Pura en Jared. Pura's toegenegenheid en deemoed. De oproep van de Heer tot de nachtrust

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 141 / 280 »»
[1] Daarop wendde zich de hoge Abedam tot Pura en vroeg haar: 'Nu, Mijn lieve dochtertje, ben je nu tevreden met Mijn regeling?'
[2] En Pura antwoordde vervuld van de allergrootste vreugde: 'O meer dan heilige Vader, hoe zou ik nu niet tevreden kunnen zijn?!
[3] Ik mag immers bij U blijven, bij U, de enig ware en allerbeste Vader! Hoe zou ik dan wel ontevreden kunnen zijn?!
[4] Dat de lieve Jared hier ook blijft, verheugt mij ook buitengewoon; want hij moet immers ook een echt goede man zijn, omdat U, lieve, heilige Vader hem zo liefheeft en van hem getuigt dat hij een man is geheel en al naar Uw hart!
[5] O Jared, o Jared, hoe ongemeen, ja hoe onuitsprekelijk gelukkig moet je nu zijn, dat je uit de allerheiligste mond van de almachtige grote God, onze liefdevolle Vader, mocht vernemen datje een man geheel en al naar Zijn hart bent!
[6] O getuigenis, o jij meest levende getuigenis! Uit de mond van God kom je via een mens, de volheid van het eeuwige, allerzaligste leven in de schoot van de allerheiligste Vader!
[7] O ja, mijn Jared, ik heb je nu ook zeer lief, omdat de heilige Vader je zo liefheeft; kom hier, kom, en ga naast me zitten, en verheug je met mij!
[8] Nog nooit was een geschapen wezen gelukkiger en zaliger dan wij nu zijn, omdat wij de allerheiligste Vader in ons midden hebben en Hem naar hartelust kunnen en mogen liefhebben!
[9] Kom toch, kom toch, lieve, goede man naar het hart van de allerheiligste Vader; want ik heb je immers ook lief!'
[10] Maar Jared kon zich niet bewegen, ja zelfs zijn lippen niet, want zijn vreugde was te groot! Daarom wendde Pura zich tot Abedam en zei tegen Hem: 'Maar zie toch, o lieve, heilige Vader, de vrome Jared wil mijn verzoek niet opvolgen!
[11] Is hij soms hardvochtig, omdat hij een verzoek niet wil horen?'
[12] En Abedam antwoordde haar: '0 neen, Mijn geliefde dochter, voor het ogenblik is zijn geluk alleen maar al te groot en kan hij zich door deze grote zaligheid nauwelijks bewegen; ga daarom naar hem toe, en leid hem daarheen, waar je hem graag wilt hebben!'
[13] En Pura, enigszins in verlegenheid, antwoordde Abedam: 'O liefdevolle, heilige Vader, U wilt mij nu weer een beetje op de proef, stellen!
[14] O zie, ik weet heel goed dat het absoluut niet gepast is als ik, slechts een zwak meisje, een man, en nog wel Jared, een man naar Uw hart, zou willen leiden; want dan zou het lijken alsof ik mij boven hem zou willen verheffen!
[15] O, laat dat verre van mij zijn! Want een vrouw moet immers altijd uit de grond van haar hart diegene als heer erkennen, die U haar toch duidelijk en uitdrukkelijk tot heer gegeven hebt; en zo kan hij wel mij - als hij dat wil - sturen en leiden, maar ik niet hem!
[16] Is het zo niet juist?! Als U hem een kleine wenk zou willen geven, dan zal hij zeker hier aan mijn zijde komen!'
[17] En Abedam zei daarop tegen Pura: 'Nu pas ben je een geheel volkomen meisje, nu je met je grote liefde ook de ware vrouwelijke overgave en deemoed hebt verenigd; maar roep Jared nog eens, dan zal hij onmiddellijk je verzoek verhoren!'
[18] En Pura volgde meteen de woorden van Abedam op en zei tegen Jared: 'Jared, wil je dan mijn verzoek nog niet horen?
[19] Zie, ik heb hier reeds de mooiste plek voor je bereid; kom toch eens hier, zodat ik tussen jou en de allerheiligste Vader in ben en wel zoals Hij het mij eerder heeft beloofd! Want ik heb jou toch ook zeer lief; dat kun je zeker van mij aannemen!'
[20] Pas nu volgde Jared hoogst gelukkig de roep van Pura, ging naast haar zitten en prees Mij in zijn hart voor zo'n grote genade.
[21] Ook Pura was nu geheel tevreden en dankte Mij hardop, daar Ik de wens van haar hart had verhoord.
[22] Abedam zei echter tegen allen: 'Kindertjes, jullie ledematen zijn moe geworden! Ga dus rusten, en slaap; maar blijf in de geest steeds wakker!
[23] En jij, Mijn dochtertje, ga nu ook op de grond liggen en slaap met wakkere geest!
[24] Ik zal over jullie allen waken en jullie morgen op de juiste tijd wekken.
[25] En het gebeure nu zo, zoals altijd! Amen. Mijn zegen zij met jullie allen! Amen.'
«« 141 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.