Lamechs vergeefse poging om de voor hem te zware heilige tafel te dragen. 'Zonder Mij zijn jullie tot niets in staat, maar met Mij werkelijk tot alles!'

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 234 / 280 »»
[1] Na deze opdracht van de Heer ging Lamech naar de troonzaal om de plaat te halen.
[2] Met de grootste eerbied begaf hij zich naar de troon, gaf God de eer en wilde toen met de hoogste eerbied de plaat pakken, die op de troon was opgesteld.
[3] Maar toen hij hem wilde optillen en wegdragen, zie, toen werd de plaat plotseling zo zwaar, dat het hem volslagen onmogelijk werd die te verplaatsen.
[4] Toen hij verschillende pogingen deed, de heilige plaat op te tillen om hem volgens de wil van de Heer naar de eetzaal te dragen, opdat Hij Zijn adem erover zou doen gaan, en hij – Lamech namelijk - hem dan naar de tempel zou dragen, en hij ondanks alle pogingen toch niet in staat was iets te bereiken, begon hij er ernstig over na te denken, en het schoot hem te binnen dat hij eens van Kisehel, van Henoch of van de Heer Zelf had vernomen: 'Zonder Mij zijn jullie tot niets in staat, maar met Mij werkelijk tot alles!'
[5] Na deze gelukkige inval verliet hij, eerbiedig voor de machtige plaat buigend, de troonzaal en kwam onverrichter zake weer bij het verheven gezelschap in de eetzaal terug.
[6] Allen waren verbaasd en van alle kanten vroeg men hem naarstig: 'Maar broeder Lamech, - wat is er met de heilige plaat aan de hand!
[7] Heb je hem soms niet meer gevonden, daar je met lege handen weer terugkeert?'
[8] Maar Lamech zei tegen al degenen die hem dat vroegen: 'O mijn broeders, neem, samen met mij, vanwege dit verschijnsel deze korte, maar wel zeer belangrijke leer ter harte:
[9] Wanneer de almachtige Heer en allerliefdevolste, heilige Vader met ons is, dan zijn wij in Hem en door Hem tot alles in staat; maar zonder Hem kunnen wij niets!
[10] Ik was een dwaas; daarom ging ik zonder Hem naar de zaal om het heiligdom te halen! Maar deze ervaring heeft mij voldoende duidelijk gemaakt wat de mens zonder de Heer vermag!
[11] Daarom ga ik nu meteen naar de Heer, opdat Hij met mij moge zijn, en dan zal ik zeker niet weer met lege handen hier komen!
[12] Laten we dat altijd allemaal heel goed onthouden en getrouwelijk nakomen!'
[13] Hierop ging Lamech naar de Heer, die intussen met Henoch en de zeven anderen had gesproken, viel voor Hem neer en zei:
[14] 'O Heer en heilige Vader, zie genadig neer op mij, ik ben een grote dwaas! Ik, een allergrootste domkop, wilde zonder U Uw heiligdom optillen en het volgens Uw genadige opdracht hierheen brengen; maar toen ik, armzalige sukkel, dat probeerde en omdat hij zo oneindig zwaar was, niet in staat was de heilige plaat van zijn plaats te krijgen, werd het mij pas duidelijk dat men zonder U niets kan - en wel het allerminst wat U rechtstreeks betreft -, maar met U, in U en door U, wel alles, o heilige, liefdevolle Vader!
[15] Daarom kom ik nu dan ook onverrichter zake weer bij U en verzoek U uit de grond van mijn hart, met mij mee te willen gaan naar de troonzaal om mij te helpen Uw heilige plaat van zijn plaats te krijgen!
[16] Want anders zal het nooit mogelijk zijn deze naar de tempel te brengen!'
[17] Hier boog de Heer Zich voorover, hief Lamech weer op en zei tegen hem: 'Ja, zo is het, Mijn Lamech: Met Mij kun je alles, - maar zonder Mij niets!
[18] Wie is er in staat zelf zijn lichaamslengte met ook maar een tiende deel van een handbreedte te verlengen?! Wie kan zeggen: dit of dat geschiede, en dat het dan ook gebeurt volgens zijn wil?!
[19] Alleen naar Mijn wil geschieden alle dingen eeuwig!
[20] Wie dus met Mij is, die is ook met Mijn kracht - want Ikzelf ben immers de eeuwige oneindige kracht - en die is dus in en met Mij tot alles in staat!
[21] Ga dan nu met Mij, en Ik zal met jou zijn; dan zullen wij zien of die plaat nog wel zo onoverkomelijk zwaar zal zijn!'
[22] En zo ging Lamech weer met de Heer de troonzaal binnen, en allen volgden hen beiden en zagen daar dat de heilige plaat opgetild en vervolgens de eetzaal in gedragen werd, alwaar Lamech hem op de hoofdeettafel neerzette en de Heer er Zijn adem over liet gaan.
«« 234 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.