordelingsvermogen bezitten, moeten jullie inzien dat het hem er alleen maar om kan gaan om de Geest die hem drijft recht te doen -waar ook zijn grootheid, kracht en macht uit voortkomen -maar niet jullie zelfzuchtige plannen, die alleen haken naar bewondering en vals profeetschap.
[12] jullie grenzeloze blindheid, die jullie verstokt maakt en ongeschikt om het rijk Gods binnen te gaan, zal jullie later nog in het verderf storten. De barmhartigheid van God gaat zo ver, dat Hij al jullie gruwelijke zonden nog met lankmoedigheid aanziet, in de hoop dat jullie je tenslotte nog zullen bekeren en tot inkeer komen; want ook al zou een zondaar reeds midden in de hel zitten en hij zou naar zijn God en Heer om hulp roepen, dan zou hij verlossing en hulp ontvangen. Maar jullie zullen voor jezelf het gericht veroorzaken, en waarlijk, het is al heel dichtbij gekomen! Maar zeg dan niet: 'Heer, U bent een harde God en hebt ons deze wonden geslagen vanwege onze vele zonden! U hebt Uw heilig aangezicht van ons afgewend, en nu heerst er gejammer en tandengeknars onder ons!', maar schrijf die boze tijd aan jezelf toe, en noem het geen strafgericht van God, maar alleen een terecht gevolg van jullie verstoktheid en geestelijke traagheid, die jullie met ziende ogen blind en met horende oren doof maakt!'
«« 5 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.