Uranion en Purista bij Adam en Eva. Het wonder van de vruchten. Het door de bliksem ontstoken offer

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 17 / 280 »»
[1] Daar de weg nu nog slechts enkele honderden passen lang was, is het ook vanzelfsprekend dat de verdere tocht naar de top van de heuvel niet lang meer duurde, vooral als men rekening houdt met de almachtige Gids.
[2] Daar aangekomen bogen alle kinderen voor Adam en Eva en daarna ook voor alle overige kinderen van de hoofdstam. Toen zij nu allen op deze gebruikelijke wijze de passende achting en liefde betoonden, ging Uranion dadelijk naar Adam en groette en dankte hem uit aller naam en liet toen een van diens achterkleinkinderen, Purista genaamd, naar voren komen. Zij zou een met eigen hand, uit een soort berggras gevlochten mandje met uitgelezen vruchten uit het morgenland, aan Adam overhandigen; en zij trad met grote, tedere vreugde naar voren en deed zoals haar opgedragen was.
[3] Toen Adam echter de overheerlijke vruchten bekeek, was hij erg verrast, omdat hij nog nooit dergelijke vruchten had gezien met zo'n heerlijke geur en hij vroeg daarom aan Purista: 'Purista, jij allerliefst dochtertje van je vader Gabiël, die mij zeer dierbaar is, kom eens bij me en zeg me waar jij deze bijzonder heerlijke vruchten voor mij hebt verzameld!
[4] Want dergelijke vruchten hebben mijn ogen vanaf het oerbegin van mijn bestaan nog nooit gezien! Dat zijn toch werkelijk meer dan paradijselijke vruchten; ja, ik zou ze in alle ernst hemels willen noemen!
[5] Vertel me daarom waar jij die verzameld hebt.'
[6] Toen Purista nu zelf de vruchten nader bekeek, schrok zij en wist niet wat zij daarop zeggen moest; want de vruchten kwamen haar zelf nu heel onbekend voor.
[7] En zij riep haar vrome vader Gabiël naderbij en vroeg hem zachtjes: 'Lieve vader, heb jij soms de vruchten stilletjes omgewisseld?
[8] Want kijk maar, dat zijn toch werkelijk niet de vruchten die ons kleine tuintje voortbrengt?! Want zulke heerlijke vruchten hebben wijzelf toch nog nooit gezien!'
[9] En Gabiël zei tegen haar: 'Mijn enige geliefde dochter, er is een wonder gebeurd! Vertel dat dus ook aan de verheven aartsvader!'
[10] En Purista ging bedeesd voor Adam staan en vertelde hem wat er aan de hand was.
[11] En Adam antwoordde daarop: 'Ja, ja, het is zoals ik al meteen bij mijzelf heb gedacht: wij allen zijn alweer een genade rijker!
[12] Als de heilige Vader, de meest erbarmende en meest liefdevolle, reeds van tevoren zo wonderbaarlijk te werk gaat, wat zal Zijn onthulling ons dan wel bieden?!
[13] O mijn armzalige hart! Kun je wel zulk een grote mildheid van de Heer, onze allerheiligste Vader, verdragen?
[14] O Abedam, wie kan U loven, wie U danken, wie U prijzen, wie U genoeg liefhebben en U waardig en op passende wijze aanbidden?
[15] Het gevoel van mijn eigen nietigheid en Uw oneindige en eeuwige volheid is alles wat ik U ten offer kan brengen!
[16] Maar jij mijn geliefde Purista, draai je om! Kijk naar Hem die juist achter je staat en dank Hem uit al je kracht; want Hij is het die je mandje met deze hemelse vruchten gevuld heeft, zonder datje merken kon wanneer!'
[17] En Purista zei daarop tegen Adam: 'O verheven vader der vaderen, als hij dat gedaan zou hebben, dan zou dat werkelijk heel erg zijn; want hij moet immers ook wel weten dat ik van niemand anders houd en niemand bemin dan alleen mijn hemelse Vader en mijn vader Gabiël en mijn moeder Aora!
[18] Tot nu toe hield ik mij ver van iedere man en mijn verlangen was steeds alleen naar boven gericht naar de enige Ene; hoe kon dan deze mens mij zoiets aandoen?
[19] Zou hij dan echt niet weten dat het een zonde is, als hij, zonder dat het Gods wil is, een meisje benadert, zelfs zo, dat mijn ouders er niets vanaf weten!
[20] Kijk, dat was toch slecht van hem, - want dat weet ik van mijn ouders -, en daarom wil, mag en kan ik hem niet danken, al waren de vruchten nog vele malen heerlijker dan zij zijn!
[21] Zegt U hem maar dat het heel verkeerd van hem was en dat hij dat voortaan niet meer moet doen, - anders zou hij wel eens een flinke straf van de hemelse Vader kunnen oplopen!
[22] Voor deze keer echter wil ik tot de hemelse Vader hidden, of Hij hem genade wil schenken.
[23] Na deze woorden vroeg zij ook in haar hart aan de hemelse Vader om deze mens, die haar dit aan had gedaan, zijn schuld te vergeven.
[24] Adam zei echter tegen haar: 'Jij wondermooie, heerlijkste, tederste bloem uit het verheven morgenland, - waarlijk, ik zeg je, al had de hemelse Vader nog nooit een bede van jou verhoord dan, geloof me, zal Hij deze zeker niet onverhoord laten!
[25] Ik kan en mag je nu nog niet zeggen hoe en waarom; maar wees getroost, - je zult het zeker spoedig te weten komen!'
[26] En Purista was daarmee tevreden en werd rustig.
[27] Nu riep Abedam Henoch bij Zich en zei tegen hem: 'Henoch, ga nu en leg het offerlam geslacht op het altaar en kom dan zo spoedig mogelijk weer hierheen en zie dan hoe Ik een vuur uit de hemel op het altaar neer zal laten komen, dat het offer zal verteren!'
[28] En Henoch ging nu naar het altaar en vervulde de wil van de Heer.
[29] En toen hij terugkwam, sloeg er onmiddellijk een felle bliksemschicht neer, vergezeld van een wereldschokkende donderslag, zo erg dat zelfs Henoch ervan schrok; en bovendien ontbrandde het offer op het altaar ook meteen met een vlam zo helder als de zon en er stegen verblindende witte rookwolken van het altaar ten hemel.
[30] Toen werd het de arme Purista bang om het hart en alle kinderen uit het morgenland niet minder; want nu zagen zij de door Henoch aangekondigde grootte en macht van deze hen nog onbekende mens.
«« 17 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.