Over de heiligheid van God

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 54 / 77 »»
[1] Petrus had Mijn woorden bijzonder diep in zijn hart geschreven, en met de hem eigen daadkrachtige sterke wil ging hij onmiddellijk aan het werk om zijn ziel te ontwikkelen, waar hem dat nog ontbrak. Hij trok zich direct terug van de anderen om zijn innerlijke oog te kunnen openen, en bleef enkele dagen vrijwel onzichtbaar voor allemaal.
[2] Hier moet weer benadrukt worden dat Mijn leerlingen hier bijeen waren om uit eigen, vrije beweging, onafhankelijk van Mijn persoon en zonder enige uiterlijke dwang door de omgeving zichzelf aan een soort vrijwillige beproeving te onderwerpen, zodat de reeds verworven eigenschappen, die hun door Mij waren gegeven voor hun latere roeping als apostel, nu geheel en al hun eigendom konden worden. Vanuit dat gezichtspunt moet alles beschouwd worden wat er in Efraïm gebeurde.
[3] Nadat Petrus zich weer meer in de kring van de broeders vertoonde, waarvan ieder voor zich zijn wegen van het innerlijke leven ging - om welke reden dit terugtrekken niet eens zo sterk werd opgemerkt, omdat hij bij de regelmatige maaltijden steeds aanwezig was en zwijgend kwam en ging - bleven de leerlingen op een avond langer dan gewoonlijk bij elkaar; dat kwam door de vraag van Jacobus, waarom de heiligheid Gods zich door de zonden van de mensen gekwetst kon voelen, aangezien die zonden immers juist vaak het middel tot loutering waren en die mogelijkheid om zonden te begaan door God ook toegelaten was. Er moest met deze stelling van de tempel dus iets bijzonders zijn, aangezien juist Ik veel met zondaren was omgegaan en Mij door de ergste zondaars nog nooit gekwetst had gevoeld.
[4] Toen werd er op allerlei manieren over en weer gepraat, waarbij ook naar voren werd gebracht wat Ik hen vroeger had geleerd; en ieder had een geheel eigen standpunt voor zichzelf gevormd, van waaruit hij de heiligheid Gods beschouwde. Johannes legde tenslotte breedvoerig uit, dat onder 'heiligheid' in de ware betekenis van het woord de grote, zelfverloochenende liefde van God verstaan moest worden, die evenwel door de zonde, die tegen die liefde ingaat, gekwetst kon worden, evenals een goede vader zich door zijn liefdeloze kinderen wel gekwetst voelt, maar daarom nog niet boos is; hij zal naar zo zacht mogelijke middelen zoeken om die liefdeloosheid uit te roeien, en pas naar steeds strengere middelen grijpen als de zachtere middelen niet helpen echter niet uit woede, maar enkel en alleen uit liefde en voor het juiste doel.
[5] Alle leerlingen verklaarden dat ze het eens waren met deze woorden, maar Petrus voegde er nog aan toe, dat Gods heiligheid niet alleen de grote liefde van God betekende, maar ook de grote wijsheid, waarmee Hij al het geschapene in grote, volmaakte doelmatigheid had ingericht. Deze orde, die de doelmatigheid in zich bevatte, niet te verstoren, was de heiligste plicht van de mens. Maar juist op dat vlak was er door de mensheid zo oneindig veel gezondigd, omdat zij tegen die orde gekant was en daardoor ook tot haar eigen schade getracht had de doelmatigheid van de natuurwetten te vernielen. Zo was de zondvloed ontstaan, omdat de orde en daarmee de doelmatigheid verstoord was die de bergen als gewicht op onderaardse waterbekkens vervullen -want de Hanochieten hadden de bergen laten exploderen. En zo zondigde de mens ook nu nog tegen de orde, en daarmee kwetste hij Gods heiligheid in de orde, door zijn lichaam te misbruiken en zich over te geven aan zwelgerij en ontucht, waardoor het lichaam ongeschikt werd om als zetel van een gezonde ziel te dienen. Het herkennen van de orde waar wij in leven, was een belangrijke stap tot wedergeboorte, en daarom had hij deze dagen ook ingezien hoe noodzakelijk het was om in jezelf in te keren, omdat het alleen maar mogelijk was om door God onderricht te worden en de waarheid te leren kennen, als men in zichzelf zocht.
[6] Toen vroegen de anderen of hij dat dan had gedaan. Petrus beaamde dat en legde uit dat hij dat deze dagen met grote vlijt had gedaan en er ook van overtuigd was dat hij nu de weg had gevonden om een echte leerling van onze Heer en Meester te worden. Hij was er weliswaar van overtuigd dat de broeders allemaal de laatste woorden van de Heer ter harte hadden genomen en ernaar streefden het nabije doel te bereiken; maar hij voelde een sterke drang om te vertellen wat hij had waargenomen, omdat immers de een of ander daar voor zichzelf iets aan kon hebben, of hem, Petrus, op zijn beurt iets kon vertellen wat hem van nut kon zijn.
«« 54 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.