Waarom overdadig naspeuren naar de diepten van Gods Scheppingswerk nadelig is

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 225 / 302 »»
[1] Cyrenius vroeg nu aan het Kindje: 'Waarom moet men niet dieper doordringen in Uw Werk?
[2] Hoe kan onderzoeken, naar U zegt, nadelig zijn voor de liefde tot U?
[3] Ik geloof juist omgekeerd dat men door Uw werken steeds dieper en helderder te onderken­nen moet groeien in de liefde tot U, en niet verflauwen!
[4] Ook onder ons mensen is het immers zo, dat naargelang we in iemand meer en meer volmaakt­heden ontdekken, zo'n mens ons steeds dierbaarder wordt.
[5] Hoeveel te meer zal dat dan niet het geval zijn tegenover U, de heer en de Schepper van al wat groot, volmaakt en heerlijk is, wanneer wij U steeds meer en steeds dieper leren kennen!
[6] Daarom zou ik U, mijn Le­ven, willen vragen of U mij over die bijzondere ster nog een paar nadere inlichtingen zoudt willen geven!
[7] Want mijn hart zegt mij, dat ik U dan pas volmaakt zal kunnen liefhebben, als ik U steeds dieper en dieper zal kennen uit Uw machtige en alwijze wonderwer­ken!
[8] Niemand kan U immers als de Ene God en Heer liefhebben, wanneer hij U niet eerst leert ken­nen!
[9] Want de eerste reden om U lief te hebben is toch ook het U erkennen door onze zielen!
[10] Zoals ik ook mijn vrouw eerst moest leren kennen, voordat ik haar in mijn hart kon sluiten! Als ik haar niet had Ieren kennen, was ze immers nooit mijn vrouw geworden!'
[11] Nu moest het Kindje toch wel even lachen en zei: 'Nou beste Cyrenius, als je Mij wat vaker zul­ke wijze lessen zoudt geven, dan zou Ik ten slotte ook nog wel eens een door en door verstandig mens kunnen worden!
[12] Want wat je Mij daarjuist vertelde was allemaal nieuw voor Mij.
[13] Maar probeer je nu dit nog eens in te denken, namelijk dat jij voor Mij dan pas een echte leraar zoudt kunnen zijn, als je Mij zoudt bewijzen dat niet Mijn waarschuwing tegen al te diep speuren in Mijn Werken nuttig is voor de mensenziel in haar liefde voor Mij, maar dat daarentegen juist dat speurwerk het wel zou zijn!
[14] Hoe zou Ik dan -als jouw leerling -jou over die geheime zaken kunnen onderrichten?!
[15] Als jij betere motieven voor de liefde kent, dan die welke jouw God en Schepper je geeft, hoe kun jij dan van Hem een nog diepgaander onderricht willen vragen?! ",
[16] Of denk je soms dat God Zich tot iets zal laten bewegen door menselijke verstandsargu­menten, alsof Hij naar wereldse maatstaven zou behoren te rich­ten!?
[17] Nee Cyrenius, nu ben je er toch wel erg ver naast!
[18] Weet je, Ik ben de Enige, Die Mijn eeuwige ordening kent, die immers de moeder is van alle dingen!
[19] En uit deze orde ben ook jij voortgesproten en de liefde van jouw geest voor Mij is je meest wezenlijke leven!
[20] Als je nu je liefde tot Mij van Mi j zoudt willen afwenden naar Mijn schepselen, om Mij daardoor sterker te kunnen lief­hebben, terwijl je Mij toch zicht­baar levend voor je hebt,
[21] kan zo'n dwaze manier van versterking der liefde zinnig zijn?
[22] Ja, iemand, die Mij nog niet kent en die Mij nog niet bezit, die kan inderdaad wel langs die weg van jou tot Mij opgaan;
[23] maar als iemand Mij al op zijn schoot heeft, waarom zou die dan nog zijn toevlucht nemen tot jouw staffelmethode?'
[24] Dit maakte Cyrenius heel erg verlegen en hij was totaal ver­slagen en niemand vroeg nog naar de komeet.
«« 225 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.